Peter Nottet „DAT WORDT KNOKKEN VOOR ZES PLAATSEN'' Als de vorm weg is, weet je pas dat je hem hebt gehad Verontrusting na het „nare" incident in Oost-Berlijn is totaal verdwenen VERSCHILLEN WORDEN KLEINER IN KERNPLOEG VAN DEVENTER Halve fysio therapeut Peter Nottet maandag slaagde hij voor zyn theoretisch gedeelte is gevlucht van de Amster damse kunstijsbaan. Na de succesvolle maandag pakte hü de volgende dag yiings zün schaatsen en spoedde zich naar Amsterdam om te trainen. Woensdag nam hy de wyk naar Deventer, be sprak een kamer in hotel „De Wereld" en repte zich naar de ysplste. Zijn ver klaring voor de plotselinge verhuizing: „Het was me te druk in Amsterdam. Ik ben speciaal voor de rust naar Deventer gekomen". En rust om helemaal tot zichzelf te komen, heeft Peter Nottet broodnodig het grote gevecht dat hij moet leveren in de strijd om de Nederland- schaatstitel. Hij weet wat ervan afhangt na de ervaring van het vorige >en toen hij wel deelnam aan de Europese titelstrijd in Innbruck (vijf tiende) maar niet aan het wereldkam pioenschap in Oslo waar Eddy Ver- heyen het tot de negende plaats bracht. Studiebeslommeringen, ondanks wel willende medewerking van de Acade- voor Lichamelijke Opvoeding in Den Haag, knaagden harder aan Peter Nottet dan hem lief was. En nu nog moet hij bekennen: „Ik heb net dat exa- tom achter de rug. Dan krijg je 'n gees- te%e opdonder die lichamelijk na- wefct. Je zit een maand in hoogspan- S fling en dan val je ineens in een kuil. I De spanning verlaat je en dan krijg ZATERDAG 9 JANUARI 1971 Deze schaatsen zullen het "oor me moeten doen. Peter Nottet kijkt aandachtig i morgen een „zekere plaats" in het eindklassement moeten helpen bezorgen. je de dreun." Binnen enkele dagen moet hij zichzelf weer geheel en al in de hand hebben want van de acht leden van de kernploeg gaan er niet meer dan zes na afloop van de titel strijd naar het trainingskamp in Da- vos. En Peter Nottet weet drommels goed dat acht min zes twee is en dat er dus moeten afvallen. Daarom zegt hij: „Dat wordt in Amsterdam knok- Er is een tijd geweest dat het toernooi om de vaderlandse schaatstitel niet veel voorstelde. De gevestigde rijders haalden op hun sloffen een goede klassering en er kon tevoren nage noeg worden vastgesteld wie de top zouden vormen en wie buiten de pan zouden vallen. Maar de Nederlandse schaatstop verbreedde zich. De moge lijkheden voor de „mindere goden" werden groter en al konden zij de top niet ernstig verontrusten, er moet ter dege rekening met hen worden gehou- Die aankomende cracks wensten alles te geven om zich tussen die gevestigde top te nestelen en deswege moest de top er harder aan trekken om niet verrast te worden. Schenk, Verkerk en Bols behoefden zich nauwelijks enige zorg te maken. Hun ster stond te hoog aan de hemel. Maar mannen als Verheyen, Van Dijk, Nottet reden zich niet een-twee-drie in de definitie ve groep die Nederland moet verte genwoordigen in de internationale ti- teltoernooien. Om met Nottet te spre ken: ..Er moest geknokt worden". Vorig iaar was de rangschikking bij de vaderlandse titelstrijd: Schenk, Bols. Van Dijk. Nottet. Verheyen, Nooit- gedagi. Hekman, Vink, Kuipers. Gi ling en Te Winkel, wat de eerste elf betreft Dit seizoen werd Piet Vink uitverkoren om in de kernploeg te debuteren. Maar elders werkt Karei te Winkel aan een come back, Co Giling wil ten minste zo hoog eindigen, bij de junioren zijn rijders als Jan Derk- sen en Piet Kleine, twee debutanten in de kernploeg junioren, naar voren gesprongen. Zij zullen een aanval doen op het bastion dat kernploeg heet en waarin enige rijders wat zij zelf terdege onderkennen niet meer rotsvast in het zadel zitten. Ze hebben wel het voordeel van de intensieve voorbereiding in het hoge