JURIDISCH PROEFSCHRIFT
OVER MENSELIJKE DOOD
Een bende schelmen en schizofrenen
Lusteloze stemming op beurs
Harde lijn zet Husak met
de rug tegen de muur
PARTIJ TREKT „LESSEN" UIT DE CRISIS
Ook Cernik
niet meer
van de partij
Wanneer houdt taak arts op?
Uitvallen van
hersenfunctie
centraal
Beethoven herdacht met première
van weinig bekende koorwerken
PRAVDA DOET AANVAL OP ANDERSDENKENDEN:
Kremlin wordt
onrustig over
aandacht voor
„schotschriften'
VRIJDAG 18 DECEMBER 1970
PAGINA 7
(Vai
ondei
PRAAG De bedekte ideologische strijd binnen de gezuiverde Tsjccho-Slo-
waakse communistische party schijnt in het voordeel van de mensen van de
harde lijn beslist te worden. Het centrale comité heeft zojuist haar eerste
plenaire zitting sinds het in juni Alexander Dubcek uitstootte, besloten.
Het comité heeft de bijeenkomst op zijn minst vier keer uitgesteld, omdat
de interne strijd nog voortduurde. Nu heeft de bijeenkomst plaatsgevonden
met een kennelijke overwinning voor de mensen van de harde lijn, zelfs al
heeft het comité de publikatié van een sleuteldocument uitgesteld. Dat
document handelt over de vraag, rond welke de hele strijd zich toesplitst
wie is er de schuld van dat de hervormingsbeweging van 1968 zich kon onl-
naar Moskou. Maar hoewel de men
sen van de harde lijn niet sterk
genoeg zijn om Husak persoonlijk te
laten vallen, richten zij hun strijd
op de beslissende analyse van de
recente verleden. De
jaar bezig
Het is duidelijk dat dit een belang-
tijke vraag is. Er staan niet alleen
zware ideologische oordelen op het
spel, maar de vinger zal bepaalde
personen moeten aanwijzen. De par
tij zal een soort zelfkritiek oefenen.
Sinds dr. Husak in april vorig jaar
eerste secretaris is geworden, is hij
aan zijn linkerkant steeds geflan
keerd geweest door een kleine min
derheid van mensen van de harde
lijn, die hebben geprobeerd het tem
de partijzuiveringen sneller
Husaks rug om rechtstreeks aan de
Russische partijleider Brezjnev te
schrijven, maar de Russische leider
stuurde de brief naar Husak.
Voor de herfst stond een soortgelijke
actie op het programma. Zij werd
door stom toeval ontdekt, toen Ja-
roslav Trojan, een functionaris uit
Zuid-Bohemen, bij een auto-ongeluk
om het leven kwam. Trojan kwam
toen terug, zo gaat het verhaal, van
een borrelpartij met een groep Sov
jet-officieren. Bij zijn papieren ont
dekte de politie een lijst van samen
zweerders en het ontwerp van een
nieuwe brief voor Moskou. Spoedig
daarna werden twee bekende „linkse
figuren", de Tsjechische minister
van Binnenlandse Zaken Josef
Groesser en generaal Otakar Rytir,
vervangen.
De positie van Husak werd ver
sterkt, niet in het minist door de
die Brezjnev nog steeds bereid
;en privé-bijeenkomst
document voor te bereiden dat
titel draagt „Lessen uit de door een
crisis beheerste ontwikkeling in par
tij en maatschappij na het dertiende
partijcongres" (in 1966).
Als het rapport Novotny rechtstreeks
veroordeelt wegens fouten of vergis-
het lidmaatschap van Novotny alleen
opgeschort). Maar als het document
louter beweert dat hij wat onvoor
zichtig is geweest door de „rechtse
versieve „tweede centrum" binnen
de partij te creëren, dat daarop tot
de Praagse lente uitbotte, dan zou
dat een overwinning betekenen voor
de mensen van de harde lijn. Ol-
drich Cernik die het als eerste mi
nister tot januai van dit jaar heeft
kunnen volhouden, is uit de partij
gestoten. Anton Kapek, iemand die
bekend staat als een man van de
harde lijn. probeerde vorig weekend
op oneerlijke wijze voordeel te be
halen door in een radio interview
aan te kondigen dat de partij dan
eindelijk het actieprogramma van
Dubcek had verworpen. Niemand
verwachtte serieus dat het program
ma, dat een groter persvrijheid en
selde, nog enig leven in zich had.
