Schadelijk wild Nog steeds ongelijke onderwijskansen voor werkende jeugd MOET OP EEN HUMANE MANIER WORDEN BESTREDEN K.W.J.-VOORZITTER WIM VAN SEETERS: ZATERDAG 30 JANUARI 1-971 De uitvinder van de kooi is jachtopziener Van Velthuizen zelf. (Van een onzer verslaggevers) DE STEEG „Ik werd bij een boer geroepen, die last had van een vos, die zijn eenden roofde. Met een collega ging ik zoeken en uiteindelijk vonden we zijn hol. Ik nam mijn geweer, en toen zag ik hoe die vos een merel in zijn bek aan zijn vijf jongen voerde. was gek, maar ik kon niet schie ten. Een paar dagen later komen we terug, en weer hetzelfde. Toen zei nijn collega: „Weet je wat? Ik weet tog een dood zwijn te liggen in het tos" en hij weg. We legden dat zwijn ■oor het hol van de vos. Sinds die tijd had die boer geen last meer van die eendendief. Kijk. weet u wat ik nu /.eggen wil? Je hoeft niet altijd zo'n dier dood te schieten als hij schadelijk i. Je kunt hem ook bijvoeren." Aan het woord een man in het groen, juchtleren laarzen, gerimpeld gezicht. Om zich het aureool van de buiten- Voor de burgerlijke stand is hij an Velthuizen, 58. jaar. jacfytppzie- 'an beroep. De reden waarom we zijn gaan pra- s de volgende: De heer Van Velt huizen is de uitvinder van een serie kooien om schadelijk wild te 'vangen. Wat hij wil is: weg met die gemene klemmen die dieren verminken. Het schadelijk wild moet bestreden wor den, maar op een humane manier, en zonder die middeleeuwse martelwerk tuigen die nog veel en veel te veel worden gebruikt. Zijn simpele machine is doorgedron gen tot in de Tweede Kamer, waar momenteel een commissie zich bezig houdt met een wijziging van de jacht wet. En is het de minister bekend dat sr kastvallen zijn ontwikkeld, die evengoed werken als klemmen? ?r Van Velthuizen is de fotograaf Wim K Steften, wonend in De Steeg de rand van een woud waarvan naam ontleend lijkt aan een Tom- Poes-verhaa! „De Onzalige Bossen". In Steffens huis, waar de natuur een belangrijke plaats inneemt als de cultuur, vertellen hij en Van Velthui- .•an de kooi en de klem'. Zij hebben een brochure uitgegeven, waarin Steffens foto's nog beter hun verhaal vertellen dan de cijfers. In zijn verzameling, een foto van klem- o die een sieraad zouden zijn voor beil die in zijn vak gelooft; een van een buizerd, verstard, bevro- in pijn, door een klem die zijn De buizerd in de klem bewijst wel hoe erg de werking van dit martelwerktuig is. rechterpoot bijna heeft afgekneid; een foto van een eekhoorntje, overdwars geliquideerd; maar ook een foto van een das, onbeschadigd, levend in een kooi waaruit hij zal worden vrijgela ten omdat hij een beschermd dier is; en een foto van een buizerd, arrogant, gezond, een koninklijke verschijning. De. heer Van Velthuizen zegt: „Ik heb wat geëxperimenteerd. In de kooi doe ik aas, bijvoorbeeld een dode kip. Aan die kip hangt een dunne draad. Als een dier aan de kip vreet, trekt hij aan dat draadje en dan slaat de deur van de kooi dicht. Weet u wat het voordeel is van een kooi? Hij is niet wreed, en het dier wordt niet bescha digd, zodat het niet hoeft te worden afgemaakt. Men kan selectie toepas sen. Als je een ree vangt, of een das, of een roofvogel, dan is er niets aan de hand. Je doet de deur open en laat hem gaan. Maar een klem is niet selectief. Tot nog toe is een klem de normale ma nier om schadelijk wild te vangen. Ik heb ook veel met de klem gewerkt. Ik zit al 35 jaar in dit vak. Op een goeie dag had ik een klem uitgezet met aas. Dat aas kreeg maden en daar komen ook vogels op af. Toen ik ging kijken lag een fazant in de klem en daar omheen liepen kuikentjes. Ik had er meer dan genoeg van. Ik moest de hen afmaken en ook de kuikens, want die konden nog niet zonder hun moe- heb ik echter veel gevangen: 24 vos sen, 2 dassen. 