lUMMIES PACHMAN HOOPT NOG ALTIJD OP TOEKOMST gaan leven voor de wetenschap GETUIGENIS OYER MY LAI Calley: ik weet verdraaid goed dat ik mijn plicht daar deed ZATERDAG 16 JANUARI 1971 De deur van het graf t ktiiutl voor Christus. i koning Hesy-ra, daterend uit de 28ste iarde mmificeringstechniek Irloren. Dat is de Anclusie van een groep [yptische geleerden uit it wetenschappelijk lerzoek dat zij met Ehulp van x-stralen ebben gedaan op Kntalien faraonische lummies in het htionale i |Yij hebben bevonden e rijk veel beter waard gebleven zijn n die uit latere irioden", zegt dr. s Harris, leider van fe Amerikaanse |fdeling en voorzitter n de tandheelkundige rulteit v i de s licht dit aldus 1 latere koninkrijken -het Midden Rijk en it Nieuwe Rijk zijn andere wijze mummificeerd en Jalsemd en die |ethoden waren niet zo plaagd. Ergens moeten e ouden de keten van n proces hebben Zaki Iskandar, een rptische deskundige n de groep, die veel ischappelijk :oek heeft gedaan mmies en naar de [ummificering, is het thoden varieerden r de perioden en dat latere minder teltreffend lijken, fe oude Egyptenaren Idden grote eerbied ir de lichamen van de :n, want het is hun onwankelbaar lloof, dat de geest onsterfelijke „Ka" r het lichaam Bu terugkeren en het ^geschonden moest in algemene rocedure was, het lijk ontvochten, de ganen eruit te halen deze afzonderlijk te alsemen en elk apart plaatsen in een arden pot die in de rcofaag werd •aard. In de vroegste anoden werd deze rocedure letterlijk ivolgd. ater werden de ganen soms weer in et levenloze lichaam eplaatst, maar uit 'jgeloof werden J'mbolische aarden otten nog altijd in de ïrcofagen geplaatst, 'it anatomisch oogpunt indt dr. Walter 'hitehouse, professor voorzitter van de adjologische afdeling van de universiteit van Michigan, dit interessant. Hij zegt dat het zeker de kennis van de oude Egyptenaren op biologisch en anatomisch terrein onderstreept. „Het terugplaatsen van elk orgaan op-zijn anatomische plaats ik zeker een prestatie." De Egyptisch- Amerikaanse groep omvat ook archeologen, Egyptologen antropologen en orthodontisten. Zij allen hopen meer kennis te OPMERKELIJKE VONDSTEN BIJ OUDE KONINGEN de voorhanden kennis van de verschillende wetenschappen te vergroten. „Het doel van de huidige expeditie is veelvoudig", zegt dr. Harris. „Wij willen de morfologie van de gehele schedel en het lichaam leren kennen, de doodsoorzaken en de destijds heersende beenderziekten, de sterfteleeftijd en tenslotte, zo mogelijk het soort leven dat deze ouden leidden." Dedrie-dimensie-x- straal, waarvan gebruik wordt gemaakt door de groep, die thans de koninklijke i Prof. Arthur Storey van de universiteit van Toronto stelde het zo: „Meer te weten komen over mensen, die duizenden jaren geleden hebben geleefd, is een schat van kennis op zichzelf." Dr. Storey is de enige Canadees in de groep van Michigan. Zijn universiteit heeft de laatste zes jaar verscheidene missies naar het Nijldal gezonden met het doel. bestudeert, heeft tot dusverre bepaalde, merkwaardigheden onthuld. „In de f van koningin Nodjme van de 21ste dynastie vonden wij een enorme stenen scarabee im plaats van een hart" vertelde dr. Harris. Bij het. bestuderen met x- stralen van de schedel van Ramses II, een van de helden-farao's, werd ontdekt dat hij slechte tanden had. „Zijn tanden waren werkelijk rot gn omgeven door abcessen", zegt Harris. In 1969 heeft de groep slechts de schedels van de mummies ge-xt, in 1970 zijn de lichamen van tientallen oude Egyptische koningen aan dezelfde behandeling onderworpen. Verwacht