Het is ook veelbetekenend dat alle
sprekers op de bijeekomst van het
centrale comité mensen van de har-
Velen van hun werden er ten tijde
van de invasie van beschuldigd met
de Russen te collaboreren (Milos Ja
kes, Drahomir Kolder, Bohuslav
Chnoupek, Villem Novy en andei-en).
En zij zeiden dat ze instemden met
gepubliceerde partijana
lyse
•ondersteld wordt dal
direct of indirect, verantwoordelijk
zullen worden gesteld voor de con
trarevolutie van 1968." Husaks eigen
LEIDEN Wanneer is een mens
dood? Wanneer mag de arts besluiten
levensbehoudende behandeling te sta
ken? Is dat hetzelfde als toepassèn van
euthanasie? Dit zijn de drie belangrijk
ste vragen uit bet proefschrift, medisch-
juridische aspecten van het einde van
het menselijk leven waarop mevrouw
dr. mr. H. A. H. van Till d'Aulnis de
Bourouill morgenmiddag, bij mr. K.
Wiersma tot doctor in de rechtsgeleerd
heid zal promoveren/ De celebrale dood,
het volledig en onherstelbaar uitvallen
van de hersenfunctie, wordt gezien als
het enige juiste criterium voor het ein
de van het menselijk leven. „Want wat
na de celebrale dood van een mens
overblijft, is een lijk", aldus mevrouw
Van Till in haar proefschrift. Na die
celebrale dood. kunnen nog wel levende
cellen in het lichaam aanwezig zijn.
Het ophouden
muziekleven btf de Beethoven-
Merkwaardigerwijs heeft het officiële Haagse
herdenking 1970 nagenoeg verstek laten gaan.
avonden en recitals werd hier niet, zoals elders, extra-aandacht aan hem besteed.
Dat bevreemdde trouwe concertgangers, en wekte ook nogal wat wrevel. Terecht,
want de tüd van de op Beethovencycli toegespitste seizoenen ligt al weer vrij
lang achter ons en de jongere generatie kent Beethovens waarlijk grote werken al
heel wat minder goed dan de oudere.
Bijzonder concert
onder Cor Backers
Bovendien moet men zich niet vergis
sen en denken dat de jongere generatie
voor Beethoven nauwelijks of geer
langstelling zou hebben. Luister
i Beethoven programmeerde, kreeg
meer toeloop dan nu het tijdens de
ithovenherdenking met progressiever
programma's aankomt. In de composities,
die experimentele toondichters tot het
Beethovenjaar bijdroegen typische
„citatencomposities" van Stockhausen,
Kagel, Louis Andriessen en anderen
illeen ironie, parodie en
r wel degelijk ook een
flink stuk herkenbare bewondering, voor
wat er wordt bedoeld.
Dit alles in aanmerking genomen is het
dwaas dat hier ter stede alleen de mu
ziekhistorische afdeling van het Gemeen-
ïuseum met opmerkelijke curiositeiten
t deze instelling passende bijdragen
de herdenking leverde. Ook het con-
t gewijd aan weinig bekende vocale
werken, gisteravond in het Congresge
bouw gegeven onder leiding van de ener
gieke koordirigent Cor Backers, viel na
tuurlijk ten dele in de categorie van
reden vergeten, maar wij zijn het met
Backers eens dat het heel nuttig was ze
voor de dag te halen omdat ze,
zoal niet als geheel dan toch in hun
beste passages, karakteristiek zijn voor
veelzijdig en groot kunstenaar.
