SIMON
ARRINDELL:
(tnA
Ka 100 jaar eindelijk
een FULL-TIMER
in dienst KNGV
HANS KREIJNS
„Zonder Antillianen moet de
honkbalploeg
met bijrol genoegen nemen"
de diepzeeduiker van
van het BRIDGEN
ZATERDAG 1 MEI 1971
INNIN65
JAIL DOC OUT EX3 T n n hi n
ST8 KE0C H0CEI U U U U
ROTTERDAM. Simon
Arrindell wil er eigenlijk
niet meer over praten hoe
wel hij er nog steeds de
mond van vol heeft. De j
kwestie van het negéren
van Antilliaanse spelers als i
de selectie voor het Neder- 1
landse honkbalteam ter
sprake komt, brandt hem
nog steeds op de lippen.
„Ik heb er al zoveel over
gepraat", zegt de 37-jarige
speler van het Haagse
Storks. „Het heeft geen zin
alles weer te herhalen".
Maar na enig aandringen is Ar-
rindell bereid nogmaals zijn
kritiek te uiten op de gang van
zaken in de vaderlandse honk-
balwereld. „Ik doe het niet voor f
mezelf", zegt hij. ..Als de discri
minerende houding van de bond
wordt gewijzigd heb ik er wei
nig voordeel meer van. Het is
echter voor de volgende genera
tie belangrijk. Maar ook het
Nederlandse spelpeil is in het
geding. Wanneer de bond blijft
volharden in ziin standpunt
slechts een paar Antillianen uit I
te nodigen voor het nationale
team zal Nederland afzakken i
naar een zeer laag niveau. Dat
men hierheen al hard op weg is
bleek tijdens hel wereldkampi
oenschap in Colombia. Daar j
verloor het nationale negental
zelfs van Italië. En dat terwijl
Nederland sinds I960 niet meer
van de Italianen had verlo-
Beduidend hoger
Rosario Rasmijn, meent Arrin
dell. zou de vaderlandse honk
balformatie beduidend hoger
zijn geëindigd. ..Er lopen hier
ontzettend veel Antilliaanse
spelers rond die stuk voor stuk
beter zijn dan de jongens die in
het nationale team uitkomen.
Maar de discriminatie bestaat
nog steeds. De Nederlandse spe
lers worden bevoordeeld. Dit
wordt nog in de hand gewerkt
door de manier waarop de laat
ste selectie is samengesteld.
Vier dubcoaches hebben de spe-
I Iers aangewezen. Zo krijgt de
vriendjespolitiek een kans. Bo
vendien is de selectie al weken
I geleden, voor er nog maar een
A! voldoende
bal was geslagen, samenge
steld".
Simon Arrindell windt zich niet
meer op. Dat heeft hij in het
verleden al voldoende gedaan.
Hij houdt echter wel een vurig
pleidooi voor oen wijziging van
het bondsstandpunt ten aanzien
van de Antilliaanse honkballers
in ons land. ...Voor een groot
deel dank zij ons heeft Neder
land in Europa zoveel succes
kunnen boeken. In 1960 was ik
de eerste Antilliaan in het natio
nale team. Jaren is het goed
gegaan, maar drie jaar geleden
begon het conflict. De toenmali-
3 Een l'raaie vang van Arrin
dell. De loper van de tegen
partij zal het honk niet
meer bereiken.
ge Amerikaanse coach nodigde
zes Antillianen uit voor de Ne
derlandse selectiegroep. De bond
stak er echter een stokje voor
en bepaalde stilzwijgend niet
meer dan hooguit drie Antillia
nen voor de landenploeg uit te
Op 2 uitzonderingen na hebben
toen alle Antillianen verder ge
weigerd nog in aanmerking te
komen. Alleen Richardson en
Rasmijn namen de uitnodiging
aan. Zij negeerden onze verzoe-
ken tot solidariteit. Ik heb l
sindsdien geen woord meer ge-
wisseld met beiden
Hoog tijd
Arrindell acht het hoog tijd dat
aan de huidige situatie een eind
wordt gemaakt „Als dit jaar
het conflict niet wordt opgelost
is zijn voorspelling „staat het
Nederlandse honkbal intematio-
ial gez
i de
afgrond. Dan zal het nationale
team zowel tijdens 'de Haarlem-
se honkbahveek als op het Eu
ropese kampioenschap met een
bijrol genoegen moeten nemen.
