eic
Carrière van
DICK
VAN
DIJK
ontdaan van
alle franje
m
BILJARTCURSUS OP TELEVISIE ZOU IDEAAL ZIJN
ZATERDAG 23 JANUARI 1971
Je offert je vaak op om het slagen van een aanval
mogelijk te maken
in wer'f
AMSTERDAM Diclc van Dijk, veranderd in een koele,
zakelijke denker, maakt niet snel complimenten meer.
Maar hij doet het toch. „Nu pas, in de full-professionele
sfeer van Ajax, besef ik vaak, dat de Twentetrainer
Kees Rijvers, die natuurlijk ontzettend veel ervaring als
prof in het buitenland had opgedaan, altijd het beste met
me voor heeft gehad. Hij wees me op dingen, waarvan
ik destijds dacht: Moet dat nou zo nodig? Het loeren op
een doelpunt, bijvoorbeeld, gaat altijd ten koste van het
elftal. Maar dan zei Rijvers dat wel eens en dan dacht
ik: Ach wat, als ik maar scoor loopt alles wel los. Zo'n
instelling is bij Ajax doodeenvoudig ondenkbaar. Je
bent daar één van de elf en meer niet".
Tegen DWS doelpunt
Tegen Go Aheaddoelpunt
Anderhalf jaar voetballen bij Ajax
drukt zijn stempel op Diek van Dijk.
Het verlegen lachende kereltje bestaat
Het verlegen lachende kereltje dat
bij SVV een hartverwarmende show
opvoerde en bij FC Twente daarna uit
groeide tot een van de populairste voet
ballers van ons land. bestaat niet
meer. Ajax de voetbalzaak heeft
hem een nuchtere zuiver commerciële
kijk op de sport bijgebracht. De 25-
jarige Van Dijk Gouwenaar van
origine concludeert dan ook op een
gegeven moment in het gesprek- ..Als
ik nu in het veld sta verschilt mijn
instelling hemelsbreed met die uit t
Twente tijd. Stond daar. bij wijze van
spreken, twee jaar lang mijn naam
vet gedrukt op de opstellingenlijst. bij
Ajax per se niet. Mijn spel wordt be
heerst door de wil. om voor de
volgende week weer in het eerste
elftal te spelen. Je kan het ook uitleg
gen als een centen-kwestie. Meer
voetballen in Ajax betekent automa
tisch meer verdienen. En daarvoor
speel ik momenteel".
Een vreemd aspect in de ontwikkeling
van Dick van Dijk tot full-professio
nal "is zijn wegkwijnende- populariteit.
Was hij bij FC Twente dé man. die
het elftal naar buiten uitdroeg, in
Amsterdam zijn er meer, die eer wil
len inleggen met uitspraken. Het kost
hem weinig moeite zich daarmee te
verzoenen. Hij zoekt de pers niet
meer op. Zijn houding maakt daarom
momenteel wellicht een beetje een
bitse indruk. Het interesseert hem
niet zo veel meer. ,.lk hield vroeger
een plakboek bij. Maar die tijd is
voorbij. Het doet me ook weinig meer
of ik in de krant kom. Zij schreven
soms: Van Dijk voortreffelijk en dan
wist ik dat het helemaal niet zo was.
Omgekeerd kwam dat ook voor."
Openhartige uitspraken en eerlijke
taal. Al deze veranderingen in het
leven van Dick van Dijk hebben te
vredenheid opgewekt. Hij beschouwt
Ajax als „ideaal" werkklimaat voor
profs. „Het fijne van de club. vind ik.
is dat iedere speler er ongeveer zo
over denkt als ik. Het geeft niet wie
ze erin schopt als er maar gewonnen
wordt. Dat is ons uitgangspunt voor
elke wedstrijd. En zijn er dan soms
wat dingen, die verbeterd moeten
worden, dan hébben we de hele dag
de tijd om erover te praten. In mijn
ogen:ideaal".