noorden. Er wordt wel eens getwijfeld aan het nut van een wedstrijd Noor wegenNederland zo vroeg in het seizoen, 19 en 20 december. Peter Not tet is een andere mening toegedaan. „Ten eerste is er geen andere moge lijkheid want de schaatskalender zit op de weekeinden propvol met wed strijden. Ten tweede heb je de ver schillen in opbouw. De een werkt anders naar zijn vorm toe dan de ander. Hoewel ik vorm een vervelend woord vind, een moeilijk woord zelfs. Want hoe gaat het? Je draait gemak kelijk, je maakt goede tijden, je hebt het in de benen en dan denk je dat je in vorm bent. Alleen al omdat het zo gemakkelijk gaat. Ik zeg altijd: als de vorm weg is, weet je pas dat je hem hebt gehad Gespeeld Dat is dan een doordenkertje van Peter Nottet die de tweelandenwed- strijd beschouwt „als een behoorlijke toevoegt „dat het nooit een maatstaf mag zijn voor het Europees en we- reldtiteltoeraooi". De verklaring heeft hij pasklaar bij de hand. „Er wordt door sommigen in zo n wedstrijd nogal gespeeld. Er zijn er die werkelijk nog niet zodanig rijden dat ze zich in de strijd om de topplaatsen kunnen men gen. Er zijn er die nog niet willen tonen hoe ver ze in werkelijkheid zijn. Tenslotte hangt er niet zo bar veel meer van af dan het winnen van die landenwedstrijd. Met de Nieuw jaarswedstrijden is het nog een graadje erger. Dan wordt er helemaal gespeeld". Wereldklasse Hecht Peter Nottet dan geen,waarde aan die wedstrijden, die werden ge houden toen hem de laatste uren wer den gegund om zijn boeken op te slaan? Bols werd tenslotte toch win naar en Eddv Verheyen leverde op zienbarende prestaties „Natuurlijk zijn er die er uitstekend voorstaan en dat ook uitdragen. Eddy Verheyen is er zo een. Als die nog harder moet gaan rijden, weet ik het niet meer. Hij heeft tijden van wereldklasse ge maakt. Eddy Verheyen is in uisteken de vorm om dat woord dan toch maar te gebruiken." Een veelzeggend oordeel over een te genstrever voor wie Peter Nottet wel iswaar geen angst, maar toch een gevoel van onbehaaglijkheid zal moe ten opbrengen. Daarom werkte hij in zijn eentje, terwijl zijn makkers nog in Noorwegen vertoefden, aan het be- Volkomen van examenzorgen bevrijd zal Peter Nottet, hier in vloeiende stijl door de bocht rijdend, dit weekeinde zijn kansen kunnen verdedigen. reiken van zijn top op de Deventer Kunstijsbaan. „Nou. in mijn centje. De dameskernploeg zit hier ook. Er is wel niemand om voor me te klokken maar dat doe ik zelf." Enige malen De moeilijkheid om binnen een kort tijdsbestek driemaal een top te moeten halen, neemt Peter Nottet niet zo zwaar op. „Ik had natuurlijk liever gehad dat er tussen mijn examen en de Nederlandse kampioenschappen twee weken hadden gezeten maar dat is nu eenmaal niet zo. Je moet trou wens tegenwoordig in staat zijn om enige malen naar een top toe te wer ken. Dat is dan eerst op de Neder landse kampioenschappen en dan heb ben we twee weken de tijd om weer de top te halen voor het Europees toernooi. Vervolgens liggen er drie weken tussen tot het wereldkampi oenschap, maar daar staat tegenover dat er de vijflandenwedstrijd op 30 en 31 januari in Oslo tussen zit. Maar ik blijf erbij dat het zonder meer moge lijk moet zijn om enige malen naar de top te reiken." En met een berustende beslissing: „Als je geen top haalt, ben je weg. Ook zondag" Broekman. Dat laat hij dan ook in alle toonaarden blijken. Voor hem draait het schaatsseizoen eigenlijk al bijna drie maanden. Hi.i was met kerst in zijn Noorse woonplaats Loten. De rest van het seizoen, tot maart ongeveer, blijft hij in ons land of in ieder geval in de aanwezigheid van de Oranjeploeg. Ondanks het feil dat de ze opgave voor Broekman verre van ideaal is, blijft de combinatie hem zeer veel voldoening schenken. De