DE VLAMMENPRINSES
(tnqfe
ZATERDAG 3 APRIL 191
Een heertje
eerstezijn
auto, welke
echter inraakte
kwamboom,
heertje
maarjeer
staan?
IN de tuinen van het paleis van
de sultan werd een nachtfeest ge
houden. Er klonk muziek vanuit bo
men en struiken, en je zou denken
dat dit vogeltjesgefluit moest zijn.
maar nee: in de bomen zaten muzi
kanten met tokkelinstrumenten en
tussen kleine bosjes hadden zich meis
jes met honingzoete stemmen verbor
gen en zij zongen bij het spel van de
tokkelaars. Langs de paden en om de
reusachtige vijver flakkerden duizen
den lichtjes die evenveel glans ver
spreidden als de halve maan. Het was
dan ook niet donker in de tuinen,
maar natuurlijk ook weer niet zo
licht als overdag. In het zachte schijn
sel waren de geurende bloemen en
sierlijke planten, de gladde vijver en
het witte paleis mooier dan ooit.
De lichtjes dansten voor gasten die
luisterden naar de muziek of keken
naar goochelaars en kunstenmakers.
Ze beschenen genodigden die aten en
dronken van de lekkernijen waarmee
dienaren ijverig rondliepen.
Het prachtige feest werd door de sul
tan gegeven voor zijn zoon die juist
waa teruggekeerd van een verre reis
De jongen was lange tijd van huis
geweest en de sultan hoopte dat nie
mand zich meer herinnerde hoe ver
velend die zoon vroeger altijd was!
Bovendien hoopte de vader dat hij op
reis de onaardige streken had afge
leerd. Om dat iedereen maar te laten
geloven, liep vader sultan rond en
■ertelde aan wie het horen wilde, hoe
hartelijk zij elkaar bij zijn thuiskomst
hadden omhelsd en hoe schitterend de
meegebrachte geschenken waren. Bo
vendien moesten alle dienaren telkens
bij het bedienen zeggen: ..Wij zijn zó
gelukkig dat onze jonge meester weer
terug is. werkelijk buitengewoon blij!"
Maar de zoon van de sultan was
helemaal niet veranderd. Hij was nog
altijd een even nare jongen als vroe
ger. Nauwelijks had hij een voet over
de drempel gezet of er klonken al
weer boze woorden. Het badwater was
te koud of te warm, het eten te zoet
of te zout. zijn moeder te blij of te
stil, de dienaren te langzaam of te
vlug. Alleen vader kreeg geen aan
merking te horen, want voor vader
was hij nog een beetje bang.
De jongen voor wie het feest werd
gegeven, liet door de sprookjesachtige
tuinen en schopte tegen de lichtjes. I
gooide steentjes naar de struiken en
schudde aan de bomen waarin de
muzikanten tokkelden. Hij dacht al
aan andere streken toen er iets bij
zonders werd aangekondigd: .Willen
alle gasten zich naar de grote vijver
begeven? Er liggen daar kussens in
het rond om op te zitten en er drijft
een vlot midden op het water. Daar
zal een prachtige vertoning plaats
vinden!"
Allen stroomden naar de grote vijver,
die ook al geheel omzoomd was door
trillende vlammetjes terwijl de
een zilveren baan over het watervlak
had gelegd.
Toen iedereen zat. kwam van de
overkant een met bloemen versierd
schuitje aanvaren. Twee roeiers be
wogen de riemen, maar op de
plecht van het bootje stond een danse
res in een gouden gewaad. Zij hield
haar handen opengespreid en op elke
hand droeg zij een dikke brandende
kaars. Wat nog wonderlijker
midden op haar prachtige haardos
beefde ook de vlam van een kaars. De
roeiers brachten baar naar het vlot,
waar de danseres langzaam en met
opgericht hoofd van de boot stapte.
Toen klonk vanaf de overkant een
lubelende fluitmuziek over het water
en het meisje met de kaarsen begon
haar vlammendans.
