(D 0
£cidóe(BoiïYa/nt voor onze kleine lezers
De drie wensen
r
Dr Pluizer vraagt
uw aandacht voor
drie professoren
schaken
Van
O 0 0
$F|© f 1 O©©©
wi-^. 3U-^.ua«^ °-£^~ yT^wz.lfe: §T^U *^'-*"3 v-^~- z<>~ N^X
Schrikt u niet van deze „zeergeleer
de" puzzel; het is maar een woord
speling. Ook niet bij het zien van ie
wetenschappelijk aandoende lijnen en
bollen. U hoeft niets af te weten van
geofysika, elektronica, termodynami-
of hoe het heten mag. De puzzel is
alleen maar gezellig om op te lossen
Lijnfiguren als deze horen nu eenmaal
bij professoren. In de rondjes ziet
u ook allerlei figuurtjes. Deze staan
anders nooit in zo'n constructie, maar
het is ook óns werk geweest. Wij te
kenden ze re in, omdat er zo'n leuke
puzzel mee te maken was. Onderaan
ziet u de figuurtjes nader verklaard.
Zoek eerst bij eike professor in het
verloop van de lijnen om hem heen,
de enige weg die u van linksonder
r rechtsonder kunt gaan, zónder
af te dwalen op zijwegen. Bij pro
fessor Tonio krijgt u dan 13 rondjes
Bij déze 13 zet u de beginletters van
t elk figuurtje voorstelt, wat u on
deraan kunt bekijken. Maar u ziet na
tuurlijk dat er vele bij zijn die twee
betekenissen hebben. Ziet u b.v. gi
raffe. dan kan het de G (van Giraffe)
of de A (van Afrika) zijn. Een gondel?
Goed. de G. maar denk dan ook aan
de V van Venetië. Wat professor To
nio op zijn brood eet. begint dus met
de F van Fiets of met de R van Rij
wiel. Gelukkig zijn er rondjes bij met
één beginletter De Z van Zon kan
geen andere zijn. de W van Walvis j
ook niet. Die geven u houvast om het j
gevraagde snel te vinden. De figuur- j
ties op de zijwegen doen niet mee en
staan er voor de fleur bij. Kunt u nu
uitpuzzelen
u. Wat professor I eet.
b. Wat professor II zegt,
c. Hoe matineus professor III ge-
woonlijk is?
Let bij II ook op enkele komma's en
een uitroepteken. En wat deze pro- i
lessor zegt, rijmt ook nog!
I Oplossingen dienen uiterlijk woensdag 10 j
februari 12 uur per briefkaart met ver- j
schaakmedewerker W J
Muhring.
Dat aanval ook bij het spel op de 64
velden de beste verdediging is bewijzen
onder meer de beide onderstaande par
tijen. In de eerste partij wordt een der
kandidaten om de wereldtitel Kortschnoj
van het bord geranseld. Opmerkelijk in
deze partij is de orinele aanvalscombi-
natie, waarbij zelfs een elegant dame
offer voor de nodige sensatie zorgt
In de andere partij demonstreert
Fischer zijn architectonische talenten
door zijn rivaal over het gehele bord on
der druk te zetten.
Een diep berekend loperoffer, dat zelfs
een computer te machtig zou zijn, is de
inleiding van een geweldig slotoffensief.
Wit: Tukmakov Zwart: Kortschnoj
Gespeeld in de 38ste wedstrijd om het
kampioenschap van Rusland te Riga
1970-1971.
Nimzo-Indisch
1. d2-d4, Pg8-f6; 2. c2-c4, e7-e6; 3.
Pbl-c3, Lf8-b4; 4. e2-e3, 0-0; 5. Lfl-d3,
c7-c5; 6. Pgl-f3, d7-d5: 7. 0-0, d5xc4; 8.
Ld3xc4, Pb8-d7; 9. Ddl-b3, a7-a6; 10.
a2-a4, Dd8-e7; 11. Tfl—dl, Lb4-a5; 12
Db3-c2, c5xd4; 13. e3xd4, Pd7-b6; 14
Lc4-a2. h7-h6; 15. Pf3-e5. Lc8-d7; 16
La2-bl, Tf8-d8; 17. Tdl-d3, Ta8-c8; 18.