wordt, dat de structuur van de tanden en het skelet van de mummie uit antropologisch oogpunt interessant materiaal zal opleveren over de herkomst van het bloed van verscheidene Het is bekend dat de oude Egyptische heersers verscheidene concubines van verschillende afkomst trouwden. Vandaar dat vele van de heersers Aziatische of negroïde gelaatstrekken hadden. Deze veel vrouwerij brachten de farao's vooral in praktijk als zij na oorlogen vrede sloten met hun naburen. Zij uit het volk i voormalige vijanden om te bewijzen dat zij „bloedbroeders" waren geworden. De expeditie is voornemens meer dan 40 koninklijke mummies te bestuderen, behorende tot een periode van 600 l'araonenheerschappi j Na zestien maanden vrijheidsberoving is de Tsjecho- Slowaakse journalist en schaakgrootmeester Ludek Pach- man (46) op 9 december 1970 huiswaarts gestuurd. Honger stakingen van vier en zes weken, het verblijf in een psychiatrische inrichting en dat in de beruchte Praagse gevangenissen Ruzyne en Pankrac hebben van hem een lichamelijk wrak gemaakt. Twee keer in de week moet hij nog naar het ziekenhuis om zich te laten behandelen aan zijn ontstoken nieren en darmen. Ook geestelijk heeft deze strijder voor het menselijke socialisme een knauw gekregen, maar zijn verzet tegen de herkolonisatie van zijn land door de Sovjet-Russen is nog steeds niet gebroken. f*" -.ia Pachman, eens een onwetend, maar overtuigd stalinist en tot 1968 een van de trouwste aanhangers van Moskou, heeft het Sovjetcommunisme defini tief afgezworen. Een week voor Kerst mis is hij, na 25 jaar communist te zijn geweest, teruggekeerd tot de Rooms-katholieke Kerk. Op tweede kerstdag en nieuwjaarsdag slaagden onze verslaggever en 'n Deventer collega erin 'n bezoek te brengen aan dit slacht offer van de Praagse lente, die tijdens zijn gevangenschap aldus een van zijn geschokte vrienden „zeker tien tot vijftien jaar ouder is geworden. „Binnen de huidige communistische partij is een nieuwe Praagse lente in dezelfde mate als in 1968 niet meer mogelijk. Jammer dat het de eerste keer niet gelukt is. Een tweede poging is altijd moeilijker, ik hoop altijd nog op de toekomst, misschien wordt het eens beter". Aan het woord is Ludek Pachman, na 16 maanden opsluiting terug in zijn royale woning even bui ten het centrum van Praag. Zenuwach tig knipperend met zijn ogen, ingeval len wangen boven doffe diepliggende ogen. klein, in elkaar gedoken en wankel op zijn benen. 38 pond (tot 58 kilo) is hij tijdens zijn gevangenschap ondanks gedwongen voeding via een slang door zijn neus in gewicht afgenomen. ..Ik ben geen communist meer, ik heb mijn inzichten veran derd. Tijdens mijn gevangenschap heb ik veel nagedacht Ik ben nu, kort na mijn vrijlating, toegetreden tot de Katholieke Kerk. Als kind ben ik ook katholiek geweest. Eugenie (45), zijn sympathieke vrouw, staat op en zet de radio aan. Maar de muziek irriteert Pachman en even la ter zet hij hem af. Glimlacht veront schuldigend: „Mijn vrouw is ,bang, dat we worden afgeluisterd. We weten niet wat ze met mij van plan zijn. Zal het proces dat toen onverwacht is afgelast alsnog gaan plaatsvinden?" Boycotten Onzekerheid heerst er ook over zijn schaakcarrière. „Ik heb nog geen uit nodigingen voor buitenlandse toer nooien ontvangen. Ook weet ik niet of ze me deelneming zullen toestaan". Later voegt hij eraan toe: „Voor mijn gevangenneming had ik gemak kelijk naar het buitenland kunnen uitwijken. Toén heb ik het niet ge wild. Nu ook niet. Ik hoop spoedig weer te kunnen schaken. Als men mij dit niet toestaat, moet ik erop