De hoofdrol die we jarenlang in
Europa hebben gespeeld wordt
dan overgenomen door Italië In
de al geselecteerde groep zitten
spelers die in Columbia volko- j
hebben gefaald. Maar toch
Arrindell bereikt
met een fraaie sliding de
thuisplaat. De actie van de
achtervanger komt te laat. j
DEN HAAG Het is er dan toch
eindelijk van gekomen. Waar in 1968
al druk over werd gesproken, maar wat
toen (nog) niet gerealiseerd kon wor
den, omdat de aangewezen persoon uit
Oost-Europa niet beschikbaar was, zo
als de situatie daarna feitelijk is ge
bleven, werd begin deze week een
feit: Eva Laszolonc Bartha. dc 44-
jarige Hongaarse methodiste werd de
eerste full-time trainster in dienst van
het ruim 100-jarige Koninklijk Neder
landse Gymnastiek Verbond.
Een opzienbarende zaak, omdat dit
besluit aangeeft dat het ernst wordt
met het streven van het KNGV om
het turnen een beetje professioneel
aan te pakken. Goedwillende ama-
Eva Bartha wordt de nieuwe
sterke vrouw van het K.N.G.V.
Zij zal de Nederlandse dames-
ploeg gaan voorbereiden op de
Olympische Spelen van München
en zal hopelijk daarna rustig
kunnen doorbouwen. Het turn-
talent heeft namelijk meer tijd
nodig dan een seizoen om tot
volle ontwikkeling te komen.
teurs kunnen het Nederlandse niveau
onmogelijk meer naar de „wereldtop"
tillen, welk bewijs in het recente ver
leden zeer duidelijk werd geleverd.
Daarom is het verstandig, dat nu ein
delijk „de kogel door de kerk" is.
Minder redelijk is de opdracht, die
Bartha meekrijgt. Zij moet de radi
caal verjongde turnploeg gaan prepa
reren op dc Olympische Spelen van
München. Is dat niet kort dag? Eén
jaar voor het toernooi begint daarmee
starten is maar een termijn met wei
nig ruimte. Toen Jaroslava Matloch-
kova, de trainster achter de „turn-
prlnses van de „elegance" Vera Cas-
lavska. in 1969 Praag vaarwel zei rn
haar domicilie verplaatste naar Italië,
waar zij aan de opbouw van een
nieuw nationaal team begon, zei ze te
hopen minstens 4 jaar nodig te heb
ben voordat resultaten te verwachten
waren. En de Tsjechische is nog steeds
misschien wel de grootste autoriteit
van het damesturnen in de wereld.
Fakkellicht
Ook Eva Bartha, op 4 maart 1918 in
Monir geboren, weet dat het zeer
moeilijk zal zijn de turnsters van nu
nog overwegend meisjes zonder in
ternationale ervaring af te leveren
in het fakkellicht van de olympische
vlam. Zij heeft de ontwikkeling van
BERGEN „Natuurlijk mevrouwtje. 1 opent met Schoppen en dan moet
partner...". Hans Krcijns' geduld lijkt onuitputtelijk als hij op een instruel
avond bezig is met de bridgeclub Bergen. Voortdurend zwermt hij door de zi
waar bijna 100 paren zijn spelen uitproberen. „Dat is een nieuwe vorm
bridgen, die ik pas heb uitgedacht. De bedoeling ervan ia om de mensen te Ie
beseffen dat er in deze sport veel meer schuilt dan ze zo ogenschijnlijk denke
De i
;ste i
de oppervlakte van het bridge
spel. Ze hebben er voldoende aan
om op een gezellig avondje tussen de
pinda's en een glaasje door een groot
slem te kunnen roepen. Hans Kreiin
echter niet. Hij is m vergelijking met
de genoeglijkheidsbridgers een diep
zeeduiker in de problematiek van dit
kaartspel. Samen met zijn partner
Slavenburg veroverde hij in 1966 zelfs
de wereldtitel. Slavenburg nam ech
ter, bedreigd door de fiscus, de wijk
naar Marokko en sindsdien is het
minder gegaan met de wereldkampi
oenen. Na het Europees kampioen
schap van vorig jaar in Estoril viel
zelfs het besluit dat Slavenburg en
Kreijns uil elkaar zouden gaan.
