.mm mening De Witte Zwaan thans voorgoed op het nest Langs de Vliet worden oude tjalkenaken en hoeiers weer in luister hersteld HISTORIERIJK HOTEL VERLEDEN Damclub Lissi kampioen LDDB Ziekenverzorgende medewerker leerling-winkelbediende monteur ADMINISTRATIEF MEDEWERKSTER LEIDSE COURANT ZATERDAG 23 JANUARI 1971 LEIDSCHENDAM Een an de meest typerende uitingen van het leven in deze jaren is de wens van velen naar „oude dingen", antiek. Was enige tientallen jaren geleden een antiekwinkeltje in stad of dorp nog iets bijzonders, nu zijn er straten, denk aan de Haagse Denneweg, waar huis- aan-huis antiekwinkeltjes zijn gevestigd. Oud glaswerk, oude meubelen, klokken, lam pen zijn niet langer de exqui se hobby van een rijke verza melaar. Jonge mensen met een hypermodern interieur passen daar met succes een oudé broodkast in, een antieke spie gel of een boerenlantaarn als verlichtingsornament. Even wijdig hiermee loopt de voor liefde voor oude vervoermid delen, de jaarlijkse rallyes van overjarige automobielen trek ken duizenden kijkers en het ..skütsje"-zeilen in Friesland is weer een jaarlijks terugkerend In Leidschendam specialiseert de scheepswerf van de gebroe ders Van Dongen bij de sluis bruggen aan de Vliet zich in het restaureren van oude bin nenvaartuigen. Friese tjalken. IJssel-aken. boeiers en andere ronde- en platboomschepen. De werf dateert van 1640 en de vader van de beide broers 48 en 43 jaar als leer ling op de werf gekomen, heeft zo'n kl'eine vijftig jaar geleden, door gebrek aan een opvolger van de toenmalige eigenaar de Baars, de werf De broers, een van hen is wethouder van openbare wer ken. beschouwen dit werk als een hobby. „We maken de bo ten weer in staat van gebruik. Deze Friese tjalk, toch gauw zestig, zeventig jtar oud. met een bijzonder mooie lijn en tekening heeft de eigenaar voor een krats in Leiden ge kocht. waar hij als casco dien de voor een woonboot. Het he le bovenstuk is gesloopt, er zitten gaten in de bodem en wij zijn de schuit stukje bij beetje aan het restaureren, net als een restaurateur van oude schilderijen of meube len." De tjalk is een typisch in heems vaartuig dat steeds weer schilders en tekenaars heeft geïnspireerd. De naam kwam 300 jaar geleden voor schijnlijk een Fries woord voor kiel. In Friesland zelf sprak men echter van sküte of skütsie en het „skütsje-silen" was oorspronkelijk strijd tussen beurtschippers. Strikt genomen is de huidige aanduiding skütsje-silen" minder juist, omdat het geen wedstrijden zijn tussen „skütsjes" maar tussen grotere vrachtschepen. Voorheen sprak men van wedstrijden tussen „beurt- en vrachtschepen"; de beurtschepen zijn er niet de wedstrijden behouden. Wanneer de beurtschippers vroeger ongeveer op precies dezelfde tijd uit „de stad" te- rugzeilden naar hun dorpen, of ongeveer terzelfder tijd bij de stad aankwamen, probeer den ze elkaar uiteraard voor bij te komen en ontstonden als het ware onofficiële wedstrij den, die veel tot de goede ont wikkeling van de tjalk hebben bijgedragen. In zwang Door zijn goede zeileigen schappen en de grote ruimte meer als jacht in zwang geko- aan boord is de tjalk steeds men. In de loods staat de, in de omsloten ruimte groot lij kende, boot en duidelijk is te zien welke herstellingen er nodig zijn. „Er zijn geen twee boten dezelfde. tekeningen hebben we nooit, wel mallen; die we in bepaalde gevallen of met een kleine wijziging, kun nen gebruiken". De specialiteit van vader Van Dongen was de „Westlander", een platbooms- vaartuig dat naar de naam al aangeeft in het Westland voor het vervoer naar de veiling werd gebruikt. Iedere werf heeft zijn specia liteit", zegt een van de Van Dongens, „en door mndrecla- me, maar ook omdat dit res taureren niet voor iedereen economisch verantwoord is, worden eigenaren van casco's die daar een plezierjacht van willen maken door andere „Wij hebben het vak spelen derwijs van vader geleerd, te keningen hebben we niet no dig, de maten blijven in je De toekomstige trotse bezitter van een oude