kun nen rekenen, dat de internationale schaakfederatie, onder voorzitterschap van uw landgenoot dr. Euwe, de Rus sische schakers gaat boycotten". Intussen houdt de zevenvoudige schaakkampioen van Tsjecho-Slowakije. winnaar van veertien internationale toernooien en auteur van twaalf theo- rieboeken, zich bezig met het schrij ven van schaakartikelen voor buiten landse bladen. Daarmee moet hij de kost verdienen. Een uitkering als werkloos journalist ontvangt hij niet, omdat hij meer dan zes weken uit de roulatie is geweest. „Dat kwam omdat ik gevangen genomen werd Dat geldt toch zeker niet", meent Pachman. Hij overweegt nu de mogelijkheid ge rechtelijke stappen te ondernemen (tegen de staat) om alsnog zijn uitke ring te verkrijgen. Een van zijn vrienden komt na de ontgrendeling van twee deuren de huiskamer binnen. Eugenie probeert voor de derde keer de radio aan te Vraag: „Hoe was de behandeling in de gevangenis? Hoe reageert de be volking op uw vrijlating?" Pachman: „Eén anonieme brief was tegen me gericht. We haten je, omdat je waarschijnlijk een jood bent, stond er. Ook heeft er één opgebeld, die ongeveer hetzelfde zei. Er werd opge hangen. voordat ik kon zeggen, dat ik eigenlijk geen jood ben. En indien wel, wat maakt dat uit? In totaal heb ik de laatste weken een 150 brieven en kaarten ontvange'n van Tsjecho-Slo- waken. Die waren allemaal positief Enkele waren inderdaad anoniem. De meeste niet. Ik ben blij, dat nog zove- len met hun naam voor hun mening uit durven te komen. In de gevange nis hebben me verscheidene brieven niet bereikt Zo heb ik dezer dagen via de telefoon gehoord, dat schakers uit West-Duitsland me hebben ge- Solidariteit In de gevangenis heeft hij vele kaar ten en brieven uit Nederland gekre gen. Sinds augustus 1968 kreeg hij driehonderd brieven uit ons land Veel vreugde beleefde hij aan de zestig tekeningen van leerlingen van de An ne Frankschool te Utrecht, die hem in juni 1970 in zijn cel bereikten. „Het vele medeleven en het solidariteitsge voel in Holland is geweldig. Ik kan niet iedereen terugschrijven, bedank ze namens mij, en doe ze de hartelij ke groeten. Ook aan Jan Hein Donner en aan „spion" Dick Verkijk (tv-jour- Over zijn behandeling: „De verhoren waren tamelijk correct. Men heeft geen fysieke druk opmij uitgeoefend. Ook de bewakers waren redelijk. Vooral onder de jongeren waren er die me sympathiek behandelden" In de nacht van 21 op 22 augustus 1969 werd de schaakgrootmeester en journalist (vooral als politiek com mentator bekend geworden in de ille- gale-legale pers en tv in de zeven dagen na de invasie) gearresteerd. Er volgde een huiszoeking, die negen "uur duurde, maar niets belastends oplever de. De beschuldiging luidde: een beledi ging van partijleider dr. Gustav Hu- sak. In een open brief had hij Husak verweten grove demagogie te bedrij ven en politieke principes te verlooche nen. In september 1969 ging Pachmhn in hongerstaking in zijn cel van twee bij vier meter, die hij moest delen met twee of drie criminele gevange nen (enige tijd zelfs met een voor moord veroordeelde). Hij weigerde voedsel uit protest tegen de aan klacht. Nadat de aanklacht was ingetrokken, staakte hij zijn al vier weken durende hongerstaking Er kwam een nieuwe aanklacht: beschuldiging en opruiing van arbeiders enz. De aanklacht sloeg Een nog lachende Ludek Pachman, gefotografeerd kort voor zijn arrestatie in de nacht van 21 op 22 augustus 1969. Pachman mocht niet sterven. Marte laars kan het Husaregime nog altijd niet gebruiken. Daarom was ook een proces niet welkom. Meermalen