Rietcultuur Almelose psychiater op barricaden voor vrije meningsuiting GROENE LONG VAN NEDERLAND BEDREIGD (Van een onzer verslaggevers) ALMELO. In Rusland, zowel als in Tsjecho-Slowa- kije, leven families in angst. Er zijn zonen en/of echtge noten verdwenen en nie mand weet wanneer men hen weerziet. Men weet dat zij „ergens in een krank zinnigeninrichting" verblij ven, maar men weet ook dat zo'n inrichting in wezen een gevangenis is, een ge vangenis waaruit men nim mer of zelden en dan nog na zeer lange, lange tijd, vrij komt. Eon stap naast het „voorgeschreven pad" is dan alweer voldoende om iemand opnieuw te laten verdwijnen en dan meestal voorgoed. Het „totale bewind" van Rusland heeft namelijk een nieuwe vorm van liquidatie en „uit de roulatie nerwen" ontdekt. Iedereen die artikel 190 van het Russische wetboek van strafrecht overtreedt, wordt zonder meer opgepikt, „niet toerekeningsvatbaar" verklaard en verdwijnt in een gesticht waar de dokters „artsen" zijn van het Rode Leger, waar verplegers en groepsleiders behoren tot de geheime dienst en wel die afdelingen die er speciaal zijn om iemand via de hevigste kwellingen een bekentenis af te dwingen. De Almelose zenuwarts, dr. P. J. van der Burg, keurt deze handelwijze sterk af en probeert hiertegen actie te voeren. Hij staat op het standpunt, dat men de psychiatrie niet mag misbruiken. Hij is van mening dat men mensen die het oneens zijn met een bepaald systeem en die daartegen protesteren, niet mag opsluiten in een ini'ichting en hen „geestesziek" mag verklaren. Hij staat op het standpunt dat het eenvoudige recht van elke mens, namelijk dat van vrije meningsuiting, niet gedwarsboomd mag worden door hen een „omgekeerde behandeling" te geven, waardoor gezonde mensen inderdaad krankzinnig worden of geestelijk gestoord. Van een relatie kreeg hij een aantal rapporten toegespeeld waarin zaken als omschreven, vermeld stonden. Het waren schrijvers van naam, die men uit de roulatie had genomen. Het waren ook studenten en eenvoudige lieden, die een en ander niet langer konden „harden" en hun protest uitten door middel van een pamflet voor het raam, waarin werd opgeroepen te protesteren. Zij verdwenen allemaal. Het waren weer schrijvers die van een en ander gewag maakten, via een kettingbrief. Een schreef een brief, stuurde die naar een vertrouwd iemand, die de brief overschreef en de twee exemplaren weer doorstuuixjo naar anderen, die elk weer zorgden voor vermenigvuldiging. Uiteraard anoniem. Uiteraard ook be reikte die „sneeuwbal", die „de kro niek der dagelijkse gebeurtenissen" ge noemd werd zoals Bernhard IJzer draad zijn brief de „Geuzenbrief" noemde het buitenland, waar zij verzameld werden. Uit eigen waar neming en onderzoeking slaagde „Am nesty International" erin een aantal van de aangehaalde zaken te contro leren en ze bleken juist te zijn. Dat was voor dokter Van der Burg genoeg. Met die bladen in de hand meldde hij zich bij het hoofdbestuur van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, waarbij praktisch alle Nederlandse zenuwartsen aangesloten zijn. Hij wilde van het hoofdbestuur een uitspraak en indien mogelijk een protest bij de internationale organisatie, The World League of Psychiatry. Het is naar zijn mening zeker mogelijk iemand om politieke redenen „schizofreen" te verklaren en hem in een inrichting op te sluiten waar de wet geen toegang heeft. Hij wilde dat het hoofdbestuur van de vereniging die uitspraak deed, maar zij onthield zich daarvan. Men stond op het standpunt dat men zich van politiek moest onthouden. „En