tjalk moet ech ter geen haast hebben. Alleen voor het opknappen van het casco, later komt dan nog de hele bovenbouw met slaap plaatsen, dek, tuig, zijzwaar den e.d., rekenen de gebroe ders, die het werk met een knecht en enkele leerlingen doen, op een winterseizoen. Zij zien het ook als een vulling van de wintertijd, als er wei nig werk en het binnenshuis „lekker" werken is. Het grote botenhuis, achter de werkloods ligt dan vol, wel 60 schepen, waarvan de eigenaren in het weekeinde aan hun boten werken. „Dan zijn er hier soms wel honderd man aan het werk en wordt er veel gelachen." De hele restauratie gebeurt nog met handgereedschap, uit gezonderd natuurlijk de lasap paraten en in dit verband zegf een van de broers dat het op de werf nog zo'n mooie leer school is voor jongens die lief hebberij hebben in dit werk. „Hier kun je nog het hele vak leren, je wordt geconfronteerd met alle mogelijke problemen, je mag alles doen en meehel pen, maar vooral kijken, kij ken en nog eens kijken. Als die jongen dan 's avonds school gaat om te leren lassen wordt het een prima vakman. De bouw van plezierjachten wordt steeds geïntensiveerd, ook door de grote nieuwe wa tersportgebieden, die in recre atie-centra worden aange legd." Als de scheepsbouwers met de boot klaar zijn, wordt hij blankgestraald en van binnen geprepareerd met poleyster op plaatsen waar men nooit meer bij hoeft of, zoals in de machi nekamer in de dikke olie ge zet. Miljonair De tjalk die nu onderhanden is meet 12%x3% meter en i er „beslist niet alleen voo miljonairs". Voor een zelfwei ker is het volgens de broers een duidelijk haalbare zaak. Het is alleen de kunst een mooi casco op de kop te tik ken. Veel van die onderne mende zelfbouwers blijken ja ren aan hun boot te werken, mooi hout te kopen, daar 's winters onderdelen van te ma ken, in de zomer te varen en LISSE „De Witte Zwaan is vleugellam. Binnenkort hoger dan de inkomsten" is de verklaring van de hui- schenkt de kelner er voor de laatste maal een „konjak- kie", wordt het laatste plakje ham tussen een kadetje geschoven, vloeit de laatste schuimkraag uit het bier vat. Geen polonaise zal de houten vloer meer doen kraken. Het statige hotel-restaurant aan de Heereweg in Lisse sluit met Pasen zijn deuren. „De kosten zijn dige eigenaar, de heer Van der Ploeg. „Ik heb er voor kapitalen ingestoken. Nu blijkt opeens dat de elektrici teitstoestanden niet meer aan de eisen voldoen. Herstel zou me weer een paar mille gaan kosten. Ik stop ermee. De tent gaat dicht". Deze duidelijke taal maakt een einde aan ruim vierhonderd jaar horeca op het Vierkant in Lisse. Vier eeuwen moeten we terug om de eerste wanke le stappen van „De Witte Zwaan" te achterhalen. In het Morgenboek van Rijnland (hierin werden opgetekend de grote landerijen en de namen van hun eigenaars) komen we de naam van „De Zwaan" voor de eerste maal Het is 1544. In Leiden wordt Jacob Jansz. als een ..overtreder der plakka ten op de lediggangers en vagebonden gevonnist om gesteld te worden op een schavot, gebonden aan een staak, gegeseld met scherpe roeden op zijn blote lijf". Gerrit Jacobs is eigenaar van de woning op het Vierkant. Zijn huis staat op een stuk grond van 160 roede. De Swaan is nog geen herberg. Het enige vocht wat de bezoekers voorgeschoven .krijgen is karnemelk. Jacobs is boer. Lisse is rond die tijd nog een rustige gemeenschap, waar "noeste arbeiders het bestaan van het woord „stamkroeg" nog onbekend is. Het beleg van Leiden in 1574 ver stoort deze rust abrubt. Alle dorpsker nen rondom de belegerde stad. behal ve die van Noordwijk en Lisse. wor den verwoest. Ook de toren van het kerkdak in Lisse moet eraan ge', /en. Het daarop volgende jaar krijgt Lei- den zijn universiteit. Waarschijnlijk dorstig geworden door de haring en het wittebrood zoeken de studenten hun vertier ook rondom Leiden. Cor nells Pieter van der Codden ziet er wel brood in. Hij koopt de boerderij en bouwt deze om tot herberg. In het gemeentearchief van Lisse staat zijn naam geboekstaafd