1 bunzing, 1 eekhoorn, 10 buizerds, 4 kraaien en 3 eksters. Vooral dat aantal vossen is niet slecht, want een vos is het moeilijkste dier om te vangen. Klemmen worden gezet om de jacht te beschermen. In de herfst worden er ik weet niet hoeveel gezet. Misschien wel tienduizend. Maar wil je een goe de jacht hebben, dan moet je het schadelijk wild weghalen. Als je een klem gebruikt, sla je in negen van de tien gevallen de pootjes af. Ik weet waar ik het over heb, ik heb het zelf gedaan. Met een paar collega's ben ik ander half jaar geleden begonnen. Ik had genoeg van die dierenmishandeling. Veel wild is met klemmen verloren ge gaan. Ook beschermde dieren, zoals mar ters, dassen en buizerds. Wat wij willen is een klemmenverbod". Wetsvoorstel De heer Steffen zegt: „Minister Lardi- nois heeft onlangs een wetsvoorstel ingediend om de jachtwet te wijzigen. Hij wil het gebruik van klemmen beperken. Weet u dat bunzings en vossen, als ze in een klem zitten, hun gewonde poot eraf knagen. Konijnen draaien hun poot eraf". De heer Van Velthuizen: „Eigenlijk is het opzettelijke dierenmishandeling, want als je zo'n klem stelt, dan weet je dat het een ontzettende marteling voor het dier betekent. We hebben nu een stuk of tien soorten kooien. Aller lei instanties staan achter ons, zoals de dierenbescherming, de antivivisec tiebond enzovoorts. Het is alleen jam mer dat de Nederlandse Jagersvereni ging nog niet de voordelen van de kooi heeft ingezien. Dat komt omdat die jagers hun hele leven met die klemmen gewerkt hebben en daar willen ze niet van afstappen". We gaan even in het veld kijken, in een Volkswagenbusje dat ons ploete rend brengt naar de verste hoeken van de Onzalige Bossen. De heer Van Velthuizen zegt, achteloos sturend: „We hebben tegenwoordig nog maar weinig dieren. Neem nou de dassen Ze zijn wel schadelijk, maar we zijn toch blij dat we ze hebben. Ze waren aan het uitsterven. Omdat het nacht dieren zijn, komen ze onder auto's of treinen. Als ze nu ook nog geklemd worden, dan zou het er helemaal slecht voor ze uitzien. En dan de buizerd Men zegt dat ie schadelijk is. maar hij vreet muizen en zieke die- We gaan elke dag naar onze kooien kijken. Soms duurt het weken eer een vos er bij komt. De vos is het slimste Een vos is schadelijk, maar het is niet nodig het dier extra pijn te laten lijden. In een kooi ge vangen is hij nu onbeschadigd. en veruit het schuwste dier dat hier leeft. Als we een schadelijk dier ge vangen hebben, dan schieten we hem dood van dichtbij met een zuiver schot. Daar voelt ie niks van. Dat is heel wat beter dan dat hij dagen in zo'n klem zit. Dieren met jongen laten we los We proberen van alle dier soorten iets over te houden". Vissnoer We lopen door het bos dat stil ligt onder een dunne laag van mist. In een meterslange kooi ligt een dood zwijn. De heer Van Velthuizen zegt: „Ik ben vanmorgen al geweest. Wc zullen nu waarschijnlijk niets zien". Hij wijst op het gevaarte „we probe ren de kooien steeds kleiner te ma ken. Je leert elke keer. Eerst gebruik ten we vissnoer aan het aas. Maar wat deed Reintje de Vos? Die beet eerst dat snoer kapot en ging er toen met de kip vandoor. Nu hebben we staaldraad". Hij zegt het met bewonde ring; een stil applaus voor het symbool van dierlijke sluwheid. De tweede kooi is een moderner uit voering en aan het oog onttrokken door takken Het deksel schuift hori zontaal over een ondiepe kuil. De heer Van Velthuizen keurt de situatie. „Hij is er bij geweest, maar hij trapt er niet in. Vooruit dan maar. Een kip voor Reintje". Hij maakt het staal draad los. De derde kooi is een evolutie. Het is een rond geraamte, artistiek afgedekt met dennebomen. een harmonisch ge heel met het landschap. „De kooi was eerst los", legt de heer Van Velthui zen uit, „maar toen kwam er een keer een wild zwijn in. En wat deed ie? Die nam de kooi op zijn rug, en ging net zo lang rennen totdat de kooi omviel. We hebben hem nu maar met een stevige haak aan een tak vastge maakt f Terug in de auto zegt hij: „We willen geen herrie, echt niet. Wc willen al leen een eind maken aan die dieren mishandeling. De meeste jagers willen nog niet aan onze kooien. Toen wij ze de dieren lieten zien die we met de kooi gevangen hadden, zeiden ze dat wij die uit een dierentuin gehaald hadden. Daarom ben ik zo blij dat meneer Steffen foto's heeft gemaakt die als bewijs kunnen dienen. Je moet de dieren geen pijn doen. Zelfs geen