toch laat ik het er niet bij zitten", zegt de Almelose arts. „Ik ben van plan op de eerstvolgende ledenvergadering deze zaak aan de orde te stellen, in de hoop de vergadering mee te krijgen. Zwijgen is ook aan politiek doen". Dokter Van der Burg is teleurgesteld over het standpunt van zijn hoofdbestuur. Hij is van mening, dat zij wel een uitspraak had moeten doen. Dr. J. Mengele, de arts op wie met name Simon Wiesenthal ge jaagd heeft, en over wie hij schreef in zijn boek „Moorde naars zijn onder ons". Ook omdat naar zijn mening het vertrouwen in de psychiatrie als geneesmethode wordt aangetast. Het doel van de psychiatrie is niets meer en niets minder dan de (geestes)zieke mens te helpen genezen en niet om een gezond mens ziek te verklaren en hem op grond van een vermeende geestesziekte uit de maatschappij te bannen. IN RUSLAND EN TSJECHO-SLOWAKIJE: MENSEN VERDWIJNEN ZO MAAR IN KRANKZINNIGEN INRICHTINGEN Wat speelt namelijk mede een rol? Iemand die „niet wel bij zinnen" wordt verklaard en voor zijn daden „niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld", wordt zonder proces in een inrichting opgeborgen. Er wordt dus geen schuldvraag vastgesteld Let wel, deze wettelijke grondslag geldt ook in Nederland. Als een krankzinnige iemand die op grond van onderzoekingen geesteszielc verklaard is uit een inrichting ontsnapt en op zijn vlucht iemand vermoordt, wordt hij voor die moord niet strafrechtelijk vervolgd. Men kan evenwol iemand die door middel van een pamflet, zoals Vladimir Karasef deed in Moskou, waarin hij protesteerde tegen de aanwezigheid van Russische troepen in Tsjecho-Slowakije, moeilijk krankzinnig verklaren. En toch verdween hij, deze in Moskou afgestudeerde natuurkundige, die heel rustig zijn verkondiging aanplakte in de r.al van de universiteit. Men kan moeilijk Victor Koetsnetsof krankzinnig verklaren, toen hij op een avond in 1969 over het „cynisme in het maatschappelijke leven" het woord voerde. Later sprak hij over het onderwerp „de vrijheid in de moderne wereld". Hij sprak in het Huis van de Vriendjschap van de Russische universiteit te Moskou voor internationale studenten. Victor is afgestudeerd graficus. Hij verdween in een inrichting. De K.G.B. had „kettingbrieven" bij hem gevonden. Een vrouwelijke specialist verklaarde, zonder dat zij Victor ooit had gezien, dat hij „langdurig in een gesloten inrichting moest worden verpleegd". Hij werd naar Kazan getransporteerd. Zijn adres: Kazan U E 148 st. 8. Bekend is geworden, dat er een aantal ambulances klaar staat bij talrijke officiële instanties, waar men kan klagen over personen. Veel mensen wie geklaagd wordt, worden aid en met geweld naar inrichtingen gesleept. De receptie bureaus van de Raad van Ministers hebben een dergelijke ambulance en eveneens de receptie van de Opperste Raad van de Sovjet, de K.G.B. en andere organisaties, bij wie je mensen kan aangeven, die je niet welgevallig Dokter Loentz bijvoorbeeld, hoofd van de Serbskykliniek, is kolonel bij de K.G.B. Officieel is hij verbonden aan het ministerie van Volksgezondheid. Zijn kliniek evenwel is berucht. Er worden alleen politieke personen onderzocht. In de „kroniek van het dagelijks gebeuren" staan belang wekkende feiten. Feiten die afschuwe lijk zijn, zoals de kwestie-Pjotr Aleksejevitsjak, die alleen maar ge vaagd had wat er gebeurde met stu denten die politiek anders dachten Hij kwam daar achter: hij ontmoette hen in een van de krankzinnigen gestichten waarin hijzelf ook verdween. Niet alleen Dokter Van der Burg staat ln zijn poging een