lUMMIES
PACHMAN HOOPT
NOG ALTIJD
OP TOEKOMST
gaan leven
voor de
wetenschap
GETUIGENIS OYER MY LAI
Calley: ik weet verdraaid goed dat ik mijn plicht daar deed
ZATERDAG 16 JANUARI 1971
De deur van het graf t
ktiiutl voor Christus.
i koning Hesy-ra, daterend uit de 28ste
iarde
mmificeringstechniek
Irloren. Dat is de
Anclusie van een groep
[yptische geleerden uit
it wetenschappelijk
lerzoek dat zij met
Ehulp van x-stralen
ebben gedaan op
Kntalien faraonische
lummies in het
htionale i
|Yij hebben bevonden
e rijk veel beter
waard gebleven zijn
n die uit latere
irioden", zegt dr.
s Harris, leider van
fe Amerikaanse
|fdeling en voorzitter
n de tandheelkundige
rulteit v
i de
s licht dit aldus
1 latere koninkrijken
-het Midden Rijk en
it Nieuwe Rijk zijn
andere wijze
mummificeerd en
Jalsemd en die
|ethoden waren niet zo
plaagd. Ergens moeten
e ouden de keten van
n proces hebben
Zaki Iskandar, een
rptische deskundige
n de groep, die veel
ischappelijk
:oek heeft gedaan
mmies en naar de
[ummificering, is het
thoden varieerden
r de perioden en dat
latere minder
teltreffend lijken,
fe oude Egyptenaren
Idden grote eerbied
ir de lichamen van de
:n, want het
is hun onwankelbaar
lloof, dat de geest
onsterfelijke „Ka"
r het lichaam
Bu terugkeren en het
^geschonden moest
in algemene
rocedure was, het lijk
ontvochten, de
ganen eruit te halen
deze afzonderlijk te
alsemen en elk apart
plaatsen in een
arden pot die in de
rcofaag werd
•aard. In de vroegste
anoden werd deze
rocedure letterlijk
ivolgd.
ater werden de
ganen soms weer in
et levenloze lichaam
eplaatst, maar uit
'jgeloof werden
J'mbolische aarden
otten nog altijd in de
ïrcofagen geplaatst,
'it anatomisch oogpunt
indt dr. Walter
'hitehouse, professor
voorzitter van de
adjologische afdeling
van de universiteit van
Michigan, dit
interessant. Hij zegt dat
het zeker de kennis van
de oude Egyptenaren op
biologisch en anatomisch
terrein onderstreept.
„Het terugplaatsen van
elk orgaan op-zijn
anatomische plaats ik
zeker een prestatie."
De Egyptisch-
Amerikaanse groep
omvat ook archeologen,
Egyptologen
antropologen en
orthodontisten. Zij allen
hopen meer kennis te
OPMERKELIJKE
VONDSTEN
BIJ
OUDE
KONINGEN
de voorhanden kennis
van de verschillende
wetenschappen te
vergroten.
„Het doel van de huidige
expeditie is
veelvoudig", zegt dr.
Harris. „Wij willen de
morfologie van de
gehele schedel en het
lichaam leren kennen,
de doodsoorzaken en de
destijds heersende
beenderziekten, de
sterfteleeftijd en
tenslotte, zo mogelijk
het soort leven dat deze
ouden leidden."
Dedrie-dimensie-x-
straal, waarvan gebruik
wordt gemaakt door de
groep, die thans de
koninklijke i
Prof. Arthur Storey van
de universiteit van
Toronto stelde het zo:
„Meer te weten komen
over mensen, die
duizenden jaren geleden
hebben geleefd, is een
schat van kennis op
zichzelf." Dr.
Storey is de enige
Canadees in de groep
van Michigan. Zijn
universiteit heeft de
laatste zes jaar
verscheidene missies
naar het Nijldal
gezonden met het doel.
bestudeert, heeft tot
dusverre bepaalde,
merkwaardigheden
onthuld. „In de f
van koningin Nodjme
van de 21ste dynastie
vonden wij een enorme
stenen scarabee im plaats
van een hart" vertelde
dr. Harris. Bij het.
bestuderen met x-
stralen van de schedel
van Ramses II, een van
de helden-farao's, werd
ontdekt dat hij slechte
tanden had. „Zijn
tanden waren werkelijk
rot gn omgeven door
abcessen", zegt Harris.
