RUSSEN WERKEN ACHTERSTAND IN DE RUIMTE SNEL WEG ZATERDAG 9 JANUARI 1971 „Er waren eens", zo begint een door een Amerikaanse journalist verzonnen sprookje, „een haas en een schildpad, die een hard loopwedstrijd met elkaar aangingen. De schildpad mocht beginnen met een grote voorsprong en bleef die ook enige tijd be houden, totdat de haas het echt op een lopen zette en het trage, logge dier op een haast onoverbrugbare achterstand zette. De schildpad uit dit sprookje stelt het Russische ruimtevaartprogramma de haas staat voor het ruimte programma van de Amerikaanse NA SA Meer dan dertien jaar geleden werd '3 de Sovjet-Unie het eerste ruimteva rende land ter wereld, het zorgde '*oor de eerste mens in de ruimte, de eerste zachte maanlanding en vele andere primeurs. Na 1965 echter waren het de Amerikanenen die de leiding in de ruimterace overnamen door een cerie spectaculaire en wetenschappelijk waardevolle bemande vluchten en rii- lanceringen van onbemande ro bots die de maan verkenden. Het cul mineerde tenslotte in de eerste lan- van de mens op de maan in juii terwijl de Russen in dezelfde periode (1965-1969) tegenslag op tegen slag te verwerken kregen bij de voor bereidingen van een bemande maan- vlucht en de ontwikkeling van een groot ruimtestation. Terwijl de Russen echter noest bleven doorwerken, zakte het Amerikaanse ruimtevaartprogramma, inclusief het Apollomaanproject, na de expeditie de Apollo-11 in juli 1969 als een I plumpudding in elkaar. Noch de Ame- Irikaanse regering, noch de volksverte genwoordiging, noch het volk van de I Verenigde Staten zelf bleken de moed kunnen opbrengen door te gaan ït iets dat sedert 1961 bovenaan de [nationale prioriteitslijst had gestaan. J Duizenden werknemers in de ruimte- artindustrie kwamen op straat te Istaan. In 1965 werkten er nog 410.000 jtechnici voor de NASA en dit jaar [zullen het er nog maar 144.000 zijn. rest heeft misschien ergens anders tv baan gekregen, maar anderen [moetlen hun huis verkopen om nog vatgeld voor de dagelijkse levensbe hoeften te hebben en een man die '>g- jaar nog een inkomen had van '00 dollar als instruceur van astro- i, vérkóopt nu' hamburgers in lackbar. 'Kreeg de NASA in 1965, 1966 en 1967 vijf miljard dollar of meer als jaarbudget, thans mag de organisatie al blij zijn met maar net drie miljard en zelfs dat vinden vele volksverte genwoordigers, onder wie senator Ed ward Kennedy, wiens broer in 1961 opriep tot verovering van de ruimte, eigenlijk nog te veel. Het resultaat is er dan ook naar. Na de eerste beman de maanlanding stonden oorspronke lijk nog negen Apollo-expedities op het programma. Maar inmiddels zijn er reeds drie geschrapt, overigens on der protest van vele vooraanstaande geleerden, hetgeen begrijpelijk is, want juist de laatste vier vijf vluch ten in het maanprogramma, zouden het hoogste wetenschappelijke rende ment hebben opgebracht. Hetzelfde als bij het Apolloproject, is ook duidelijk voelbaar in de andere Amerikaanse ruimteprogramma's. Overal zijn wel een paar lanceringen geschrapt of voor vele jaren uitge- De belangstelling voor de wedstrijd taande al spoedig bij de haas en hij vlijde zich neer in de schaduw van een grote boom. De schildpad bleef echter lopen en heeft thans het grootste deel van zijn achterstand weer ingelopen. Blijft de haas onder de boom liggen dan zal hij spoedig weer voorbijge streefd worden". Het eerste verrijdbare voertuig op de maan was de Russische Loenochod-1, een achtwielig, badkuipvormig toestel, dat in november vorig jaar aan boord van de Loena-17 in de Buienzee landde. Moskou hoopt op primeur ruimte station steld, waardoor het hele ruimtevaart arsenaal begint te lijken op een hut van karton, waaronder een fundering ligt die oorspronkelijk bestemd was voor een kapitaal landhuis. Opleving