uitspraak te verkrijgen van de wereldorganisatie van Psy chiaters niet alleen. Ook een Canadees is bezig, Norman B. Hirt, psychiater, heeft een artikel geschreven, dat luidt: „De medische ethiek en psychiatrische wantoestanden en praktijken in de USSR". Daarin wijst hij erop, dat ook Rusland de rechten van de mens ondertekende. Artikel 19 luidt: „Een ieder heeft recht van vrije meningsuiting en vrijheid van mening". Norman Hirt wijst erop, dat in Duits land onder Hitler hetzelfde is gebeurd. In de concentratiekampen werden tussen 1933 en 1945 door Duitse artsen de meest liederlijke proeven op mensen genomen, onder andere door Mengele on dr. S. Rascher. Een ander, prof. dr. Hippke, bracht zelfs later dank voor de proeven, die hij in Dachau mocht nemen. Dokter Brack voerde met zijn röntgenstralen castraties uit.en vergeet dr. Karl Babor niet om er Dr. Van der Burg heeft getracht er Iets aan te doen, maar het hoofdbestuur van de Nederlandse Vereniging voor Psy chiatrie en Neurologie stemde met meer derheid tegen het verzoek om actie te (Van één onzer verslaggevers) KALENBERG - Anne Hulsinga Is thuis, zoals mevrouw Hoen, bij wie we de weg vroegen, al voorspeld had. Zij had al meer rietsnijders langs zien komen, vluchtend voor de regen, die het werken in het rietland onmogelijk maakt. Anne Hulsinga noodt ons naast zich aan de kachel en vertelt. „Ik werk nu sinds 18 september weer in het riet. Gelukkig maar, want na zo'n zomer op de melkfabriek zie ik er uit als een lijk. Maar je moet wel een overbrugging zoeken. De rietcultuur is seizoenwerk. Als je tussentijds geen werk kunt vin den, dan kun je er beter helemaal mee uitscheiden". Anne Hulsinga, een „dikke" zestiger, is bestuurslid van de rietvereniging. Zijn zoon heeft hij naar de ambachts school in Steenwijk gestuurd. Het was destijds wel een harde dobber voor de jongen: elke dag die lange weg heen en terug, studeren en niet verdienen, terwijl zijn kameraden „in het riet" zaten. Hij Is nu, achteraf, toch wel blij met zijn vaders beslissing; hij verdient een goeie boterham in de bouw. Voor zitter Dolstra van de rietvereniging heeft drie zoons. Eén werkt er bij Staatsbosbeheer, de jongste is timmer man geworden, de derde werd riet dekker en heeft de rietteelt dus ook de rug toegekeerd. Een goeie boterham verdienen in het riet wordt steeds moeilijker. Een vol ledige boterham heeft er eigenlijk nooit in gezeten, vanwege dat seizoenkarak ter. Vroeger gingen de rietsnijders zomers bij de boeren werken. „Maer die binnen d'r ook niet meer", zegt Hulsinga. En daar komt dan sinds kort nog de buitenlandse concurrentie bij. Er wordt Oosteuropees riet in Nederland inge voerd; de treinen, die machines naar Roemenië brengen, hoeven dan niet leeg terug te rijden! De rietdekkers zijn niet zo enthousiast over dat Oost- europese riet. Tot voor kort was het Vï- 1 'f A trouwens duurder dan het inlandse en bovendien is het slechter. Het heeft dikkere toppen dan het beroemde Kalenberger riet en dat geeft moeilijk heden bij het dakdekken. Er zijn nog zo'n 600 rietdekkers in Nederland. Zij kunnen het werk bijna niet af, want een rieten dak is wel duur, maar het is in de zomer lekker luchtig en in de winter heerlijk warm. De dekkers kopen niet meer riet in dan ze direct nodig hebben; de handel levert op bestelling snel genoeg een nieuwe voorraad. Pas als die door zijn voorraad inlands riet heen was, kwam het buitenlandse eraan te pas. Toch zit er ook een beetje de klad in de ricthandel. Vorig jaar was de oogst in Nederland erg goed en heeft men bovendien veel