LEVEN MET MONDJES MAAT IN ANTIQUE ra *1 1971 IN Antique, de achterlijkste pro vincie van de Filippijnen, is Gods natuur op zijn mooist. Een smal gebied, zo groot als Noord-Brabant en Limburg samen, tussen de macli- silhouetten van het Panay- jebergte en het rustig blauw van dt Soeloe Zee. Achter de waterlijn ligt srgens Borneo. De kokospalmen rei- cen er met tienduizenden hoog naar le hemel boven de idyllische barrio's bamboehutten. Ik herinner me rveral enorme bloemen. Onvoorstel- e,;- )are rijkdom van kleur. Maar hier cvordt de bitterste armoede geleden land, waar het gemiddeld jaar- nkomen tóch al niet hoger ligt dan J 400.-. Hier zijn ze blij met acht dub- 'l" jeltjes per dag. Er is altijd zon. Hier oopt 75 pet. van de mensen rond met 289. - |.b.c. Een overvloed van zon. Dagelijks terven kinderen aan dysenterie. De >randing is onvergetelijk. In de twee maanden vóór de rijstoogst lijdt ieder een honger. Bijna de helft is nog analfabeet. Ik herinner me gigantische ossen bananen. Zwarte varkens, die lit je hand eten. Wie in dit overwel- tot /240^£en^ natuurschepping vijftig enut onJi®01 leven blijft, mag van geluk Grati «preken. In Antique zijn de meesten Ier dood. Van; BRON" .6) Rik verhaal heeft meer dan één begin. Je tunt zelfs met het einde beginnen. In de Malaiba (gehucht van 57 hutten op hoge steltpoten, vanwege de zee) had- n ze die morgen 'n kind begraven. Vlak zonsopgang. Vier jaar. In de grond gestopt. Dysenterie. Om de grafheuvel lag wal van verse kokosnoten. Einde van kind. Er viel een zachte, klamme legen. Op het strand kippen in speels gevecht met een kwal. En visser Roman Ipinia (54, vader van zes meisjes) kwam t terug van de markt in San Jose de Buenavista. Hij had 's nachts één tonijn gevangen. Dertien uur op de Soeloe Zee -gedobberd in zijn bootje met de petro- De olielamp had die ene vis aange- rokken. Op de mark bracht het dier 7 s op. In Nederlands geld f 2.8Ó. Roman fcpinia was een gelukkig mens. „Meestal #ang ik niets. Ik kan nu weer vier kilo Jijst kopen". rmetierig i van levensonderhoud liggen op Filippijnen bij 16 pesos per dag. Dan :et u het wel. De peso is 60 cent. Dat it dus neer op bijna een tientje. De 1 de vissers van Antique, deze irmzaligste uithoek (350.000 mensen) van Filippijnse archipel, komen daar lang t aan. Je ziet hier geen Indiase toe- itanden, de armoe ligt er niet op straat, laar de overvloedige rijkdom aan na- verbloemt (letterlijk!) schrijnende, litzichtloos lijkende levensomstandighe- ;n barrio als Malaiba (u moet ei ns van die lieflijke dia's gaan iken!) is drie jaar geleden een credit (nion opgezet. Een soort boerenleenbank. Ten leert de vissers sparen. Het gaat iet twee of drie pesos in de maand! léér kunnen ze niet opbrengen. Zodra ze ijftig pesos op hun boekje hebben, e er honderd lenen. De eersten lebben er al een nieuw bootje van ge acht. Een nylonnet. Een nieuwe petro- Ze betalen 1 pet. rente. Het is llemaal ontzettend moeizaam. De meeste hebben het nóg slechter. Het zijn roor 70 pet. pachters. De landeigenaren 'orden er rijk van, dat is Filippijns. Aan zandweg van San Pedro naar Belison willekeurig interview, een steek- ief. In de paalwoning woonde Nengra- Santlllan (45), vier jaar weduwe, vijf ideren. Het huisje was van haarzelf, had één hectare land in pacht, twee llometer van haar huis. Een rijstveld, :e met haar kinderen moest verzor- Ze had één karbouw. Het rijstzaad :reeg ze van de grondbezitter, de kunst- ;t betaalden ze ieder voor de helft, 'an de oogst mocht Nengracia Santillan zakken rijst houden, de rest moest ze ifdragen. Maar voor haar gezin heeft ze jaar 42 zakken nodig om te kunnen .'ten. Rijst bijkopen is duur. Ze lijdt veel longer. Maar ze spaart bij de credit lion van San Pedro, één peso per laand! Ze had 76 pesos geleend, voor ;unstmest en insekticiden. Ze zei ,,Ik dat