Het is- aan alles te merken: Dick van
Dijk weet wat hij heeft bereikt en
trekt daaruit zijn consequenties. Op
vallend in de hele ontwikkeling tot
prof is het verminderen van het ele
ment eerzucht. Luister maar: ..Toen ik
via de amateurclub ONA bij SVV
terecht kwam had ik machtige idea
len. In de eerste plaats wilde ik goed
leren voetballen met in mijn achter
hoofd het Nederlands jeugdelftal. En
dat lukte. In dienst ontstond weer een
vergelijkbare situatie. Het bereiken
van het militaire elftal was toen het
doel. Ook dat lukte. Ik heb met name
met dit team veel van de wereld
kunnen zien. Alles ging dus onvoor
stelbaar goed. En dan komt er ccn
moment, waarop een topclub het je-
van-het is". FC Twente werd de vol
gende stap op weg naar zijn ontwik
keling tot prof. ..Door de goede voor
lichting van Hans Croon en Rinus
Gosens was ik al op vele dingen
voorbereid, maar de wetten van de
eredivisie ken je toch niet. Ik had
toen het geluk weer een goede trainer
Rijvers, trouwens dat blijkt wel, te
treffen. Hij maakte me klaar voor
Ajax. Weer zettede eerzucht me
daartoe aan".
Na de ..val" van Ajax in Maastricht is
het vertrouwen voor de wedstrijd van
morgen tegen ADO niet geschokt. „Zo'n
wedstrijd slipt er altijd tussendoor. Een
verklaring is er niet voor te geven", al
dus Van Dijk.
Ajax wacht dus nuchter op het bezoek
van ADO. „Wij zien de feiten duidelijk
onder ogen. Je ziet een achterstand
van drie punten en dan moet er dood
gewoon gewonnen worden. Door de po
sitie van ADO zijn we natuurlijk wel
gewaarschuwd."
Maar deze stimulans viel bij Ajax
weg. Het „verrassende" van Dick van
Dijk was, dat hij zich een en ander
zeer goed realiseerde nog wel voor de
transfer met de Amsterdamse club
helemaal rond was „Gelukkig was
alles vrij vroeg geivj.eld. Ik kon daar
door een lange vakantie houden,
waarop ik me helemaal op m'n nieuwe
taak instelde. Ik zou bij Ajax 1 van
de 11 worden. Meer niet". Deze zelf
overwinning is hem later van pas
gekomen. „Toen halverwege het vori
ge seizoen iedereen riep: ..Van Dijk
scoort niet "meer" had ik" dat ingecal
culeerd. Ik wist dat die kreet moest
komen. Het was ook gedeeltelijk
waar. Ik maak bij Ajax inderdaad
minder doelpunten. Maar bijna nie
mand zag toen al dat ik zeker voor
driehonderd procent meer werk ver
richtte. Om een voorbeeldje te noe
men. aan verdedigen deed ik nage
noeg niets. Ik dacht altijd waar is dat
voor nodig, daar zijn anderen voor.
Ajax heeft me leren inzien dat ook
deze functie een belangrijke zaak is
r het tea;
raak
Van Dijk doet bij Ajax daarom
het werk. wat de Twente-spits Jan
Jeuring voor hem deed ..Negen van
de tien ballen kwamen bij Twente bij
me terecht. Niemand zag dan dat Jan
Jeuring vaak de gaten sloeg, waar
door ik kon scoren. Bij Ajax krijg ik
er van dit aantal misschien maar
twee. Acht keer liep je dan voor niets.
Maar dat is ook belangrijk. Je offert
je dan op om het slagen van de
aanval mogelijk te maken". Van Dijk
had in Enschede ook meer autoriteit.