als de eerste waard van „De Zwaan". In 1597 duikt zijn naam weer op als zijn herberg het middelpunt van een „vechterij" is. In het dingboek. waarin destijds de delicten werden opgeschre ven, staat hierover: „Te Lisse heeft men snachs na meydagh omtrent drie uren danspal gehouden ten huize van Cornelis Pietersz van der Codden waarbij Aaelbert Dignums de Roo den baljuwsbode de deur uitgooide". Door diezejfde deur bleven de klanten de herberg binnenstromen. Dat ook de tinnen kroes vaardig werd gehan teerd. blijkt uit feen specificatie van teerkosten uit 1610. Van der Codden maakte voor een klant de volgende rekening op: „8 september: verdron ken aan bier, zes vanen min een bier op enige doipszaken van de ambacht. 21 september: den somma van zeven gulden vier stuiver over het gelag van vierentwintighalf vaan bier op de ver gadering van diverse gebeuren op het proces van de vertichtïngen. 22 en 23 september: een somma van tien gul den over de kosten die gedaan werden voor het logeren van een nacht van de Landdrost, zijn volk en zijn peer- Het totale „verdronken" bedrag komt niet op de specificatie voor. Duidelijk is dat Van der Codden te doen had met een wanbetaler. De rekening werd pas op 19 september 1613 vol- Het leven in Lisse gaat door. Pieter Cornelis Keyzer neemt Neeltje Cor- nelsdr. Verdel tot zijn wettige echtge note. terwijl de schoolmeesters Wiard Takesz en Jacob Hendricksz Heek op het kerkhof hun laatste rustplaats vinden. De concurrentie voor De Zwaan wordt zwaar. „Het roode hart onder den groenen Eyck", herberg „Het wapen van Lis" (later stopplaats van de post wagens) en de „Couden Oven" tastten de klandizie van Van der Codden aan. Willem, Gerrit. Cornelis, Lenaert. Ja- cop en Pieter blijven in betere tijden geloven. Twee andere zonen gaan het huis uit om een ander ambacht te leren. Tot 1742 is er een hiaat in de berichtgeving over de Witte Zwaan. In dat jaar wordt de herberg publie kelijk geveild. Hendrik van Leeuwen is de koper. Hij is de opvolger van Hendrik Cornelis Onnozel, volgens de koopakte krijgt hij de beschikking over een „ruyme, hegte en de sterke huysinge met ene groote en hegte koorn en saatsolder, twee peerdestal- len. een koestal en een welbeplante tuyn". „De Witte Zwaan" is intussen een herberg van standing geworden. De rekeningen van het dorp worden er ter inzage gelegd en de schout en schepenen spreken er recht. Met goed weer buiten, als het regent binnen. SLECHTE TIJD Desondanks breekt een slechte tijd aan voor de herbergiers. De pinten en tinnen kroezen worden minder frequent gevuld en ook ruiters houden hun paard op de Heereweg niet meer in om het inwendige van man en paard te ver sterken. De herbergiers volgen elkaar snel op. In 1806 staat Anthony van Keulen achter de tap. Vier jaar latei- wordt hij opgevolgd door Jan Lem mers. „De Witte Zwaan krijgt de wind weer in de zeilen. Het wordt een van de meest bezochte herbergen in de omgeving van Leiden. Het zijn vooral de studenten die er hun feesten en partijen beleggen. De eigenaar in 1850. Gerrit Veldhorst, is zelfs zo'n populaire waard, dat zij een lofdicht op hem schrijven. In 1877 komt de herberg in het bezit van de familie Van Ruiten. Drieënveertig jaar zwaai en ze de horecascepter om deze in 1920 over te geven aan de HoBaHo. die de herberg gebruikte als veiling zaal en aanvoer van bollenmanden. De geschilderde zwaan alle bollen manden van de HoBaHo herinnert aan die tijd. De HoBaHo breidde echter uit en verhuisde naar de Haven. De familie Hekkers liet De Witte Zwaan zijn vleugels weer uitslaan. De her berg van weleer werd weer omgeto verd in een nette gelegenheid, waar de heren van de sociëteit zich in gepaste stijl onderhielden achter de vergadertafel. De Witte Zwaan had echter zijn lang ste tijd gehad. De eigenaren moesten steeds grotere bedragen gaan besteden aan herstel van het interieur. De een na laatste eigenaar, de heer Van Duinen kon aanvankelijk de kos ten nog drukken door van de zaal achter De Witte Zwaan een bioscoop te