KUNST
1970
KUNST
1971
Eigen
gezicht
ontbreekt
Heeft
het toneel
toekomst?
DONDERDAG 31 DECEMBER 1970
DONDERDAG 31 DECEMBER 1970
zou men de situatie kunnen ken
schetsen, waarin de kunst zich in
1970 bewoog. Er werden Noten ge
kraakt. Tomaten gegooid, BBK-be-
zet, en door schrijvers geprotes
teerd. Allemaal activiteiten die zou~
den kunnen duiden op een verleven
digde belangstelling voor zich ver
nieuwende kunsten. Op de keper be
schouwd vallen zowel belangstelling
als vernieuwing tegen.
die dit jaar in het Haagse Gemeen
temuseum werd gehouden. Men kon
er zien, dat onder het begrip „eigen
tijds" zoveel uiteenlopends was dat
men wellicht kan stellen dat het
kenmerkende voor de kunst van de
ze tijd is dat haar een eigen gezicht
Van de kant van de kunsten!
komt dat wellicht omdat het i
waarmee de vernieuwing in de i
beeld vormt Karei Appel, nog pas
mooi te zien in Utrecht. HU bleek
teruggekeerd tot cei
Wat doet de consument? Die koopt
kunst, meer wellicht dan ooit tevo
ren. Maar de consument is behou
dender dan ooit. Antiek en „oude
meesters" deden het geweldig op
veilingen. De consument koopt ei
gentijdse kunst met een behoudende
smaak. Vindt nog moeilijk de weg
naar kunstzalen, maar toen Pierre
;rklaas
iikt
inderde
f 35.000.- omgezet
misten die
bakken om
paar dagen
tentoonstellingen als die van Goya
Dali. maar laat exposities van „v
nieuwers" vrijwel links liggen. Dai
s „in" in 1970. De BBK deed het in januari. Zij wilden betere voorwaarden
probeerden dat af te dwingen door de Nachtwachtzaal van het Rijksmuseum
prof. Gomperts)
WACHTEN
OP ECHTE
VERNIEUWERS
eigenlijk verwonderlijk. Er ii
laatste tijd sprake van een en
verandering in de denkwereld:
bij het grote publiek. Zou het
licht kunnen zijn dat de kunst!
toch- anders vei
dan zijn publiek? En zou alleen het
lubliek daar de schuld v
zijn'
In het muziekleven doet zich iets
dergelijks voor. Notenkrakers willen
niets liever dan totale vernieuwing
van repertoire en concertpraktijk.
Maar de praktijk in Den Haag wijst
t dat bijvoorbeeld de Prins Willem -
Alexanderzaal stampvol zit bij
behoudende programma's van Con
certgebouworkest en Nederlands Ka
nerorkest, maar dat de mild-gea-
anceerde programmering van het
lesidentie-Orkest veel minder goed
i blijkt aan te slaan.
Enorm Is de belangstelling van de
bezoeker voor de barokmu-
ie Vivaldiverering lijkt over
ogtepunt heeni
zijn hi
Itallam
vrijwel onbekend
alles
Fransen gooiden bijvoorbeeld
oge ogen tijdens het Holland Festi-
al '70. Men wil kennelijk terug
en doorzichtige kuns
lelodisch is.
In dit verband is het merkwaardig
wat zich op popgebied schijnt te
voltrekken. Niet langer is de hevige
ritmiek en het hevige lawaai hoofd
zaak. Er is (Ekseptloneen duidelijke
orkeur voor melodie. Een duidelij-
voorkeur ook voor de solozang,
element dat een tijd lang vrijwel
zoek is geweest. Dat Nederland in
dit verband zich (Shocking Blue,
Golden Earring, Tee Set) mede in-
nationaal aan de top beweegt is
n opmerkelijk feit.
Nederland beweegt zich overigens,
wei nadrukkelijk worden
gesteld op het gebied van de beel
dende kunst zowel als de muziek
bepaald niet in de voorhoede van de
behoudzucht. Wat ln Amerika in
inee aan kunst verkocht of aan
ek gemaakt wordt Is daar een
irekend voorbeeld van.
Weinig echte vernieuwing derhalve.
Misschien is het wachten op de ver
nieuwers van ander formaat, van
mdere instelling dan de groepen die
BBK en Notenkrakers representeren.
Vernieuwers die echt werken vanuit
;en veranderde tijdgeest en niet
vanuit een vage toekomstverwach
ting.
nieu-
signaleren dat de amateur-
ie van deze kunst moeilijk en
lern repertoire aandurft en blijkt
te kunnen. Hier gaan verminde-
l van het aantal voorstellingen ge-
rd aan verbetering van kwaliteit
een verheugend stijgende belang-
Nog meer protestanten: De Notenkrakers, die alles willen
veranderen in het muziekleven. Hun leiders: Peter
Schat (1) en Reinbert de Leeuw.
Paul van Vliet richtte zich tot het
grote-zaalpubliek en slaagde* voor
honderd procent.
Protest tegen toneel ging via de actie „Tomaat", maar over het geheel verliep de
evolutie bij het toneel rustig en werd er weinig gestoord. Hier: Ida Wasserman, Nanni
Vermeer, Guus Verstraete, Jacques Luyer en Wim van Rooij in de Haagse Comedie-
opvoering van Pintors „Het Verjaardagsfeest.