Als het nodig was, greep hij in en
riep desnoods iemand terug in de ver
dediging. Bij Ajax kan dat niet. „Ik
zie me al schreeuwen: Joh, Piet kom
Tegen AZ '67 doelpunt
Nieuwe taak
bij Ajax
De basis voor deze opmerkelijke meta
morfose is zijn groot verantwoordelijk
heidsgevoel. Iets, wat ook pas de laatste
jaren lot volle bloei kwam. Maar dat
komt door de sfeer bij Ajax. „Het is
een pure profclub. Er heersen hele an
dere regels en wetten dan waar elders
in ons land. Toen ik daar pas kwam
stond ik af en toe gewoon met mijn
oren te klapperen. Zó koel. zakelijk
gaat alles er toe. Echt. vanaf dat mo
ment besefte ik pas goed, dat ik nu
ging voetbalen zuiver om meer te ver
dienen." Zijn conclusie is dan ook dat
hij bij Ajax eigenlijk opnieuw met
voetballen is begonnen. „Als ik zoals
in mijn Twentetijd was blijven spelen
had ik binnen een maand al in het B-
elftal gestaan. Daar ben ik zeker van".
Dat is niet gebeurd. Wél is het dit sei
zoen zo. dat Van Dijk niet iedere wed
strijd zeker meer is van aijn plaats.
Ook deze ontwikkeling verwerkt hij
nuchter. „In een elftal, w^rin het ta
lent domineert, is een kleine vormver-
mindetang vaak al aanleiding om een
trainer aan het denken te zetten. Je
moet rekenen: er staan spelers achter
je, die er ook wat van kunnen."
Zijn „image" is wellicht het enige as
pect, dat te lijden had en heeft van de
nieuwe situatie. Hij veronderstelt, dat
het publiek hem nog steeds te veel
ziet als de topscorer. Als de man, die
altijd maar scoort. Zoals het er bij
Twente op leek. Gelukkig verandert
deze opvatting wel enigszins, maar nog
lang niet snel genoeg „Ik vrees toch",
vervolgt Van Dijk. „dat ik deze repu
tatie mijn hele leven lang nooit meer
kwijt zal raken."
IMAGE
Eén eigenschap heeft Dick van Dijk
uit zijn Twentetijd overgehouden. Hij is
en blijft bezeten van voetbal. „Dat moet
wel zó: in het huidige voetbal staat er
veel te veel geld op het spel. Je komt
er haast geen moment meer van los.
Misschien ben ik daardoor wel te egoïs
tisch geworden, wat het voetbalgebeu-
ren aangaat." Zó benadert Van Dijk de
laatste tijd ook het Nederlands elftal.
..Ajax is het belangrijkste. Dat is lo
gisch. De stimulans die ik vroeger had
om mijn marktwaarde in Oranje te
verhogen is er niet meer. Maar het
blijft natuurlijk wel leuk."
HANS DE BRUYN
Nieuwe voorzitter van de biljartbond Frans Schimmel:
FF
/ie Linkj
in de
Vr
Co:
Lin!
67, Lei
5-!
nanJLpleii
'10-44285
rkgracht
d 10-15
»t 20
25942. Bf
e te W
chtpaar
iige hui:!
het bil
NOORDWIJK BINNEN Als het aan Frans
Schimmel, de nieuwe voorzitter van de Konink
lijke Nederlandse Biljart Bond lag. zou de
eerstkomende uitzending van de stichting Teleac
zijn gewijd aan biljarten. „Ik ben", zegt hij,
„geïmponeerd door de manier waarop de dam-
bond de zaak aanpakt. Ze laten Ton Sijbrands
voor de televisie een cursus dammen geven. Dat
slaat natuurlijk geweldig aan. Toen ik Sijbrands
bezig zag ben ik aan het filosoferen geslagen.
Zo'n mogelijkheid zouden wij ook eens moeten
krijgen. Waarom dammen wel en biljarten niet?".
En ironisch laat hij erop volgen: „Stel je eens
voor op kleurentelevisie: een groen laken, één
rode bal en twee witte. Mooier kan het toch
niet?" en dan serieuzer: „Je bereikt ongelooflijk
veel mensen. Wie heeft er nou nog nooit een keu
in zijn handen gehad? Als je het zo bekijkt
breekt er in verhouding eigenlijk maar weinig
talent door. Daar zou verandering in gebracht
kunnen worden door opleiding via een door
iedereen te volgen cursus te centraliseren".