Kreijns: „Slavenburg en ik speelden
nauwelijks meer met elkaar, omdat
hij in Marokko zit Dat is al een
bijzonder grote handicap, maar boven
dien veranderde ook zijn instelling.
Als je bridge speelt moet dat als
koppel gebeuren. De naam zegt hel al:
•Ie moet een brug slaan naar elkaar.
Dat was bij ons niet meer het geval.
Slavenburg wilde alle beslissingen ne
men. Hij liet niets meer aan zijn
partner over. En dat is funest Dan is
spelen niet meer mogelijk. Daarom
zijn we ook uit elkaar gegaan. Er is
venburg en mij mogelijk als hij mij
in het spel meer respecteert. Zoals hij
deed toen we wereldkampioen wer
den. Thans pas ik ervoor. Hij speell
nu te ongedisciplineerd Dat deed hij
altijd wel. maar destijds was er toch
een zekere controle over. Dat is trou
wens de grote kracht van Slavenburg
Hij is de man van de brillance, die
echter ook verschrikkelijk kon falen.
Ik was in het team van de constante.
Ik weet wel in Nederland zegt ieder
een: Slavenburg was de besle speler
van het team. Misschien juist door
zijn hoogtepunten. Maar in het bui
tenland word ik meer gewaardeerd
Omdat men daar namelijk niet zozeer
naar die briljante ogenblikken kijkt,
maar meer naar de resultaten. En die
zijn bij mij meestal wel constant".
Hans Kreijns zegt het zonder zelfver-
genoegdheid. Hij constateert alleen
maar. Hj doet het wat triest, want de
ijzersterke wereldtopper met de bril
jante Slavenburg en de constante
Kreijns is nu niet meer. En de 42-
jarige Johannes Theodorus Maria
Kreijns voelt dat toch wel terdege. Hij
heeft met de Nederlandse topspeler De
Leeuw een nieuwe aanval op de we
reldtop gewaagd. Kort voordat hij met
De Leeuw samen Nederland op de
EEG-kampioenschappen in Oostende
zou vertegenwoordigen, stelde Kreijns
al vast dat de ^anval mislukt was. „Er
is een verschrikkelijk groot verschil
tussen de top van Nederland en de
wereldtop. En dat verschil heeft De
Leeuw niet kunnen overbruggen". Het
lijkt dan óok zeker dat hij met een
andere partner gaat spelen ..Geen
jeugdige speler, want daar zijn in
Nederland maar weinig echte talenten
onder. Maar meer een speler van een
dat
elkaa
als hem gevraagd wordt of hij
valt. Een naam wil ik echter niet
Hans Kreijns, de rappe prater, aarzelt
om die wereldtop te halen. „Dat is een
verschrikkelijk moeilijke vraag. Het
zal als het lukt zeker enige jaren
duren. Bovendien is hel altijd afwach
ten. Ik was. ben en blijf hoe zelfver
zekerd dat ook klinkt, een goede spe
ler. Maar het is de vraag ol mijn spel
in de laatste zes jaar niet wal minder
scherp is geworden. Door minder con-
Topbridger Kreijns samen op de
foto met zijn compagnon Slaven
burg. Dit du vormde jarenlang
een daverende attractie omdat
beide Nederlanders de wereld
titel in hun bezit hadden.
