lïl
ELTON JOHN: Tumbleweed Connection
BEE GEES
CHRIS FARLOWE
terug op het popfront
melige come-back
LAURA NYRO'S
gevecht voor vrede
SKIN
ALLEY
THE AMAZING BLONDEL
helemaal op de jazztoer
met middeleeuwse muziek
JUWEEL en
ANTI-JUWEEL
CAT STEVENS
JOHN en
BEVERLEY
MARTIN
DREAMS
iiüi
TOETJE
.AND
Van de befaamde Engelse zangeres Dusty Springfield
wordt dikwjjls gezegd, dat zij een ongenaakbare en
verwende vedette is. Dat schijnt toch wel mee te
vallen, want de gereputeerde Dusty zingt zomaar mee
in het achtergrondkoortje op Elton .Johns nieuwste
elpee „Tumbleweed Connection". Trouwens, ook andere
liehoorlijke solisten als Madeline Bell, Sue en Sonny,
Lesley Duncan, Tony Burrows, Kay Garner en Tony
Hazzard verlenen op de achtergrond hun medewerking
aan deze Elton Johnproduktie.
Elton John is, zoals onderhand genoegzaam bekend,
het nieuwe idool van de Britse en Amerikaanse
„poppers". John vierde overigens zijn eerste grote
triomfen in Amerika en daarna pas in Engeland.
Maar nu Elton John eenmaal door de Britse pers is
ontdekt, gaat er geen week voorbij of er staat wel een
artikel over hem in de muziekbladen en de kranten.
John verdient die belangstelling helemaal. Zijn melo
dieën bevatten alle moderne elementen waar de jeugd
op valt. zoals een ijzersterke en onmiskenbare roek-
basis in praktisch alle nummers, en tegelijkertijd weet
Elton John toch ook de romantici onder ons te vangen
inet zijn wat weemoedige stem. Het is de gevarieerd
heid in stemmingen, die velen bijzonder aanspreekt. Op
„Tumbleweed Connection" slaat de weegschaal ditmaal
wat door naar de vitale kant, in tegenstelling tot de
tweede elpee „Elton John", waarop onze vriend zich
uitleefde in meer gevoelig werk. Hoe Elton John te
werk ging voor „Empty Sky", zijn allereerste lang-
speler. is ons niet bekend, want deze plaat is tot op
heden niet in ons land verschenen. Dat is eigenly'k
doodjammer, een juist beeld van de ontwikkeling van
John hebben wjj daarom niet. Wel weten wy dat John
deel heèft uitgemaakt van de in Engeland hogelijk
gewaardeerde groep Bluesology. Een mogelijke
Bluesologyinvloed is de overduidelijke rockbasis, die
in zowat het gehele repertoire doorklinkt zonder te
domineren.
Enfin, „Tumbleweed Connection" is een groots pro-
dukt, met voor iedere popliefhebber wel wat van zijn
gading. Voor de gevoeüge geesten is „Talking old
soldiers" en „Love song" maatwerk en voor de zware
jongens moeten „Country comfort", „Burn down the
mission", „My fathers gun" en „Ballad of a well
known gun" gesneden koek zijn. Typerend voor Elton
John is de gospelachtige pianoriedeï, die hij by na altijd
als intro ten beste geeft. Net als op „Elton John"
zorgde Paul Buckmaster voor de prachtige arrange
menten, die de Elton Johnmelodieën een goed, soms
wat barok reliëf verschaffen. Wij geloven dat. John
het dit jaar helemaal gaat maken met zijn mixture
van sentiment en vitaliteit. Klasse. (DJM 410).
Elton John
Na geruime tijd met elkaar in onmin geleefd te hebben zijn de gebroeders
Gibb, beter bekend als The Bee Gees, weer bijeen. De hernieuwde samenwer
king resulteerde al meteen in een topsingle, „Lonely days" geheten, en in een
nieuwe elpee, die de symbolische titel draagt ..Two years on". Uit de nummers
van deze plaat blijkt dat de heren Gibb het componeren nog steeds niet verleerd
zijn. Neem bijvoorbeeld „Two years on", „Every second, every minute" „Man for
Hoe het nu eigenlijk zit met de vroeger zo bekende zanger Chris Farlowe
is ons niet helemaal duidelijk. Volgens ae laatste berichten zit hij bij Jon
H.seman's Colosseum (hij werkte tenminste mee aan de plaat „Daughter of time"),
maar er is ook een recente schijf in de handel waarop Farlowe zingt met de
all seasons en natuurlijk het singlesucces ..Lonely days", stuk voor stuk
nummers van de overbekende Bee GeeskwaliteitMen moet overigens wel een
liefhebber zijn van sentimentele klanken om deze elpee volledig op prijs te stellen.