Een spectaculair plan van een man die helemaal
niet zo happig was op de functie van voorzitter
van de 18.000 leden tellende biljartbond „Ik had
vorig jaar een punt willen zetten achter mijn
bestuurlijke bezigheden", vertelt Frans Schim
mel „Tien jaai heb ik verscheidene functies
bekleed. Aanvankelijk als voorzitter van het
gewest Zuid-Holland, maar de laatste zes jaar
tevens als secretaiis van het hoofdbestuur. Ik
vond dat het wel eens tijd werd dat ik wat
aandacht ging besteden aan mijn andere hobby's
Ik heb boven n.ijn huis een donkere kamer
gebouwd voor mijn liefhebberij amateurfilmen.
Maar daar zal ik waarschijnlijk voorlopig niet
veel zijn. Er zijn in de biljartbond zoveel werk
zaamheden dat ik de komende tijd m'n handen
meer dan vol zal hebben. Daar kunnen dan nóg
een paar hobby's echt niet bij".
Tot de werkzaamheden die de nieuwe praeses
wachten behoort onder meer een pakket voor
stellen om de gewesten een beperkte vorm van
autonomie te geven, een aantal voorgenomen
maatregelen om de topsport te stimuleren, waar
onder vallen hei beperken van de meer4 dan
overvolle wedstrijdkalender en de maatschappe
lijke begeleiding van de topbiljarters. Dat deze
zaken reeds de volle aandacht van Frans Schim
mel hebben- bewijst een pak documenten, dat
voor hem op tafel ligt. „Ik kan over deze zaken
nog niet zoveel zeggen omdat ik alles nog aan
het bestuderen ben", zegt hij. ,„Maar wat betreft
de zelfstandigheid van de gewesten, dat is een
reeds geruime tijd- bestaande situatie die slechts
gelegaliseerd moei worden. Over die andere za
ken kan ik nog niets mededelen. Ik heb er
nauurlijk wel mijn ideeën over. Maar die moet
ik eerst met mijn medebestuursleden bespre-
Het is alleen wel duidelijk dat we voor het een
en ander geld nodig hebben. Dat betrekken we
voor een deel uit de subsidiepot van 'CRM. Het is
jammer dal we minder krijgen dan we de vorige
week hebben gehad. Je hebt er natuurlijk geen
recht op. Als er weinig geld beschikbaar is
draaien ze de subsidiekraan dicht. Maar voor de
training en opleiding van jeugdig talent is zeer
veel geld nodig. Dat is nooit uil de contributies
te halen. Daarom geloof ik ook stellig dat we in
de nabije toekomst met sponsors moeten gaan
werken. Dat is de enige manier om je doel te
bereiken. Maar", laat hij erop volgen, „ik zou
nooit toestaan dat de biljarters eens met de
naam van een sponsor op hun rug aan de tafel
Kleding
Van die aanpak kunnen de leden van „de Bol
lenstreek" meepraten. „In 1964". vertelt Schim
mel. „ben ik begonnen met 't stellen van kleding
eisen voor wedstrijdbiljarters. Het is natuurlijk
niet zo dat ze er allemaal hetzelfde moeten
uitzien. Maar er moet wel zo veel mogelijk
uniformiteit zijn. We hebben hier in mijn district
toen een actie gehouden, met oud papier en
dergelijke, om elke biljarter in staat te stellen
een speciaal biljartvest te kopen. Met een soort
subsidie uit die actie kon iedereen een vest
kopen voor tweeëndertig gulden, terwijl zo'n
ding normaal vijfenveertig gulden kost. Daar
heeft toen iedere biljarter gebruik van gemaakt.
Er bestond eerst nogal wat aversie tegen dat
plan. De meesten denken: Ik ben Piet van der
Pol niet. Waarom zou ik in zo'n vest gaan lopen?
