JURIDISCH PROEFSCHRIFT OVER MENSELIJKE DOOD Een bende schelmen en schizofrenen Lusteloze stemming op beurs Harde lijn zet Husak met de rug tegen de muur PARTIJ TREKT „LESSEN" UIT DE CRISIS Ook Cernik niet meer van de partij Wanneer houdt taak arts op? Uitvallen van hersenfunctie centraal Beethoven herdacht met première van weinig bekende koorwerken PRAVDA DOET AANVAL OP ANDERSDENKENDEN: Kremlin wordt onrustig over aandacht voor „schotschriften' VRIJDAG 18 DECEMBER 1970 PAGINA 7 (Vai ondei PRAAG De bedekte ideologische strijd binnen de gezuiverde Tsjccho-Slo- waakse communistische party schijnt in het voordeel van de mensen van de harde lijn beslist te worden. Het centrale comité heeft zojuist haar eerste plenaire zitting sinds het in juni Alexander Dubcek uitstootte, besloten. Het comité heeft de bijeenkomst op zijn minst vier keer uitgesteld, omdat de interne strijd nog voortduurde. Nu heeft de bijeenkomst plaatsgevonden met een kennelijke overwinning voor de mensen van de harde lijn, zelfs al heeft het comité de publikatié van een sleuteldocument uitgesteld. Dat document handelt over de vraag, rond welke de hele strijd zich toesplitst wie is er de schuld van dat de hervormingsbeweging van 1968 zich kon onl- naar Moskou. Maar hoewel de men sen van de harde lijn niet sterk genoeg zijn om Husak persoonlijk te laten vallen, richten zij hun strijd op de beslissende analyse van de recente verleden. De jaar bezig Het is duidelijk dat dit een belang- tijke vraag is. Er staan niet alleen zware ideologische oordelen op het spel, maar de vinger zal bepaalde personen moeten aanwijzen. De par tij zal een soort zelfkritiek oefenen. Sinds dr. Husak in april vorig jaar eerste secretaris is geworden, is hij aan zijn linkerkant steeds geflan keerd geweest door een kleine min derheid van mensen van de harde lijn, die hebben geprobeerd het tem de partijzuiveringen sneller Husaks rug om rechtstreeks aan de Russische partijleider Brezjnev te schrijven, maar de Russische leider stuurde de brief naar Husak. Voor de herfst stond een soortgelijke actie op het programma. Zij werd door stom toeval ontdekt, toen Ja- roslav Trojan, een functionaris uit Zuid-Bohemen, bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Trojan kwam toen terug, zo gaat het verhaal, van een borrelpartij met een groep Sov jet-officieren. Bij zijn papieren ont dekte de politie een lijst van samen zweerders en het ontwerp van een nieuwe brief voor Moskou. Spoedig daarna werden twee bekende „linkse figuren", de Tsjechische minister van Binnenlandse Zaken Josef Groesser en generaal Otakar Rytir, vervangen. De positie van Husak werd ver sterkt, niet in het minist door de die Brezjnev nog steeds bereid ;en privé-bijeenkomst document voor te bereiden dat titel draagt „Lessen uit de door een crisis beheerste ontwikkeling in par tij en maatschappij na het dertiende partijcongres" (in 1966). Als het rapport Novotny rechtstreeks veroordeelt wegens fouten of vergis- het lidmaatschap van Novotny alleen opgeschort). Maar als het document louter beweert dat hij wat onvoor zichtig is geweest door de „rechtse versieve „tweede centrum" binnen de partij te creëren, dat daarop tot de Praagse lente uitbotte, dan zou dat een overwinning betekenen voor de mensen van de harde lijn. Ol- drich Cernik die het als eerste mi nister tot januai van dit jaar heeft kunnen volhouden, is uit de partij gestoten. Anton Kapek, iemand die bekend staat als een man van de harde lijn. probeerde vorig weekend op oneerlijke wijze voordeel te be halen door in een radio interview aan te kondigen dat de partij dan eindelijk het actieprogramma van Dubcek had verworpen. Niemand verwachtte serieus