Alie Hulsbergen „De duif moet in de klok zitten, bom!" Twee broers en een zus doken harde barleven in Clubwerk als leerschool voor levendig Samantha Ze drinken zelf niet ,Er is geen weg terug is voor jeugd van Sassenheim n fee VOOR BEEKMAN IS ELKE DUIVENVLUCHT PUUR SPORT Op de sex of of het nest bioscopen in LEIDEN Leidse Agenda SATERDAG 1 MEI 1971 LEIDSE COURANT PAGINA 5 LEIDEN Je kunt van de oude stad Leiden niet zeggen, dat ze ooit is drooggelegd. Niet alleen op het hoogfeest van 3 oktober breekt de alcohol krachtig baan, maar ook tijdens de doordeweekse en zondagse leeglopende uurtjes kan men in bejaarde stegen en drukke straten en vaak op een onveilig maar lokkend kompas lopen. Met gesloten ogen kun je er terecht en niemand hoeft te zeg gen „koud" of „warm". Walm en gerucht zijn de vertrouwde gidsen naar deze etablissementen, waar je kit-achtig samenhokt met man nen, die op alle gewenste momen ten van de dag aan het arbeids proces schijnen te zijn onttrokken. Nee, als gevorderd stamgast heb je het niet slecht in Leiden. Voor de jongere generatie is de gezelligheids basis op uitgaansniveau echter wat schrieler geweest. Daar is de laatste tijd aardig verbetering in gekomen. Je kunt soms dansen (als de ruimte dat toelaat) en met grote fantasie en vindingrijkheid knutselt men her en der in de cicty aan bars die de hemel dichter bij de aarde moeten brengen. Je kunt nu in Leiden tenminste ech ter ergens héén als je „uitgaanderig" bent. En als ondernemer aan de an dere zijde van de toog praat je niet alleen mee over eindeloze tophits, wederzijdse kennissen en mislukte, verkeringen. Er zit méér in. Het is een brok sociaal leven waar een goed belegde boterham mee te verdienen valt. Je moet even durven en dan de fles ontkurken. Onder degenen die in Leiden de bar-koe bij de hoorns heb- gen gepakt en in ruim een jaar tijd tot opmerkelijke resultaten zijn geko men vinden we drie jongelui. Het zijn de gebroeders en zus De Jong, clie samen in alle onopvallendheid een familieaangelegenheid op touw heb ben gezet in een oud pand, dat in de oncontroleerbare oudheid een koets huis moet zijn geweest, waar paarden en voerlieden even op adem konden komen. Later, zo heet het, heeft het Leger des Heils er zegenrijk werk verricht en nog niet zo veel jaren geleden leerden er meisjes en jongens beschaafd de eerste danspassen om zich later in vrijer gezelschap te kun nen bewegen. Onder de vernieuwde dakspanten, waar eens karrevrachten hooi opgeslagen hebben gelegen, draait nu aan de Langebrug de beslo ten en getapte club Samantha van Ron- Ed en Loes de Jong. Het is in 1968 allemaal heel primitief begonnen als een hobby achter de studentenflats aan de Churchilllaan in De Barak. Via jeugdvriendjes be gon Ron hier voor de grap met z'n tapperij. Het was een leuk jaartje, maar toen liep de zaak uit de hand De Barak werd te druk en te bekend Ron de Jong (middenl houdt het roer in handen in de ..bar op zolder flankerende Ed en Loes doen in weinig voor hem onder. en er kwam overlast. Maar de smaak had Ron te pakken. Samen met broer tje Ed ging hij serieus verder. Met drie vrienden zetben ze in de vrije uren een eigen club op poten. In het voorjaar van '70 ging de deur van Samantha op een kier en selectief kwam de klandizie binnen. „We zitten nu in de business, er is geen weg terug Ron (27). Ed (19) en zusje Loes (met haar lentes daar tus sen in) hebben een goeie gdoi gedaan vinden ze solidair. Een dag voor de openingsreceptie werd Loes. die er gens in Oostenrijk als