Zij strekte haar armen en boog ze
naar elkaar toe, zij kruiste ze vóór
zich en achter zich. zij liet de handen
om elkaar heen spelen, maar al die
tijd bleven de kaarsen recht
wankelbaar in haar open handpair
Zij knielde neer en boog zich achtero
ver tot de zware haarwrong bijna het
vlot raakte. Daarna boog zij vóórover
tot haar kin tegen de houien vloer
tikte. Maar al die tijd hield zij het
trotse hoofdje zo recht dal de kaars
rustig bleef branden. Bij elke bewe
ging blonk haar gouden gewaad en
alles ging zo prachtig op de maat
de fluitmuziek dat de toeschouwers
ademloos van bewondering toekeken.
Het eigenaardige was. dat allen die
zaten de danseres op het
vlot zagen, maar óók nog
spiegeling van het water, zodat het
leek of er twee meisjes in gouden
gewaden en zes kaarsen dansten
Zelfs de zoon van de sultan wist niets
onaardigs te zeggen. Hij had zulke
gemaakt en zoveel ge
in vlammendans midden
op een spiegelende vijver, die om
zoomd was met lichtjes en overgoten
door het schijnsel van de maan. had
hij nooit aanschouwd of ervan kunnen
dromen. Maar bovenal keek hij de
ogen uit naar de sierlijke danseres.
Een mooier meisje had hij nergens
gevonden! De jongen werd dan ook op
slag veriefd en zei zonder dralen
tegen zijn vader, die naast hem zat:
..Ik trouw met haar!".
Nu zit een sultan nooit alleen, maar
er zijn minstens drie raadsheren, vijf
dienaren en zeven bewakers in zijn
onmiddellijke nabijheid. En aangezien
zij allen de woorden
verstonden en ze dadelijk verder
fluisterden, ging er een golf van ge
mompel door de rijen van de mensen.
Het leek of er een windvlaag
vijver dwarrelde...
De gefluisterde woorden die van mond
tot mond gingen, bereikten ook een
aardige jongeman aan de overkant
van de vijver. Daar zat hij s:
vrienden fluit te spelen en de muziek
te maken waarop de vlammendanse-
i bewoog.
Die aardige jongen was al lang van
plan zélf met de danseres te trouwen
en het lieve meisje met het trotse
hoofd en de mooie haardos was het
daar roerend mee eens. Geloof maar
dat die fluitspeler schrok van die ge
fluisterde woorden! Wilde de verve
lende zoon van de sultan trouwen met
zijn danseres??
Juist toen de fluiten op hoge toon
jubelden, nam de aardige jongen een
snel besluit en dook in de vijver.
Niemand hoorde de plons! Hij zwom
regelrecht naar het vlot, ging eraan
hangen en schudde het op en neer. De
danseres die zo voorzichtig met haar
vlammen moest bewegen, raakte hier
door haar evenwicht kwijt. Zij
kelde.. de kaartsen vielen uit
handen, de kaars op haar hoofd beef
de gevaarlijk. Maar de fluitspeler trok
het vlot zó scheef dat zij in het water
gleed en alle vlammen doofden.
De gasten raakten in verwarring: ge
beurde er een ongeluk of was dit het
bijzondere einde van de dans.' De
muzikanten zwegen, de roeiers leken
verlamd, de sultan riep bev«"
schreeuwde: ..Sleur haar bet
t! Eerst moet zij gestraft
worden voor die rare kunsten en
daarna trouw ik met haar!"
Intussen ving de aardige fluitspeler
zijn lieve meisje op in de vijver Al
zwemmend bracht hij haar naar de
overkant waar hij op de fluit had
zitten spelen en daar verborgen zij
zich in het struikgewas.
„Geef mij vlug je .dansgewaad", vroeg
hij. Het meisje liet haar gouden kleed
op de grond vallen. De fluitspeler
sloop ermee naar de rand van de
vijver, slingerde het boven zijn hoofd
en wierp het in de richting van hel
vlot, waar het bleef drijven op het
wateroppervlak-
Toen kwam er beweging onder dé
roeiers: De sultan, zijn zoon en de
gasten zagen de gouden vlek; éllen
waren bang dat de danseres zou .ver
drinken. Iedereen spande zich in om
haar te redden... Van de verwarring
maakte de fluitspeler gebruik om zijn
meisje in enkele woorden te vertellen
wat de zoon van de sultan had geroe
pen. Zij was de enige die midden op
het water niets van de rondgefluister-
de woorden had gehoord.