dat het program ma, dat een groter persvrijheid en selde, nog enig leven in zich had. Het is ook veelbetekenend dat alle sprekers op de bijeekomst van het centrale comité mensen van de har- Velen van hun werden er ten tijde van de invasie van beschuldigd met de Russen te collaboreren (Milos Ja kes, Drahomir Kolder, Bohuslav Chnoupek, Villem Novy en andei-en). En zij zeiden dat ze instemden met gepubliceerde partijana lyse •ondersteld wordt dal direct of indirect, verantwoordelijk zullen worden gesteld voor de con trarevolutie van 1968." Husaks eigen LEIDEN Wanneer is een mens dood? Wanneer mag de arts besluiten levensbehoudende behandeling te sta ken? Is dat hetzelfde als toepassèn van euthanasie? Dit zijn de drie belangrijk ste vragen uit bet proefschrift, medisch- juridische aspecten van het einde van het menselijk leven waarop mevrouw dr. mr. H. A. H. van Till d'Aulnis de Bourouill morgenmiddag, bij mr. K. Wiersma tot doctor in de rechtsgeleerd heid zal promoveren/ De celebrale dood, het volledig en onherstelbaar uitvallen van de hersenfunctie, wordt gezien als het enige juiste criterium voor het ein de van het menselijk leven. „Want wat na de celebrale dood van een mens overblijft, is een lijk", aldus mevrouw Van Till in haar proefschrift. Na die celebrale dood. kunnen nog wel levende cellen in het lichaam aanwezig zijn. Het ophouden muziekleven btf de Beethoven- Merkwaardigerwijs heeft het officiële Haagse herdenking 1970 nagenoeg verstek laten gaan. avonden en recitals werd hier niet, zoals elders, extra-aandacht aan hem besteed. Dat bevreemdde trouwe concertgangers, en wekte ook nogal wat wrevel. Terecht, want de tüd van de op Beethovencycli toegespitste seizoenen ligt al weer vrij lang achter ons en de jongere generatie kent Beethovens waarlijk grote werken al heel wat minder goed dan de oudere. Bijzonder concert onder Cor Backers Bovendien moet men zich niet vergis sen en denken dat de jongere generatie voor Beethoven nauwelijks of geer langstelling zou hebben. Luister i Beethoven programmeerde, kreeg meer toeloop dan nu het tijdens de ithovenherdenking met progressiever programma's aankomt. In de composities, die experimentele toondichters tot het Beethovenjaar bijdroegen typische „citatencomposities" van Stockhausen, Kagel, Louis Andriessen en anderen illeen ironie, parodie en r wel degelijk ook een flink stuk herkenbare bewondering, voor wat er wordt bedoeld. Dit alles in aanmerking genomen is het dwaas dat hier ter stede alleen de mu ziekhistorische afdeling van het Gemeen- ïuseum met opmerkelijke curiositeiten t deze instelling passende bijdragen de herdenking leverde. Ook het con- t gewijd aan weinig bekende vocale werken, gisteravond in het Congresge bouw gegeven onder leiding van de ener gieke koordirigent Cor Backers, viel na tuurlijk ten dele in de categorie van reden vergeten, maar wij zijn het met Backers eens dat het heel nuttig was ze voor de dag te halen omdat ze, zoal niet als geheel dan toch in hun beste passages, karakteristiek zijn voor veelzijdig en groot kunstenaar. ickers aan wiens doorzettingsvermo- als organist deze avond te danken gaf de Nederlandse première van de cantate „Der glorreiche Augenblick" Beethoven componeerde voor het Weens Congres, waarop de grote vorsten ïuropa na de nederlaag van Napo- ?en nieuwe politieke orde tot stand probeerden te brengen. Het stuk was s een uitgesproken gelegenheidswerk, de componist verdiende er (zonder bij betaling, zoals in de officiële stukken staat) hel tekst. Er zijn pogingen gedaan die tekst Een enorme rookwolk stijgt op uit het nog in aanbouw zijnde interna tionale pershuis voor de Olympische Spelen in München 1972. Hoe