hostess voor wintersporters zorgde, erbij gehaald „Doe je mee?", werd getelegrafeerd En toen ze halsoverkop thuis kwam zeiden Ron en Ed: „Leuk meid, dat jé er bent". En Loes kon meteen met stoffer en blik de vloer schoon gaan maken. Later is ze geacclimatiseerd, maar die eerste dagen zag ze geen roezemoezige mensenvracht achter de bar, maar alleen wit besneeuwde ber gen. Voor de wat bezadigder klanten in een wat rustige sfeer van gedempt licht, zwaar hout en niet te springe rige muziek. Echt een omgeving waar je je onder de pannen weet. Het be valt Loes uitstekend „Iets voor je hele leven?", wilde ik weten. Nou nee. Loes niet. Ze schudt gedeci deerd nee; „dit is helemaal m'n sector niet". Ze studeerde Franse kunstge schiedenis aan de Parijse Sorbonne inu nog Spaans), was secretaresse, hostess en nou dit.„Ik houd wel een beetje van afwisseling, ben reis lustig, zie graag andere landen. Dat ik de jongens kon helpen was het be langrijkste punt dat ik terugkwam" Ze is een vrije vogel en wil dat zo wel houden. Ed komt evenmin als broer Ron en Loes uit de horecawereld. Het bar leven kreeg hem te pakken toen hij in z'n vakantie in Noordwijk werkte. Hij liet de HBS voor wat dit instituut was. want „als je eenmaal in die wereld zit kun je niet meer op school wennen". Ed is een figuur die liever in een gewoon soort kroeg werkt, zo met dat klaverjassen en een ruzie om een borrel. Dat mist hij wel bij Samantha. Bij Ron „ligt" het heel anders. Overdag is hij bij zijn vader in een bedrijf waar alles op wieletjes gaat maar dat niets met drankjes en zo te maken heeft Vader De Jong is een enthousiast supporter van z'n horecaffende zoons en dochter ge worden. geeft hooguit een zakelijke opvoeding" (die ze al van huisuit meegekregen hebben) en bemoeit zich er verder niet mee Voor Ron de Jong is Samantha en het dag en nacht werken een soort sprin- plank om bepaalde zakelijke ideeën te verwezenlijken. „Dit is mijn leer school. Ik leer te investeren, boek te houden, in te kopen. Zo van onderaf beginnen. Dat is noodzakelijk. Hij zou niet graag werken in een openbare gelegenheid met iedereen erin en er uit. ..Ik zoek liever onze eigen klan ten uit, een publiek dat met elkaai overeen komt. Ik voel meer voor een kleine omzet met sfeer, dan een volle bak zonder.We hebben tóch al geen privéleven. We houden van men sen. maar dan wel gezellige zonder boeboe of blabla. Broers en zus De Jong zijn drie zwar te schapen in een gezellige stal die van drank aan elkaar hangt. Ze drinken niet, Niet tijdens het werk. maar ook daarbuiten is de alcohol te verwaarlozen. Ed heeft bovendien al drie maanden drooggestaan om een weddenschap. Ron rookt (helaas) nog wel en Ed is in dit geval een uit springer tot twee pakjes per dag. Ik heb zitten praten met drie jonge men sen zonder noemenswaardige ondeug- den en die er wel zijn blijven onbe- Het zijn drie contrasterende karak ters. die zich alleen in Samantha ge vonden hebben. ..Voor de rest ver schillen we enorm", deelt Loes me mede, ..maar dat kan geen kwaad, want je houdt je drieën zo in balans' Deze drie van De Jong een naam die hun prilheid siert hebben de eerste drie maanden van Samantha nog een beetje aan Spielerei gedaan „Wc stonden zelf te zwieren op de dansvloer, terwijl er mensen aan de bar om een biertje riepen. Dat ama teurisme. lekker gezapig doorklunge len-' is er nu niet meer bij. Dat is over. Het is nu harde commercie met klanten in plaats van vrienden", zegt Ron. Het zou natuurlijk met een gezond be drijf niet