"accountancy beperkt?"
fieidoc Sowio/nt
dB
ftgggyl
Waar een wil is, is een weg.
Voldoening
in het werk
belangrijker
dan „status"
bereiken
BEROEPEN-
NUMMER '71
MINISTER ROOLVINK:
GEHUWDE VROUW
NIET ZIEN
ALS ARBEIDSRESERVE
Kort gesprek met Albert
Schopman (19). sedert 1970
assistent accountant bjj on
kantoor in Hengelo
Accountancy
beperkt?
Nee, niet Met die opleiding kun
je ook naar een boekhouding
toe gaan. Levensverzekering
maatschappij. Nou ja. al
dergelijke dingen meer
Administratief kun je eigeni jk
overal wel terecht. Binnen het
accountantskantoor zijn er
overigens ook andere mogelijk
heden: de fiskale afdeling,
organisatorische afde'i.ig.
Beperkt kan ik 't niet noemen.
Waarom
accountancy?
Ik ben na de vakantie naar het
arbeidsbureau gegaan. Daar
hebben ze gewoon gezegd
welke kant wil je op. En toen
zei ik: doe maar accountants
kantoor. Dat leek me wel leuk
werk. Daar zit ook wel
toekomst in. Tenminste dat
dacht ik zo.
Nooit aan
een ander vak
gedacht?
Ik wilde eerst een of andere
taal gaan studeren. Maar dan
kom je nog weer 'ns al die tijd
dat je studeert, ten laste van je
ouders. Dat wou ik niet. Ik wou
eon beetje geld verdienen.
Ik zag in gedachte al een auto
st8an Maar die is ei nog steeds
niet.
De opleiding?
Daar ga ik nog steëds trouw
naar toe. We krijgen recht.
SOCiala ekonomie en wiskunde.
In het begin sluit het nog wel
aan bij de H.B.S., zoals dat
re i t. Als je een beetje redelijk
wilt studeren ben je er wel
dno avonden in de week mee
kwijt. Verder kost 't niets
Alles wordt voor je betaald.
De eerste dag?
Toen ik er kwam. heb h eerst
koffie gedronken. En toen
direkt aan het werk. In
november ben ik een week in
Driebergen geweest. Een
oriëntatiecursus. Intern met
dertig andere eerstejaars van
onze kantoren. Veel lezingen
en discussies In Driebergen
is maar één café
Het werk?
Dat hangt erg af van het bedrijf
waar ik zit en bij welke
assistent. Meestal bestaat 't uit
kontrole van kas-, bank- en
giroboeken. Het zal bij andere
accountantskantoren niet veel
anders zijn. Ach. ieder vindt
z'n eigen kantoor het beste.
Bij ons op kantoor is wel een
goede sfeer. Er is niet zo'n
sterke gezagsverhouding meer.
Tenminste dat vind ik
persoonlijk. Een beetje losser.
Je ziet nou ook wel een
accountant met een kanarie
geel overhemd aan
Snelle
promoties?
Daar heb ik nog helemaal geen
ervaring in. Ik geloof wel dat
je tamelijk snel een eerste of
tweede assistent kunt worden
Toch wel binnen vijf jaar.
Dat hangt natuurlijk ook wel
van jezelf af.
Bon
Stuur mij alle inlichtingen ov<
het beroep en de studie.
Vereenigde Accountantskantoren,
Dijker, Bianchi& Co.
Arnhem
Doetinchem
Eindhoven
's-Gravenhage
Groningen
Helmond
Hengelo
Leeuwarden
Rotterdam
Tilburg
Utrecht
Zwolle
Wilhclininalaan 10
Van Eeghenstraat 80-82
Prins Hendriklaan 18
Van Pallandtstraat 42
Prins Bernhardstraat 18
Stralumsedijk 75
Fmnkcnslag 160
Heroplein 9
Mierlosoweg 4
Deldenerstraot 6J
Wcstersir.gol 34
Mathenesserlaan 170-183
Sl Josephstraat 137
Maliebaan 5
Mectdenburglaan 20
Eekwal 4
02200-17641
020-733822
020-761144
086-454341
08340-4904
040-116023
040-116078
070-512511
050-126541
04920-24157
05400-19265
05100-20444
010-360066
04250-20480
030-18440
030-513402
05200-14246
Geen beroep
voor vrouwen?