vos, want die doodt alleen maar uit zelfbehoud, en dat kun je van de jagers niet zeggen" koesen f.50 (Van t ;rslaggevers) ;ord aat met DEN HAAG „Werkende jongeren worden niet gebo- i. Ze worden gemaakt. Ze worden er speciaal voor gemaakt om de belangrijkste trekpaarden voor bet karretje van de nationale economie te zijn. Ze draaien de hoogste produktie, maar verdienen het minst. En: ze krijgen maar verduveld weinig kans zich omhoog te werken". Dat laat de 29-jarige Wim van Seeters landelijk vrijgestelde van de Katholieke Werkende Jongeren te Utrecht, zich ontvallen in een gesprek het concepticprogramma van de drie vakcen trales. Hij wijt „die hele rottoestand" uitdrukkelijk aan de structuur van de hedendaagse maatschappij, vooral aan hel onderwijssysteem, dat die maatschappij han teert. „Het onderwijs, daar deugt maar weinig van. Dat afvalrace. De besten stromen door. De anderen weg of wat later afhaken. Die moeten aan de ilag. Het onderwijs heeft ze snel klaargestoomd voor iet werk, dat ze moeten gaan doen. Verder moeten ze maar aanmodderen. Er is geen sprake van, dat het onderwijs iedereen gelijke kansen biedt". Seeters vertrouwt er niet zo hard op, dat laar snel verandering in komt. „Als de huidige rege- "ing niet wordt weggestemd zal er in de komende vier jaar niets veranderen. Misschien toch wel een klein >eetje, om der wille van de nationale economie. Want als e helemaal niets doen worden de werkende jongeren ipathisch. En dat is slecht voor de economie. Maar de werkende jongeren eens een beetje centraal stellen, iat komt er bij deze regering niet van. Want dat zou letekenen. dat er ingrijpend aan de maatschappijvisie moet worden gesleuteld vakcentrales hebben in een nieuw actieprogram veel aandacht besteed aan het onderwijs. Zij hebben daarvoor in het program drie mogelijkheden naar voren geschoven om via nieuw onderwijs te bouwen aan een nieuwe maatschappij. Deze plannen kosten ieder voor zich veel geld, zo tussen de 3.7 en 1.4 miljard, variërend van de omvangrijkheid van het Gelijke kansen voor iedereen staat bij de vakcentrales en bij de KWJ voorop. Daarom staat in twee van de drie gezamenlijke programma's van de vakcen trale ook de eis om van de „werkende jongeren" tot en met het achttiende jaar „lerende jongeren" te maken. Weer zo'n duidelijke nadruk op die gelijke kansen. En dat betekent dat de vakcentrales willen dat ook jonge mensen die in bedrijven worden opgeleid als lerende jongeren worden gezien en niet. zoals nu het geval is, als werknemers die ook nog wat moeten leren. De vakcentrales willen verlenging van de leerplicht tot en met het achttiende jaar, ook voor meisjes. En zij vragen ook bijscholing en op onderwijsvernieuwing af gestemde systemen van opleiding van de leerkrach- Komen de werkende jongeren voldoende aan hun trekken in het concept-actieprogramma van de vakcen trales? „Ja en nee. Onze belangrijkste punten zijn erin opgenomen. Hier en daar wat minder uitdrukkelijk, dan we het graag hadden gezien. Bovendien gaat het ontwerp misschien nog een tikkeltje te veel uit van de huidige structuur, vooral daar. waar het onderwijs aan de orde komt", aldus Wim van Seeters. Daarom zullen de werkende jongeren met alle respect overigens voor de vakcentrales en het belang rijke stuk, dat ze geproduceerd hebben toch nog proberen vóór de verkiezingen met een eisenprogram ma te komen. Wim van Seeters: „Nee, daar zullen we waarschijnlijk geen stemadvies aan verbinden. We hopen wel, dat onze en andere mensen hun conclusies zullen hebben getrokken, vóór ze hun stemmen uit- Het bestuur van de K.W.J. hoopt inmiddels wel, dat de leden hun bijdrage zullen leveren aan het definitieve programma van de vakcentrales. Of tijdens de studie bijeenkomsten van hun eigen afdelingen of tijdens de vergaderingen van de afdelingen van de vakcentra les. Wat willen de werkende jongeren precies op hel stuk van onderwijsvernieuwing? Wim van Seeters: „Een heleboel. Heel in 't kort gezegd moeten er mogelijkheden komen voor de maximale ontplooiing van ieders capaciteiten. Men moet langs allerlei 'wegen zo hoog mogelijk kunnen komen. Nu is