anders kunnen, maar in elk geval is het gevoel voor even wicht een hoedanigheid waarop dit drietal het leven heeft gebaseerd Ron: „Ik vind de jeugd van vandaag vrij negatief Ze blijven met de hasj in de puberteit steken. Boe-geroep naar één kant, anti-oorlog in steeds dezelfde hoek is zo eenzijdig. Die jongens van 12 tot 18 jaar is niet meer de jeugd zoals wij die hebben gehad". Loes: „Vanaf de wieg en de lagere school worden ze in de nylons en de hotpants gelegd Meisjes van 16 pra ten over politiek en wereldzorgen zonder aan spelen toe te komen. Dat redeneren kun je later óók doen. De geestelijke stabiliteit wordt minder Doodzonde, hoor. De massamedia zijn daar in hoge mate schuldig aan. Ik weet tenminste nog wat touwtje springen en knikkeren is. We hebben een leuke leeftijd gehad. Met Eds ge neratie is de verbittering begonnen Nu moeten anderen hard werken om deze kankerende jongelui te onder houden. Dat deze jeugd niets zou kunnen be reiken v-inden die van De Jong een fabeltje. „Met hard werken hoef je je uitweg niet in drugs te zoeken. Je moet wel doorzetten en bereid zijn, iets van je privéleven opzij te zetten. Wij hebben bewezen, dat zoiets kan. Met minimale middelen, maar wel met enthousiasme, wat goeie vrienden cn de wil om er wat van te maken" Ron de Jong voegt de daad bij het woord. De knip gaal van de deur. De avond wordt weer lang en de nacht rust kort. TON PIETERS Voor slordige f 120.000.- hangt bij haar aan kleerhanger i SASSENHEIM Vraag een wille keurig kind in Sassenheim wie tante Alie is en het antwoord luidt in negen van de tien gevallen „die zult u bij het uitspreken van deze naam poppetjes van bewondering in de nog jeugdige ogen kunnen ont dekken. Tante Alie Hulsbergen is ugd nhclm begrip. Een soort wonderfee die her en der kwistig kleine wensdroompjes in vervulling laat gaan. Slechts even behoeft zij haar toverstok in stelling te brengen om van een halsstarrige longer i koni naken of een giechelend schoolmeis je te veranderen in een levenswijs prinsesje. Tante Alie is namelijk de geestelijke moeder achter de kinder operettes in Sassenheim. Al vijftien jaar lang. Daarom is hel dit «eek- end groot feest voor tante Alie en haar 70 kinderen. In het KSA-ge- bouw geven ze zaterdag en zondag een voorstelling zoals ze nog nooit te voren gaven. Aan de vooravond van deze belang rijke gebeurtenis vertelde ze ons over 15 jaar operette in Sassenheim Mevrouw A Hulsbergen wil in 1956 weieens wat anders doen dan secre taresse spelen voor de speeltuinvere niging Beatrix Haar interesse ligt vooral op bet gebied van de operette Zelf speelde ze tien jaar in de be kende Haarlemse operette Dioge. Ook Sassenheim wil ze rijp maken voor deze muzikale wijze van ont spanning. Eerste voorproefje geeft ze de bejaarden van Sassenheim. Met een Haarlemse groep brengt ze ..Klein Klaasje" op de planken, De oudjes zijn verrukt. Mevrouw Huls bergen voelt dat het er in zit in Sassenheim. Ze trommelt vijftig kin deren bij elkaar. Binnen enkele maanden zit „Juffertje Hap' geheid in de kinderhoofdjes. Het stuk slaat direct in. Sassenheim heeft zijn ope rette. De jeugd stroomt toe. In haar immens grote huis aan de Jacoba van Beierenlaan wordt gere- LEIDEN „Je kunt het spelen op de sex en op het nest. Het nestspel heeft zoveel variatiesMaar het weduwschapsspel is het moderne spel. Dat wordt met de mannen gespeeld". mocht menen, dat deze uitleg de handleiding is bij folkloristische happening van erotische aard, slaat de plank mis. De heer J. Beekman uit de