De kentering bij de Amerikanen werd reeds in 1970 duidelijk waarneembaar, juist in het jaar dat het hele Russi sche ruimteprogramma een grote ople ving kende. Er zijn wel jaren geweest dat de NASA meer dan 20 kunstma nen lanceerde, maar vorig jaar kwam organisatie niet verder dan 12, r ten behoeve van der twee op het programma staande Apol- lolanceringen, een op 31 januari en een op 25 juli staat de NASA er in 1971 nog slechter voor. Naast twee lanceringen naar de planeet Mars, waarvoor het hoofdbedrag reeds jaren geleden werd betaald, nadat veel am bitieuzere plannen voor de verkenning van Mars in de ijskast waren gezet, staan slechts vijf lanceringen van wetenschappelijke satellieten op het programma. Daarnaast zullen voor dc internationale organisatie INTELSAT een paar communicatiesatellieten wor den gelanceerd (maar dat kost de NASA geen cent) en datzelfde geldt voor enkele weerkunstmanen van de ESSA. Voorts valt het zeker niet te verwach ten dat dit jaar ingrijpende beslissin gen zullen worden genomen ten aan zien van langlopende ruimteprojecten als het ruimtestation de ruimtetaxi en een bemande Marsexpeditie in de tachtiger jaren Wat dat betreft kan ln de komende jaren van het Russische ruimtevaart front veel meer verwacht worden, hoewel deze prestaties hoogstwaar schijnlijk niet verder zullen reiken dan een evenaring of misschien een heel lichte overtreffing van de recente Amerikaanse ruimte-exploten. Deze verwachtingen worden gerecht vaardigd door de opleving die de Rus sische ruimtevaart in 1970 doormaakte. Toch maan vluchten voorbereidingen getroffen voor zowel het bemande ruimtestation als beman de vluchten naar een baan om de maan, en misschien zelfs wel een lan ding daar. Er waren heel wat mislukte lancerin gen voor nodig alvorens de Sovjet- Unie er vorig jaar september voor het eerst in slaagde een geheel nieuw type Loenacapsule een zachte landing op de maan te laten maken. Deze Loena-16 was uitgerust met een te- rugkeercapsule, die de Russen de eer ste paar pond maangrond bezorgde zonder dat er een mens direct bij betrokken was geweest. In oktober werd een onbemande Soyoez onder de naam Sonde-8 in de ruimte gebracht en dit toestel keerde enkele dagen later weer op aarde terug na eerst een lus om de maan beschreven te hebben. De Soyoez, waarmee reeds een achttal bemande ruimtevluchten zijn uitgevoerd, wordt algemeen ge zien als een vaartuig dat ook in staat is met kosmonauten aan boord om de maan te cirkelen. In november 1970 werd opnieuw een Loena, de 17e, ge lanceerd en dit toestel was uitgerust met het eerste maanwagentje, de Loe- nochod-1, waarmee enkele ritjes over het maanoppervlak werden ge maakt. Duidelijk bleek uit beide Loena- vluchten dat het hier gaat om een geheel nieuw ruimteschip, bestaande uit een standaard afdaalgedeelte, waarop toestellen van diverse make lij kunnen worden gemonteerd. Bij de Loena-16 was dat een terugkeer- capsule, bij de Loena-17 een achtwie lig voertuigje en voor de toekomst hebben Russische geleerden beloofd dat op deze wijze ook meetinstrumen ten op het maanoppervlak gedepo neerd zullen worden. Dit neemt echter niet weg dat er heel wat van derge lijke Loenalanceringen zullen moeten plaatsvinden, willen ze tezamen een bemande maanexpeditie van de Ame rikanen in wetenschappelijk rende ment kunnen evenaren. Dat is ook niet het doel van het Loenaproject. In werkelijkheid moeten de onbemande toestellen de weg ba nen voor Russische kosmonauten, zo als enkele jaren geleden Surveyor's en Lunar Orbiters door de Amerikanen werden gebruikt om voldoende gege vens te verzamelen ten behoeve van het Apolloprogramma. Ten behoeve van het bemande maan- project werden eind 1970 nog twee andere proeven door de Sovjet-Unie gehouden. Het betrof hier de op 24 november