Ik vind het wel mooi als
vrouwen 't zouden gaan doen.
Maar't gebeurt weinig.
Misschien omdat ze denken
dat het zo'n keihard zakelijk
vak is. Terwijl dat helemaal
niet zo is.
Ja. ik kan me voorstellen dat
een meisje het een goed beroep
zou vinden.
Liefhebberijen?
Eigenlijk maar één. Sport.
Ik doe aan voetballen en
zwemmen. Maar ik interesseer
me verder voor alle sporten.
Resumerend:
Een accountant is dus iemand
die zich hoofdzakelijk bezig
houdt met de kontrole van een
door anderen opgestelde
rekening en verantwoording
van een financieel beheer.
Al dan niet in direkte samen
hang met deze kontrole-arbeid
treedt de accountant op als
adviseur in velerlei vraagstukken
van financieel-ekonomische
aard.
Wat te doen?
Eigenlijk zou je mij moeten
bellen voor meer inlichtingen
over het beroep en de studie
Maar ik ben er bijna nooit.
Je kunt nu twee dingen doen
1De bon invullen voor meer
informatie en zenden aan het
centraal sekretariaat.
in 's-Gravenhage.
2. Een van onze kantoren in je
direkte omgeving bellen.
En een afspraak maken voor
een oriënterend gesprek.
Een briefje schrijven mag
natuurlijk ook.
Papengracht 32.1.eiden. postbutl 1 - Directeur. drs.J. H. M. Brader. Hoofdredacteur: 1 .1 l'lug \bonnement: p. w eek 141.maand/ 6,05.
4'\
kwartaal/ 18.10. jaar 70.30
Hel Nederlandse spraakgebruik kent tal meer in hun mars hebben dan duidelijk reiken, dat voor ieder afzonderlijk liaul-
van uitdrukkingen, die suggereren, dat ie- tot uitdrukking konit en dan ze zelf weten. baar is.
dereen de mogelijkheden in zich heeft de Daarom is het zo belangrijk, dat er een Over dit thema hadden wjj een gesprek
bovenste trede van de maatschappelijke steeds uitgebreider berocpenvoorlichting met minister B. Roolvink, enerzijds omdat
bidder ic bereiken, als lijj i aar bereid is
rich daarvoor in te spannen. Waar een wil
is is een weg, wordt dan wel eens gezegd
en ook: Iedere soldaat heeft de maar-
sclialkvstaf in zyn ransel. Dat is natuurlijk
niet waar, nog afgezien van de vraag of
onze weermacht behoefte heeft aan mi(joe-
tien maarschalken. Wèl is waar, dat vele
mensen schoolverlaters en werkenden
bestaat, waardoor men inzicht krfjgt in de
mogelijkheden, die de maatschappij biedt
en dat er betrouwbare technieken zijn ont
wikkeld om zich te laten testen op ge
schiktheid voor verdere studie of voor be
paalde beroepen. Men wordt, gebruik ma
kend van die voorlichting eu die testen,
wellicht geen maarschalk,
legt dan wel een basis
t beste
onder zijn departement van Sociale Zaken
en Volksgezondheid ook de arbeidszaken
ressorteren, anderzijds omdat deze 59-jari-
ge landarbeiderszoon het kennelijk alle
maal wel in zich had en het er ook uit
haalde. Kern van het op deze pagina weer
gegeven verhaal van het leven en de op
vattingen van de minister is, dat men zijn
mogelijkheden moet benutten; dut er niets
op tegen is om te streven naar het betere
en naar het hogere op de maatschappelijke
ladder, maar dat men niet iets moet am
biëren, dat men niet aan kan. Men moet
ook zijn beperkingen leren kennen en niet
voortdurend op de tenen staan. Belangrijk
is, dat men vreugde in zijn leven en vol
doening in zijn werk heeft.