ickers aan wiens doorzettingsvermo-
als organist deze avond te danken
gaf de Nederlandse première van
de cantate „Der glorreiche Augenblick"
Beethoven componeerde voor het
Weens Congres, waarop de grote vorsten
ïuropa na de nederlaag van Napo-
?en nieuwe politieke orde tot stand
probeerden te brengen. Het stuk was
s een uitgesproken gelegenheidswerk,
de componist verdiende er (zonder bij
betaling, zoals in de officiële stukken
staat) hel
tekst. Er zijn pogingen gedaan die tekst
Een enorme rookwolk stijgt op uit
het nog in aanbouw zijnde interna
tionale pershuis voor de Olympische
Spelen in München 1972. Hoe de
min bevredigende resultaten op omdat
die nieuwe teksten weer niet harmoni
eerden met de muziek. Deze muziek is
minder slecht dan veel Beethovenlitera-
tuur ons wil doen geloven. Zeker, er
zitten routinegedeelten in, krampachtige
passages ook, maar daarnaast zijn er in
de koorgedeelten momenten van echte,
Bijzonder aardig was het verder, dat
we konden kennismaken met een tegen
hanger van de beroemde concertaria „Ah
Perfido"! In 1814 voltooide Beethoven
aan de hand van al veel eerder gemaakte
schetsen een operascène in de vorm van
een solistenterzet „Tremate, empi, tre-
mate". Een sopraan en een tenor vosmen
een liefdespaar, dat wordt betrapt door
Modie
Italia;
•adramatiek!
Verder vestigde Backers de aandacht
op twee fijne lyrische koarwerkjes, die
het tegendeel zijn van wat men meestal
van „de titaan Beethoven" verwacht. In
„Meeresstille en Glückliche Fahrt" toon
zette Beethoven twee bij elkaar beho
rende gedichten van Goethe, die later
Mendelssohn tot een concertouverture
zouden inspireren. Beethovens muziek is
heel sfeerrijk, wat men ook moet zeggen
van het kleine en korte „Elegischer Ge-
sang", gemaakt voor een intieme kring
(oorspronkelijke bezetting: vier zang
stemmen en strijkkwartet) en wel ter
nagedachtenis van de vrouw van een van
de beschermers van de componist. Een
heel gevoelige rouwmuziek! Jammer dat
de dirigent in deze lyrische stukken de
tempi zo liet slepen. Dit in elk geval
heel bijzondere programma werd aange
vuld met een beter bekend werk, de zo
genaamde „kleine" mi» in C grote terts,
waarin de liturgische tekst op een
heel persoonlijke, nogal eigenzinnige ma
nier wordt behandeld, maar waarin zich
dan ook een sterke persoonlijkheid doet
gelden. In zijn totaliteit was dit markant
vertolkte werk natuurlijk de geslaagste
compositie van de avond, maar de andere
waren „avontuurlijker".
Behalve
menstelliv
i de s
len Backer tenslotte
lof toezwaaien voor de verwezenlijking.
Het Hollands Vocaal Ensemble, bestaan
de uit een Haags en een Dordts koor, had
hij ter dege voorbereid, wat nogal wat
wil zeggen want zo gemakkelijk is de
materie voor amateurs bepaald niet. Het
kinderkoor Cantabo Domino leverde een
frisse, onschuldige bijdrage en ook het
Gewestelijk Orkest voor Zuid-Holland
spande zich in, al had het voor het be
werkelijke programma veel te weinig
repetitietijd gehadzodat het een beter
lukte dan het ander.
Er waren vijf vocale solisten: de so
praan Rina Cornelissens, die soms bui
tengewoon goed op dreef was, de alt
mezzo Marianne Klep, minder gerouti
neerd kennelijk, maar heel aanvaard
baar, de prachtige alt Elisabeth Cooy-
mans, verder de tenor Henk Meijer, die
met zijn voordracht moet goedmaken
wat er aan stem en ovcaliteit ontbreekt,
en de bas Lieuwe Visser, die zijn mooi
geluid goed gebruikte. De zaal was be
hoorlijk bezet en de waardering was te
recht groot. Er waren nogal wat auto
riteiten, die van hun belangstelling blijk
K. S.
ademhaling wordt niet gezien als dood
zijn, maar als oorzaak van het dood
zijn. In het proefschrift wordt aandacht
geschonken aan de invloed die het aan
vaarden van dit doodscriterium heeft op
het probleem van de orgaantransplan
taties. Bj de tweede vraag: wanneer
mag een arts besluiten de levensbehou
dende behandeling staken, worden de
volgende begrenzingen van de plicht
van de arts tot instandhouding van het
menselijk leven vastgesteld, een arts
mag ophouden een patiënt in leven te
houden, wanneer deze een behandeling
weigert of wanneer hij in een onge
neeslijke coma verkeert. Een coma is
een zeer diepe bewusteloosheid, waarbij
de hersenen nog wel enigszins werken,
maar niet meer op uitwendige prikkels
reageren. Sommigen stellen een onge
neeslijke coma gelijk met de dood,
maar dit criterium is onaanvaardbaar.