de min bevredigende resultaten op omdat die nieuwe teksten weer niet harmoni eerden met de muziek. Deze muziek is minder slecht dan veel Beethovenlitera- tuur ons wil doen geloven. Zeker, er zitten routinegedeelten in, krampachtige passages ook, maar daarnaast zijn er in de koorgedeelten momenten van echte, Bijzonder aardig was het verder, dat we konden kennismaken met een tegen hanger van de beroemde concertaria „Ah Perfido"! In 1814 voltooide Beethoven aan de hand van al veel eerder gemaakte schetsen een operascène in de vorm van een solistenterzet „Tremate, empi, tre- mate". Een sopraan en een tenor vosmen een liefdespaar, dat wordt betrapt door Modie Italia; •adramatiek! Verder vestigde Backers de aandacht op twee fijne lyrische koarwerkjes, die het tegendeel zijn van wat men meestal van „de titaan Beethoven" verwacht. In „Meeresstille en Glückliche Fahrt" toon zette Beethoven twee bij elkaar beho rende gedichten van Goethe, die later Mendelssohn tot een concertouverture zouden inspireren. Beethovens muziek is heel sfeerrijk, wat men ook moet zeggen van het kleine en korte „Elegischer Ge- sang", gemaakt voor een intieme kring (oorspronkelijke bezetting: vier zang stemmen en strijkkwartet) en wel ter nagedachtenis van de vrouw van een van de beschermers van de componist. Een heel gevoelige rouwmuziek! Jammer dat de dirigent in deze lyrische stukken de tempi zo liet slepen. Dit in elk geval heel bijzondere programma werd aange vuld met een beter bekend werk, de zo genaamde „kleine" mi» in C grote terts, waarin de liturgische tekst op een heel persoonlijke, nogal eigenzinnige ma nier wordt behandeld, maar waarin zich dan ook een sterke persoonlijkheid doet gelden. In zijn totaliteit was dit markant vertolkte werk natuurlijk de geslaagste compositie van de avond, maar de andere waren „avontuurlijker". Behalve menstelliv i de s len Backer tenslotte lof toezwaaien voor de verwezenlijking. Het Hollands Vocaal Ensemble, bestaan de uit een Haags en een Dordts koor, had hij ter dege voorbereid, wat nogal wat wil zeggen want zo gemakkelijk is de materie voor amateurs bepaald niet. Het kinderkoor Cantabo Domino leverde een frisse, onschuldige bijdrage en ook het Gewestelijk Orkest voor Zuid-Holland spande zich in, al had het voor het be werkelijke programma veel te weinig repetitietijd gehadzodat het een beter lukte dan het ander. Er waren vijf vocale solisten: de so praan Rina Cornelissens, die soms bui tengewoon goed op dreef was, de alt mezzo Marianne Klep, minder gerouti neerd kennelijk, maar heel aanvaard baar, de prachtige alt Elisabeth Cooy- mans, verder de tenor Henk Meijer, die met zijn voordracht moet goedmaken wat er aan stem en ovcaliteit ontbreekt, en de bas Lieuwe Visser, die zijn mooi geluid goed gebruikte. De zaal was be hoorlijk bezet en de waardering was te recht groot. Er waren nogal wat auto riteiten, die van hun belangstelling blijk K. S. ademhaling wordt niet gezien als dood zijn, maar als oorzaak van het dood zijn. In het proefschrift wordt aandacht geschonken aan de invloed die het aan vaarden van dit doodscriterium heeft op het probleem van de orgaantransplan taties. Bj de tweede vraag: wanneer mag een arts besluiten de levensbehou dende behandeling staken, worden de volgende begrenzingen van de plicht van de arts tot instandhouding van het menselijk leven vastgesteld, een arts mag ophouden een patiënt in leven te houden, wanneer deze een behandeling weigert of wanneer hij in een onge neeslijke coma verkeert. Een coma is een zeer diepe bewusteloosheid, waarbij de hersenen nog wel enigszins werken, maar niet meer op uitwendige prikkels reageren. Sommigen stellen een onge neeslijke