Td3-g3, Kg8-f8; 19. Dc2-d2
(Een geraffineerde voorbereiding van een
uniek offensief)
19. Pb6-d5; 20. Lbl-g6!, Ld7-e8
Stelling na 20. Ld7-eS
ZATERDAG 6 FEBRUARI
c2-c4. Kd7-c8; 17 Ddlxa4. Dd8-ó;
Da4-b3, g"-g5; 19 Lh4-g3. Pf6-h:
c4-c5!. d6xc5. 21 b4xc5, Dd7xd5
(Op 21 Ld5. beslist 22 Db6!»
22. Tel-e8\ Kc8-d7; 23 Db3-a4\
24. Pd4xc6 en zwart geeft zich ge
I
lié
I
a i t
t
i 4 i
9
ff s'a
-a
"W
Pi
m aa*j
m
>:- i c i o
m
GEWAARSCHUWD WAN
Het doubleren van een cor
grond van het feit dat de troev
zitten, is alléén niet voldoende or
te rechtvaardigen Door het doublel
telt men de leider tevoren het
nieuws over de troefverdeling
speler die een beetje vertrouwd is
de eindspeltechniek zal daardoor
staat zijn een eindfiguur te creëre
het hem mogelijk maakt alsnog
contract te voldoen, terwijl hij
doublet waarschijnlijk wel down 2
gegaan Zoals vaker het geval is,
in bridge zwijgen soms meer w;
zijn dan spreken.
Het spel stamt uit een viertall
strijd en lag als volgt:
H 3
H B 7
O A B 8 6 4 3
A 10
het bureau
blad.
In een dal tussen de bergen woon- f
de eens een zadelmaker die wijd
en zijd bekend stond als een uitste
kend vakman. Vanaf de hellingen evi
vanuit de andere dalen kwamen mera-
sen naar hem toe met hun paarden en
ezels om nieuw leerwerk te l'vA/*n
Op een dag stapte een zeer' voorname,
In groen fluweel geklede, ruiter.* van
zijn roodbruin paard af. „Goede man,
mijn teugel is gebroken", z/eA hij.
„Wilt u mij een nieuwe sterke ma
ken?"
„Als u zo goed wilt zijn op rvtijn bank
vóór de werkplaats te wach'zen, zal ik
zo gauw mogelijk een nievtr.ve teugel
snijden", was het antwoovxi. Terwijl
de vreemdeling in de voorjaarszon
wachtte, dromden jongens ruit het dorp
vol eerbied om hem heen. Zulk een
voorname ruiter hadden 'zij nog nooit
gezien. Maar al vlugger dan de reizi
ger voor mogelijk had rgehouden, was
het leerwerk klaar: ee/.i glanzend le
ren teugel met figuurtjes versierd en
voorzien van haken <en ogen waar het
hoorde. De ruiter oprees het werk.
betaalde royaal en reed weg. Maar
een ogenblik later 'keerde hij terug en
riep: ..Man. nog rjcoit heeft een van
mijn paarden zó fgc>eó gehoorzaamd op
het minste rukjft van een teugel! Ik
wil voor dit r/rachtwerk een extra
beloning gevery. Heb je soms een
De zadelmaker, die in de deuropening
van zijn werkplaats stond, had juist
het gezicht op zijn tuin waarin een
kerseboom. vol bloesems stond te pron
ken naast 'Aen meidoorn. „Ach", ant
woordde hi$. „wat ik graag zou willen,
kunt u rrie toch niet geven. Mijn
kerseboor» draagt de lekkerste kersen
die er tyestaan. Maar elk jaar als ze
rijp. gewoeg zijn om geplukt te wor
den. is mij de een of andere schavuit
vóór; Jk zou willen dat die kersen er
nu eemfe aan bleven hangen voor mij
zelf',
„Je *wens zal vervuld worden", voor
spelde de vreemdeling. „Wie het
wr/agl in die kerseboom te klimmen
om te stelen, zal er in blijven hangen
<m er niet meer uit kunnen komen!"