..liet valt mij op, dat anderen sterker worden getroffen
door mijn carrière dan ikzelf. Ik heb mijn levensloop al
thans niet ervaren als een schoksgewijs omhoog gaan op
maatschappelijke ladder, Een ministersfunctie bekleden
c'e'n van dc vele mogelijkheden, die men in zjjn leven
I 'n bereiken. Kr zijn er velen, die zeer bekwaam heel be-
l.mgrijk werk doen. Het verschil is echter, dat deze laat-
ii alleen maar in de krant komen als ze jubileren. Ken
minister timmert echter aan de weg of beter gc/egd:
n bat ons aan de weg timmeren, want ik zou zelf lie-
nat incer achter de schutting blijven.
;ii vader was lundarbeider, een beroep dat destijds zeer
1 stond genoteerd. Mede door het ontstaan van het ge
lde: Werken is voor de domme, was er bij deze men-
.1 een enorme drang naar zelfstandigheid en was er een
tv ent streven jn dc geest van: Mijn jongens moeten iets
meer worden dan ik. I.et wel, dat gold alleen voor jon
gens, voor meisjes zag men geen problemen die gin-
n als vanzelfsprekend in dienstbetrekking bij boeren als
/c op hun dertiende van school kwamen. Daarom leerden
ze al tijdens de laatste schooljaren melken, want dal was
voor later een pluspunt.
Ik was dc tweede in ons gezin. Mijn anderhalfjaar oude
re broer, de oudste van vijf kinderen, kon goed leren, be
ter dan ik. Mijn vader had toen al hel inzicht en ik
prijs hem daarvoor nog steeds dat hij in overleg met
ons en met anderen moest zien te komen tot het uitstip
pelen van een levenslijn voor ons. Op advies van de on
derwijzer ging mijn broer doorstuderen en hoewel hij er
wel moeite mee had, zag hy in. dat hij via studie wat
kon bereiken. Hij doorliep dan ook de mulo, de kweek
school. haalde de hoofdakte cn deed ook nog m.o. peda
gogiek. Hij leeft helaas niet meer.
I oen mijn tijd gekomen was stapte mijn vader, die zeil
maar drie jaar lager onderwijs had gehad, opnieuw naar
dc school. De onderwijzer vond mij niet zo geschikt voor
verdere studie cn omdat de oudste zoon al veel kostte en
wc het bepaal^ niet breed hadden, om niet te zeggen
arm, wilde mijn vader mij niet in een dure. onzekere
richting sturen. Ik moest dus een vak leren. Omdat ik
een nogal teer ventje was zoveel vet kwam er niet op
tafel werd er ook nog een dokter geraadpleegd. Die
zei, dal ik maar timmerman moest worden, dat was een
niet zo zwaar beroep. Maar mijn vader dacht ver vooruit.
Hij zei: Mijn zoon moet een vak Itfren, waarmee hij vele
kanten uit kan. Een opleiding tot metaalbewerker gaf
vele mogelijkheden later, zodat dat het werd op de am
bachtschool. Ik kon goed meekomen, maar was ook weer
geen uitblinker. Na de opleiding werd ik smid-bankwerker
in het bedrijfsleven. I aler werd ik ook nog afdclingsbaas.
En ik ben nooit werkloos geweest. Dat was heel wat in
de dertiger jaren!