re den daarvan zit dieper. „De ontwikke ling in ons land is met andere buiten landse naties niet te vergelijken. Zo gunstig vind ik die. De kunstijsba nen verrijzen als paddestoelen uit de grond en het animo van de jeugd en ouderen is enorm te noemen. Ik geloof dat deze ideale situatie voornamelijk is te danken aan het feit dat zodra er ijs is iedereen enthousiast wordt voor het schaatsen. Dat wordt ervaren als onvoorstelbare stimulans". De vloeiende voorbereiding van de „voorlopige" kernploeg was voor min stens een rijdster: Carry Geyssen een teleurstelling. Een training in eigen land komt de concentratie van de ploeg niet ten goede was haar me ning. Zij was in navolging van haar mannelijke collega's in de maand december veel liever naar het noorden getrokken om daar in voor zichtige trainingsritten de kracht van de concurrentie af te tasten. „Door zo'n trainingskamp kun je dan veel meer zelfvertrouwen krijgen". Ook coach Broekman ziet meer voordeel in een verblijf in het buitenland. „Dat was aanvankelijk ook onze bedoeling. Ja. het was haalbaar voor de KNSB dacht ik, maar er waren doodeenvou dig geen wedstrijden voldoende. Toen hebben we gesteld: Wanneer we in Nederland blijven kunnen we deelne men aan de Dynamocup (Oost-Berlijn). de IJsselcup en nog diverse trainings ontmoetingen. Daat hebben we toen maar de voorkeur aan gegeven". In hoeverre deze beslissing van gunstige invloed was moet nog blijken. Nóg ia. want echte internationale krachtproe ven zijn er dit seizoen voor de dames niet geweest. De devaluatie van de wedstrijden om de Dynamocup heeft daarin zonder meer een rol gespeeld. Broekman weer: „In het voorseizoen ligt er nog een heel terrein braak voor de damesschaatsers. Als er zoals bij de heren net zo'n evene ment als de Nieuwjaarswedstrijd in Oslo zou komen werd het begin veel interessanter. Daarover bestaat inter nationaal echter nog veel te weinig contact. De KNSB heeft met Rusland een uitwisselingsprogramma willen opstellen. Dat plan mislukte echter, omdat de communicatie tussen de bonden veel te wensen over liet. De Nederlandse rijdsters staan daar al niet meer stil. Hun gedachten gaan voornamelijk uit naar Leningrad en Helsinki, de wedstrijdhoogtepunten Geen angst meer dus. Het was aan vredig-wit Gorssel te merken. Daar, waar de damesploeg zich intensief voorbereidde, heerste een volkomen rust. In een hoek van het hotel Ros kam zaten wat oudere inwoners te scrabbelen en te klaverjassen; meer was er niet te doen. Coach Broekman voelde zich in deze situatie zeer goed op zijn gemak. Hij houdt van rust. Vroeger al en nu nog. In deze sfeer paste gematigdheid. In zijn verwach ting van de nationale kampioenschap pen voor dames in Amsterdam zijn dan ook geen schokkende ervaringen verborgen. Na zondagmiddag, wanneer het titel toernooi een wig moet drijven in de kernploeg die dan met zes rijd sters definitief vaststaat, zal bekend worden of zijn prognose uitkomt. „Het staat voor mij vast dat de „kern" zich zal handhaven. Men ontloopt elkaar nauwelijks in kracht. Het interessante van deze kampioenschappen is voor Kees Broekman geeft zijn meest succesvolle pupil vlak voor het begin van een van haar ritten. mij veel meer de vraag of een van die jeugdleden (Trijntje Rep of Sijtje van der Lende) zich kan kwalificeren voor de vijfde of de zesde plaats in het eindklassement. Ook in dit opzicht zul len de onderlinge verschillen te ver waarlozen zijn". Deze rustige en reële houding zit in Broekmans aard opgesloten. Hij is geen man, die graag hoog van de toren blaast als daar geen aanleiding voor is. Onnodige risico's en bluf poker zijn niet in overeenstemming te brengen met zijn opvattingen. Toch verwacht de ex-Westlander, eens Eu ropees kampioen (1953), winnaar van twee zilveren