.Met die woorden vertrok de ruiter cn
de jongens keken hem angstig na. Zij
wisten méér van die lekkere ker-
Het
in
voorjaar ging
kersebloesems vielen
grond. Kleine, groene vruchtjes be
gonnen te zwellen, te kleuren en wer
den donkerrood. Voor het eerst, zolang
de zadelmaker het zich herinnerde,
werden zijn kersen niet gestolen. Hij
plukte ze zélf op het juiste ogenblik
en het waren er zo veel dat zijn
vrouw van een deel sterke kersebran
dewijn maakte. Juist toen kwam de
vreemdeling opnieuw bij hem aanrij
den, ditmaal op een gitzwart paard
waarop zijn roodzijden cape leek te
gloeien als vuur. „Wilt u nieuwe rie
men maken voor mijn stijgbeugels?"
vroeg hij de zadelmaker. „Als u zo
goed wilt zijn op mijn bank voor de
werkplaats te wachten, zal ik dat zo
gauw mogelijk doen", was het ant
woord. Maar vóór de leerwerker
daaraan begon, zette hij een kom
kersen bij de ruiter ..Kijk eens'" zei
hij dankbaar, „Voor het eerst is er
geen dief geweest, en proef zelf: bete
re kersen groeien er niet op Gods
aardbodem".
Terwijl de ruiter wachtte en van de
vruchten genoot, keek de vrouw van
de zadelmaker door haar venster naar
deze wonderbaarlijke ruiter. Daar
kwam haar man al met de nieuwe
stijgbeugels aan. Hij maakte ze vast
aan het zadel, de ruiter betaalde en
steeg op. „Ik voel het al. nooit heb ik
gemakkelijker mijn paard bestegen"
zei hij. ..ik wil u graag voor dit
vakwerk belonen Hebt u een
De zadelmaker steundé juist zijn han
den in de rug. Hij was moe. Want nu
het weer mooi was en de wegen goed
begaanbaar en de paarden druk aan
het wer) op het land, kwamen de
klanten van heinde en verre aan. Zijn
dagen begonnen vroeg en eindigden
laat. „Ach", antwoordde hij, „wat ik
zou willen, kunt u niet geven. .Mijn
heerlijke leunstoel is altijd bezet, als
ik eventjes wil rusten. Ik wou dat er I
eens niemand in zat".
„Je wens wordt vervuld", voorspelde j
de vreemdeling. „Wie het waagt in je I
leunstoel te zitten, zal erop vastplak- 1
ken en er niet meer uitkomen". Met
die woorden vertrok de ruiter. De j
man keek hem na... En door het ven-
ster keek de vrouw die alles gehoord
had en een beetje bang werd. Zij zat
immers altijd in zijn stoel! Maar
voortaan zou ze dat wel laten...
Het was al najaar toen de voorna
me ruiter voor de derde keer i
kwam. Hij bereed een schimmel en
zijn goudgele mantel blonk als de zon.
„Voor dit paard wil ik .een nieuw
zadel hebbenbestelde hij. De zadel
maker keek peinzend naar paard en
ruiter. „Graag zal ik een zadel ma-
ken", zei hij. „Maar als ik u zo zie,
moet ik zeggen dat alleen een koren-
blauw fluwelen zadel mooi genoeg is.
En dat kan ik zo vlug niet maken. Ik
wil er dagen aan besteden in de I
komende winter, als u dat goed j
„Goed", zei de ruiter. „Geef mij dan
nu alleen een nieuwe zweep". De
leerwerker liet hem een zweep uitzoe
ken. De ruiter betaalde en terwijl de
handwerksman zijn geldkistje opende
om wisselgeld te nemen, vroeg de
ruiter: „Heb je een wens? Voor dat
verstandige antwoord over een blauw
fluwelen zadel, past een extra belo
ning".
„Ach". klaagde de zadelmaker, „ik zie
dat er alweer wat geld uit mijn kistje
is verdwenen... Ik wou dat die kleine
dieverijen nu eens afgelopen wa-
„Je wen,, is al vervuld!" riep de
vreemdeling. „Wie het waagt iets uit
je kistje te nemen, zal er zijn hand
niet meer uit terug kunnen trekken".
Toevallig keek hij daarbij in de rich
ting van de jongen die bij de zadel
maker het vak leerde, en verlegen
naar de grond staarde. Vanaf die dag j
ontbrak er nooit meer een cent uit
het geldkistje.