Nog even terug naar 1924: Mijn vader moest toen we
gens een maagkwaal zcS weken rust houden. Na afloop
van dc eerste drie weken kwam zijn baas hem zeggen,
dat er geen loon meer betaald kon worden. Dat ging zo
in die tijd, toen er nog geen ziektewet was. Ik geloof, dat
ik toen sociaal wakker ben geworden, want dat verschrik
kelijke moment, waar ik bij zat, heeft me later bij tal van
zaken telkens weer door het hoofd gespeeld. Geen loon
nicer, terwijl je je echt kapot had moeten werken, zeven
dagen per weck!
Na dc oorlog werd ik bestuurder van de Christelijke Mc-
taalbewerkcrsbond. in welke organisatie ik al eerder actiei
was geweest. Daarmee begon voor mij een nieuwe episo
de. In dc vakbeweging doorliep ik alle stadia uiter
aard volgde ik daarvoor ook kadercursussen en ten
slotte werd ik één der secretarissen van de christelijke
vakcentrale. In 1959 werd ik uitgenodigd om staatssecre
taris van Sociale Zaken te worden. Ik had cr helemaal
i KtzsE en jeugd inelt ini
-v Jfc/V
zich in z|jn elemenf
jn in, want maatschappelijk gesproken zat ik goed.
ik had ook onvoldoende motieven om ..neen'' te
blijven zeggen toen dc formateur bleef aandringen. Na
vier jaren staatssecretariaat zat ik even lang in de T weede
Kamer voor de A.R.P.. waarvan twee jaar als fractielei
der. en in 1967 werd ik minister van Sociale Zaken cn
Volksgezondheid.
Als ik nu op mijn hele leven terugkijk, dan zou ik willen
zeggen: Als mijn vader zich zijn verantwoordelijkheid niet
zo geweldig bewust was geweest en zich niet voor die
tijd zo breed mogelijk had georiënteerd over de moge
lijkheden voor zijn kinderen, dan had het net zo goed
kunnen zijn. dat ik landarbeider of boer was geworden.
Dat werden de meeste kinderen in dat stuk Friesland,
waar wij woonden. Overigens ben ik er ook wel van
overtuigd, dat de „Baas" hierboven mede de dienst heeft
uitgemaakt. Maar je hebt het toch ook zelf wel in de
hand in die zin, dat je moet meewerken.
Nu ga ik niet zo ver als hel gezegde, dat iedere soldaat de
maarschalksstaf in de ransel heeft, maar wel is het zo, dat
er tegenwoordig heel veel hulpmiddelen zijn om het opti
male in je leven te bereiken. In dc eerste plaats is het
basisonderwijs verbreed cn wat mij betreft moet het
nog breder worden, maar alles kan niet opeens en tegelijk
zodat men op school al voorbereid wordt op de vele
kansen, die dc maatschappij biedt.
Niet alleen aan jongens, ook aan meisjes. We moeten af
scheid nemen van het verleden, waarin het meisje geacht
w erd te trouwen cn dus geen verder onderwijs en vorming en
geen wezenlijk beroep nodig had. De opvatting, dat de
man het geld moet inbrengen cn dc vrouw thuis moet
blijven, is niet de mijne.
Afgezien van het feit. dal niet elk meisje huwt, kan ze
toch ook weer alleen komen te staan, als weduwe. Dan
krijgt ze wel een uitkering, maar het kan dan een groot
geluk zijn, als zc weer werkzaamheden kan verrichten.
Trouwens ook in het huwelijk is het voor een vrouw van
belang om de banden met de maatschappij te handhaven,
als hel belang van het gezin niet geschaad wordt. Bij dat
belang denk ik vooral aan de kinderen. Ik ben nadrukke
lijk een tegenstander van „slcutclkindercn". die de huiss
leutel aan een touw tje om hun nek hebben omdat mocdci
niet thuis is als zij van school komen. Maar er zijn vol
doende mogelijkheden voor part-time-werk. Daarmee is
de economie ook nog gediend, al komt dat voor mij op
de laatste plaats als werkargument voor de gehuwde
vrouw; men moet die vrouw niet zien als een soort ar
beidsreserve die je bij een terugslag in de economie weer
iel kunt
a de vrc
Met gaat
hebben aan steun, aa
Die bewegwijzering i
digc dan als het war
citeitcn reiken. Het i
terecht komt op i
het gezinsinkomen te vergroten. Ik wil al
leen maar, dat de vrouw niet alleen maar huisvrouw is,
als dat mogelijk is.