In 1969 heeft de groep
slechts de schedels van
de mummies ge-xt, in
1970 zijn de lichamen
van tientallen oude
Egyptische koningen aan
dezelfde behandeling
onderworpen.
Verwacht wordt, dat de
structuur van de tanden
en het skelet van de
mummie uit
antropologisch oogpunt
interessant materiaal zal
opleveren over de
herkomst van het bloed
van verscheidene
Het is bekend dat de
oude Egyptische
heersers verscheidene
concubines van
verschillende afkomst
trouwden. Vandaar dat
vele van de heersers
Aziatische of negroïde
gelaatstrekken
hadden.
Deze veel vrouwerij
brachten de farao's
vooral in praktijk als zij
na oorlogen vrede sloten
met hun naburen. Zij
uit
het volk i
voormalige vijanden om
te bewijzen dat zij
„bloedbroeders" waren
geworden.
De expeditie is
voornemens meer dan
40 koninklijke mummies
te bestuderen, behorende
tot een periode van 600
l'araonenheerschappi j
Na zestien maanden vrijheidsberoving is de Tsjecho-
Slowaakse journalist en schaakgrootmeester Ludek Pach-
man (46) op 9 december 1970 huiswaarts gestuurd. Honger
stakingen van vier en zes weken, het verblijf in een
psychiatrische inrichting en dat in de beruchte Praagse
gevangenissen Ruzyne en Pankrac hebben van hem een
lichamelijk wrak gemaakt. Twee keer in de week moet
hij nog naar het ziekenhuis om zich te laten behandelen
aan zijn ontstoken nieren en darmen. Ook geestelijk heeft
deze strijder voor het menselijke socialisme een knauw
gekregen, maar zijn verzet tegen de herkolonisatie van
zijn land door de Sovjet-Russen is nog steeds niet gebroken.
f*" -.ia
Pachman, eens een onwetend, maar
overtuigd stalinist en tot 1968 een van
de trouwste aanhangers van Moskou,
heeft het Sovjetcommunisme defini
tief afgezworen. Een week voor Kerst
mis is hij, na 25 jaar communist te
zijn geweest, teruggekeerd tot de
Rooms-katholieke Kerk. Op tweede
kerstdag en nieuwjaarsdag slaagden
onze verslaggever en 'n Deventer collega
erin 'n bezoek te brengen aan dit slacht
offer van de Praagse lente, die tijdens
zijn gevangenschap aldus een van
zijn geschokte vrienden „zeker tien
tot vijftien jaar ouder is geworden.
„Binnen de huidige communistische
partij is een nieuwe Praagse lente in
dezelfde mate als in 1968 niet meer
mogelijk. Jammer dat het de eerste
keer niet gelukt is. Een tweede poging
is altijd moeilijker, ik hoop altijd nog
op de toekomst, misschien wordt het
eens beter". Aan het woord is Ludek
Pachman, na 16 maanden opsluiting
terug in zijn royale woning even bui
ten het centrum van Praag. Zenuwach
tig knipperend met zijn ogen, ingeval
len wangen boven doffe diepliggende
ogen. klein, in elkaar gedoken en
wankel op zijn benen. 38 pond (tot 58
kilo) is hij tijdens zijn gevangenschap
ondanks gedwongen voeding via
een slang door zijn neus in gewicht
afgenomen. ..Ik ben geen communist
meer, ik heb mijn inzichten veran
derd. Tijdens mijn gevangenschap heb
ik veel nagedacht Ik ben nu, kort
na mijn vrijlating, toegetreden tot de
Katholieke Kerk. Als kind ben ik ook
katholiek geweest.
Eugenie (45), zijn sympathieke vrouw,
staat op en zet de radio aan. Maar de
muziek irriteert Pachman en even la
ter zet hij hem af. Glimlacht veront
schuldigend: „Mijn vrouw is ,bang, dat
we worden afgeluisterd. We weten
niet wat ze met mij van plan zijn. Zal
het proces dat toen onverwacht is
afgelast alsnog gaan plaatsvinden?"
Boycotten
Onzekerheid heerst er ook over zijn
schaakcarrière. „Ik heb nog geen uit
nodigingen voor buitenlandse toer
nooien ontvangen. Ook weet ik niet of
ze me deelneming zullen toestaan".