heeft Husak zich hiertegen scherp verzet. Ruim drie maanden geleden noemde Rudo Pravo het zelfs een brutaliteit, dat „bepaalde personen een proces willen provoceren" (een aanval zowel op de liberalen als op de neo-stalinis- ten). Een proces zou. aldus dit partij blad. schadelijk zijn voor de belangen van de partij. Zijn vrouw Eugenie slaagde erin. door dagelijkse .telefonische smeekbeden, Pachman gemiddeld één keer in de maand te bezoeken. Voor anderen be stond hij officieel 1.6 maanden lang niet. Alleen de thans werkloze hartspe cialist Kriegel de liberaal van joodse afkomst waaraan Kosygin zo'n hekel had gelukte het tot Pachman door te dringen tijdens diens verblijf van twee maanden in het ziekenhuis. Ontslagen De als een tiener verliefde Eugèniè is zwaar gestraft voor de „contra-revo lutionaire misdaden" van haar mah. Ze was tot1 de nazomer van 1970 secretaresse van twee sportbonden. Vorig jaar, januari werd zij reeds uit de partij gestoten, omdat zij in het openbaar de Russische inval was blij ven veroordelen. Door het heftige ver zet vanhaar. medearbeiders bleef ze nog een half jaar in functie Drie maanden geleden volgde toch het ont slag. Tevergeefs solliciteerde zij twin tigmaal. Uiteindelijk was een kleine fabriek bereid haar een administratie ve functie te geven. Pachman: „Er heerst angst onder de mensen om hun functie te verlie zen. Sommige vrienden vertelden mij. dat ze natuurlijk nog dezelfde inzich ten hadden als in 1968 Toch hebben ze om hun werk te behouden ver klaard: ik ben met alles akkoord, met de Russische inval, etc. Wij Tsjecho- Slowaken, hebben in het verleden veel slechte ervaringen opgedaan Velen hebben de hoop op veranderingen op- op een pamflet, dat eerst op 22 sep- tember 1969 in de openbaarheid kwam, en waarin in tien punten de, economische en politieke situatie kri tisch werd benaderd. De onderteke naars waren Pachman, dr. Tesar, ir. Battik, auteur Fakulik, journalist Hokhman, prof. Kohaul, Kynal, Wage- ner en Zatopek; de drie laatstgenoem den werden niet aangeklaagd. Een proces Met evenwel op zich wachten en Pachman bleef, in „voorlopige hechte- Hongerstaking Eugenie spoedt zich weg om de glazen met Joego-Slavische cognac te vullen. Zet terloops de radioweer aan. Pach man laat haar begaan, en kan („he laas") niet meedrinken. Sterke drank en. scherp voedsel kunnen zijn aange taste nieren en ingewanden niet meer verdragen. Vermoeid vervolgt hij het gesprek. In september 1970 begon Pachman voor de tweede keer aan een honger staking. Ditmaal uit protest tegen zijn lange gevangenhouding. In totaal wei gerde hij zes weken lang te eten; na drie weken werd zijn hongerstaking onderbroken. „Men vond een honger staking iets abnormaals en dus bracht men mij naar een psychiatrische inrichting, daar propte men mij vol met voedsel. Dat is niet wettig, geloof ik. Men hield mijn handen op de rug en drong een slang door mijn neus de Ludek Pachman leerde op 6- jarige leeftijd van zijn tante schaken. Hij was zeventien toen hij door de Gestapo werd gear resteerd en zes weken verhoord. Op 11 mei 1945 werd bij lid van de communistische partij, waarvan hij jarenlang een van de trouwste en hardsfe partijle den was. Hij is zelfs voorzitter van een zuiveringscommissie geweest. Voorts was hij enige jaren vakbondsman. Stemde in een partijvergadering voor de doodstraf voor Slansky. In 1955 merkte hij. dat onmenselijkhe den waren begaan, maar hij kon Moskou trouw blijven, om dat ook Kroetsjev het stalinisme had veroordeeld. In 1956 prees hij de invasie in Hongarije. Als journalist schreef h(j