Hoe een dierenvriend in de gevamgenis kwam en weer verlost werd t kê t m tf ss m Q - - Q m m Q Z n ZATERDAG 29 MEI 191 Het kmapenkoor. DE ^-SNIEPE- IVaf VofctfM dejievedjeselkaar "fee? maar de poes keek de jongen ondoor grondelijk aan, bleef een poosje dood stil staan en wandelde toen toch ver der, aan elke kant een kind. De vol gende morgen kwamen de poes niet haar twee kleine katjes opnieuw voorbij de cel. Toen liet de jongen het muisje over zijn handen trippelen en de moederpoest aarzelde geen ogen blik: zij liep met haar kinderen bassen de tralies door naar binnen. De muis verstopte zich van schrik in de zak van de jongen, de grote poes liop te snuffelen en de kleintjes buitelden over elkaar heen. Hoe de jongen het klaarspeelde is een wonder, maar hij leerde de naris niet bang te zijn voor de poes, en hij leerde de katten het muisje -«Is een speelgenoot te behandelen. We?i moest hij zijn bordje eten delen met vier andere eters, maar dat had hij er graag over. „Z'n vreemde klant heb ben wij nog nooit in de gevangenis gehad", zei de bewaker weer tegen de rechter. Nog maller zou het worden dn de cel, want niet lang daarna holde voorbij de getraliede deur een wilde jonge hond met dolle sprongen. De grote poes binnen de tralies zette meteen een hoge rug en begon te blazen, haar kinderen kropen in elkaar van angst. De hond buiten de tralies zette zich schrap, blafte en gromde, maar de jongen die zoveel van dieren hiel, suste hem: „Kom brave jongen, hou je koest Probeer eens of je tussen de tralies door kunt kruipen.Op de stem van de jongen hield de hond op met blaffen en grommen, de poes blies niet meer maar rechtte haar rug en de kleine katjes keken nieuwsgierig naar de nieuwe bezoeker die zich door de tralies wrong en vrolijk kwispelde tegen de gevangene opsprong. De jon gen moest zijn eten met vijf anderen delen maar hij had het er graag voor Hoe hij het klaarspeelde is een won der, maar hij leerde de hond niet bang te zijn voor de kat en de kat vriendelijk te zijn tegen de hond en de muis zich zo speels en lief te LUCKY LUKE: De bootrace op de Missisippi ER was eens een jongen die als een vrijgevochten vogel door de wereld trok. Hij voelde zich het gelukkigst wanneer hij met zijn bundeltje over de schouder en een grasspriet tussen de lippen, langs het kabbelend water liep, over het hek van een wei leunde, of op zijn rug lag te turen naar de kruinen van de bomen. Hij genoot dan van zon en regen, van stilte en wind, van ruisende bomen en zelfs van kra kende vorst. Maar bovenal genoot hij van dieren. Bij het kabbelend water riep hij de wilde eenden en water hoentjes en zij scheerden naar hem toe. Bij de wei hoefde hij maar te blijven staan of de lammetjes lispe len hem temoet en zelfs de briesende stier stapte zacht snuivend naar het hek. Onder de kruinen van de bomen speelden eekhoorns en konijntjes ver stoppertjes achter zijn bundel kleren en hij floot aamen met de vogels hetzelfde liedjes. Zó gelukkig kon "hij niet altijd zijn. want al was hij met weinig tevreden, toch heeft een mens nu en dan geld nodig om wat te kopen en elke dag moet je eten, anders kun je dat slen teren door de wereld niet volhouden. Daarom werkte de jongen telkens een poosje waar hij gebruikt kon worden, n meestal was dat in stal en schuur waar hij een handje helpen kon met Zo had deze