Leidse Sumatrastraat geeft een inzicht in zijn hobby: de duivensport. Want vindt hij „het besef moet ver der doordringen, dat de duivensport een spört is; een tijdspassering, die duizenden in Nederland actief en passief bezighoudt". „Neem nu alleen de Leids Commissie. Die verenigt negen clubs van duivenhouders in zich. Ze tellen naar schatting zo'n 300 leden-zon dagsvliegers. Daarbij komen nog vier verenigingen van de zaterdagbond. Ge middeld heeft ieder van de leden/van zo'n vereniging wel een duif of veertig, vijftig, maar er zijn leden, die wel 200 van die vogels hebben. De meeste daar van ziet men niet elke week „in con cours" langs de wolken ijlen, maar toch mag men aannemen, dat er zo'n 15.000 duiven hun thuishaven in Leiden of omgeving hebben. Ondanks deze overweldigende cijfers zijn nog altijd de gevoelloze lieden in de meerderheid, die opziend naar een met driftige wiekslag over zoeven de duif schamperen: „Vlieg je maar rot en je baasje wordt slapende rijk". Alsof zo'n „baasje", zo'n „Duivenmel ker niets aan zijn vogels hoeft te doen. Die misvatting praat de heer Beekman iedereen wel uit het hoofd. „Wie duiven gaat houden'' betoogt hij „begint met twee duifjes en al gauw komen er meer. Dan meldt hij zich aan bij de secretaris van een ver eniging. Dat moet wel want het is prak tisch allemaal in wedstrijdverband. Er is niemand meer. die het zómaar doet. Hij moet veel boeken over duiven le zen en naar oude liefhebbers gaan om van hen te leren. Hij leert er te kop pelen en te voorzien van welke dieren je de beste resultaten kunt verwach ten. Hij moet daarvoor de duiven be studeren: letten op hun vleugels. En vooral op hun ogen. „Daar spreekt de duif zijn karakter uit. Is het een felle, agressieve duif of een verstandige, een die trouw is aan zijn baas en zijn hok of gehecht aan het nest als 'ie aan het broeden is? Is het een schuwe vogel of een intelligente. Die intelligentie, zie je aan die heldere, stralende ogen. Maar. wat de sport betreft, is een belangrijke vraag: Heeft ie doorzettingsvermogen"" De gezondheid leest men af aan de glans van de veren en de rose tint van de huid eronder: „Voor 'n zware vlucht moet 'ie in topconditie de mand in. En die conditie bepaalt in hoofdzaak de baas. die een grote rol speelt. Al koopt hij nog zo'n goede duif: de baas moet de rest doen. Goede verzorging, dat doet het. Goede mengeling dat is het voer en zo weinig mogelijk farmaceutische artikelen. Een gezonde- duif heeft alleen maar wat graan nodig, wat water en een stukje groen. En als hij van een heel zware vlucht terug komt. krijgt hij van mij nog wat echte bijenhoning in het water. En een bad met wat Karlsbadzout Daar zit hij in met zijn pootjes en daar frist hij weer van op.' Dé beginner speelt niet zomaar mee in de competitie. Eerst zijn er de opleer- vluchten. Daarbij worden de vogels niet geklokt. Zemoeten eerst wennen aan de mand. Dan pas volgen de concoursen: van 70 lot 900 kilometer, Orleans, Choteauroux. Of nag verder. Zelfs tot 1040 kilometer van St.