Niet iedereen houdt immers van die zo typische vibrato's, waarop de gebroeders
het patent schijnen te bezitten. En ook de smartlappige teksten zullen niet
iedereen kunnen bekoren. Maar de verkoop van de single „Lonely days" blijkt
dat er wel degelijk een markt voor is, en daar gaat het toch om (Polydor
2310 069).
groep The Hill. Goed beschouwd maakt het weinig uit, want op beide schijven
blijft Farlowe wat onder de maat. Hij heeft zich een soort Oxfordaccent
aangemeten, a la P. J. Proby in zijn glorietijd, hetgeen het geheel wat geforceerd
cc et klinken. Weliswaar beschikt Farlowe over een goede stem, maar hij gebruikt
hem op beide platen toch echt wel verkeerd. Het beste van ..From here to
mama Rosa-Chris Farlowe with The Hill" vinden wij nog de begeleiding van
or.der andere Paul Buckmaster op cello, die beter klinkt dan het gechargeerde
geschreeuw van Farlowe. (Polydor 2425 029)
Zoals bekend koestert een groot deel van de
Amerikaanse jeugd wantrouwen jegens het regerings
systeem van de heren N'ixon en Agnew. Die onvrede
uit zich in demonstraties, stakingen, geschriften en
muziek. Frank Zappa is een van de mensen die meer
malen het systeem belachelijk maakt en ook Country
Joe McDonald ageert tegen vele in Amerika bestaande
wantoestanden. Laura Nyro, hofleverancier van The
Fifth Dimension, gaat al deze problemen wat subtieler
te lijf. Zij verpakt haar kritiek in een wat dichterlijke»-
vorm, maar die is daarom misschien wel vernietigender
dan van wie ook.
Zo prijkt er op Laura Nyro's allernieuwste elpee
„Christmas and the beads of sweat" het nummer
„Christmas in my soul", waarin zinnen voorkomen, die
de conservatieve Amerikanen niet bepaald op pry's
zullen stellen. Toch is het niet zo dat Laura Nyro
voortdurend van leer trekt tegen allerlei wan
toestanden. In haar nummers preekt zij de liefde, de
gemoedsrust, de innerlijke vrede die immers de op
lossing biedt voor alle moeilijkheden in deze wereld.
„Up on the roof" van Gerry Coffin en Carol King (het
enige nummer op deze schijf dat niet door Nyro ge
componeerd is), is daarvan een prachtig voorbeeld.
Zij zingt: „Als het je allemaal te veel wordt, ga dan
het dak op en kijk naar de sterren, adem de frisse
lucht in, dan pas kan je je vrijmaken van het lawaai
daar beneden".
Ook in de verklanking van haar nummers gaat Laura
Nyro subtiel te werk. Primair bij haar staat de intentie
van de tekst, waaraan de begeleiding volledig wordt
aangepast. Die begeleiding beslaat doorgaans slechts
uit piano en wat gitaren, hier en daar aangevuld met
koperaccenten. Laura Nyro's geluiden kan men moei
lijk aanmerken als typische consumptiemuziek. daar
voor is zij gewoon te exclusief in expressie. Dat er
overigens van haar melodieën toppers zijn te maken,
blijkt uit de verscheidene hits van The Fifth Dimen
sion. Dit vijftal zong Nyronummers als „Blowin'
Away", .„Stoned Soul Picnic", „Sweet Blindness" en
„Wedding bell blues" naar de top van de hitparades in
de hele wereld. Niet alleen The Fifth Dimension heeft
werk van Laura Nyro op het repertoire, ook talloze
andere artiesten putten maar al te graag uit het rijke
Nyropotentieel. Terecht mogen wij wel zeggen, want
we hebben hier te maken met kwaliteitsmuziek.
(CBS S 64157).