Maar tenslotte kwam iedereen in zo'n vest aan
de tafel. Ik heb een film gemaakt van de
biljartkleding over een periode van drie jaar.
Die laat ik nog wel eens zien tijdens lezingen.
Het is grappig om te constateren dat in het
begin de een met een wit overhemd speelde, de
ander met een rode ruit en een derde in een
zwart vest. Aan het einde van die film is
iedereen in een biljartvest gekleed. Dat vind ik
er gewoon bij horen. Het geeft de biljarters een
gevoel van ik ben wat. ik heb wat bereikt.
Iedereen wil tenslotte in zijn eergevoel worden
gestreeld nietwaar?".
Afleiding
Zelf trekt Frans Schimmel het door hem min
of meer verplicht gestelde biljartvest nog vrij
regelmatig aan. „Ik ben ermee begonnen om wat
afleiding te hebben voor mijn drukke werkzaam
heden. Je moet een hobby hebben anders ga je
er in je werk onderdoor. Maai ik sta erom
bekend dat ik zelfs in m'n hobby doorga tot het
bittere einde, tot de laatste draad aan mijn lijf
nat is. Ik speel in de derde klasse met een
moyenne van twee tot drie. Maar ja, van die
biljarters gaan er wel dertien in een dozijn.
Daarom", en daarmee komt Schimmel terug op
zijn uitgangspunt, „moeten we eraan werken om
die spelers die op een gemiddelde van twee of
drie blijven staan op een hoger plan te krijgen.
Het kan aan een kleinigheid liggen. Net die
andere stand van de keu, die beweging van de
arm of de greep van de hand. Om over het
geven van effect nog maar niet te praten.
„De KNBB, is een jaar of acht geleden gestart
met jeugdbiljart en aanvankelijk was dat recre
atief gericht, omdat dit de enige manier was om
subsidie te krijgen van de overheid. Er werden
toen een paar ereklassers aangetrokken om op
jeugdleiderscursussen les te geven. Dat heeft nu
al enkele vruchten afgeworpen. Kijk maar naai
de doorbraak van Jean Bessems en het verras
sende doorstoten van Wim Stéures in het natio
nale kampioenschap ankerkader 47f2 dat vorige
week in Amsterdam is gehouden. Maar die
jongens moeten internationale ervaring opdoen.
Ze kijken in het begin op tegen grote namen.
Dat had Henk Scholte indertijd voor Piet van
der Pol, dat had Bessems bijvoorbeeld voor
Vultink. Daar moeten ze overheen. Maar nu heb
ik het over biljarters die er nationaal al zijn.
Het punt is dat er steeds een aanvoer voor de
top moet komen, in België komen er steeds
nieuwe namen naar voren. Het is merkwaardig
omdat Nederland als biljartland groter is dan
België. Maar kennelijk heerst in België een
andere mentaliteit. Ze zijn chauvinistischer, eer-
zuehtiger. Het begint in ons land echter te
veranderen. Vroeger was biljarten een sport voor
de gezelligheid, een plezierige vorm van tijdspas
sering. Maar met alleen voor je plezier spelen
kom je er niet. Het wedstrijddoel moet voorop
staan. We zijn bezig om de jeugdverenigingen bij
de bond te laten aansluiten. Dan heb je meer
kans dat het talent ontdekt en begeleid wordt.
We hebben twee zeer capabele mensen aan het
hoofd van het bureau voor jeugdzaken gehad,
maar beiden zijn overleden, zodat we een nieu
we man moesten aanstellen. Sinds 7 oktober
vorig jaar is Dick van der Meer belast met die
functie. Ik heb grote verwachtingen van hem"
Van Frans Schimmel mogen eveneens grote ver
wachtingen worden gekoesterd. Het is daarom
niet onmogelijk dat eigenaars van een kleuren
televisietoestel over enige tijd een groen laken
één rode bal en twee witte op het scherm te zien
krijgen in een Teleaccursus. Mooier kan het
FRANS WERKMAN
Frans Schimmel