In Rusland worden schrijvers onder druk gezet. Amalrik werd tot vrijheids
straf veroordeeld en dat leidde tot een stil en waardig protest in
Amsterdam.
frugblik
Nedei
afgelopen jaar
gebeurtenissen daarbij in het vizier
krijgen, dat is bijna onmogelijk: vanaf
de eerste dag van 1970, toen de nieuw
jaarspremière van de Nederlandse
Comedie, al dan niet door manipula-
door kon gaan, is het aan het toneel
blijven rommelen. Er kwamen en ver
dwenen vele plannen die Het Bestel
moesten verbeteren; sommige groepen
wijzigden van koers (Studio in Am-
het labors
stellingen
:rk wiei
niet
de ondoorzichtige stoe
lendans in de Amsterdamse Stads
schouwburg. Over de Nederlandse
toneelsituatie in het jaar 1970 zou
een spannende roman te schrijven
zijn, zo bizar van inhoud, dat hij met
moeite overtuigend zou zijn.
Geen terugblik dus. De gebeurtenissen
zijn immers symptomen van diepere
ooi-zaken: het gerommel aan ons
toneel. Niet alleen bij ons, ook in
Londen, Parijs en New York is te zien
dat het toneel zich schoksgewijs aan
spelen daarbij een rol: de televisie en
de film (nog steeds!); de pogingen
van de laatste jaren om een nieuw en
jonger toneelpubliek de theaters in
te halen.
uitzc
De televisie r
geleden dat e
den gegeven van toneelstukkei
en dan wil het bij wijze
zondering nog wel eens voo
dat 'n toneelstuk voordetv-c
wordt geënsceneerd. (Met F
een N.C.R.V.-produktie met
i tijd is lang
Dalsi
t de dra
lelijk
Wereldroem behaalde de Haagse popgroep Shocking Blue. Ze kwamen op de eerste plaats i
hitlijst en kregen er, behalve gouden platen ook zilveren (Haagse) penningen voor.
de Amerikaanse
„De Klop op de Deur". „De
aarheid" en „Lijmen". Het
Ise acteursbestand is daar
i voor georganiseerd: veel
lie capabel zijn voor rollen
eries. zijn gebonden aan de
van hun gezelschap. De in-
,'an de gezelschappen (vele
lan terecht liever free-lance
neemt dan ook aanmerkelijk
Voor toneelschrijvers geldt hetzelfde.
Ook in de film. Mensen, die in staat
zijn dialogen te schrijven, situaties in
speelbare scènes te vertalen, zullen
veel liever voor film en t v. werken
dan voor het theater, waar het wer
ken in teamverband voor de auteurs
immers nog steeds uitzonderlijk is.
Vandaar misschien het gebrek aan
goede, volwaardige toneelstukken, een
van de oorzaken van de malaise aan
Daar komt nog bij. dat de Nederlandse
?lgezelschappen opnieuw te-
het publiek. Vol ijvi
tieprogramma's, aan voorstellingen in
experimenteel verband (HOT in Den
Haag, Piccolotheater in Rotterdam),
aan lessen op scholen, aan toneel
weekends en wat al niet. Vrijwel
steeds reageerden de benaderde jon
geren zeer enthousiast. Maar zijn de
resultaten meetbaar aan een groeiend
schouwburgbezoek Het lijkt er niet
op: het HOT schijnt het momenteel
tamelijk moeilijk te hebben, en dat
theater zou een graadmeter moeten
zijn.
Is het dan juist om vragen te stellen
in deze zin: zijn de toneelgezelschap
pen variabel en open genoeg om te
voldoen aan de vraag, die zij zelf
hebben opgekweekt Is er een poten
tieel publiek gevormd, dat al spoedig
zün interesse verloren heeft, omdat de
loftei
:zegd, omdat toch t
irtkw
t de
stellir
uit
tard
schapsstructuur die volledig
was Komen vele jongelui, die warn
gemaakt zijn voor het toneel naar he
HOT of de schouwburg om een cnor
me koude douche te krijgen, alleer
omdat de ambiance waarin de voor
9tellingen gepresenteerd worden foui
Ma en onecht, voor deze joni
sUn
Dat het toneel toekomst heeft is, on
danks dit alles een duidelijke zaak.
hoe men ook over de experimenten
van Studio, de groep rond Shireen
Stroker en dergelijke probeersels
mag denken, het is niet te ontkennen
dat de diepgewortelde noodzakelijk
heid ook in deze technocratische
maatschappij, misschien wel juist hier
van theatersensatie blijft be
staan in al zijn kracht en onmisbaar
heid. Is de Studiomethode (afgeleid
van buitenlandse pogingen als het
laving Theatre. Grotowski, Peter
Brooks enzovoorts) dan misschien wel
heel juist, hoe weinig geïntegreerd
en overdacht het allemaal ook lijkt
Komt het nu misschien eindelijk zo
ver, dat het waar wordt, wat altijd
beweerd is dat het theater een spie
gel is van het leven? Want daar
vragen we om, als Nederlands publiek.
Blijspelen in rijkelijke panden, ge
vestigd aan Parijse boulevards of in
appartementen in New Yorkse gebou
wen doen er dan niet meer toe. Wat
het Nederlandse publiek de schouw
burg in kan krijgen is het moment, de
schok van de herkenning.
W-wo de Jon
gen", (Toneelgroep Centrum, naar het
boek van Theo ThUssen, bewerking
Gerben Hellinga, regie Peter Oost
hoek) bewijst de levenskracht van het
theater en wijst de weg In welke
richting ons toneel zich moet ontwik-