dierenvriend weer een poos zijn best gedaan bij een heer in de stad en het er bijzonder naar zijn zin gehad. „Mijn mooie paarden, zijn mijn lust en mijn leven," zei deze Meester altijd en dat mocht hij zeg gen want sierlijker dieren met glan- zender vel en wuivende mannen wa ren in de verre omtrek niet te vinden, de vrijgevochten jongen had een win ter lang al zijn krachten aan de paarden besteed. Maar het voorjaar lokte en zijn jonge benen konden het niet langer uithouden in de stallen van de Meester. Hij nam afscheid, ontving zijn geld, hing het bundeltje over de schouder en vertrok. De jongen verliet de stad, liep de landweg op en was al ver achter de bomen verdwenen toen hem daar het allermooiste paard van de Heer achterop kwam hollen. Vrolijk hinni kend danste het naast hem voort. De jongen zei: „Wat heeft dit te beteke nen? G eens gauw terug naar je stal!". Maar het sierlijke paard schud de met de wuivende manen en bleef bij de jongen die hem zo goed had verzorgd. „Ik zal je zelf naar huis moeten bren gen," zei de jongen en sprong op de paarderug om de terugweg te aan vaarden. Maar op dat ogenblik klon ken hoefslagen en daar reed de Heer hem zelf al met een rijknecht tege moet, terwijl hij woedend schreeuwde: ..Mijn mooiste paard stelen! Daar zul je voor boeten!" Sterke handen bon- TOM MARIE-ANN: Goud in de olie Daar probeerde de jongen aan de rechter uit te leggen, dat alle dieren van hem hielden en dat het paard hem gevolgd was omdat het graag bij hem bleef. Maar niemand zou zo iets geloven en ook de rechter geloofde het niet. Hoe zou een paard uit zijn stal losbreken en alleen een stad doorhollen om zo'n jongen op de land weg terug te vinden! Nee,, mannetje je hebt je Meester bestolen De jongen zat ineen cel waarvan de deur uit tralies betond. Hij kon de lucht zien en de vliegende vogels. En boven de hoge muur uit zag hij boom kruinen waaraan de blaadjes groter en groener werden. Daar was hij al een beetje blij mee. Maar hij werd nog gelukkiger toen op een dag een muis tussen de tralies naar binnen trippelde. Al dadelijk voelde de muis zfch op zijn gemak en bleef voor de gezelligheid bij de jongen in de cel. Kwam de bewaker dan wipte het diertje op de arm van de jongen die kleine hapjes aan het spitse muizes- nuitje voerde. „Zon vreemde klant hebben wij nog nooit in de gevangenis gehad", fcei de bewaker tegen de rech ter. Maar het zou nog vreemder worden in die cel. Korte tijd later wandelde voorbij de getraliede celdeur een moe derpoes met haar twee kinderen. ..Ach. poesje!" riep de jongen en op het horen van zijn stem stond de moederpoes stil. „Kom dan poes. kom dan met je kindjes," vleide de jongen, houden als tevoren. En hij leerde dze allerlei kunstjes bovendien. „Zo'n vreemde klant hebben we nog nooit in de gevangenis gehad", zei de bewaker tegen de rechter. Hij vertelde wat daar allemaal gebeurde achter die ge traliede deur. Toen begon de rechter werkelijk te geloven dat alle dieren van deze jongen moesten houden. En dat het paard van de Meester uit de stad heus die aardige jonge knecht achterna gehold was, omdat hij hem niet missen kon. De jongen kreeg de vrijheid terug en verliet de gevangenis. Maar de muis, de poesen en de hond gingen met hem mee. Voortaan reisde hij met zijn dieren rond en gaf in stad en dorp voorstellingen waarbij zijn