In verband met het verschijnen van de vorige elpee van de Britse formatie Skin
Alley, schreven wij al dat deze groep sterk door de jazz beïnvloed was. Op de kort
geleden verschenen nieuwe elpee van deze uit vier man bestaande formatie is het
helemaal jazz geworden. Enkel het strakke basisritme herinnert nog aan het pop
Als je de plaat „Evensong" van het Britse trio The Amazing Blondel beluistert,
dan kan je nauwelijks geloven dat het voor deze plaat aansprakelijke trio tot voor
kort werkzaam was in het zogenaamde „zware idioom". The Amazing Blondel speelt
verleden. maar voor de rest is het toch wel jazz. De grote uitblinker van Skin Alley
vinden wij Bob James, die verscheidene knappe soli ten beste geeft op sax en
fluit. James is trouwens de man die praktisch het gehele repertoire voor de groep
schrijft. Hoogtepunt van deze schijf vinden wy overigens niet een Jamescompo-
"tie, maar het jofel stampende „Walking in the park" van blneskei Graham
Bond (CBS 64140).
kromhoorn en nog wat vreemd instrumentarium, bouwt de groep een broze sfeer,
die noodt tot het bevrijden van jonkvrouwen. Het geheel heeft overduidelijk niets
te maken met popmuziek. Ook ouderen zullen van deze muziek genieten, die heel
oprecht (zo klinkt het tenminste) vertolkt wordt door The Amazing Blondel (Island
6339 025).
„Van alle aardse dingen zijn siera
den wel de meest bestendige. Hun
glans en vuur blijft eeuwenlang
schijnen en geven de draagsters een
gevoel van geluk en trots. Geen
beter bewijs van trouwe liefde, geen
langere herinnering aan een geluk
kige gebeurtenis dan het juweel",
zijn woorden van K. A. Citroen, de
beroemde Amsterdamse juwelier, die
natuurlijk alleen belangstelling heeft
voor „echt". „Om het kleinburgerlijk
mevrouwtje met haar kleine bril-
jantjes opzij te schuiven, daarom
maak ik anti-bijous", verklaart de
Parijse modeduizendpoot Solange
Pelta, en smijt met onecht. Een der
de opvatting is die van de beroemde
te Parijs werkende Madame Swa-
rovski. Met eerbied voor de adel van
het materiaal, maar met goed be
grip voor de onstuitbare zucht naar
grote sieraden (die „in het echt"
geen normaal mens kan betalen)
maakt zij sieraden met behulp van
edel metaal en „Tirools geslepen"
stenen. Dat is vaker fraai glanzend,
kleurig glas, dan kristal.
Echt en onecht
De mode in sieraden is nooit zo snel
voorbijgegaan als die van het kos
tuum. maar toch is er altijd sprake
geweest van modewisseling De ver
klaring van Solange hoort dan ook
precies thuis in de mode van van
daag. Zij heeft kostuumhistorie ge
studeerd en hield ervan voor zichzelf
kleren te maken. Eigenlijk geen kle
ren maar kostuums, ze zag er nogal
onmodieus mee uit. Maar de mode
achterhaalde haar, nu staat haar
couturehuis op een top, ze heeft juist
een serie shows voor de Amerikaan
se tv aangekleed Geen show zon
der klatergoud: haar laatste rage is
dan ook or.echte sieraden maken.
Door haai studie kent ze alle vor
men van tooi, uit alle beschavingen
door alle eeuwen. Maar ze gebruikt
lekker onechte materialen, schildpad,
parelmoer, galaliet. allemaal van
plastic en de onedelste metalen met
namaak-edele kleur. Wat zeggen de
edelsmeden die werken met eerlijk
écht materiaal hiervan? Ze glim
lachen en kunnen het best verdra
gen. Alleen zon uitdrukking over
dat kleinburgerlijk mevrouwtje vin
den ze niet aardig Vorstinnen en
prinsessen die men moeilijk van
kleinburgerlijkheid kan betichten,
dragen werkelijk geen diadeem om
boodschappen te doen of hun bloe
men te schikken. Maar wèl bijvoor
beeld een klein briljanten speldje op
Maar zij glimlachen heel tevreden,
die edelsmeden. Want al het jjzer en
koperwerk dat onze meisjes momen
teel om nek en middel hangen, gaat
als mode snel voorbij. Wat over zal
blijven, is een waardering voor het
sieraad in het algemeen, en voor
iets, dat langer zijn schoonheid be
waart in het bijzonder. Wat óók
blijft en eeuwig geweest is: het sie
raad verfraait en is meteen een
bewijs van welstand. Hoe ouder het
meisje met de hondekettingen wordt,
des te meer zij (of haar man) bezield
zal raken door de wens te kunnen
tonen dat zij zich wat beters permit
teren kunnen.
