WIJ ZIJN
NOG
s „LIEFDADIGER
DAN
- WE
J DENKEN
Het begon in 1914 met de vlucht van duizenden
Belgen voor de Duitse troepen...
OPBRENGST
PER JAAR
MAAR LIEFST
ZEVEN
MILJOEN
GULDEN
Directeur W. A. Janssen mensen zijn wel bevattelijk
bijvoorbeeld Misereor in West-Duits-1
land of met de Catholic Relief Services.
Alle organisaties hebben iri Brussel eetx
centraal bureau opgezet, waaraan zij
hun gegevens doorspelen. Zo voorkomt
men, dat we op zeker moment met
meerdere instanties aan hetzelfde bezig
zouden zijn".
„Nederland is aanzienlijk goedgeefser
dan men denkt. Sinds 1966 zijn de in
komsten van „Mensen in Nood" met
sprongen omhoog gegaan. Zij lagen in
1970 bij liefst f zeven miljoen".
Zoveel geld stroomt natuurlijk niet
vanzelf binnen op giro 1111222 (vier
maal een, driemaal twee) van de stich
ting. Voornaamste „melkkoe" is de Cla-
mavikrant, die nu om de vijf weken
aan ongeveer 120.000 vaste adressen
gratis wordt toegestuurd en in 1970
b.v. meer dan f 2 miljoen voor con
crete actieprojecten inbracht, buiten de
vloedgolf van algemene stortingen.
„Aanvankelijk ging het blad in een half
miljoen anonieme brievenbussen, maai
de opbrengst dekte toen nauwelijks de
kosten", aldus de directeur. „De com
binatie van een gerichter afzetsysteem
en een vernieuwde inhoud blijkt aan
zienlijk lucratiever. Het is nu geen
blad meer met gillende kreten van:
„Bid een rozenkrans en geef een tien
tje". .Voor eerlijke, reële voorlichting
en goede projectbeschrijvingen zijn de
mensen tegenwoordig erg bevattelijk".
Wie meer dan f 5,overmaakt, krijgt
bij het bedanklcaartje het verzoek om
vijf nieuwe donateurs op te geven. Dat
idee leverde vorig jaar zo'n 5.000 extra
Clamavi-adressen op, terwijl de in
komsten meteen f 250.000,hoger wer
den. Het blad wordt zelfs besteld door
scholen, voor lessen in ontwikkelings
hulp. Directeur Janssen gaat niet in op
de vraag, waarom „Mensen in Nood"
zo goed staat aangeschreven bij het
publiek en tegenwoordig de juiste chari
tatieve snaar weet te treffen. Zou het
'een rol spelen, dat men deze stichting
vertrouwt in de overtuiging, dat er
niets aan de strijkstok blijft kleven?
Hij zegt er slechts van: „Wat hier bin
nenkomt, gaat tot de laatste gulden
naar zijn bestemming. Salarissen en
apparaatkosten worden gedekt uit be
leggingen en vermogen. Zelfs die an
derhalve ton voor kleine projecten
haalt ons bestuur uit de algemene mid
delen. Alleen bij werkelijk kostbare
objecten, wordt iets afgetrokken. Maar
hoogstens twintig procent".
Bergen .kleding
„Mensen in Nood" geniet in grote delen
van Nederland ook bekendheid als
verzamelaar van oude en nieuwe kle
ding. De jaarlijkse kledingacties van
de stichting liegen er niet om: zij
brengen per jaar gemiddeld 800.000 ki
lo textiel en manufacturen binnen in
het Bossche sorteermagazijn. Op 200
plaatsen in Nederland worden ieder
jaar zulke inzamelingen gehouden. Een
stad als Rotterdam is rond Pasen goed
voor minstens 100.000 kilo „afdrager-
tjes" tijdens een ophaalraid van 4 uur
met 56 verzamelpunten. „Er zijn soms
zaterdagen, dat hier twintig vrachtwa
gens in de rij staan om gelost te wor
den", aldus W. A. aJnssen.
Men kan zich afvragen, waar dat nou
allemaal voor nodig is, waar het naar
toe moet. „Met die achthonderd ton
komen wij eerlijk gezegd nauwelijks
toe", zegt de directeur. Hij noemt en
kele vaste: klanten: sociaïe werkers,
vreemdelingenpolitie, gevangenissen,
maar de grootste berg gaat weer naar
het buitenland, voornamelijk naar mis
sionarissen.
Janssen: „Ongeveer negentig procent
van wat hier binnenkomt is bruikbaar.
In het zuiden van het land dx-aagt men
de kleding veel meer af dan in het
westen. Er zit ook geregeld nieuw goed
tussen, van opruimingen. De echte rom-
deren mee. Toen men alarm sloeg, had
een pater de zaak al meegenomen naai
.Haiti.