buitenlands riet inge kocht. De handel bleef ermee zitten en nu kun je riet wel een jaar of wat bewaren, maar opslaan kost geld. De voornaamste knelpunten zitten niet in deze sector. De rietprijzen zijn altijd enigszins op en neer gegaan en er viel in de handel wel iets te verdienen. Verscheidene Kalenbergers hebben er een dikke boterham in gevonden, al wonen zij dan nu niet meer in het vergrijzende dorp aan het water, waar alleen in de zomer het (toeristische) leven zich van de zonnige kant laat De knelpunten zitten in de rietteelt. Er zijn al vragen over gesteld in de Kamer en onlangs heeft minister Lar- dinois daarop geantwoord, dat de func tie van de rietcultuur vooral moet worden gezien in het kader van de instandhouding en de bevordering van het natuurlijke milieu van Noordwest- Overijssel. Gedeputeerde Staten van Overijssel zitten met een vraag van de Centrale Cultuurtechnische Commissie, die in verband met een aanvrage voor ruil- Grootste concurrent is Oost-Europa verkaveling in het gebied Giethoorn- Wanneperveen, de meest wenselijke ontwikkeling voor dit gebied vastge steld wil zien. Verder is er d*. kandidaatsscriptie van de sociale-geogvafie student J. H. P. van der Vaart te Groningen, die in „De rietcultuur in N.W.-Overijssel" een groot stuk van de moeilijkheden uit de doeken doet. Anne Hulsinga ziet het ook donker in. Kalenberger riet moet veertig jaar kan zeven\if^au' ljggeu, zei n vroeger.- Me.dflM'olgen» Hulsinga g de kwalftW*1 \JWf4iet Vlet^achterun De verlanding is het grote probleem. Men probeert die tegen te gaan door irri gatie met behulp van kleine water molentjes, sinds de Noordoostpolder het grondwater wegzoog. Maar die windmolentjes maken het riet week, meent Hulsinga. Bovendien gaat de verlanding toch door en dat geeft veel ruigte in het riet, dat uitgekamd moet worden. Als er dan van iedere bos een halve bos overblijft, dan komt men er leeftijd ook in de winter mogen blijven. t het geld op is. „Wiej r geet", zegt Hulsinga. De jongelui willen niet meer in bet riet, al zit er by wijze van uitzondering een knaap van 23 tussen de rietsnijders. Het is tegenwoordig veel aantrekke lijker om een vaste baan te hebben. „Je moet al een hele cent voor jezelf verdienen om tegen het werken bij een ander op te kunnen", zegt Hulsinga, die terecht de sociale voorzieningen in het geding brengt. Is samenwerking geen oplossing? Er is LOOPT OP Z N END ALS WE ER NIETS AAN DOEN niet mee uit. Door de bevloeiing krijg je ook meer „dulen" (lisdodden) en hoewel dulenriet net zo lang meegaat als echt riet, geldt het toch als uit schot, omdat het niet zo mooi staat op het dak. De natuurlijk cyclus in de noordwest hoek is doorbroken. Die cyclus begon toen men in de vroege middeleeuwen het oorspronkelijke hoogveen afgroef (dat ging tot omstreeks 1700 door) en al gauw ontdekte, dat uit het over blijvende moeras baggerturf te winnen was. Van omstreeks 1400 tot aan het begin van deze eeuw was deze turf- winning bepalend voor de streek. Roe keloze afgraving deed plassen ontstaan: de nu voor de recreatie steeds belang rijker wordende „wieden". Zowel de wieden als de „weren" (de uitgebaggerde trekgaten tussen de smalle „ribben", die men intact liet om er de baggerturf op te drogen) ver- landen echter op de duur weer, voor namelijk dank zij de rietgroei. De ver landing van 'een trekgat duurt 100 tot 150 jaar. In de laatste periode gaat de rietgroei sterk achteruit. Rietcultuur is, zo zegt men in Kalenberg, zo'n 50 tot 75 jaar op dezelfde plaats mogelijk. Vroeger werd dit nieuw ontstane land weer