Industrie
De industrie past zich hierbij aan,
en loopt vooruit op de toekomst.
Grote bedrijven (edelsmidsen zouden
wij ze noemen) leggen zich toe op
het fabriceren van „echte" massa
artikelen. Ze hebben daarvoor een
grote apparatuur nodig, moeten het
hebben van de grote omzet, stemmen
dus hun ontwerpen af op de vraag
van een groot publiek, dat natuur
lijk wel thuishoort in de groep die
„echt" kan betalen. Juweliers heb
ben deze sieraden in voorraad en nu
de zo lang remmende drempelvrees
overwonnen raakt, vinden deze mas
sa-artikelen van edele grondstoffen
hun weg.
Tegenover de grote bedrijven staan
de kleine die zich specialiseren op
het vervaardigen van exclusieve sie
raden: voornamelijk handwerk. Juist
nu het massawerk ingang vindt, ont
staat natuurlijk onder de groep die
exclusief wil zijn. de wens sieraden
te dragen die n'et ièdr-cen het".
In tegenstelling tot wat men zou
verwachten, zijn het juist de jongere
garde en de middengroep, die naar
exclusiviteit verlangen. Van de an
dere kant is dit niet zó verwon ,ortdu
lijk: de groep die wij even de „ou<
wetse" elite willen noemen, t
doorgaans wel familiejuwelen,
die waren en zijn gegarandeerd I
clusief!
Jammer, maar begrijpelijk is het
vele juweliers vooral buiten i
grote steden, het nog niet goed
durven om deze exclusieve sien
in hun collecties op te nemen. Si
den gaan niet een-twee-drie vat
hand. De kleine edelsmidsen kun
gemakkelijk elke drie maanden
nieuwe modellen komen. Maar
de hedendaagse snelle modem j^aa^
ling, is het risico niet uitgesloten
de juwelier met zijn unica I
Zitten, In de kleine bedrijven
het handwerk bloeit, wordt ie_
techniek ook oude zoals vuurif
gulden en emailtechnieken
past, er wordt geïmproviseerd
de machines van de grote bedrij !j
nu eenmaal niet kunnen. Het
van edelsmid wordt in ons lar
verschillende kunstacademies
onderwezen. De afgestudeerden
kwamen zich meestal daarna i
buitenland. Maar voor het begit
van een eigen bedrijf i
lijk kapitaal nodig... Vroeger wai
ontwerper een theoreticus die
een aardig ontwerp kon tek<
maar zich niet te veel aantrok
de uitvoerbaarheid. De modeller
ker was de man die uitvoerde
bovendien dikwijls slechts gesp
liseerd was in één techniek. Te
woordig zijn de beroepen ontweraL'',-
modelleur meestal in één edelsjf.. -g
gecombineerd. Daarom is
hem ook kans op een plaats in
Nederlands grootbedrijf, i
ressant te werken en ervaring op
doen. De invoer van sieraden uit
buitenland is hier vrij groot;
Nederlandse industrie zet zich
o.a. met behulp van jonge vaknv
sen die invoer te beperken.
Initla
8dlt i
erkl
eugd
wuT«
estigc
TEA FOR THE
TILLERMAN
Zonder meer een uitstekende plaat is
de elpee „Tea for the Tillernian" van
Cat Stevens, die enige tijd geleden een
prima come-back vierde met de single
„Lady D'Arbanville".
Uit dit laatste nummer blijkt over
duidelijk dat Stevens een pure roman
ticus js, die zich graag bezighoudt met t
fenomeen vrouw. Welke man trouwens
niet? Daarnaast heeft Stevens toch ook
een open oog voor bijvoorbeeld het
generatieconflict, zoals in „Father and
son" en „But I might die tonight".
Vooral het laatste nummer bezit een
prachtige levensles: „Jongen werk hard,
misschien krijg je nog wel eens zo'n
goede baan als ik, gebruik je ogen, kyk
vooruit, wees verstandig" en dan die zo
relativerende slotzin „Ik voel daar hele
maal niks voor, vanavond kan ik wel
dood zijn!".