Uitbreiding
Vorig jaar kreeg de stichting er weer
een omvangrijke taak bij, namelijk (sa
men met Novib) de besteding van de
Nederlandse voedselover schotten. In
1971 is dat voor een waarde van f 3
miljoen, waarbij de regering fungeert
ais opkoper. Er staan meer initiatieven
op stapel: overname van de kinder
postzegelacties, verkoop van grammo
foonplaten enz.: nieuwe wegen om de
Nederlandse goedgeefsheid op peil
te houden. Een interessante constate
ring van de heer Janssen is nog: „Over
het algemeen wordt in het westen van
het land het meeste gegeven. Dus het
gebied van bisschop Simonis. Het zui
den geeft kleinere bedragen. Ik neem
aan, dat het samenhangt met de gro
tere gezinnen. Men kent daar ook veel
directe hulp aan missionai-issen uit
eigen plaats".
Stichting „Mensen in Nood" boert goed
Men heeft het verti-ouwen van het pu
bliek. Vijfduizend giro's per maand is
een heel normale omzet geworden. Als
men dan bedenkt, dat in 1963 de totale
baten nog op f 121.000,— uitkwamen,
krijgt men een heel andere kijk op de
ontwikkeling van de vaderlandse lief
dadigheid" in de laatste jaren.
Iemand uit Den Haag stuurt al vier
Jaar iedere dag een envelopje met post
zegels, soms voor 50 tent, soms voor
een gulden. Eergisteren was er bezoek
van een bejaard echtpaar, dat 10 brief
jes van f 1.000,op tafel kwam leg
gen, „want het werd tijd dat we eens
iels goeds deden". Bij een thuiswed
strijd van FC Den Bosch gingen school
jongens collecteren. De volgende dag
bracht de hele klas f 680,—. Alle beet
jes helpen.
JAN DERIX.
JEN BOSCH Spreekt de menselijke nood pns nog wel aan? Liggen wij
b.v. één nacht wakker van, dat 2/3 van de wereldbevolking niet genoeg
eten heeft? Zelfs voor de ellende van onze buurman knijpen wij onze
gen dicht, nu de Vincentiusvereniging is opgevolgd door de bijstandwet.
t gebod der naastenliefde is heerlijk afgeschoven op de overheid. De
ïsumptiemaatschappij maakt ons voortdurend ongevoeliger voor de
[kortkomingen in onze omgeving. Er moeten nu al flinke calamiteiten
laatsvinden (van het formaat Biafra, Peru, Oost-Pakistan), willen wij tot
r bereid zijn dan het voor kennisgeving aan te nemen! Toch kan men
afvragen, in hoeverre de Nederlander zich op dit punt onderschat. Is
Ij niet vrijgeviger dan hij zelf wilt weten?
800.000 kilo per jaar en nog te weinig.
Itrouwbare graadmeter voor onze
Idendaagse charitatieve instelling" is
I katholieke Nationale Stichting voor
(zondere Noden en Vluchtelingenzorg
nood" in Den Bosch, die de
Rtste jaren aardig meetimmert aan de
l der vaderlandse offervaardigheid.
ervaringen, die men daar binnen-
x giro's, aangetekende envelop-
L notariële beschikkingen en schuch-
of officieel overhandigde cheques,
n heel andere taal.
r hoofd van de bevolking staan de
lerlanders meer af dan welk ander
i West-Europa ook", constateex-t
l heer W. A. Janssen, directeur
-ving en publiciteit. „Ik ge-
de stelling, dat de nood in
kereld ons volk koud laat. Ik durf
stellen, dat wij er Vrij gguw
'oor lopen". Hier zou alvast op-
ïerkt kunnen worden, dat de jaar-
i inkomsten van deze en bij velen
iwelijks bekende instanties hoger
i dan die van b.v. de bisschoppelijke
tenactie en de pauselijke r
nderen
:hting „Mensen in Nood" dateex-t al
1914 (wie van u weet, dat Oost-
esterhulp er tot 1966 een ondex-deel
is geweest?), toen duizenden men-
in België op de vlucht sloegen
de binnenvallende Duitse troe-
Ter plaatsing van vluchtelingen-
deren in Nederlandse pleeggezinnen
het „Nederlandsch r.-k„ Huis-
tingscomité" tot stand, onder leiding
de latere Bossche bisschop mgr. A.