-Vincent of Bar celona. Soms zijn er overnachtings- vluchten. Dan strijken de duiven onder weg bij zonsondergang neer in de bo men of op het dak van een boerdeni. Dat laatste is voordelig, want als de boer gaat melken worden de duiven vroeg wakker van het gerammel met de melkbuss rrrt, daar gaan „De resultaten r an een vlucht hangen af van de weersomstandigheden, maar vaak ook van niet te voorziene fac toren: zondag speelden we vanaf Roo sendaal. Er komen er vijf aan en geen een valt naar beneden. Tja, wonder, er zat een dikke kater op het dak van mijn hok en de buurkinderen gooiden met stenen naar dat beest. Zoiets is oorzaak van grote vertraging op een korte afstand. Er zijn mensen, die heb ben elke week pech. Dat is natuurlijk Eerder heeft de heer Beekman al op gemerkt „als je eenmaal besmet bent met de duivenbacil. dan kom je er je hele leven niet meer vanaf." Want als hij over die wedvluchten gaat uitwij den. stelt hij vast: ..Met een paar duif jes redt je het vandaag de dag niet meer. Tegen zoveel vogels van de ande ren kan je toch niet op." Dan maai samen doen. Daarom brengt de Leidse Concours Commissie zoveel vogels op de wieken, dat ze de stichting „Bepaleom" in het leven moest roepen, de stichting „Be vordering Postduivensport Leiden en Omstreken", die o a. in de vorm van een truck met container-oplegger de middelen verschaft om alle LCC-vogels ineens te lossen waar dan ook vandaan Dat kost een slordige duit. Maar daar staat tegenover dat men een dubbeltje pet duif inlegt en voor een dusdanig bedrag op de wedstrijdvogels „zet", dat er prijzen te behalen zijn als een auto. gouden horloges. koelkasten, t.v. stereo-'apparatuur. geldprijzen van f250,-, een buitenlandse reis voor 2 personen naar een wijnfeest in Duits land er) noem maar op. In de praktijk van de wedvluchten komt het daarop neer., dat het dubbeltje inschrijfgeld gebruikt wordt voor het stencilwerk. Nu mag de verzorging door de duiven- houdei nog zo goed en de duif nog zo gezond gijn. maar hoe krijgt zo'n vogel nu de snelheid, die voor die van een artilleriegranaat maar weinig onder doet? Het is de liefde, die .hem drijfl. Hel verlangen naar de duivin, die vóór de doffer gekorfd werd nog even „ge toond" werd, of naar het nest met .de iongen. die aan de zorg van de doffer werden overgelaten, toen de duivin haar tweede legsel kreeg of naar de eieren, die op het punt waren te worden aangepikt, toen de doffer van huis ging. Dat de vogel toen op uitgeblazen eieren gezeten heeft, waarin een brom vlieg zat opgesloten, is een pikante bij zonderheid. Want of de duivensport nu gespeeld wordt op de sex op of t nest of in de vorm van het weduwschaps- 1 spel. ze vergt een gedegen kijk op het karakter van de vogels. En wie zich die eigen heeft gemaakt, is ook van zijn duiven gaan houden. JAN BAKKER „Gasten in eigen huis 9.15 u. Nachtv. STUDIO: „Wo Zaterdag 1 mei: Groenoordhal voorter rein Circus Boltini Microtheater. Veste- straat 40, zomeravondvoorstellingen „De Overledene" en „De Les". Aanvang 1 21.00 uur. Zondag 2 mei Groenoordhal voorter rein, Circus Boltini. Lèidse schouwburg, r.-k. toneelgroep „De Gastspelers" met ie", aanvang 20.30 uur. Da* 2 30. 7. MS as 2JW, 4.49/* en (3.30 11.) „Bando- c" UK) sc^week. °9J5 ""'Nachtv! DONDERDAG H SCHOUWBURG: Cabaret wang J I ZATERDAG R peteerd. Soms lopen er bijna hon derd kinderen in het huis rond. Me vrouw Hulsbergen wordt tante Alie. De operettestukken vliegen de deur uit: De boze heks, Het gouden hoef ijzer. De derde sleutgl, Sneeuwman netjes, Toverbal. Hoogtepunt in de operettereeks is de Sprookjesmelodie. Nog nooit is de zaal tijdens de twee de uitvoering zo vol geweest. Zondag avond loopt de zaak even uit de hann. Na het eerste bedrijf moet iedereen van kleren verwisselen. Twee figuranten hebben alle costuums ech ter door elkaar gehaald. Niemand kan zijn kleren, meer vinden. Het is één grote puinhoop. De gong voor het tweede bedrijf klinkt. „Dan maar zo het toneel op", zegt tante Alie. Daardoor ontstaan er ko