lievelingen steeds knapper kunstjes maakten en voor hun baasje de kost verdienen. Maar daar tussenin liep hij met zijn troepje langs kabbelend water, leunde over het hek van een wei en lag op zijn rug te turen naar de fcrainen van bomen. En al zijn kunstenmaker ge noten met hem mee. DR PLUIZER VRAAGT UW AANDACHT VOOR EEN RUMOERIG KNAPENKOOR Hoewel de meeste knapenkoren Keurige indruk maken, is het met deze „Gniepepiepers" wel andersom. Nu valt het mee als ze voor de TV komen (a.s zondag na sluiting!) maar op het ogen blik ziet u ze een repetitie houden, waar bij de dirigent, mr. Vogeltroon, in wan hoop probeert er nog wat orde in te krij- Ze zingen wel allemaal, maar in wer kelijkheid zijn het oer-vaderlandse maai nogal originele scheldwoorden die zij el kaar toevoegen. Het gaat in de trant var het spelletje „doorgeven", rij voor rij. De Gniepepieper helemaal rechts begint zegt iels moois tegen zijn buurman; die op zijn beurt iets zegt tegen de volgende. Aan het eind gaat het naar de tweede rij over en langs die rij weer terug. Een soort zig-zag. Daar stompt de laatste met een scheldwoord de eerste uit de volgende rij in zijn nek, waarna alles weer naar links gaat en het allemaal digt bij het zangertje vooraan, die erbij in zijn kuif gegrepen wordt. Maar nu oeoen zij, om de koormeester te doen menen dat ze een af andere canontekst zingen, in elk schimpwoord enkele extra-leners erbij. U zult echter gauw genoeg zien, dat de eerste roept „Slampamper u ziet het er duidelijk staan. Er zit dus een I en een K te veel in, dat samen het woordje „ik" maakt. De tweede heeft weer iets op de derde en ook hierin ontdekt u .an toepasselijke scheldnaam en enkele letters te veel. Het allerlaatste knaapje heeft niemand i om iets te wensen en doet dit dus aar adres van de koorleider. Nu zegt de koorleider: „Jongens, toe wees nu even rustig", maar hij denkt heel wat anders! Het grappige is d van al die overblijvende letters (die tel kens een woordje of een lettergreep men), in dezelfde volgorde, precies krijgt wat deze ontmoedigde koorleider denkt En dit wordt dus uw oplossing: Wat denkt deze man? Oplossingen dienen uiterlijk woensdag 2 juni 12 uur, per briefkaart met melding .Puzzel 172" te zijn ingezonden aan het bureau van ons blad. Oplossing puzzel van de vorige week luidt: I Naar het waterspuitjespark II Naar de kooiloze diergaarde III Naar de vrolijke loltuin. De prijzen werden gewonnen door: f 12,50 Hanny van Leeuwen, Spoorlaan 31 Voorhout, f 7,50 A. Woudsma, Acacialaan 12, Lei- muiden. f 5,Mej. J. Neervoort, Melch. Treub- laan 44, Leiden. De prijzen worden binnen 14 dagen per cheque toegezonden. (Van onze schaakmedewerker W. J. Muhring) Hoewel het spel van de ex-wereld kampioen Tal de laatste jaren niet meer dezelfde hoogte bereikt als in zijn glorietijd als wereldkampioen, boekt hij regelmatig grote successen. On het zojuist verspeelde toernooi in Tallin bezette hij tezamen met Tallis de ;e en tweede plaats. In dit toernooi imponeerde Tal als vanouds zijn grote combinatorische talenten, die zijn tegenstanders voor praktisch onoplosbare problemen plaatsen. In de onderstaande partij illustreert Tal als zwartspeler zijn capaciteiten door met een fijn pionoffer offensief te ontketenen. Het hoogtepunt wordt snel bereikt, als Tal stukoffer brengt en met een keiharde aanval de witte koning tot overgave dwingt. 