Zij wilde natuurlijk helemaal niet
met de zoon van de sultan
te liever met de aardige
fluitspeler. Daarom slopen ze stilletjes
weg. trouwden terstond en trokken
nog dezelfde nacht weg.
Dr Pluizer vraagt
uw aandacht voor
een wielenpuzzel
Met recht een wielig geval! Als u
goed kijkt, ziet u dat alle wielen
elkaar raken en al draaiende langs
elkaar, de draairichting van het
middenpijltje volgen. Om te begin
nen eerst voor u een kleine taak:
begin links bij het grote wiel in het
middenrondje een A te zetten, dan
in het daar tegen draaiende wile j
een B. in het volgende C enz. enz.
tot u met P bij het laatste uitkomt.
Maar u moet wel goed zien, hoe
overal het ene wiel tegen het andere
Nagaat u bij elk wiel tussen de
spaken letters zetten en wel de be
ginletters van wat er omschreven is.
een ander woord ergens voor of
zonder meer de beginletter van het
afgebeelde (dit geldt ook voor cijfers,
leestekens e.d. dus 10 is T, 3 is D,
vraagteken V enz.).
Vervolgens moet u alle letters die
dezelfde blijken te zijn als de letter
die u zelf in het rondje zette, door
strepen! Een voorbeeld: het een na
het laatste wiel. Beginnend bij de
pijl en eindigend bij de pijlpunt
krijgt u: Eerste. Ekzcem, Nar. Ont
bijt. Olifant, Slang. Leeuw, Inktvis,
Palet, Oranje, Oktober en Opvoed
kunde. Alleen de beginletters dus zet
u in de overgebleven ruimte tussen
de spaken. En u streept nu alles weg
wat met 0 begint, want die letter
zette u in hel midden. U houdt dus
over: Een slip. gelezen in de richting
zoals de pijl draait.
Tenslotte ziet u links een verhaal,
waarin woorden zijn vervangen door
strepen. Er zijn evenveel strepen als
er wielen zijn. Het woord (of woor
den) uit één wiel zet u dan ook op
één streep. „Een slip" vult u dus in
op een streep waar dit het beste
past. Waar dacht u? Natuurlijk, tus
sen ..in" en ..raakte". Steeds begint u
bij het achtereind van de pijl en
eindigt u bij de pijlpunt. In die
richting moet u ook lezen: u zult dus
wel min of meer achterstevoren
moeten lezen!
Heeft u het verhaal van het heertje
compleet en leesbaar gemaakt, dan
geldt als uw oplossing het antwoord
op deze vraag: Wat staat achter de
dubbele punt? Het héle verhaal hoeft
u niet op te sturen, maar wel: Wat
zei het heertje?
Oplossingen dienen uiterlijk woens
dag 7 april 12 uur per briefkaart,
met vermelding puzzel 165 te zijn
ingezonden aan het bureau van
blad.
Puzzel van de vorige week lui'dt
De goede muts zet u wel op
U let niet op die kwade kop
Die smoort wel gaar in eigen sop
En dat is tóch een goede mop.
Prijswinnaars
12,50 A Opdam. Hoofdstraat 63. Val
kenburg.
7.50 H. v. Someren. Oudadeselaan 30.
Rijpwetering.
5 Th. Noort. Zoeterwoudsesingel 1,
De prijzen worden binnen 14 dagen
per cheque toegezonden.
Pe7xd5; 11. Pgl-e2, b7-b6; 12. d2-d4
(Noodzakelijk, omdat zwart anders met
La6 de witte stelling verlamd zou
I hebben); 12Lc8-a6; 13. d4xc5,
Dd3-f6!; 14. Pb2-c4 (Gedwongen. Na
i 14 Pa4. Le2: kan wit niet terugslaan);
Pd5-c3.
dS-c3.