liet zo, dat de een ten koste van de ander op een fluwelen stoel naar de top wordt gedragen. De eerste gaat een hoog salaris verdienen, de tweede een laag Zo wordt de kloof tussen die twee steeds groter." Bovendien, vinden de werkende jongeren'is het onder wijs te veel kennisoverdracht en veel minder gericht op de leerling zelf dan op het werk, dat die leerling straks moet gaan verrichten. De leerling krijgt bijna geen kans zich te oriënteren op wat in de maatschappij gaande is. Hoe dat alles te verbeteren is volgens Wim van Seeters voor een niet onaanzienlijk deel een „kwestie van mentaliteitsverandering". Wat de praktische kant van de zaak aangaat: er is een radicale vernieuwing van systeem en inhoud van het kleuter-, basis- en dagon derwijs nodig. „Belangrijkste uitgangspunt daarbij moet dus zijn: gelijke kansen voor iedereen. Achterstelling van kinderen uit bepaalde milieus moet niet nog eens door het onderwijs worden geaccentueerd, maar opge heven" zoals de gezamenlijke organisaties van werken de jongeren het eens geformuleerd hebben. In 1974 moet bij het voortgezet onderwijs een start gemaakt zijn met de „middenschool", waarin de capa citeiten van leerlingen zo goed mogelijk tot hun recht komen. Pas aan het slot daarvan of daarna mogen de keqze van een beroep en-of het beroepsonderwijs aan de orde komen. Nu moeten veel kinderen al op 12- bepaald beroep. Dat is hebben het helemaal niet be- mmissie-Lievegoed „participatie- speciaal wil bestemmen voor en op maatschappelijke partici- De werkende jongere grepen op wat de co: onderwijs" noemt en „praktisch ingestelden patie" gerichten". Wim van Seeters daarover: „Zo blijf je die scheiding houden tussen maatschappelijke milieus. Dat participa- ilieonderwljs wordt toch een vergaarbak voor jongelui, die in de afvalrace van het onderwijs hebben moeten opgeven. Wij geloven bovendien niet, dat er zuiver theoretisch en zuiver praktisch ingestelden zijn". Nog een belangrijke wens (lees: eis) van de werkende jongeren is, dat de universiteiten, hogescholen en het hoger beroepsonderwijs zullen worden vernieuwd en dat die ook open zullen staan voor mensen, die al in het bedrijfsleven werkzaam zijn. „Wetenschappelijk onderwijs kost veel geld en het gaat nog veel duurder worden. Het is niet juist, dat al dat geld slechts naar één groep gaat", aldus Wim van Seeters. De werkende jongeren willen voorts de partiële leer- De rest van het verhaal laat zich gemakkelijk raden. plicht aanzienlijk uitgebreid zien. In het „schooljaar" 1973-"74 moet het naar hun stellige mening zo zijn, dat alle jongeren tot 18 jaar vorming krijgen: de 15- jarigen 3 dagen per week. de 16-jarigen 2 dagen en de 17-jarigen 1 dag per week. „Dat is het minimum", oordeelt Wim van Seetérs. „Uitbreiding van de vorming van werkende jongeren mag niet jeiden tot verminde ring van de gezinsinkomens; de overheid moet „via de kinderbijslag of zo," compensatieregelingen treffen." De bedrijfsscholen en het leerlingwezen moeten in hun huidige vorm zo snel mogelijk verdwijnen. „Die gaan helemaal uit van de behoefte van de bedrijven, niet van die van de cursisten, die gebaat zijn bij algemeen vormende opleidingen met daarnaast korte bedrijfsin- structies". Verbetering en vernieuwing van onderwijs en vorming, die slaan het hoogst op de prioriteitenlijst van de werkende jongeren. Verbetering van de arbeidssituatie en van het beloningssysteem („de vakcentrales zijn daar nog'niet aan toe, maar wij willen bijvoorbeeld, dat alle werkende 18->jarigen het minimumloon krij gen") staat ook hoog genoteerd. De werkende jongeren willen ook aan anderen denken. Aan de buitenlandse werknemers bijvoorbeeld, die niet als zij ondanks een belangrijke bijdrage aan de natio nale produktie in het verdomhoekje zitten. En aan de jongeren in de ontwikkelingslanden. Wim van Seeters: „Van elke honderd gulden die Nederland in de ontwikkelingsprojecten steekt, komen er 50 terug. Daar moeten ze zich in de ontwikkelingslanden enorm voor in het zweet werken. De jongeren daar natuurlijk niet in het minst

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 13