1- d2-d4, Pg8-f6; 2. c2-c4, c7-c5; 3. d4-d5. g7-g6; 4. Pbl-c3, Lf8-g7; 5- Pgl-f3. 0-0: 6. e2-e4, 67-d6; 7. Lcl-f4. a7-a6; 8. a2-a4, Dd8-a5; 9. Lf4-d2, e7-e6; 10. Lfl-e2, e6xd5: 11. c4xd5. Tf8-e8; 12. 0-0, Lc8-g4; 13- Tfl-el, Da5-c7; (Ben suggestie van de Tsjechische meester Bromadka. die typisch past in het dynamische spel van de ex-wereldkampioen); 14. Ddl-c2. Pb8-d7; 15. Tal-dl. -Ta8-b8 (Dreigt 16- Lf3:; 17. Lf3:, b5 met aanval op de Damevleugel): 16. b2-b3, Lg4xf3; 17. g2xf3 (Gewaagd zoals het vervolg leert); 17c5-c4! (Met dit pionoffer ensceneert zwart een aanval op beide vleugels); 18. b3xc4, Pd7-e5; 19. Pc3-bl, Tb8-c8; 20. Pbl-a3, Dc7-d7 (Dreigt 21Dh3); 21. f3-f4. Pe5-g4; 22. f2-f3, Pf6xe4! (Een prachtig stukoffer); 23. f3xg4, Lg7-d4t; 24. Kgl-g2, Pe4-f2; 25. Ld2-cl, Ld4-c5! (Dreigt onder meer 26Pg4:; 27. Lg4:, Dg4:t; 28- Khl- La3:); 26. h2-h3. Dd7-e7! (Nu dreigt 27 Pdl:; 28.' Ddl:, De4t; 29. Kh2. La3:; 30. Thlxel, Dh4xel; 31. h3-h4, Tc8-e8; en wit gaf zich gewonnen. De dreiging 32Dglt; 33. Kh3, La3:; 34. La3:. Te3 is niet meer afdoende te pareren. Schaakraadsel Ondanks de zwarte dreiging op c4 in te slaan, kan wit in de kritieke situatie van de onderstaande partijstelling de volle buit binnenhalen. Het is een prachtige winstcombinatie, die bekroond wordt met een grandioos mat. üi i i' *1*15 T 't i n ss 8' fi lü ülpg Pi Wit i zet i Oplossing schaakraadsel Wit won als volgt: 1. Ph4xg6t!, f7xg6; 2. Dh7-g8t!, Kf8xg8; 3. Pd5-e7t, Kg8-f8; 4. Pe7xg6 mat. (Iervstrom - Bergman, Stockholm 1950). BRIÖGEN CONCURREREN De bridgetaal is doorspekt met moeilijk vertaalbare Engelse termen en één daarvan is de „competitive bidding" hetgeen een biedsituatie aangeeft waarin beide partijen actief aan het biedproces deelnemen en elkaar de deelscore of de manche proberen af te nemen, al dan niet ten koste van eigen (geringer) verlies. Het is één van de moeilijkste onder delen van het bieden, vooral in die situaties waarin eigenlijk geen der par tijen precies weet wie er aan het redden De Nederlandse omschrijving „concur rerend bieden" benadert de Engelse be doelingen wel het meest en er is grote ervaring nodig om te kunnen beoordelen hoever men kan gaan. Er is een „regel" die zegt dat men aan het bieden de brui moet geven, als de tegenstanders een niveau hoger terecht gekomen zijn dan z van plan lekerf of dan strikt nood zakelijk was. In een van de wedstrijden om het wereldkampioenschap negeerde ee.v Frans paar deze regel tegen Thai land en hoe hen dat bekwam toont onderstaand spel. VB8763 V 10972 O A 6 Die werden door noord gedouble? en toen oost hierna 6 O bood, lieten Thailanders de buit niet meer ontsiu pen. Zuid doubleerde en nadat rondgepast begon hij drie slagen in bijkleuren en te maken. Hierna moest oost nog twee trol slagen verliezen, zodat het verlies 700 punten bedroeg, een verlies 13 imps, wat er in ni-t geringe mate bijdroeg dat Thailand dez^ zitting 8880 matchpunten kon afsluiten. Men weet het dus: concurreren is maar zorg dat U niet failliet DAYMEN Onze jongste internationale grootmi ter Harm Wiersma heeft met zijn remises in het afgelopen kampioensq van Nederland 1971 menigeen Ook ir. het internationale Suikerü toernooi in december te Amster< wilde het al niet bijster vlotten. Hi voor redenen aan te geven is altijd lastig, ook al weten