coma gelijk met de dood, maar dit criterium is onaanvaardbaar. Ongeneeslijke coma wordt daarentegen wel uit juridisch en medisch oogpunt aanvaard, als een motief om de levens- behoudende behandeling te staken. Het al ver gevorderde sterfproces van de patiënt kan zich dan voltooien. Neuro logisch is niet aantoonbaar, of een co mateuze patiënt nog denkt of gewaar wordingen ondergaat. denker in leven te houden, Men mag een arts niet verwijten, dat hij een zinloze behandeling staakt. Denkt een comateuze patiënt nog wel, iets wat men niet met zekerheid kan uitsluiten dan mag men als arts ge rechtvaardigd veronderstellen, dat de patiënt onder deze omstandigheden een levensbehoudende behandeling zou wei geren, indien hij zijn mening kenbaar zou kunnen maken. Houdt men menselijk leven in stand, alleen terwille van derden, dan beziet men de patient als object, in in plaats van als subject. Dat is medisch- ethisch onaanvaardbaar, zo stelt de schrijfster. Overigens kan alleen de hersenspecialist de diagnose „ongenees lijke coma" stellen en daardoor kan alleen hij. in overleg met zijn collega's het besluit nemen de behandeling te baar coma beschouwen als ee: op het recht ongestoord te ste enstaande conclusies gelden neer de patiënt Van Till het volgende: i op medische indicatie berustende levr verkortende opzettelijke medische ver traging met het doel een ongeneeslijke zieke een ondiaaglijk lijdende patiënt een goede dood te geven en zijn lijden tc verkorten. Deze gedraging gebeurt alleen in het belang van dc patiënt, terwijl vereist is, dat een patiënt weet dat de euthanasie zal worden toegepast en dat hij het daarmee eens is. Voor een bewusteloze patiënt gaat deze defi nitie niet op, omdat die lichamelijke pijn te Mevrouw Van Till ziet het niet meer levensbehoudende behandelen van 'n pa tiënt die dit niet meer wenst, niet als euthanasie, maar als het hanteren door de patiënten van zijn eigen integriteits- rechten. Vrijwel het enige, dat zij over or- gaantransplantaties zegt, is dat deze in ons rechtsstelsel op legale-wijze onmo gelijk is, tenzij het recht de celebrale dood aanvaardt als het einde van het menselijk leven. Mevrouw Van Till: „De celebrale dood valt samen met de dood van een mens en dan niet omdat men daarmee de dood van de geest vaststelt, maar die van het lichaam als geïntegreerd functionerend biologische to taliteit. Wat er met de geest gebeurt, is ons niet met zekerheid bekend, daar kan iedereen zijn eigen geloof of ge dachten over hebben." MOSKOU (A.P.) Pravda, het officiële dagblad van de communistische partij in de Sovjet-Unie, heeft gisteren een oordeel geveld over de politieke andersdenkenden in het land. Deze vormen „een kleine bende van schelmen en schizofrenen" die „de waardigheid van het Sovjetvolk zwartmaken" door gebruik te maken van „valse en smerige aantijgingen". De aanval besloeg een halve pagina en het artikel was ondertekend door „I Aleksandrov", dc naam die de redactie steeds gebruikt voor bepaalde bijdragen van belangrijke In de aanklacht krijgt voora! nieuwste Nobelprijswinnaar voo letterkunde, Alexander Solzjenitsir minder bekende figuren krijgen veeg uit de pan. Het was de eerste dat de Sovjet-pers het bestaan erkend van een groep lieden die met het regime niet eens zijn. Uil artikel kan blijken, dal zich ongerust maakt ove die de andersdenkenden ten deel valt. ste kring" en „Kankerpaviljoen", die d< prestaties van de heldhaftige overwin ningen van ons moederland en de waardigheid van het Sovjet-volk Krf VAN WEEK TOT WEEK (Van onze financiële medewerker) AMSTERDAM Er was ook tussen het aandelen- en het obligatie- tuascn het aandelen en het obigatief- Voor de aandelen