Ongeneeslijke coma wordt daarentegen
wel uit juridisch en medisch oogpunt
aanvaard, als een motief om de levens-
behoudende behandeling te staken. Het
al ver gevorderde sterfproces van de
patiënt kan zich dan voltooien. Neuro
logisch is niet aantoonbaar, of een co
mateuze patiënt nog denkt of gewaar
wordingen ondergaat.
denker
in leven te houden,
Men mag een arts niet verwijten, dat
hij een zinloze behandeling staakt.
Denkt een comateuze patiënt nog wel,
iets wat men niet met zekerheid kan
uitsluiten dan mag men als arts ge
rechtvaardigd veronderstellen, dat de
patiënt onder deze omstandigheden een
levensbehoudende behandeling zou wei
geren, indien hij zijn mening kenbaar
zou kunnen maken. Houdt men menselijk
leven in stand, alleen terwille van derden,
dan beziet men de patient als object, in
in plaats van als subject. Dat is medisch-
ethisch onaanvaardbaar, zo stelt de
schrijfster. Overigens kan alleen de
hersenspecialist de diagnose „ongenees
lijke coma" stellen en daardoor kan
alleen hij. in overleg met zijn collega's
het besluit nemen de behandeling te
baar coma beschouwen als ee:
op het recht ongestoord te ste
enstaande conclusies gelden
neer de patiënt
Van Till het volgende:
i op
medische indicatie berustende levr
verkortende opzettelijke medische ver
traging met het doel een ongeneeslijke
zieke een ondiaaglijk lijdende patiënt
een goede dood te geven en zijn lijden
tc verkorten. Deze gedraging gebeurt
alleen in het belang van dc patiënt,
terwijl vereist is, dat een patiënt weet
dat de euthanasie zal worden toegepast
en dat hij het daarmee eens is. Voor
een bewusteloze patiënt gaat deze defi
nitie niet op, omdat die
lichamelijke pijn te
Mevrouw Van Till ziet het niet meer
levensbehoudende behandelen van 'n pa
tiënt die dit niet meer wenst, niet als
euthanasie, maar als het hanteren door
de patiënten van zijn eigen integriteits-
rechten.
Vrijwel het enige, dat zij over or-
gaantransplantaties zegt, is dat deze in
ons rechtsstelsel op legale-wijze onmo
gelijk is, tenzij het recht de celebrale
dood aanvaardt als het einde van het
menselijk leven. Mevrouw Van Till:
„De celebrale dood valt samen met de
dood van een mens en dan niet omdat
men daarmee de dood van de geest
vaststelt, maar die van het lichaam als
geïntegreerd functionerend biologische to
taliteit. Wat er met de geest gebeurt, is
ons niet met zekerheid bekend, daar
kan iedereen zijn eigen geloof of ge
dachten over hebben."
MOSKOU (A.P.) Pravda, het officiële dagblad van de communistische
partij in de Sovjet-Unie, heeft gisteren een oordeel geveld over de politieke
andersdenkenden in het land. Deze vormen „een kleine bende van schelmen
en schizofrenen" die „de waardigheid van het Sovjetvolk zwartmaken" door
gebruik te maken van „valse en smerige aantijgingen". De aanval besloeg
een halve pagina en het artikel was ondertekend door „I Aleksandrov", dc
naam die de redactie steeds gebruikt voor bepaalde bijdragen van belangrijke
In de aanklacht krijgt voora!
nieuwste Nobelprijswinnaar voo
letterkunde, Alexander Solzjenitsir
minder bekende figuren krijgen
veeg uit de pan. Het was de eerste
dat de Sovjet-pers het bestaan
erkend van een groep lieden die
met het regime niet eens zijn. Uil
artikel kan blijken, dal
zich ongerust maakt ove
die de andersdenkenden
ten deel valt.
ste kring" en „Kankerpaviljoen", die d<
prestaties van de heldhaftige overwin
ningen van ons moederland en de
waardigheid van het Sovjet-volk
Krf
VAN WEEK TOT WEEK
(Van onze financiële medewerker)
AMSTERDAM Er was ook
tussen het aandelen- en het obligatie-
tuascn het aandelen en het obigatief-
Voor de aandelen was er een
loze stemming. Animo om te kopen
n goede belangstelling voor obliga-
Deze tegenstelling is wel frappant,
toch verklaarbaar. Aandelen zijn
i uit de gratie, omdat het bedrijfs
leven duidelijk laat merken, dat de
stijgende kosten hen parten speelt. Het
doorgaan van de loor. *auze. op zichzelf
n dut
einig
■ren dc winst en de liquiditeit.