Later voegt hij eraan toe: „Voor
mijn gevangenneming had ik gemak
kelijk naar het buitenland kunnen
uitwijken. Toén heb ik het niet ge
wild. Nu ook niet. Ik hoop spoedig
weer te kunnen schaken. Als men mij
dit niet toestaat, moet ik erop kun
nen rekenen, dat de internationale
schaakfederatie, onder voorzitterschap
van uw landgenoot dr. Euwe, de Rus
sische schakers gaat boycotten".
Intussen houdt de zevenvoudige
schaakkampioen van Tsjecho-Slowakije.
winnaar van veertien internationale
toernooien en auteur van twaalf theo-
rieboeken, zich bezig met het schrij
ven van schaakartikelen voor buiten
landse bladen. Daarmee moet hij de
kost verdienen. Een uitkering als
werkloos journalist ontvangt hij niet,
omdat hij meer dan zes weken uit de
roulatie is geweest. „Dat kwam omdat
ik gevangen genomen werd Dat geldt
toch zeker niet", meent Pachman. Hij
overweegt nu de mogelijkheid ge
rechtelijke stappen te ondernemen
(tegen de staat) om alsnog zijn uitke
ring te verkrijgen.
Een van zijn vrienden komt na de
ontgrendeling van twee deuren de
huiskamer binnen. Eugenie probeert
voor de derde keer de radio aan te
Vraag: „Hoe was de behandeling in
de gevangenis? Hoe reageert de be
volking op uw vrijlating?"
Pachman: „Eén anonieme brief was
tegen me gericht. We haten je, omdat
je waarschijnlijk een jood bent, stond
er. Ook heeft er één opgebeld, die
ongeveer hetzelfde zei. Er werd opge
hangen. voordat ik kon zeggen, dat ik
eigenlijk geen jood ben. En indien
wel, wat maakt dat uit? In totaal heb
ik de laatste weken een 150 brieven
en kaarten ontvange'n van Tsjecho-Slo-
waken. Die waren allemaal positief
Enkele waren inderdaad anoniem. De
meeste niet. Ik ben blij, dat nog zove-
len met hun naam voor hun mening
uit durven te komen. In de gevange
nis hebben me verscheidene brieven
niet bereikt Zo heb ik dezer dagen
via de telefoon gehoord, dat schakers
uit West-Duitsland me hebben ge-
Solidariteit
In de gevangenis heeft hij vele kaar
ten en brieven uit Nederland gekre
gen. Sinds augustus 1968 kreeg hij
driehonderd brieven uit ons land Veel
vreugde beleefde hij aan de zestig
tekeningen van leerlingen van de An
ne Frankschool te Utrecht, die hem in
juni 1970 in zijn cel bereikten. „Het
vele medeleven en het solidariteitsge
voel in Holland is geweldig. Ik kan
niet iedereen terugschrijven, bedank
ze namens mij, en doe ze de hartelij
ke groeten. Ook aan Jan Hein Donner
en aan „spion" Dick Verkijk (tv-jour-
Over zijn behandeling: „De verhoren
waren tamelijk correct. Men heeft
geen fysieke druk opmij uitgeoefend.
Ook de bewakers waren redelijk.
Vooral onder de jongeren waren er
die me sympathiek behandelden"
In de nacht van 21 op 22 augustus
1969 werd de schaakgrootmeester en
journalist (vooral als politiek com
mentator bekend geworden in de ille-
gale-legale pers en tv in de zeven
dagen na de invasie) gearresteerd. Er
volgde een huiszoeking, die negen "uur
duurde, maar niets belastends oplever
de.
De beschuldiging luidde: een beledi
ging van partijleider dr. Gustav Hu-
sak. In een open brief had hij Husak
verweten grove demagogie te bedrij
ven en politieke principes te verlooche
nen. In september 1969 ging Pachmhn
in hongerstaking in zijn cel van twee
bij vier meter, die hij moest delen
met twee of drie criminele gevange
nen (enige tijd zelfs met een voor
moord veroordeelde). Hij weigerde
voedsel uit protest tegen de aan
klacht.
Nadat de aanklacht was ingetrokken,
staakte hij zijn al vier weken durende
hongerstaking Er kwam een nieuwe
aanklacht: beschuldiging en opruiing
van arbeiders enz. De aanklacht sloeg
Een nog lachende Ludek Pachman, gefotografeerd kort voor zijn
arrestatie in de nacht van 21 op 22 augustus 1969.