was er een loze stemming. Animo om te kopen n goede belangstelling voor obliga- Deze tegenstelling is wel frappant, toch verklaarbaar. Aandelen zijn i uit de gratie, omdat het bedrijfs leven duidelijk laat merken, dat de stijgende kosten hen parten speelt. Het doorgaan van de loor. *auze. op zichzelf n dut einig ■ren dc winst en de liquiditeit. Bovendien lijkt dc investeringslust door de onzekere conjunctuur terug te lopen. obliga' s daarentegen kan de belegger op een aantrekkelijke rente rekenen, hetgeen vooral voor het bui tenland thans belangrijk blijkt te zijn. Bovendien is de mogelijkheid van een lager disconto in ons land (in navolging van het buitenland) verre van denk- beeldig.En dit oefent een opwaartse druk op de obligatiekoersen uit. Het enige nieuws van deze week van de obligatiemarkt was d« vaststelling op 991/» van de emissiekoers van de 8- jarige 7% procents obligatielening van de Bank voor Nederlandse Ge- meenten.Eergisteren had de inschrijving op deze lening van 100 miljoen gulden plaats, evenals trouwens op de 25-jarige 8Y4 procents lening van 100 miljoen Bij de internationale fondsen trok AKZO belangstelling door een goede kooplust. Niettegenstaande de koers thans minus f 1,20 interim dividend no teert, steeg hij met f4,40 tot 74,60 op donderdag. Unilever en Philips konden iets aantrekken, waartegenover Hoogo vens wat terrein verloor. Naar men zei was er enige verkoopdruk door een teruglopen van de staalconjunctuur. Koninklijke Olie bracht het er het slechtst van af met een daling van ongeveer f 2.50 in vier dagen, hetgeen verband hield met de koersdaling in New York. Men is daar niet erg gerust over de maatregelen tegen de olieindus trie in Venezulea. De scheepvaarthoek was wat beter gestemd, waarbij Holland-Amerika Lijn en Scheepvaart Unie op de voorgrond traden. Laatstgenoemde een Holding Maatschappij van verscheidene scheep vaartondernemingen. verwacht <Jat het resultaat van 1970 gunstiger zal zijn dan dat van 1969. Dit betere resultaat is in belangrijke mate te danken aan In de verzekeringshoek trok Nationa le Nederlanden de aandacht met een stijging van 17.80 in vier dagen (plus 31 punten). Het zag er trouwens toch naar uit dat er een wat betere stem ming voor verzekeringsaandelen kwam. Deze week althans was de uitgesproken druk op de koersen van de verzeke ringsaandelen verdwenen. Bij de drankaandelen nol eerde Hei- neken donderdag minus 10 percent agio stock. De uiteindelijk tot stand gekomen koers van f 190.20 kwam ongeveer over een met de theoretisch te berekenen koers. Een week geleden wps het nog f 209,90. Het blijft merkwaardig dat Heineken beleggings- en beheermaat schappij ongeveer f 10 lager noteert dan de werkmaatschappij Heineken. Bij de chocolade-aandelen Bensdorp en Kwatta was er donderdag weinig te merken van het bericht dat Van Houten zijn fabriek in Weesp winst van 22 punten tot 262. dank zij het bericht dat de winst 300 tot 400 procent is gestegen en dat de vooruit zichten prima zijn. Op donderdag was het overigens al weer 248, hetgeen toch nog 8 punten meer was dan vorige week vrijdag. Kwatta trok per saldo 4 punten aan tot 132. Bij de chemische aandelen kon Van der Grinten en Erdal duidelijk hun positie verbeteren (eerstgenoemde met 40 punten en laatstgenoemde met 35 punten). Daarentegen kwam Cindu ste vig onder druk te staan na het bericht dat de resultaten dit jaar teleurstellend Een bericht over lage resultaten zij het dat het dividend op 22 procent gehandhaafd blijft kwam er ook van de Centrale Suiker Maatschappij. Geen wonder dat de notering woensdag 37 punten lager was dan vorige week vrij dag. Donderdag trok de koers echter weer 13 punten aan. Van