Toen werd het winter Kou
sneeuw en ijs heersten in het
bergland. De zadelmaker had het niet i
als
de
Hij
maakte een voorraad en besteedde
vele uren aan het blauw fluwelen
Op een avond werd hard op de deUr
gebonsd.. De zadelmaker stond op uit
zijn heerlijke leunstoel om de deur te
openen. Drie rovers stampten naar
binnen, zwaaiden mét knuppels en
schreeuwden: „Je geld of jé leven! Er
is hier in de afgelopen zomer heel
wat geld verdiend. En kijk eens wat
een zadel hij aan het maken is: kom
op en haal je geld!"
Op dat ogenblik herinnerde de zadel
maker zich de woorden van de voor
name ruiter, en daarom zei hij tegen
de eerste rover: „Maar gaat u eerst
eens even in mijn stoel bij het vuur
zitten en drink een slok van mijn
kersebrandewijn". Dat liet de bandiet
zich geen twee keer zeggen. Hij zonk
in de stoel en zette het glas aan de
Tot de tweede rover zei hij: „Mijn
geldkistje staat in de werkplaats, ik
zal het u wijzen". Zij gingen naar de
werkplaats, de zadelmaker opende het
geldkistje, maar toen de rover zijn
hand erin stak. sloeg de leerwerker
het ijzeren deksel met een klap dicht.
De vingers van de bandiet zaten er
tussen geklemd en hij brulde van
Oplossing puzzel
luidt:
Peper cn zoutstelletjes groothandelaars
verenigingsorgaan
pijn. Maar binnen in het huis zei de
vrouw tegen de andere rovers: „Hoor
onze hond! Die is zo waaks!" De
zadelmaker sloot de tierende rover
met de geldkist aan zijn hand, goed
op.
Toen kwam hij weer binnen en zei
tegen c|e derde rover: „flot, gouddat
de voorname vreemdeling mij heeft
gegeven, ligt verborgen in mijn kerse-
boöm. Jc moet erin klimmen, dan zie
je een holte boven in de stam. Daar
kun je de munten vinden". De derde
rover ging naar buiten, maar riep:
,Er staan twee bomen, welke is de
kerseboom?"
Toen kreeg de zadelmaker een bijzon
dere inval. „Die aan je rechterhand!"
riep hij terug. Maar de rechter, dat
was de meidoorn! De rover klom erin
en bleef aan de dorens h aken. Hij
worstelde om los te komen, maar het
lukte niet. Zijn kleren scheurden, zijn
huid bloedde en de takken hielden
hem vast.
21. De7-b4
I (Na 21. gh6: volgt 22. Lh6:\ Kg8; 23.
de vorige week i Ld3t Kh8; 24 Lg?T Kg8; 25 Lf6;t
[Op 21. fg6: beslist 22. Dh8t, Pg8; 23.
Tg6:!)
22. Dh6-h8L Kf8-e7; 23. Dh8xg7, Db4xd4;
24. Pe5-d3, La5xc3; 25. b2xc3, Pd5xc3,
Pd5xc3; 26. Lcl-a3\ Ke7-d7; 27. Tal-el.
Kd7-c7
(Praktisch gedwongen)
28. La3-e7, Pc3-d5; 29. Le7xd8\ Kc7xd8:
30. Lg6-e4. Dd4xa4; 31. Le4xd5, Pf6xd5;
32. Dg7-g5t, Kd8-c7; 33. h2-h4, Le8-b5;
34. Tel-cl', Lb5-c6; 35. h4-h5. Da4-d4;
36. Pd3-e5. f7-f6; 37. Pe5xc6, b7xc6; 38.
Dg5-g7\ Kc7-d6; 39. h5-h6, Pd5-f4; 40.
Dg7-g4, Dd4-d2; 41. Tcl-dl
en zwart gaf zich gewonden.
Na 41. Pe2t beslist 42. De2:l
WitFischer Zwart: Rubin etti
Gespeeld in het interzonale toernooi te
Palma de Mallorca 1970.
Siciliaans
1. e2-e4, c7-c5; 2. Pgl-f3. d7-d6; 3.
d2-d4. c5xd4; 4. Pf3xd4, Pg8-f6; 5.