(Met. de tekstzet verhindert zwart
definitief de witte rochade, waardoor
een harmonische ontwikkeling van de
witte troepenmacht verhinderd wordt);
15. Pe2xc3 (Op 15. Del. Pe2:: 16. Ke2:.
Tac8; 17. cb6:, Pe5! komt zwart duidelijk
in het voordeel); 15Df6xc3t;
16 Kel-fl, Tf8-d8; 17. Ddl-cl, La6xc4ï;
18. b3xc4, Dc3-d3-; 19. Kfl-gl, Ta8-c3!;
20. c5xb6. a7xb6 (Voor de geofferde
pion heeft zwart een overweldigende
positie); 21. Dcl-b2, Pc6-a5: 22. h2-h4,
Pa5xc4: 23. Db2-f6. Dd3-f5 (Eenvoudig
en doeltreffend. Wits enige actieve stuk
wordt tot afruil gedwongen, waarna elke
mogelijkheid tot een tegenaanval illusoir
wordt); 24. Df6xf5. g6xf5; 25. h4-h5,
Td8-d2; 26. Tal-cl. Tc3-c5 (Fischer pre
fereert het initiatief boven het nemen
op a2); 27. Thl-h4.. Pc4-e5: 28. Tclxc5.
b6xc5; 29. Th4-a4. c5-c4; 30. h5-h6 (Op
30. f4. Pg4; 31. Tc4: beslist 31
Tg2:t!i; 30. Kg8-f8: 31. Ta4-a8:\
Kf8-e7; 32. Ta8-c8, Td2xa2: 33. Lg2-fl.
Ta2-c2: 34. Kgl-g2 (Versnelt het einde);
34Pe5-g4; 35. Kg2-gl (Op 35
Te4beslist 35Pe3:;); 35
Tc2xf2; 36. Lflxc4 (Vooral niet 36.
Tc4wegens 36Tfl36
Tf2-f3: 37. Kgl-g2. Tf3xe3: 38. Tc8-h8.
Pg4xh6; 39. Th8xh7. Ph6-g4; 40- Lc4-b5.
Te3-b3; 41. Lb5-c6, Tb3-b2ï; 42. Kg2-gl.
Pg4-e543. Lc6-a8. Tb2-b8; 44. La8-hl
en wit gaf zich tegelijkertijd gewonnen
Haags agenda
TROEFCONTROLE
Spellen waarin de leider een aar
verliesslagen moet aftroeven en waa
het aantal entrees beperkt is, wor
dikwijls beslist door de vraag of
leider kans ziet de „controle over
spel" te behouden. Vaak is dit
kwestie van het nemen van het jui
tempo, het in de goede volgorde afspe
van de slagen, op tijd een verlie
weggeven, enz.
In onderstaand spel weet de lei
hiervan een treffende demonstratie
Achteraf is 't allemaal erg eenvoui
maar om de goede speelwijze aan
tafel te vinden is een grole kennis i
zaken en 'n goed voorslellingsv'
Beproef uw krachten eens
de oplossing te lezen, waarbi
oost-westkaartcn wel dient te bedekli
8 7 5 2
O A
O A H B 6 2
V 7 3
A H B 9
O 10 6 3
O V 10 4
A 9 4
Onder voortdurend pas
bereikten noord-zuid
zuid 1
4 f - zuid 5
Vier en vijf
respectievelijke
MMHl
noord 3 - zuid 4 O - no
♦-vei
4-1 2
West kwam uil met W Heer, die
noord met het Aas werd genomen,
noord werd een kleine gespeeld en.
oost verscheen de Vrouw. Hoe vert p
De zuidspeler realiseerde zich, dat
erdeling naar alle waarschijnlijk
zijn. met 10 vierde bij west
Dit zon dan betekenen, dat hij te ar
tijde een troefslag moest verliezen,
aan twaalf slagen te konten moet
dus maken: drie ♦-slagen, vijf
Aas. Aas en twee ingetroefdc V.
De volgende conclusie ligt min jg
voor de hand, maar is niettemin de t j
juiste: zuid mag Vrouw niet neit jj
Hierna is het spel zeer ee
Ongeacht wat oost terugspeelt, zuid
zijn plan kunnen uitvoeren. Bijvi
aeeld: oost speelt terug, zuid ne
troeft een af. gaat met troef naai
hand. troeft nogmaals speelt O u
de Vrouw, haalt de resterende troe i
.in noord weg) en de rest is voor d
van de dummy. Neemt zuid daarente g
Vrouw, dan gaat hij onherroepe
down, daar west dan de beschikk
houdt over de hoogste troef. waardjg
hij het incasseren van de kar
hinderen. Door gebrek aan entrees in
idhand zal zuid dan nog ee
ten verliezen.
aals gezegd, achteraf erg eenvoi) I
opkomen.
SUSKE EN WISKE: De kale kapper
MATT