het mijn kinderen later beter lat. De oudste zit op de highschool. En lijn dochter is secretaresse. Ze verdient mderd pesos in de maand. Daarvan innen we allemaal zo'n beetje leven", 'at is Antique. Leven met mondjesmaat. Iet geeft u enige achtergrond voor •aks. Ook wat mgr. Cor de Wit (48, ;omstig uit Laren, Mill Hill), de bis- op van deze provincie, ervan zegt: „De ïsen zitten in een bijna volstrekt iso- ent, er is praktisch geen contact met rest van het eiland Panay. Het ont- ireekt aan verbindingen. Het land is te r flinke bedrijven en de sociale iructuur is moeilijk te verbeteren. Je zit een paar rijken die niet willen en arme. verpauperde massa die het liet begrijpt. Antique is een gribusge- >ied. Wij hebben al tien jaar geen bevol- Mgr. Cor de Wit Bisschop Cor de Wit wil zijn sacada's weer laten geloven in dit heerlijke gribusgebied kingstoename meer gehad. Ondanks de hoge geboortecijfers. De mensen vluchten, ergens ben ik daar blij om. Maar je kunt je daar natuurlijk niet bij neerleggen. Antique moet leefbaar worden gemaakt. Het vertrouwen moet terugkomen. Dat zie ik als onze primaire apostolische Nu de sprong naar Negros, ander eiland vanaf de provincie Antique, 200 kilome ter verder naar het zuiden. De veerboot brengt je intwee uur van Iloilo (Panay) naar Bacolod, grootste rietsuikercentrum van de Filippijnen. Prachtige miljonairs- buurt, met eigen politiemacht en prikkel draad. Stoffig stadje. Begin dit jaar wa ren er onlusten, toen radicale studenten uit Manila de arbeiders op de plantages wilden mobiliseren. Negros kan ooit een tweede Cuba worden, het ontbreekt nog aan een Fidel Castro. Op dit eiland is zo'n 70 pet. van de Filippijnse suikercul tuur geconcentreerd. Een onmisbaar stuk economie dat meer dan 25 pet. van de Filippijnse exportinkomsten oplevert. Vo rig jaar 180 miljoen. Dat kan gerust tussen haakjes. Er worden gewoon 25.000 planters en hun assistenten stinkrijk van. De 330.000 arbeiders, die het werk op de hacienda's en in de fabrieken moeten doen, zijn vaak slechter af dan slaven. Daarmee kom ik terug op Antique. Want dit armzalig gebied met zijn belabberde sociaal-economische toestanden levert al vele generaties het vertrapt voetvolk voor de suikerlords. In de oogsttijd sep- tember-april trekken uit Antique bijna 20.000 mannen weg met de ijdele hoop, dat zij op de hacienda's van Negros méér fortuin zullen maken dan thuis in de schamele visserij en de primitieve land bouw. Twintigduizend sacada's (Filippijns woord voor pendelaars, dat ook de bijbe- tèkenissen „luie stinkerd" en „schurftig tuig" heeft), die zes tot zeven maanden van huis zijn. Dat is bijna 20 pet. van de mannelijke bevolking! De ellende begint met gewiekste koppelbazen (contratista's), die hen linke contracten laten tekenen. Ze krijgen een voorschot, dat na 't „mill ing season" met minstens 10 pet. rente belast op de afrekening wordt ingehou den. Op de plantages worden ze in sme rige woonscburen gestopt, het eten is vaak abominabel, medische verzorging is ver te, zoeken. Toch worden ook die „voorzieningen" op het loon in mindering gebracht, eveneens met rente! En dat loon is hemeltergend laag. Men werkt in akkoord, meestal met 8 man, zolang het daglicht aanhoudt. Buiten de natte moes son (vaak kan er dan twee of drie weken niet gewerkt worden, wat ook geen cent oplevert) kan zo'n ploeg in 9 uur tegen twintig ton suikerriet gekapt en geladen hebben. Dan heeft iedere arbeider f2,80 bruto verdiend! Maar de dagoogst wordt aan de fabriek gewogen, onder het toeziend oog van de contratista. Hij kan gemakkelijk een paar ton smokkelen. En wanneer in april de eenmalige loonuitbe taling plaatsvindt, mag de meerderheid der sacada's blij zijn met f 100,schoon. Voor zeven maanden slavenwerk. Wie pech heeft, krijgt te horen dat hij zelfs nog een paar honderd pesos moet