we dat zijn h.a studie hem veel tijd kost. Toch Wiersma geweldig gespeeld en creë< hij zoals we van hem gewend zijn spanningen. In een aantal partijen haalde hij groot voordeel maar 1 der overwinning mocht hij niet j Tegen Bronstring overzag hij ee voudige winst Onderstaand enervei partijgedeelte tegen Varkevisser misschien een aanwijzing zijn dat A ma op dit moment zijn slagvaardig! een beetje kwijt is. VARKEVISSER s 6 s - 15 16 s 25 26 a dcc 35 36 as., a i: O B 45 46 a a - H 5 V843 O H B 10 5 3 10 9 42 A H 5 O V96 A5 3 .s de gever NZ stonden De Thaise west opende zijn spel niet Svarc kon in de vierde hand met 1 openen. West volgde nu met 2 waarop Boulenger als nooid 3 annonceerde Oost paste en zuid maakte er 4 van wat het eindcontract werd- Oost kwam uit met Boer en de leider moest een +-slag. een ü-slag en twee troefslagen afstaan, wat één down betekende. Aan de andere tafel was het bied- verloop minder rustig. Hintner, die onlangs met onze Bob Slavenburg hei Sunday Times toernooi won, opende hel westspel met 1 waarop noord 1 liel horen. Stetten bood als oost 2 O, zuid west 5 O. Noord en oost pasten zuid doubleerde, west paste en noord vertrouwde zijn defensieve kracht niel helemaal en nam het doublet met 5 uit. Als de Fransen met de genoemde gulden regel voor ogen nu tevreden waren geweest, zouden ze op dit spel 3 matchpunten hebben gewonnen, maai west overschatte de kansen van de tegenpartij, ondanks de redelijke defen sieve^ kracht die hij had en het vrijwil- zijn partner en bood nu lige od WIERSMA Deze positie was ontstaan na 3! Aangewezen was 410, hoewel dan toch met ernstige moeilijkhi blijft kampen. Na de tekstzet maakte de volgende damcombinatie: 33. 34- 23x34; 34. 39x30, 28x48; 35. 42—38, 48i 36. 35—30, 25x32; 37. 37x28, 22: 31x2!, 19—23; 39. 41—37, 23—29; 230, hier geeft 3732 met de drei; 2621 vrij zeker winst. Het eerste fo in dit eindspel waarvan er nog en) zullen volgen, 49; 41. 3732? blunder. Zwart kan nu winnen 33—39, 29—34, 12—8, 3x21, 1 Maar ook Varkevisser overziet dit taal en vervolgt met 1218?! Op moment zal Wiersma wel een zucht verlichting geslaakt hebben! 42. 18—23; 43. 26—21, 16x38; 44. 2x43, 45. 46—41, 17—21; 46. 43x16, 29—34; 16—32, 13—19; 48. 32—21, 19—24; 2i—17, 34—39; 50. 41—37, 23—28; 178? Wit in hevige tijdnood, wist dat moment niet of hij de voorgesd ven 50 zetten binnen de tijdslimitt gedaan en speelde dus haastig nog zet. Jammer, want wit had 50 zette t* de snelheid overzag hij nu dat hij voudig had kunnen winnen door en 17—26! 24—30; 52. 8x35, 33—38; 35—30, 38—43; 54. 49x38, 39—44; 30—19, 44—50; 56. 19x32, 50—17; ofw positie gewonnen kan worden vraag; 57. 32—10, 6—11; 58. 10L„ 11--16; 59. 37—32, 16—21; 1 17—11; 61. 13—31, 11—16; 62. 31- 21—26; 63. 22—44, 16—2; 64. 44-u 27. En hier werd tot remise beslo >11 Hoe wit hier aan de noodzakelijke twe Cn dam moet komen zien wij ook t op Trouwens, gezien de vele missers we! j, hii hl 4S beste uitslag, r SCHOTANUS 6 16 C 26 9 B B 5 S 36 C. O O O O t 46 VAN TILBORG In de positie in het tweede diagrèatr staat wit praktisch verloren. Toen vervolgde met 3127, 22x31, 36x27 I zwart heel leuk winnen door: 12- rei: 21x3, 19—24, 3x29, 23x41! Wit kani' niet 42—37, 41x21, 26x6 wegens 185 ®nz' F. GORDlfoe SUSKE EN WISKE: De kale kapper s

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 10