Pachman mocht niet sterven. Marte
laars kan het Husaregime nog altijd
niet gebruiken. Daarom was ook een
proces niet welkom. Meermalen heeft
Husak zich hiertegen scherp verzet.
Ruim drie maanden geleden noemde
Rudo Pravo het zelfs een brutaliteit,
dat „bepaalde personen een proces
willen provoceren" (een aanval zowel
op de liberalen als op de neo-stalinis-
ten). Een proces zou. aldus dit partij
blad. schadelijk zijn voor de belangen
van de partij.
Zijn vrouw Eugenie slaagde erin. door
dagelijkse .telefonische smeekbeden,
Pachman gemiddeld één keer in de
maand te bezoeken. Voor anderen be
stond hij officieel 1.6 maanden lang
niet. Alleen de thans werkloze hartspe
cialist Kriegel de liberaal van
joodse afkomst waaraan Kosygin zo'n
hekel had gelukte het tot Pachman
door te dringen tijdens diens verblijf
van twee maanden in het ziekenhuis.
Ontslagen
De als een tiener verliefde Eugèniè is
zwaar gestraft voor de „contra-revo
lutionaire misdaden" van haar mah.
Ze was tot1 de nazomer van 1970
secretaresse van twee sportbonden.
Vorig jaar, januari werd zij reeds uit
de partij gestoten, omdat zij in het
openbaar de Russische inval was blij
ven veroordelen. Door het heftige ver
zet vanhaar. medearbeiders bleef ze
nog een half jaar in functie Drie
maanden geleden volgde toch het ont
slag. Tevergeefs solliciteerde zij twin
tigmaal. Uiteindelijk was een kleine
fabriek bereid haar een administratie
ve functie te geven.
Pachman: „Er heerst angst onder
de mensen om hun functie te verlie
zen. Sommige vrienden vertelden mij.
dat ze natuurlijk nog dezelfde inzich
ten hadden als in 1968 Toch hebben
ze om hun werk te behouden ver
klaard: ik ben met alles akkoord, met
de Russische inval, etc. Wij Tsjecho-
Slowaken, hebben in het verleden veel
slechte ervaringen opgedaan Velen
hebben de hoop op veranderingen op-
op een pamflet, dat eerst op 22 sep-
tember 1969 in de openbaarheid
kwam, en waarin in tien punten de,
economische en politieke situatie kri
tisch werd benaderd. De onderteke
naars waren Pachman, dr. Tesar, ir.
Battik, auteur Fakulik, journalist
Hokhman, prof. Kohaul, Kynal, Wage-
ner en Zatopek; de drie laatstgenoem
den werden niet aangeklaagd. Een
proces Met evenwel op zich wachten en
Pachman bleef, in „voorlopige hechte-
Hongerstaking
Eugenie spoedt zich weg om de glazen
met Joego-Slavische cognac te vullen.
Zet terloops de radioweer aan. Pach
man laat haar begaan, en kan („he
laas") niet meedrinken. Sterke drank
en. scherp voedsel kunnen zijn aange
taste nieren en ingewanden niet meer
verdragen. Vermoeid vervolgt hij het
gesprek.
In september 1970 begon Pachman
voor de tweede keer aan een honger
staking. Ditmaal uit protest tegen zijn
lange gevangenhouding. In totaal wei
gerde hij zes weken lang te eten; na
drie weken werd zijn hongerstaking
onderbroken. „Men vond een honger
staking iets abnormaals en dus bracht
men mij naar een psychiatrische
inrichting, daar propte men mij vol
met voedsel. Dat is niet wettig, geloof
ik. Men hield mijn handen op de rug
en drong een slang door mijn neus de
Ludek Pachman leerde op 6-
jarige leeftijd van zijn tante
schaken. Hij was zeventien toen
hij door de Gestapo werd gear
resteerd en zes weken verhoord.
Op 11 mei 1945 werd bij lid
van de communistische partij,
waarvan hij jarenlang een van
de trouwste en hardsfe partijle
den was. Hij is zelfs voorzitter
van een zuiveringscommissie
geweest. Voorts was hij enige
jaren vakbondsman. Stemde in
een partijvergadering voor de
doodstraf voor Slansky. In 1955
merkte hij. dat onmenselijkhe
den waren begaan, maar hij
kon Moskou trouw blijven, om
dat ook Kroetsjev het stalinisme
had veroordeeld. In 1956 prees
hij de invasie in Hongarije. Als
journalist schreef h(j voor
1955 lovend over Stalin en Ma-
lcnkov, hij bezong Tito om hem
later weer uit te schelden. In
Praag nemen nog steeds ver
scheidene mensen hem zijn dog
matische verleden kwalijk.