Diepen. Tot 1919 werdén 1
:he kinderen „bemiddeld". Daarna
rden 33.900 Duitse kinderen
land gehaald, toen 28.500 Oosten-
se en ruim 14.000 Hongaarse. Wie
;t het nog?
gingen in de jaren '20 voor f 1,5
joen voedselpakketten
(ehongerde oosterburen. Oostenrijk
voor f 1,4 miljoen Nederlands
721 wagons vol. Bij de waters-
cleppu van 1925 in het land van Maas
Waal: ondex-brenging van 5700
chtelingen en 3749 stuks i
320.000 stuks kleding
62.000,aan geld. In 1953 die ande-
watex-snoodramp: het comité zorgde
600 kinderen en hield een lande-
actie, die f 2,3 miljoen opbracht,
emaal grepen uit de verleden tijd.
nieuwe naam, „Mensen in Nood",
i in 1960 bij een interne ceorgani-
toen Nederlandse mentaliteit en
eldsituatie vroegen om een andere
ladex-ing. De jaren, waarin het i
het
Kledingmagazijn.
tiatief genomen was om „een nieuwe
parel vast te zetten in de gloriekroon,
die de katholieken van Nederland zich
sinds lang reeds om de slapen hebben
gevlochten, de kroon van christelijke
caritas" (typerende zinsnede uit het
gedenkboek bij het 10-jarig bestaan),
hadden plaats gemaakt voor een meer
realistische visie op de aanpak van
noodtoestanden. De praktijk verschoof
naar het mondiale vlak. t
Tot en met 1970 heeft de stichting nog
Duitse en vooral Oostenrijkse kindex-en
in de vakantietij d naar Nederland ge
haald, gemiddeld 900 per jaar. Direc
teur Janssen echter: „We zijn er nu
mee gestopt, want zeker in rpaterieel
opzicht kwamen deze kinderen trtuis
niets meer te kort. Ging het pleeggezin
op zondag met zo'n jochie in een Fiatje
rijden, dan bleek het kind thuis in
Wenen een Mercedes gewend te zijn".
De stichting kan men nu in taakopvat
ting en activiteiten, op één lijn plaat
sen met de andere zuilen van Neder
landse geox-ganiseerde hulpverlening
zoals Rode Kruis, Novib. Vastenactie,
Memisa, enz.
Voor veel mensen is dat een onover
zienbare en (nog erger) fincontroleerba-
re doolhof, die bij bepaalde acties af
weerhoudingen opx-oept. Wat onder
scheidt nu de stichting „Mensen in
Nood"! van andere voornoemde organi
saties? Antwoord van directeur Jans
sen: ,jBij ons liggen de accenten op
hulpverlening bij rampen en op vluch
telingenzorg. Dat is ons specifieke
werkterrein. Natuurlijk zijn dat geen
eng begrensde zaken, zodat meerdere
instanties elkaar overlappen.
Dat kan wel eens tot verwarring leiden
bij het publiek, maar zeker intern lig
gen de competenties vrij duidelijk. Bo
vendien groeit er steeds meer samen
werking. Een goed vooi'beeld vind ik
de recente overstromingsramp in Oost-
Pakistan, waarbij we ons allemaal
achter één gironummer stelden. Komt
er een ramp, dan zou men dat onmid
dellijk kunnen bekendmaken. Er wordt
over gepraat, misschien komt het dit
jaar rond".
Eerst sinds kort opereert de stichting
volop in de publiciteit. Daarvoor ge
schiedde praktisch alle hulpverlening
bescheiden achter de schermen. Bij
aardbevingen op Sicilië en in Iran (1968),
overstromingen in Syrië (1969), dix-ecte
hulp in Nederland aan vluchtelingen
uit Hongai'ije, Spanje, Tsjecho-Slowa-
kije (o.a.), daarbuiten in landen als Jor
danië, Vietnam, Kongo, India (o.a.). Via
„mensen in Nood" ging voor f 3.871.637,-
aan hulp naar Biafra. De stichting was
betrokken bij aéties als „Eten voor In
dia" en schoot in 1970 met liefst 3,9 mil
joen te hulp bij de overstromingen in
Tunesië.
Evenals vorig jaar was er de hongers-
nood in Jemen (nettohulp f 75.703,
En lezers van dit blad herinneren zich
wellicht, dat er de tv-actie was voor
pater Frans Schlooz in India, die plm.
f 220.000,opbracht. Gevallen van
acute en structurele hulp.
Daarnaast zijn er de kleine ontwikke
lingshulpprojecten. Er komen dagelijks
aanvx-agen voor binnen op Hekellaan 6.
Den Bosch slechts een fractie maakt
kans van de zeer uiteenlopende zaken:
Kindercrèche in Columbia, drie fietsen
voor Tanzania, wateiTeservoir in Boe-
roendi, landbouwproject op Celebes.
Directeur Janssen: „Wij zitten ermee
over de hele wereld. Meestal zijn het
vex-zoeken van missionarissen, maar
we helpen ook particuliere ontwikke-
lingswerkers zoals artsen". De stich
ting geeft aan dit soort posten gemid
deld f 150.000,per jaar uit.
Is dat geen doublure, zou men daarvoor
eigenlijk niet bij de regering (minister
Udink) of het Centraal Missie-Commis
sariaat moeten zijn? „Vaak vallen zul
ke projecten buiten de bepalingen „die
men daarvoor elders stelt. Bovendien
speelt een instantie als het CMC wel
eens wat aan ons door. Er is op dit ter
rein ook intensieve uitwisseling met