Zoals u ziet is Cat Stevens een knaap
met duidelijke inhoud, die terdege de
betrekkelijkheid van het leven inziet.
Behalve een rijkdom aan fraaie teksten,
valt er op „The for the Tillerman"
te genieten van heel jofele muziek,
die rudimentair wordt verwekt door
gitaren met hier en daar wat vio
len. In een nummer als „Wild world"
bijvoorbeeld wordt nergens de Intentie
verstoord door een te overdadige or
kestratie, zoals op sommige coverversies
van dit prachtige nummer wel het geval
is. Cat Stevens telt met dit fijne album
weer helemaal mee en hij zou, op deze-
weg voortgaande, wel eens kunnen uit
groeien tot een van de sterren van het
nog verse jaar 1971. Hoogtepunten van
..Tea for the Tillerman" vinden wij
„Sad Lisa „Wild world", „But I might
die tonight" en „Where do the children
play?". Overigens zijn alle nummers van
absolute topkwaliteit. (Island 6339 020)
SPIRIT
Een heel vervelende aangelegenheid
is de elpee „Twelve dreams of Dr. Sar-
donicus" van de groep Spirit. Er is
werkelijk niets boeiends aan deze plaat.
Er wordt heel moeilijk gedaan met aller
lei gierende gitaaruithalen, maar dat
levert alleen maar een hoop geluid op.
Zonde van het vinyl (Epic BN 26281).
PRETIGE MUZIEK
Het echtpaar John en Beverly Mar
tin produceert op de elpee „The road
to ruin" wat je zou kunnen noemen
prettige, eigentijdse achtergrondmuziek.
UI*, de tsksten blijkt dat het duo wel
wat meer noten op haar zang heeft,
maar het totaalbeeld van de plaat is
wat verklanking betreft echt weinig
pretentieus. En dat is misschien wel zo
pretig. Nu worden 'we getrakteerd op
lichte volksmuziekachf'ge geluiden met
hier en daar wat „jazzy" elementen, die
worden ingebracht door de verscheidene
gastsolisten op deze schijf. Zo weeft ex-
Soft Machine Lyn Dobson prachtig sub
tiele fluitgeluiden door de lieflijke me
lodie „New Day" en Ray Warleigh doet
hetzelfde op saxofoon in Primrose Hill".
Als geheel een prettige schijf. (Island
6339 023).
DISCORUBRIEK
Kortgeleden hadden wij het hier nog over de rijke CBS-voorraad aan brass-
fermaties Dat was in verband met het verschijnen van dc elpee „Ballin jack"
van de gelijknamige groep, waarop geluiden voorkomen, die sterk verwant
zijn aan die van Blood, Sweat and Tears en Chicago CBS blijkt echter meer
van dergelijke formaties achter de hand te hebben, getuige het verschijnen van
een elpee van de groep Dreams. Op deze plaat treffen wij ook weer van die
tjpische tussen jazz en pop zwevende BST- en Chicagogeluiden aan Dat is op
zich niet zo erg, ware net niet dat ook Dreams voor de dag komt met composities,
die wel heel erg sterk aanleunen tegen de BST-originals. Overigens moeten wij
ons petje afnemen voor de sterke instrumentale uitvoeringen van Dreams. Hier
zijn jongelui aan het werk, die met hun instrumenten weten om te gaan. Tot de
leden van Dreams behoort onder andere het voormalige BST-lid Randy Brecker,
en trompettist, die ook met Horace Silver heeft samengewerkt. Compositorisch
dus niet zo'n originele schijf, maar qua verklanking zeker topwerk. (CBS 64203).
door Charles Bels
i
s*
f-V
De klassieke bontmantel doet het niet zo best meer. Nu
dank je een goede bontjas niet zo gauw af, maar de nerts
van „Monsieur Z.", een beroemde bontmeneer tn Parijs,
geeft aardige Ideeën tot moderniseren: een brede ceintuur
om het middel en twee smalle om de mouwenHier zijn
ze van goudkleurig hard metaal. Daar slijt het bont
lekker vlug van.
n de moderne skihelm opgeslagen om
brons je wordt van Ayer's Bronze
Permanent.