In juni 1967 schreef hij een
vreselijk boze brief naar het
centraal comité van zijn partij,
waarin hjj heftig protesteerde
tegen de opportunistische bui
tenlandse politiek betreffende
Israël van alle socialistische
landen. Nasser omschreef hij als
een fascist. Hij protesteerde
toen alleen de mede-onderteke
naars Arnost Lustig en Jan
Prochazka moeilijkheden onder
vonden. Voorzitter Hendrich
lanceerde in 1967 tijdens het
schrijverscongres een felle aan
val op Pachman. Men dwong
hem de brief voor te lezen, ver-
scheidenen stemden in met de
"nhoud. Einde van een kritieklo
ze periode van twintig jaar.
Van januari tot april 1968
schreef Pachman vier politieke
artikelen, waarvan slechts twee
tamelijk liberaal; na de invasie
was hij zeven dagen chef-re
dacteur van een legalc-illegale
krant en trad veelvuldig voor
de televisie op. Na de invasie
schreef hij sarcastische open
brieven aan o.a. Kadar (Honga
rije), Fidel Castro. Husak, de
partij- en publiciteitsorganen.
22 augustus 1969 werd hij gear
resteerd. Er kwam geen proces.
Pachman werd op 9 december
1970 voorwaardelijk op vrije
voeten gesteld. December 1970
zwoer hij het communisme af
en bekeerde zich tot het geloof
van zijn ouders, het katholicis-
gegeven. Tot de zomer 1969 is men
voor zijn mening in het openbaar
uitgekomen. Daarna vielen de klap
pen".
Over Dubcek: „Hij heeft onvergeeflij
ke fouten gemaakt. In Moskou had hij
nooit mogen toegeven. Ook daarvoor
heeft hij niet juist gehandeld. Heb ik
toen ook gezegd".
Husak: „Nu is Husak misschien de
beste van allen. Ieder alternatief zou
erger zijn".
Contra Castro
Ludek Pachman gelooft niet meer
in de realisering van een humanis
tisch socialisme. Het huidige commu
nisme heeft voor hem afgedaan. Ook
in wat Fidel Castro („nog een slecht
schaker ook") op Cuba doet, heeft hij
weinig vertrouwen. „Van 1962 tot
1967 kwam ik er ieder jaar. Ik train
de de Cubaanse schakers, Eerst had ik
nog hoop, maar ieder jaar zag ik de
situatie achteruitgaan En dat zoge
naamde spontane werken op de sui
kerplantages, geloof het niet, er zijn
een paar vrijwilligers, de rest wordt
ertoe verplicht... Wat Allende thans in
Chili probeert, ik hoop mis
schien wordt dat wat".
We stappen op. Pachman haalt de
koortsthermometer onder zijn arm
vandaan: nog altijd ruim een graad
verhoging. „Ik zal me voorlopig rustig
houden en veel tijd aan schaken be
steden. Dat is het beste zolang ik nog
niet weet of er misschien toch nog
een proces volgt". Zijn toouw ont
grendelt en sluit behoedzaam de deu
ren van een der laatste liberale bol
werken, van waaruit Pachman zijn
mening wil blijven verkondigen.
Buiten ligt sneeuw en heerst de
winter. Een van de koudste die Praag
in jaren heeft gekend.
JOS SdfURINK
MIJN SYMPATHIE
VOOR DIE MENSEN
VERKEERDE IN HAAT
WASHINGTON Deze week is in
Fort Benning het proces heropend te
gen de 27-jarige luitenant William
Caley junior, beschuldigd van moori
op 102 "Vietnamese vrouwen, mannen
en kinderen in het dorpje My Laï
William Calleys verdedigers kunner
binnen niet al te lange tijd aan hc
woord in dit militaire proces. De klei
ne tengere luitenant heeft inmiddel
in het Amerikaanse blad Esquire aan
gegeven hoe ongeveer zijn eigen ge
tuigenis zal gaan verlopen. Over de
dag van de aanval zelf en hoe hel ir
My Lai is toegegaan,zwijgt Calley
Hij stelt in het artikel, dat er soldaten
in zijn peleton waren, die de dorpelin
gen wilden doden, omdat dezen dr
Vietkong zouden hebben geholpen
Dat kon ik niet. Niet zonder order?