Ik heb dc ouders zo even duidelijk betrokken bij de be
roepskeuze voor de kinderen. Ik weet wel. dat de jeugd
een heel stuk mondiger is geworden, mede door het bre
dere basisonderwijs en dc verlenging van de leerplicht.
Hierdoor heeft zc veel meer tijd en een ruimer inzicht
om zelf ccn beroepskeuze tc doen. Wij werden vroeger
veel sterker bevoogd. Maar de ouders kunnen het ook
weer niet aan de kinderen zelf overlaten. Als je de zaken
echter open en royaal met zc bepraat, ervaren de kinde
ren hot hele proces zeker niet als bevoogding. Mijn erva-
n open gesprek thuis juist behoefte
n een bewegwijzering,
s heel belangrijk, omdat een deskun-
e de grenzen trekt tot waar de capa-
s namelijk enorm belangrijk dat men
plaats, die voor de betrokkene ge
schikt is. Natuurlijk, het is een gezonde ambitie om hoger
op te willen, om meer verantwoordelijkheid te willen
dragen. Maar men ipoet geen functie begeren, waarvoor
men op de tenen moet gaan staan om haar aan te kun
nen. In het algemeen gesteld wordt een mens niet ziek
van hard en lang werken men wordt wel ziek van het
voortdurend op de lenen staan. Men moet ook zijn eigen
beperkingen kennen en aanvaarden. Het frappeert mij
steeds weer, bijvoorbeeld, welk een levensvreugde blinden
kunnen opbrengen, hoewel juist zij door hun handicap
toch enorme beperkingen hebben.
Maar als men op een bepaald moment een zekere onvre
de met zijn werkomstandigheden ondervindt, dan moei
inen zich realiseren, dat de mens niet voor slechts één
beroep geschikt is. Bovendien kunnen cr nieuwe mogelijk
heden zijn ontstaan door de levenservaring, die men heeft
opgedaan en door de vorming, die men ook overigens
voortdurend ondergaat. Als zo:n moment van onvrede
aanbreekt, laat men dan eens een snipperdag opnemen en
zich opnieuw laten testen en adviseren, bijvoorbeeld bij
een arbcids- of ander bureau. Het is zeer wel denkbaar
dat men dan tol een nieuwe beroepskeuze komt, die meer
voldoening geeft. Dat eist dan soms wel een her- of bij
scholing. dc overheid heeft daartoe ook vrij uitgebreide
mogelijkheden geschapen cn gaat er naar behoefte mee
door. Die mogelijkheden moet men benutten om vreugde-
in het leven cn voldoening in het werk tc vinden. Het
zou overigens ook wel toe te juichen zijn, als in de on
dernemingen hel personeelsbeleid zich wat meer ging be
wegen in dc richting van hel geven van voldoening in de
arbeid, in het bevorderen van dc ontplooiingsmogelijkhe
den van dc werknemers, binnen de onderneming zowel
als in het algemeen.
Het voldoening vinden in het werk vind ik persoonlijk
zeker zo belangrijk als hel bereiken van een hogere func
tie cn dc daaraan verbonden status. Natuurlijk, een „bete
re baan betaalt ook meer, maar als je de beloningen op
de keeper beschouwt, zijn de verschillen veel minder
groot dan zc lijken. Ik wil mezelf niet als voorbeeld stel
len. want ccn minister heeft een hoog inkomen, dat kan
iedereen in openbare stukken vaststellen. Maar toch, als
ik anderen laat zien. wat ervan overbliift. dan is men
toch geweldig verbaasd.