de uitgeversmaatschappijen valt weinig nieuws te melden deze keer. Als wij toch koersverschillen van enige be tekenis willen vinden, moeten wij de koerslijst doornemen. Wij ontdekken dan dat Chamotte Unie 14 punten, Por- celeijne Fles 9 punten en Verto 14 punten kwijt raakten en dat Holec, Hooimeijer, Meelfabrieken en Wijers onder druk stonden. Daarentegen was er kooplust voor Hagemeijer, Reiss en Van het fusiefront valt deze week weinig te melden. OGEM kocht een elektro technisch bureau, terwijl Vulca- nus een ijzergieterij overnam. Wij zijn er echter van overtuigd, dat concen tratiebeweging nog lang niet is afgelo pen. Kleinere bedrijven krijgen het in deze tijd van sterk stijgende kosten en harde concurrentie steeds moeilijker. nst- gevender kunnen werken maar die ook een grotere garantie voor de werkgele genheid bieden. Collega's van Solzjenitsin hadden ge tracht deze schrijver te bewegen „zijn vaardigheid niet te misbruiken en hem in het openbaar de les te lezen voor de onzin die om zijn naam heen in het westen is geopenbaard". Maar Solzje nitsin weigerde zich iets aan te trekken van de laad van zijn vakgenoten, „en dreigde, dat als zijn anti-Sovjetstukken niet werden gebubliceerd, deze hun weg naar het buitenland zouden vinden. En spoedig werden niet alleeen zijn wer ken, maar ook zijn brieven en verkla ringen waarin hij zijn aanklachten deed, en waarvan men zou denken dat zij alleen bekend waren aan hemzelf en aan de mensen aan wie hij ze gestuurd had, het eigendom van de bourgeois- pers, en vond hij in het westen be schermers en bewonderaars". Het artikel doet dan een uitval naar de historicus Andrei Almarik, die op 12 Sovjet-Unie". De pers in het aldus Pravda, beschouwt Almarik als de schepper van „adembenemende, briljan- schiedenis maar mi daleuze misdadige historie". In 1961 was Almarik uit de universi teit van Moskou verwijderd wegens het behalen van slechte resultaten en het afwezig-zijn bij de colleges. „Hij begon eerst zijn vaders boekerij te verpatsen en werd toen een klaploper. Daarna stelde hij zich op de hoogte met de organen der Sovjet-justitie en maakte toen. volgens hem. een „onvrijwillige reis" (Almarik is de auteur van een boekje getiteld „Onvrijwillige reis naar Siberië dat gaat over een man. die naar Siberië verbannen is geweest). „Nagenoeg elke dag hing Almarik rond bij de buitenlandse pers (in Mos kou) en gaf daar vieze geruchten en kletspraat af. En hiervan werden dan later door de buitenlanders „ware be richten" gemaakt.,.Het waren vooral de dollars die Almarik aantrokken", aldus het artikel. .Toen hij gearresteerd was vond men bij hem 350 dollars in de SOLZJENITSIN een Sovjet-rechtbank drie jaar gevangenis". Schaamteloos Pravda beschuldigt dan de Westerse pers teveel belangstelling te hebben ge- scho-ken aan een andere dwarsdrijver, Vladimir Boekovsky „De hoofdredac teuren (in het Westen) hebben alles gedaan om Boekovsky af te schilderen als een autoriteit op het gebied van het leven in de Sovjet-Unie, maarin werke lijkheid wist deze jongeman met zijn gezicht alleen maar de •inden naar de woningen van zijn „werk" bestaat uit het bezoeken van dc woningen van de buitenlandse journalisten en deze tegen betaling van goedkope geschenken anti-Sovjet onzin te verkwanselen. „Deze overlopers vragen om whisky en cigaretten in ruil voor hun smerige vertelsels, maar het betreft hier slechts een handjevol mensen. Voor elke dwarsdrijver zijn er honderdduizenden loyale Sovjet-burgers" In het artikel worden ook nog de uit het land ontkomen schrijvers Anatoli Koeznetsov en Valery Tarsis genoemd Van deze mensen wordt gezegd dat zij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 7