Pbl-c3, e7-e6; 6. Lfl-c4
(Bij voorkeur door Fischer gespeeld. Een
goed alternatief is 6. g4)
6 a7-a6: 7. Lc4-b3, b7-b5; 8 0-0,
Lc8-b7
(Beter is 8. Le7 bijvoorbeeld 9. f4, 0-0:
10. f5, b4)
9. Tfl-el, Pb8-d7
(Op 9. Le7 was 10. Le6: gevolgd)
10. Lcl-g5, h7-h6; 11. Lg5-h4
(Beter was 11. Lf6: bijvoorbeeld 11.
Pf6: 12. a4!. b4 13. Pa2. Pe4: 14. Pb4:, d5;
15. Pb-c6!. Db6: 16. c4!)
11. Pd7-c5
(Beslissende fout. Juist was 11 g5; 12.
Lg3. Pe5);
12. Lb3-d5
waarna oost het nodig vond te£
bieren. Hij %it met zijn tv
achter de door noord genoemde kiel
en zijn singleton troef deed hem
onderstellen dat west daar x
tegen zou hebben.
SUSKE EN WISKE: De toornige tjiftjaf
Intussen had de vrouw het glas van
de eerste rover voortdurend bijgevuld,
zodat de man werkelijk niet meer uit
de stoel kon opstaan, in slaap viel en
snurkte dat het daverde. De zadelma- Stelling
ker kon zijn dorpsgenoten waarschu
wen en gezamenlijk bonden zij de
drie schurken met de sterkste riemen
vast en leverden hem de volgende
morgen uit aan het gerecht.
i 12. Lb3-dS
Toen in het voorjaar de
ruiter weerkeerde om hèt blauw
fluwelen zadel op te halen, vroeg hij:
„Hoe komt dat kleine donkerrode
vlekje op het fluweel?" Dat was een
druppel kersebrandewijn, gemorst
door de rover! De zadelmaker vertelde
hoe goed de voorspellingen waren uit
gekomen en samen lachten zij uitbun
dig om de geschiedenis.
Maar wat zou er gebeurd zijn als de
rover niet in de meidoorn maar in de
kerseboom was geklommen?
I fi I
1 i t
*83 i H I
t I
D 5f
I j 1 -
8 3 Ui'
tSEfl!
m m
I West startte met ruiten 10, die in n abrieks
J met het aas werd genomen. Het ten oen
spel van zuid was vlekkeloos: schop; ochter
I heer en klaveraas werden geïncasse
1 waarna schoppen werd nagespeeld. I 'ader t
maakte het aas en de vrouw (waaro; o r
i noord de kleine klaveren verdween'
i troefde een klaver met de harten 1
dummy. Hierna werd een kleine i
met de 2 getroefd en toen west hii
I moest bekennen, kon het contract
meer down. Een klavertje werd
troefboer getroefd .en een kleine n.
i met de vrouw. De laatste klave:
zuid werd in noord met de heer
j troefd (oost ruiten weg) en ruiten
van tafel gespeeld. Zou oost die m
6 kunnen troeven, dan troeft zuid
met de 9, waarna west wel met d<
kan troeven, maai van 8 4t vervol
in zuids A 5 moet spelen! Troeft
niet, of laag, dan troeft zuid met i
en zit west weer in de purée. Hij
overtroeven maar moet dan weer in
hartenvork spelen.
Zuid moet twee klippen omzeilen
dit spel. nadat hij door het doublet te
het minder gunstige zitsel
schuwd: in de eerste plaats moet klai
aas direct worden geïncasseerd omdat
anders met het tempo niet uitkomt e
de tweede plaats moet hij zich niet li
verleiden de ruitens vrij te troeven
tweemaal laag in te troeven. Een f
west laat het contract dan sneu'
door de tweede maal niet over te
ven ,maar een schoppentje op te ruin
Zuid kan zijn verliezende klaveren
niet tijdig écarteren en gaat down.
uit it tjilMLJiM, m/r nul M vtrimittt m it in
tuin. sihui m/r stut Mmtmrin myMlrn!.. mi
s--r jm haf uur 7» Ann A Ad mént I VjhAjjó /r jjf YVftlS
LUCKY LUCK: De Daltons in de Blizzard
MATT MARRIOTT: Grote broer