voor 1955 lovend over Stalin en Ma- lcnkov, hij bezong Tito om hem later weer uit te schelden. In Praag nemen nog steeds ver scheidene mensen hem zijn dog matische verleden kwalijk. In juni 1967 schreef hij een vreselijk boze brief naar het centraal comité van zijn partij, waarin hjj heftig protesteerde tegen de opportunistische bui tenlandse politiek betreffende Israël van alle socialistische landen. Nasser omschreef hij als een fascist. Hij protesteerde toen alleen de mede-onderteke naars Arnost Lustig en Jan Prochazka moeilijkheden onder vonden. Voorzitter Hendrich lanceerde in 1967 tijdens het schrijverscongres een felle aan val op Pachman. Men dwong hem de brief voor te lezen, ver- scheidenen stemden in met de "nhoud. Einde van een kritieklo ze periode van twintig jaar. Van januari tot april 1968 schreef Pachman vier politieke artikelen, waarvan slechts twee tamelijk liberaal; na de invasie was hij zeven dagen chef-re dacteur van een legalc-illegale krant en trad veelvuldig voor de televisie op. Na de invasie schreef hij sarcastische open brieven aan o.a. Kadar (Honga rije), Fidel Castro. Husak, de partij- en publiciteitsorganen. 22 augustus 1969 werd hij gear resteerd. Er kwam geen proces. Pachman werd op 9 december 1970 voorwaardelijk op vrije voeten gesteld. December 1970 zwoer hij het communisme af en bekeerde zich tot het geloof van zijn ouders, het katholicis- gegeven. Tot de zomer 1969 is men voor zijn mening in het openbaar uitgekomen. Daarna vielen de klap pen". Over Dubcek: „Hij heeft onvergeeflij ke fouten gemaakt. In Moskou had hij nooit mogen toegeven. Ook daarvoor heeft hij niet juist gehandeld. Heb ik toen ook gezegd". Husak: „Nu is Husak misschien de beste van allen. Ieder alternatief zou erger zijn". Contra Castro Ludek Pachman gelooft niet meer in de realisering van een humanis tisch socialisme. Het huidige commu nisme heeft voor hem afgedaan. Ook in wat Fidel Castro („nog een slecht schaker ook") op Cuba doet, heeft hij weinig vertrouwen. „Van 1962 tot 1967 kwam ik er ieder jaar. Ik train de de Cubaanse schakers, Eerst had ik nog hoop, maar ieder jaar zag ik de situatie achteruitgaan En dat zoge naamde spontane werken op de sui kerplantages, geloof het niet, er zijn een paar vrijwilligers, de rest wordt ertoe verplicht... Wat Allende thans in Chili probeert, ik hoop mis schien wordt dat wat". We stappen op. Pachman haalt de koortsthermometer onder zijn arm vandaan: nog altijd ruim een graad verhoging. „Ik zal me voorlopig rustig houden en veel tijd aan schaken be steden. Dat is het beste zolang ik nog niet weet of er misschien toch nog een proces volgt". Zijn toouw ont grendelt en sluit behoedzaam de deu ren van een der laatste liberale bol werken, van waaruit Pachman zijn mening wil blijven verkondigen. Buiten ligt sneeuw en heerst de winter. Een van de koudste die Praag in jaren heeft gekend. JOS SdfURINK MIJN SYMPATHIE VOOR DIE MENSEN VERKEERDE IN HAAT WASHINGTON Deze week is in Fort Benning het proces heropend te gen de 27-jarige luitenant William Caley junior, beschuldigd van moori op 102 "Vietnamese vrouwen, mannen en kinderen in het dorpje My Laï William Calleys verdedigers kunner binnen niet al te lange tijd aan hc woord in dit militaire proces. De klei ne tengere luitenant heeft inmiddel in het Amerikaanse blad Esquire aan gegeven hoe ongeveer zijn eigen ge tuigenis zal gaan verlopen. Over de dag van de aanval zelf en hoe hel ir My Lai is toegegaan,zwijgt Calley Hij stelt in het artikel, dat er soldaten in zijn peleton waren, die de dorpelin gen wilden