En voor My Lai had ik orders. II
weet verdomd goed dat ik mijn plichl
daar deed. De plicht van de infanterie
het vinden, insluiten en vernietigen
van de Vietkong".
In het artikel doet Calley een bittert
aanval op het gehele militaire appa
raat. „Als ik voor ik naar Vietnam
moest, geweten had wat het zou wor
den, zou ik geweigerd hebben. Ik zou
liever de gevangenis zijn ingegaan"
Zijn grootste grief tegen deze situatie
in Vietnam betreft de behandeling
van de Zuidvietnamese burgers, dooi
de Amerikaanse militairen smalend
met „Joe" aangeduid.
„We zijn er naar toe gegaan om die
mensen te redden, maar we gaven
hun niet eens de kruimels van ons
Luitenant Calley, (L) hi®* met zijn twee verdedigers op weg naar het gerechtshof in Fort Benning.
etei^ We hadden niet eens de normale
beleefdheid om hun taal te leren, hun
gewoontes over te nemen. Nee, wij
doodden ze, in plaats daarvan".
Calley herinnert zich zo zegt hij in
het artikel een frustrerende periode
uit de tijd voor de aanval op My Lai,
toen soldaten uit zijn peloton om het
leven kwamen door booby-traps, hoe
vriendelijk en vreedzaam lijkende
burgers sluipschutters verborgen, hoe
mijnenvelden hun rangen uitdunden;
„Op deze manier verkeerde mijn aan
vankelijke sympathie voor die mensen
in een soort baat. Je vertrouwde nie
mand meer. Tedereen kon lid van de
Vietkong zijn. Ook vrouwen en kinde
ver sterkt. zo zegt Calley. door het
vrijlaten van krijsgevangenen die
door, soldaten uit zijn peloton gevan
gen genomen waren. Dat gebeurde
door officieren van de inlichtingen
dienst, hetgeen zegt Calley de
verbittering in de hand werkte.
Meestal werden, zo zegt Calley in
Esquire, de gevangenen gemarteld tij
dens de ondervraging. Maar zeer vaak
zeiden de verdachten niets, of hadden
ze gewoon niets te vertellen, en moes
ten ze dus vrijgelaten worden.
„De meesten daar in Vietnam wisten
heel wat van martelingen af. Ik heb
zelf gezien dat Vietnamezen in een
bron werden gegooid en onder water
werden gehouden en nog zeiden: „Ik
weet niets", ik hoorde eenmaal van
een Vietnamees, die erin gegooid was
met twee scherpe granaten bij zich.
Hij had deze keus: of verdrinken of
zichzelf opblazen. De Amerikaan die
dat gedaan had, zei tegen een ancjer:
„Zag je wat ik met Joe daar deed?".
In Esquire vertelt Calley verder dat
hij ook lichamelijk geweld had ge
bruikt bij het ondervragen van dorpe
lingen. „Soms sloeg ik zo'n Vietnamees
wel eens op zijn mond. Als hij viel,
ging ik met mijn hakken op zijn
enkels staan en. draaide me om. Maar
ik merkte dat ik ,hem alleen maar
martelde en toch kreeg ik geen ant
woorden. Ik deed hem alleen maar
pijn, daarom stopte ik daarmee.'
Tegen een verslaggever van het Ameri
kaanse persbureau Associated Press
vertelde William Calley: „In Vietnam
probeerde ik alles te doen om de
oorlog te winnen. Ik was een zak. Ik
liet mijn mannen enorme afstanden
lopen en als er gevochten moest wor
den, waren ze doodmoe. Mijn soldaten
haatten me. Ergens had ik het gevoel
in me de vijand te moeten doden,
maar we ontmoetten de vijand nooit.
Wij doodden hen ook nooit. We kon
den hen eenvoudig niet vinden. We
wisten niet waar hij zat. Maar hij
wist al evenmin waar jij zat".
Op deze manier, in deze gemoedstoe
stand van veel soldaten in het peloton
van Calley, kon zich een dodelijk ge
voel van minachting voor de lokale
bevolking ontwikkelen. Het resultaat
daarvan was het uitmoorden van een
compleet dorp: My Lai.
KUGKNZ LOOM* NS