gelanceerde Kosmos-379 en de acht dagen later in een baan om de aarde gebrachte Kosmos-382. Beide vluchten worden algemeen gekien als proeven van een nieuw type boordra- ket, bestemd voor de Soyoez. waardoor het mogelijk wordt dit vaartuig uit te sturen op bemande missies in een baan om de maan. Tweemaal hopen de Amerikanen dit jaar een bemande Apollomaanvlucht uit te voeren. De eerste zal op 31 januari van start gaan. Op de maan zullen de astronauten dan gebruik maken van een tweewielig karretje om hun gereedschap te vervoeren. Op deze foto de 47-jarige Apollo-14-commandant Shepard tijdens de training. Op de voorgrond staat het maa nkarretje. Ruimtestation Ondanks de bedrieglijke schijn Naast het maanprogramma. werken de Russen echter ook hard aan een bemand ruimtestation. Eind 1971 zul len de Amerikanen een driemans mi- nistation in het kader van het Skylab- programma lanceren en na het verlie zen van de maanrace, zal het de Russen er veel aan gelegen zijn in elk geval de primeur van het ruimtestation te hebben. Voor het zover is zal er echter nog heel wat water door de Wolga stro men. De raket die dit station moet lanceren is nl. nog nooit in de prak tijk getoetst. Volgens betrouwbare be richten is dit projectiel groter én ster ker dan de op zich al monsterachtige Saturnusmaanraket van de NAS.. Reeds eind 1968 werd dit toestel lan- ceergereed gemaakt. Technische sto ringen hielden het toen aan de grond en de lanceerdatum werd verschoven naar het voorjaar van 1969. Maar ook toen kwam de raket niet van de grond. Amerikaanse spionagesatellie- len namen wel waar dat zich in een van de bovenste trappen van de rakel brand of een explosie had voorgedaan en later drongen inderdaad geruchten daaromtrent door het IJzeren Gordijn heen. Er werd daarin zelfs gesproken over vele doden en gewonden. Alles wijst erop dat de Russen nu dit jaar zullen trachten de raket eindelijk van de grond te krijgen om hem begin 1971 operationeel te kunnen ge bruiken. Overigens met betrekking tot de voor bereidende vluchten voor dit project, werd in 1970 een vrij nare ervaring opgedaan tijdens de vlucht van de Soyoez-9 in juni. In dat ruimteschip draaiden de kosmonauten Nikolajev en Sevastianov bijna 18 dagen lang om de aarde, daarmee het met 14 dagen op naam van de Amerikanen Borman en Lovell staande ruimte- duurrecord verbeterend. De vlucht had echter een weinig gelukkig slot. Na de terugkeer op aarde bleken de beide kosmonauten zich maar moei zaam te kunnen aanpassen aan de zwaartekracht na de lange periode van' gewichtloosheid. Dit wijst er op, aldus Russische ruimtevaartmedici, dat in ruimtestations, waarin mensen maandenlang zullen verblijven, een Amerikaanse medici, die de Russische rapporten hebben bestudeerd, zeggen daarentegen volkomen in het duister te tasten waar het gaat om het moei zame aanpassingsproces van de twee ruimtevaarders. Zij hebben bij hun eigen astronauten nooit enige aanpas singsmoeilijkheid ontdekt en menen dan ook dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen. Dit neemt niet weg dat de Russen toch wel een beetje met dit probleem zitten, want uitein delijk staat of valt het hele ruimtesta tion bij dc capaciteit van dc mens om aan boord ervan nuttige arbeid ie verrichten. GERARD J. De Russische kosmonauten Nikolajev (links) en Sevastianov, die in juni 1970 een vlucht van bijna 18 dagen maakten in de Soyoez-9. Na hun terugkeer op aarde hadden ze nogal wat aanpassingsmoeilijkheden. De Soyoez is een ruimteschip dat voor maanvluchten en voor pendeldiensten naar een ruimtestation gebruikt kan worden. Het toestel heeft c zelf een kleine laboratoriumruimte, waarvan hier een gedeelte zichtbaar is. Kosmonaut Sevastianov bedient hier de radioapparatuur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11