bijbe talen. Hij vangt dus niets. Hij staat in de schuld. Meestal voor de rest van zijn leven. Zo worden ze belazerd. Pure uit buiting. Dat is Negros. Ook anno 1970. Ook begin december, toen de zon zo magnifiek onderging achter de spitse Bittere armoede in rijkdom van kleur Canlaonvulkaan. De Filippijnen zijn een land vol contrasten. In juli vorig jaar werd in San Jose het Social Action Center opgericht, afgekort SACA. Een idee van bisschop Cor de Wit. 5ACA werd een instantie, vergelijkbaar met ons arbeidsbureau. Bedoeld om de sacada's van Antique aan het feodale systeem van onmenselijke uitbuiting op Negros te ontrukken. De bisschop: „Het was verdomd gewaagd, want wij wilden in eerste instantie de koppelbazen uit schakelen door zelf' als koppelbaas te gaan optreden. Je schopt tegen het esta blishment met zo'n plan, maar wij kre gen gelukkig de steun van het ministerie van Werkgelegenheid". Tien plantagebe- zitters op Negros hebben nu personeel in dienst, dat door SACA bemiddeld is, to taal 360 man. SACA zorgde Voor de arbeidscontracten, liet vier „field men" opleiden in Manila, belegde in verschil lende barrio's voorlichtingsbijeenkomsten met de ongeletterde sacada's om rechten en plichten goed in te hameren. Uniek voor de Filippijnen. Een experiment, dat op de eilanden in de buurt nauwlettend wordt gevolgd. Het schept perspectieven. Met pater Leo Kellenaers uit Te- gelen (39), secretaris van bisschop De Wit, bezochten wij de 170 hectare grote plantage van Manuel Otilla bij de suikerstad Talisay op Ne gros. Er werkten 37 sacada's uit de barrio Hamtik (Antique), door SACA be middeld. Hun voorman Magdaleno Ma- quiling lag met griep in het woonverblijf. Een ordelijk gebouw van planken, vier maanden geleden opgezet.' Zijn opmerkin gen: „Dit is mijn zestiende seizoen op Negros. Ik heb zes kinderen. Verdien nu zes pesos bruto per dag. Thuis heb ik een stuk land, dat mijn vrouw nu verzorgt. Ze krijgt van SACA iedere veertien da gen de helft van mijn loon. Signor, de mannen hier klagen niet meer. Ze heb ben het beter dan vroeger. Maar ik had graag, dat er een dokter kwam. Signor Otilla is goed, maar een dokter stuurt hij niet". Leo Kellenaers noteerde de klacht, hij komt (sinds de groep op 21 september naar Negros trok) iedere week uit Anti que over om zulke klusjes te regelen. Hij is coördinator van SACA. Op de laad plaats waren ze bezig, de oplegger vol te stouwen. Er kan 18 ton op. Vijfhonderd meter verder klonk het gekap, je zag het gepluimde suikerriet vallen. Het was drukkend heet. Karbouwen sleurden vrachten aan. Vredige tafereeltjes. Er werd aangepakt. Bij een oogst van 18 ton zouden ze vandaag ieder 4,75 pesos bruto verdienen. Dus ongeveer f. 2,50. Dat loon, hoe laag het ook is, werd door SACA overeengekomen met de tien hacienderos Leo Kellenaers: „We zijn allang blij. Er is vreselijk om geknokt. In elk geval hebben ze nu redelijke secundaire ar beidsvoorwaarden. Betere behuizing,., goed eten, ongevallenverzekering. En voor de gezinnen in Antique is het van enorme waarde, dat wij ze om de twee weken een stuk van de lonen rechtstreeks be zorgen. Vroeger hoorden ze al die maan den niets. En na het seizoen was er dan schuld gemaakt. Soms méér dan de man nen op Negros hadden verdiend". Ben Xavier (26, field man) had ons naar de haevenda gereden. Opzichter namens SA CA over 136 sacada's. Hij is er elke avond bij, als de opleggers aan de sugar mills gewogen worden. Hem kunnen ze niet belazeren. Onderweg: „Mijn mensen zijn niet gemakkelijk. Ik moet ze verde digen tegenover de planters, maar ze nemen hun contracten niet zo nauw. Er zijn er 'al honderd weggelopen. De helft is weer opgespoord. Je hebt met een achterdochtig slag volk te doen. Er is veel tact nodig om ze aan hun contract te houden. Zo'n papiertje zegt ze niets. Maar voor ons kan het de hele