mische situaties op het toneel. Een Chinees staat zonder spleetogen maar met een kabouterpak te zingen van „die glote botelbloem" en een elfje doet in een vleermuispakje alle moeite om voor een toverprinses door te gaan. De zaal ligt dubbel Ook achter de coulissen vloeien avervloedig lachtranen. Geschaterd wordt er ook bij de aanvang van een andere operette Als het' doek omhoog gaat fladderen twee jeugdi ge elfjes met angstige gezichten hoog boven do toneelvloer 7.c waren er Hiel op Bedacht dathot doek omhoog zou gaan. „De gordijnen gaan opzij", dachten ze Toen ze eenmaal de hoogte in werden ge trokken door 0011 overijverige to neelmeester. durfden ze met meer los te laten. Do band tussen tante Alie en de kinderen wordt steeds hechter. Ze gaan elk jaar samen op vakantie. Drie weken kamperen in Almelo of in Haaksborgen. Dan worden de prinsen en prinsessen weer jongens ?n meisjes. Stapels pannekoeken bij ten in het zand cn zorgvuldig klaar gemaakte rijstporties verdwijnen in de magen van enkele rondpikkende kippen Als de pret weken voorbij zijn dan hebben de kinderen voorlopig nog vakantie, tante Alie niet. Ze werkt elke dag aan een nieuw geestpro- dukt Soms schrijft ze zelf een ope rette. Om inspiratie op te doen. doet ze de deur van haar kamer op slot. Uren laat ze haar fantasie operette kronkels creëren. Stukje voor stuk je rijgt ze panklare produkten aan elkaar. Onder meer „Assepoester" vloeit op die manier uit haar pen Zoon Tom neemt de pen ook ter hand. Hij schrijft „Tom's grote over winning. De hele familie Hulsbergen werkt mee Schoondochter Feya blijkt een uitschieter Als ze eens invalt als fee wordt ze door tante Alie ondekt Haar stem klinkt als een goudklokje en wordt bijgezet in de prijzenkast van de operettestem- men. Later stapt Feya over naar het Haarlems operettekoor Dioge waar ze naderhand de hoofdrollen voor haar rekening neemt. Tante Alie doet nog veel meer Ze naait alle kostumms eigenhandig in elkaar Het is eèn hobby van haar. Honderden uren draait ze aan het naaimachinewiel Complete pakken voor prinsen, lakeien, koningen, elf jes. feeën etc. rollen garenhappend onder de machinenaald door Alleen de knopen moeten dé figuranten er thuis zelf aanzetten Tante Alie vindt deze massaproduktie nog niet genoeg. Ze zorgt er tevens voor dat ook de leden van de cabaretgroep ..Beatrix in de kleren komen Avondtoiletten, clownspakken, rok- -wostuums: niets is tante Alie te veel.. Haar gardarobe groeit uit tot een die nog groter is dan die van Jac queline Kennedy. Voor zo'n slordige 120 duizend gul den hangt bij haai aan de kleerhan gers. Boven op de zolder liggen nog dozen vol pipo's. Voor de jubileum- uitvoering van a.s. weekend gaf ze nog een plankgas in haar naairace. Nevels, kikkers, krekels, vuurvlie gen. bosgeesten; ze liggen allemaal gladgestreken op het weekend te wachten Waarom tante Alie er steeds weer zo'n werk van maakt" ,.Ik wil die kinderen wat mee geven voor hun ontwikkeling Zo leren ze spelenderwijs muziek «aarderen Een menuet van Beethoven klinkt hun even bekend in de oren als: ..Willem met zijn waterpomptang". Als zaterdagavond om acht uur gri meur Pijl de laatste bleekgezichtjes omtovert in frisse toneclncuzcn, diri gent Ronker Agerbeek de geladen kelen in startpositie brengt en de schijnwerper* het grote tonecldoek aftasten dan breekt er voor tante Alie een groot moment aan. „Jam mer dat ik niet In de zaal kan zitten', verzucht ze. „Dat zou ik machtig vinden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 5