doden, omdat dezen dr Vietkong zouden hebben geholpen Dat kon ik niet. Niet zonder order? En voor My Lai had ik orders. II weet verdomd goed dat ik mijn plichl daar deed. De plicht van de infanterie het vinden, insluiten en vernietigen van de Vietkong". In het artikel doet Calley een bittert aanval op het gehele militaire appa raat. „Als ik voor ik naar Vietnam moest, geweten had wat het zou wor den, zou ik geweigerd hebben. Ik zou liever de gevangenis zijn ingegaan" Zijn grootste grief tegen deze situatie in Vietnam betreft de behandeling van de Zuidvietnamese burgers, dooi de Amerikaanse militairen smalend met „Joe" aangeduid. „We zijn er naar toe gegaan om die mensen te redden, maar we gaven hun niet eens de kruimels van ons Luitenant Calley, (L) hi®* met zijn twee verdedigers op weg naar het gerechtshof in Fort Benning. etei^ We hadden niet eens de normale beleefdheid om hun taal te leren, hun gewoontes over te nemen. Nee, wij doodden ze, in plaats daarvan". Calley herinnert zich zo zegt hij in het artikel een frustrerende periode uit de tijd voor de aanval op My Lai, toen soldaten uit zijn peloton om het leven kwamen door booby-traps, hoe vriendelijk en vreedzaam lijkende burgers sluipschutters verborgen, hoe mijnenvelden hun rangen uitdunden; „Op deze manier verkeerde mijn aan vankelijke sympathie voor die mensen in een soort baat. Je vertrouwde nie mand meer. Tedereen kon lid van de Vietkong zijn. Ook vrouwen en kinde ver sterkt. zo zegt Calley. door het vrijlaten van krijsgevangenen die door, soldaten uit zijn peloton gevan gen genomen waren. Dat gebeurde door officieren van de inlichtingen dienst, hetgeen zegt Calley de verbittering in de hand werkte. Meestal werden, zo zegt Calley in Esquire, de gevangenen gemarteld tij dens de ondervraging. Maar zeer vaak zeiden de verdachten niets, of hadden ze gewoon niets te vertellen, en moes ten ze dus vrijgelaten worden. „De meesten daar in Vietnam wisten heel wat van martelingen af. Ik heb zelf gezien dat Vietnamezen in een bron werden gegooid en onder water werden gehouden en nog zeiden: „Ik weet niets", ik hoorde eenmaal van een Vietnamees, die erin gegooid was met twee scherpe granaten bij zich. Hij had deze keus: of verdrinken of zichzelf opblazen. De Amerikaan die dat gedaan had, zei tegen een ancjer: „Zag je wat ik met Joe daar deed?". In Esquire vertelt Calley verder dat hij ook lichamelijk geweld had ge bruikt bij het ondervragen van dorpe lingen. „Soms sloeg ik zo'n Vietnamees wel eens op zijn mond. Als hij viel, ging ik met mijn hakken op zijn enkels staan en. draaide me om. Maar ik merkte dat ik ,hem alleen maar martelde en toch kreeg ik geen ant woorden. Ik deed hem alleen maar pijn, daarom stopte ik daarmee.' Tegen een verslaggever van het Ameri kaanse persbureau Associated Press vertelde William Calley: „In Vietnam probeerde ik alles te doen om de oorlog te winnen. Ik was een zak. Ik liet mijn mannen enorme afstanden lopen en als er gevochten moest wor den, waren ze doodmoe. Mijn soldaten haatten me. Ergens had ik het gevoel in me de vijand te moeten doden, maar we ontmoetten de vijand nooit. Wij doodden hen ook nooit. We kon den hen eenvoudig niet vinden. We wisten niet waar hij zat. Maar hij wist al evenmin waar jij zat". Op deze manier, in deze gemoedstoe stand van veel soldaten in het peloton van Calley, kon zich een dodelijk ge voel van minachting voor de lokale bevolking ontwikkelen. Het resultaat daarvan was het uitmoorden van een compleet dorp: My Lai. KUGKNZ LOOM* NS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 13