afgegraven, maar op dit punt is nu juist de cyclus doorbroken. Zou men de zaken op z'n beloop laten, dan is het binnen afzienbare tijd afgelopen met de rietcultuur in Noordwest-Over ijssel. Bewoners van boerderijen en villa's, die nog een rieten dak wensen, zouden dan van Oost-Europa afhanke lijk worden. Veertig procent van het Nederlandse rietareaal 4000 ha ligt in Over ijssels noordwesthoek. Het is vrijwel allemaal bezit van hel rijk (Staats bosbeheer) en van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Anne Hulsinga: „Ik zit samen met mijn zwagei' al 28 jaar in het riet. Vroeger hadden we zelf een paar perceeltjes land, maar die hebben we aan Staats bos verkocht. Je kunt dan het riet goedkoop pachten, praktisch voor niets. De staat is blij, als het land schoon is". Staatsbosbeheer dient ook als toe vluchtsoord waar de rietsnijders buiten het seizoen een inkomen kunnen vin den. Op hel ogenblik werken er zelfs een stuk of zes Kalenbergers van boven de vijftig, die met het oog op hun inderdaad de rietvereniging, waarvan alle telers in Kalenberg lid zijn. In Belt-Schutsloot is er ook één. „Wij dachten, dat de kooplui te veel ver dienden", zegt Hulsinga. Door die riet vereniging hoopte men de prijs beter in de hand te kunnen houden. Een verder gaande samenwerking is mis lukt. Via de coöperatieve handelsver eniging in Steenwijk heeft men al eens geprobeerd tot een gezamenlijke afzet te komen. Het is bij één of twee vrachtjes gebleven. De heer Van der Vaart schrijft dit toe aan de individua listische instelling van de Kalenbergers. Intussen neemt de rietcultuur, die een maal als stuwende bedrijfstak een bijna landelijke betekenis had, zienderogen in omvang af. Nóórdwest-OvetQSfeel teloe in 1949 nog 445 inwoners, dié in de rietteelt werkten. Nu zijn het er 330. De teruggang was het sterkst in Kalenberg, waar het aantal met 40 pro cent zakte: van 170 tot 103. Voor slechts een kwart van het totale aantal v." 330 is de rietteelt hoofdberoep, de anderen zijn veehouders, arbeiders of gepensioneerden. De beroepstelers hebben volgens de heer Van der Vaart allemaal een bedrijfsopper^vlakte van meer dan 12,5 ha, waarmee ze een netto-inkomen van minimaal 10.000 per jaar kunnen halen. Loon- en prijsontwikkelingen brengen dit stuk werkgelegenheid in gevaar, maar ook het verdwijnen van het riet zelf zal op den duur een probleem worden. Van der Vaart schat, dat de rietteelt over een kwarteeuw afgelopen is, wanneer men er niets aan doet. En er zal iets aan gedaar. moeten worden met het oog op de ontwikkeling van de streek op het punt van recreatie en natuurbehoud. Die 4000 ha rietland in de noordwest hoek vormen een „groene long" van niet te onderschatten betekenis voor onze verstedelijkende bevolking. Een uniek recreatiegebied, vooral voor de watersport, maar daarnaast een even uniek natuurgebied, waar belangrijke studies verricht worden op het punt van de hydrobiologie, die een bijdrage geeft in de strijd tegen de milieu verontreiniging. Dit alles is mogelijk dank zij het kraggenlandschap, dat zijn ontstaan dankt aaq het riet en dat alleen door de rietcultuur in stand kan blijven, omdat het anders binnen afzienbare tijd in een dicht bos verandert. In het natuurmonument De Weerribben, waar men bewust een stuk gewoon laat liggen, kun je dat nu al duidelijk zien. Dat is dan wel prettig voor de lepe laars en de aalscholvers, maar er moet toch ook rietland overblijven, al was het trouwens alleen maar als voedsel- gebied voor die vliegende vissers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 7