maken. Toen echter ook deze in komsten verdwenen was het bijna ge daan met De Witte Zwaan. Nog twee seizoenen sloeg De Zwaan zijn vleugels uit. Met Pasen strijkt hij voorgoed op het nest neer. Zi t njn tjes jagers in Sassenheim actief SASSENHEIM De laatste weken wordt door zwijntjesjagers in Sassenheim danig huisgehouden. Zo werden op 'net I Kagerplein niet minder dan zeven fietsen on bromfietsen vermist In alle gevallen stonden deze niet op slot. elke kant hij ook I Vertrouwen Als li e nu eens UI de priester In uw artikel „Een priester zoekt vertrouwen" (een priester met een zes- tigurige werkweek en de reële klacht van deze tijd: het wantrouwen van vrij veel katholieken tegen de geestelijk heid) is het profiel getekend van een priester, die nog van de goede soort is Hij doet normaal parochiewerk en heeft zowaar nog een missiecomité. Noch de priester zelf. noch de schrijver van het stuk gaan echter in op het waarom van het wantrouwen. Sinds 1960 en vooral na 1965 hebben de Nederlandse katho lieken een reeks onttakelingen meege- maakt.waarin een aantal priesters een rol heeft gespeeld. "Wie zich dit bewust is kan moeilijk als vroeger vertrouwen schenken. „De Kerk is op een ontstel lende manier bezig de gewone man te verliezen", aldus een zin uit het artikel. Het rijke roomse leven is een armetierig zaakje geworden. Een aantal priesters is als de schuldigen aan, te wijzen. Dat weet de gewone man drommels goed Hij gaat niet met hen in debat. Hij hoopt en bidt op betere tijden. De laatste weken is het droeve bewijs ge leverd van de enorme kloof tussen de gewone gelovigen en de hogere geeste lijkheid. Pas na jaren, als het Vertrou wen in de priester hersteld is. zal de gelovige mens weer het zo noodzakelij ke respons geven. Leiden, S. M. (Naschrift: Als we er vanuit gaan dat dit vertrouwen noodzakelijk is, kan de gelovige mens dan een termijn van jaren verbinden aan het overbruggen Als, zuchtte minister Rool- vink. Als we met z n allen de 42 of 45 uurtjes per week die we contractueel zouden moeten werken ook werkelijk zouden werken, dan -zou er nog veel meer gedaan kunnen worden dan: a. de AOW en AWW pensioenen optrekken tot het minimumloon, b. de oudinterim- trekkers een uitkering geven, berekend naar hun vroegere inkomen, c. de zelf standigen die zich thans bij gebrek aan enigerlei voorziening moeizaam voort slepen in hun bedrijfje, helpen. als wij met z'n allen voor één jaar zouden afzien van een reële inkomen- verbetering zouden bovenstaande pun ten gerealiseerd kunnen worden). L. G. N. te Voorhout LISSE Door een overwinning 128 op „Kijk-Uit" uit Zegveld i: Damclub Lisse gisteravond kampioe geworden van de eerste klasse Leidse Districts Dam Bond. „DE WILBERT" OVERRUN 7 - KATWIJK A. D. RIJN erkende diploma int.:-. Aan deze cursus, die 2 jaar duurt, kunnen meisjes en jongens dee nemen, die op 1 maart minstens 17 jaar oud zijn en de O.V.B Inas-opleiding hebben gevolgd of na de lagere school minstens 3 ja; voortgezet onderwijs hebben genoten (dispensatie hiervan i lijk). Zolang de opleiding duurt ben je bij ons in loondienst, dat wil zegge: dat je het eerste jaar een salaris verdient van 580,48 per m, plus 149c onregelmatigheidstoeslag en 6% vakantietoeslag; 2 i per maand vergoeden wij de reiskosten voor bezoek ouderlijk hu qi voor zover deze meer dan 2.50 bedragen en de eerste aansch; dienstklediing wordt gratis verstrekt. De lessen worden gegeven tijdens de werkuren. Ook bij ons geldt een 5-daag 106 werkweek van 42% uur. Voel je voor dit mooie beroep, dan eens nadere inlichtingen 01718-16041). Voor spoedige indiensttreding voor de winkel (liefst vakbekwaam) voor gas en water. W. P. HARTWIJK Nieuwe Beestenmarkt 711 - Leiden - Tel. 26627 GEVRAAGD vor spoedige indiensttreding Leeftijd 18 jaar. Enige kantoorervaring gewenst. Aanmelden tijdens kantooruren of na telefonische afspraa' N.V. Orthopaedische fabriel f v/h J. van Lierop NIEUWE RIJN 55—56 LEIDE Telefoon 23650 - 20017.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 4