olympische medailles. (1952) en wereldrecordhouder op de 500 m. (1953), meer verblijdende re sultaten in het snel naderende intei - nationale schaatsseizoen. Bedoeld wordt daarmee: De wereldkampioen schappen in Leningrad (30 en 31 ja nuari) en de Europese kampioenschap pen in Helsinki (6 en 7 februari). Broekman: „Onze kansen liggen mo menteel beslist niet minder dan het vorig jaar toen Atje Keulen-Deelstra wereldkampioen werd. De Russin Statkevitsch is weer de enige kandi date die een ernstige bedreiging voor de Nederlandse rijdsters vormt. De anderen, zoals de Oostduitsen, de Noorsen, de Poolsen en de Zweedsen, zijn dat momenteel nog steeds niet. Een waarschuwing blijft echter niet achterwege van Broekman „Pas ech ter op. Hel zal geen twee a drie jaar meer duren of de anderen zijn er waax-schijnlijk ook bij gekomen. Daar ben ik van overtuigd. Ga maar eens na: De trainingsfaciliteiten voor de Noorse dames zijn dit seizoen gelijk getrokken met die van de heren en dat wil genoeg zeggen dacht ik zo" Sceptici in de Nederlandse schaats wereld wijzen op Stien Kaiser en Alje Keulen-Deelstra, adviezen Atje Keulen-Deelstra, Men vraagt zich af of beiden nog niet de leeftijd hebben bereikt waarop een terugslag in de prestaties haast onvermijdelijk is. Coach Broekman neemt in dit op zicht zijn ervaren pupillen in bescher ming. „Hun leeftijd hebben ze mis schien tegen. Maar dat nadeel wordt mijns inziens volledig uitgewist door hun routine Daarom kunnen ze „vlammen" op momenten dat het noodzakelijk is. En hoe belangrijk dat is hoef ik niemand te vertellen." Zijn vertrouwen in Atje en Stien werd dit seizoen nog versterkt door de wijze waarop het duo naar de „nationale" en alles wat erop volgt toeleefde. „Zij weten zelf duvels goed dat ze ouder worden. Hun ambitie wordt daardoor elk jaar alleen maar groter. Dat bleek dit seizoen weer uit de aanpak. Stien Kaiser met name. lijkt de zaken nóg serieuzer aan te pakken". Het ziet er allemaal gunstig uit voor van 1971. De voornaamste taak van het seizoen is voor Broekman om „de ploeg op niveau" te houden. „De kracht, van de Nederlandse dames is het feit dat diverse meisjes ongeveer even sterk zijn. Kijk maar naar de wereldkampioenschappen in West Al- lis in 1970. Ans Schut kwam op de 1500 m ten val, Atje Keulen-Deelstra en Stien Kaiser stonden onmiddellijk klaar om haar aanval over te nemen". Zo moet de situatie blijven. En het wordt niet uitgesloten geacht. „De ontwikkeling van de jeugd is gelukkig zó, dat de top elk jaar breder wordt. Als een en ander gunstig blijft functi oneren is er voor het damesschaat- sen in de komende jaren geen vuiltje aan de lucht." De gevolgen van deze ontwikkeling zijn de laatste jaren duidelijk merkbaar. De verschillen tussen de nummers 1, 2, 3 en 4 van de titeltoernooieo werden steeds kleiner Broekman verwacht dat ze in de toe komst nog geringer zullen worden. „Daarvan gaat een geweldige stimu lans uit. Wie even de touwtjes laat vieren weet dat hij bij anderen achter op raakt. Vaak is zo'n achterstand niet meer in te halen." Stien Kaiser had het afgelopen voor seizoen nauwelijks last van een inzin king. Zij had, naar de mening van Broekman, een sterk 1970 achter de rug maar miste de absolute bekro ning voor haar inzet. Geen Europees kampioenschap (Nina Statkevitsch) en geen wereldkampioenschap Atje Keu len-Deelstra) was voor haar wegge legd. Deze onrechtvaardigheid schijnt haar nóg tt stimuleren. Broekman: „Zij is zeer beslist niet achteruitgegaan. Het tegenovergestelde is eerder waar". Men behoeft hem niet te vragen wie de gegadigde nummer één voor 1971 is HANS DE BRUY.V Stien Kaiser in volle concentratie, de armen breeduit zwaaiend, op weg naar de finish.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 13