zaak bederven". Aanloopkosten Het Social Action Center Antique, nu in zijn eerste seizoen, was het zoveelste initiatief van bisschop De Wit uit Laren. Hij begon in 1964 met de opzet van credit unions (nu 21 met 4700 spaarders), hielp verleden jaar in San Pedro de eerste boerenbond van de grond, denkt aan co- operaties. Zijn visie: „Ik zie een priester niet meer alleen als een sacramentele functionaris. Je moet je inzetten voor de mens. Wij lopen nog steeds te zoeken. Als je een visser leert sparen om een net te kunnen kopen, is dat niet genoeg. Je moet zijn mentaliteit zodanig ontwikke len, dat hij zich bewust wordt van zijn mogelijkheden. Er is een groot stuk on derling wantrouwen, dat de sociale op bouw belemmert. Ze moeten samen weer gaan geloven in Antique, dit heerlijke gribusgebied. En ik wil niet, dat ons ooit iemand kan verwijten: de Kerk keek de andere kant op, toen het erop aankwam" Met de sacada's, de erbarmelijke mini mumlijders, is hij daar nog lang niet aan toe. Hij wil ze straks verplichten, zich aan te sluiten bij de credit unions. Om telkens een paar pesos van hun honger- loontje op Negros te reserveren Dat ze uiteindelijk thuis kunnen blijven. Over tien of twintig jaar. Anti que leeft moeizaam op. SACA is voor die 20.000 kuddedieren een overgangsoplos sing, iets van acute bijstand. Dat in elk geval die mensonwaardige uitbuiting op houdt. Leo Kellenaers verwacht, dat men volgend seizoen 1000 secada's bij het pro ject kan betrekken. Dan zit er een be middelingspremie aan vast (60 pesos pei man), die groot genoeg is om SACA zichzelf te laten bedruipen. De aanloop, uit het niets, kost nu rond de f 30.000,.Bisschop De Wit haalde het zolang uit de magere spaarpotten van zijn credit unions. Dat geld moet terug. Hij rekent op Nederland. De stichting „Mensen in Nood" in Den Bosch wil hem daarbij helpen. De kerstactie is voor hem. Tk denk weer aan Malaiba. Met de klank van een lied. Aan het graf met die verse kokosnoten. Een kind gestorven aan dysenterie. Een visser, die blij was met f2.80 voor een tonijn. De Catholic Relief Services; de gigantische Amerikaanse r.-k- hulporganisatie, verdeelt in deze barrio jaarlijks 75 ton melkpoeder en rijst. Om de honger te stillen. Er was bericht gekomen, dat voortaan alle kinderen elke maand gewogen moesten worden. De CRS wil weten, of het ook iets uithaalt. Na vrante bureaucratie. In Malaiba waren 14 mannen weg. Om te ploeteren op Negros. Ook de vader van dat dode kind. Melkpoeder had niets geholpen. Sorry, CRS. Het kind kon het echt niet helpen. Dat is Antique, waar Gods natuur op zijn mooist is. JAN DERIX 53 Op verzoek van de katholieke stichting „Mensen in Nood" in Den Bosch (die onlangs inhaakte op de door onze krant gelanceerde actie voor pater Franz Schlooz in India) bracht onze reizende verslaggever Jan Derix met fotograaf René de Swart een bezoek aan Antique, het armste gebied van de Filippijnen. Uit deze erbarmelijke provincie trekken ieder oogstseizoen 20.000 mannen (sacada's) naar het eiland Negros om daar te werken op dc suikerplantages. Zij zijn veelal het slachtoffer van gewetenloze uitbuiting. Om daaraan een einde te maken heeft mgr. Cor de Wit uit Laren, bisschop van Antique, een eigen „arbeidsbureau" opgericht, dat in september is gestart. Een novum voor de Filippijnen, waarvoor de stichting „Mensen in Nood" dit jaar haar landelijke actie rond de jaarwisseling houdt. Bijgaande reportage handelt over dit project. Bisschop De Wit vraagt concreet 30-000,Giften kunt u overmaken op giro 1111222 (viermaal één, driemaal twee), „Mensen in Nood", Den Bosch, met vermelding „Antique". Bhi Suikerplantages op Negros: 20.000 sacada's worden uitgebuit Suikeroogst op Negros: 80 netto in zeven maanden Barrio Malaiba: ydille verbloemt de armoede

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 9