af".
eldtop bots
zelf t
Kreijns haalt de schouders op. Hij
zegt: „Ach voor mij is bridge eigenlijk
onspanning. Ik heb tenslotte ook een
schildersbedrijf in Rotterdam. Dal
heeft mijn grootvader in 1892 al opge
richt. En er werken nu 23 man perso
neel. Dus daar heb ik mijn handen
aan vol"
Geen loper
Desondanks ziet Hans Kreijns nog
kans om instruetieavonden te geven,
competitie te spelen in het team van
de „bridgekring 35" („ik blijf daar ook
al gaal het slecht, ik ben tenslotte
geen loper") en uit te komen in toer
nooien. „Ik heb nog pas meegedaan
met hot toernooi van de Sunday
Times in Londen Daar waren dc 16
sterkste paren van de wereld- uitgeno
digd. De Leeuw cn ik werden laatste
Slavenburg, die uitkwam met de
Fransman Tintnei werd eerste. En dat
gun ik Slavenburg van harte. Alleen
steekt het wel natuurlijk dat je zelf
als laatste eindigt. Onnodig eigen
lijk".
Na dat toernooi wezen vooral de Ne
derlandse bridgekenners hoofdschud
dend naar Kreijns. Door zijn laatste
plaats zijn zij nog meer in hun me
ning versterkt dat van het wcreld-
kampioenenpaar Kreijns de zwakste
helft is Dc vriendelijke Rotterdammer
wil echter bewijzen dat de kenners
ongelijk hebben. Hij wil dat doen met
zijn nieuwe partner. „Of het lukt
blijft tot er resultaten komen, natuur-
liik de grote vraag", besluit de bridge-
grootmeester met een „pokerface".
BERT VOSKUIL
diverse generaties in Hongarije meege
maakt en begrijpt dus exact wal er te
koop is. Maar toen ze begin deze
week zei: „Ik heb in Nederland jonge
i het
>rk gei
nleg f
werk-
ik i
lust a
alleen maar over verheug", had Eva
Bartha de beminnelijke Hongaarse
niet de bedoeling zich optimistisch
uit te laten voor München maar ze
zag het breder. Van het huidige mate
riaal, dat in de basis goed is opgevan
gen. kan dc komende jaren veel ge
maakt worden, zó bedoelde ze haar
uitspraak.
En daar is Eva Bartha de vrouw bij
uitstek voor. Zij. was tien seizoenen
achter elkaar trainster van de Hon
gaarse damesploeg. Door deze staat
van dienst heeft ze ook veel ervaring
opgedaan in de minutieuze voorberei
ding op de Olympische Spelen 'In
Rome. Tokio, en Mexico, ze was er
steeds bij. Hoewel Hongarije in die
periode niet verder kwam dan het
„middenpeil" in Oost-Europa, heeft
Bartha wel in het individuele vlak
successen behaald. Zij kwam in 1967
onder andere naar Amsterdam, waar
toen de Europese kampioenschappen
werden gehouden, met Margit Oroszi
en Agnes Banfai. Beiden veroverden
finaleplaatsen. Agnes Banfai werd
zelfs in Rusland en Tsjccho-Slowakije
algemeen beschouwd als een turnster,
die had bewezen bij de wereldtop te
Cursuswerk
Naast de begeleiding san de damestop
zal Eva Bartha zich ook gaan bezig
houden met het cursuswerk. Zij is
gediplomeerd sportlerares, bezit bo
vendien het internationaal diploma
voor toplrainster en is ook eigenaresse
van het FIG-brevet vo.m internatio
naal jurylid. Zij zal in die hoedanig
heid eenmaal per twee weken telkens
twee dagen lesgeven in Amsterdam,
Leeuwarden en Utrecht. Bij die gele
genheid zullen ook de turnsters uil de
selectiegroep. die dicht bij deze contra
HANS T
RRIJYN