Bovendien lijkt dc investeringslust door
de onzekere conjunctuur terug te lopen.
obliga' s daarentegen kan de
belegger op een aantrekkelijke rente
rekenen, hetgeen vooral voor het bui
tenland thans belangrijk blijkt te zijn.
Bovendien is de mogelijkheid van een
lager disconto in ons land (in navolging
van het buitenland) verre van denk-
beeldig.En dit oefent een opwaartse
druk op de obligatiekoersen uit.
Het enige nieuws van deze week van
de obligatiemarkt was d« vaststelling
op 991/» van de emissiekoers van de 8-
jarige 7% procents obligatielening
van de Bank voor Nederlandse Ge-
meenten.Eergisteren had de inschrijving
op deze lening van 100 miljoen gulden
plaats, evenals trouwens op de 25-jarige
8Y4 procents lening van 100 miljoen
Bij de internationale fondsen trok
AKZO belangstelling door een goede
kooplust. Niettegenstaande de koers
thans minus f 1,20 interim dividend no
teert, steeg hij met f4,40 tot 74,60 op
donderdag. Unilever en Philips konden
iets aantrekken, waartegenover Hoogo
vens wat terrein verloor. Naar men zei
was er enige verkoopdruk door een
teruglopen van de staalconjunctuur.
Koninklijke Olie bracht het er het
slechtst van af met een daling van
ongeveer f 2.50 in vier dagen, hetgeen
verband hield met de koersdaling in
New York. Men is daar niet erg gerust
over de maatregelen tegen de olieindus
trie in Venezulea.
De scheepvaarthoek was wat beter
gestemd, waarbij Holland-Amerika Lijn
en Scheepvaart Unie op de voorgrond
traden. Laatstgenoemde een Holding
Maatschappij van verscheidene scheep
vaartondernemingen. verwacht <Jat het
resultaat van 1970 gunstiger zal zijn
dan dat van 1969. Dit betere resultaat
is in belangrijke mate te danken aan
In de verzekeringshoek trok Nationa
le Nederlanden de aandacht met een
stijging van 17.80 in vier dagen (plus
31 punten). Het zag er trouwens toch
naar uit dat er een wat betere stem
ming voor verzekeringsaandelen kwam.
Deze week althans was de uitgesproken
druk op de koersen van de verzeke
ringsaandelen verdwenen.
Bij de drankaandelen nol eerde Hei-
neken donderdag minus 10 percent agio
stock. De uiteindelijk tot stand gekomen
koers van f 190.20 kwam ongeveer over
een met de theoretisch te berekenen
koers. Een week geleden wps het nog
f 209,90. Het blijft merkwaardig dat
Heineken beleggings- en beheermaat
schappij ongeveer f 10 lager noteert dan
de werkmaatschappij Heineken.
Bij de chocolade-aandelen Bensdorp
en Kwatta was er donderdag weinig te
merken van het bericht dat Van
Houten zijn fabriek in Weesp
winst van 22 punten tot 262. dank zij
het bericht dat de winst 300 tot 400
procent is gestegen en dat de vooruit
zichten prima zijn. Op donderdag was
het overigens al weer 248, hetgeen toch
nog 8 punten meer was dan vorige
week vrijdag. Kwatta trok per saldo 4
punten aan tot 132.
Bij de chemische aandelen kon Van
der Grinten en Erdal duidelijk hun
positie verbeteren (eerstgenoemde met
40 punten en laatstgenoemde met 35
punten). Daarentegen kwam Cindu ste
vig onder druk te staan na het bericht
dat de resultaten dit jaar teleurstellend
Een bericht over lage resultaten
zij het dat het dividend op 22 procent
gehandhaafd blijft kwam er ook van
de Centrale Suiker Maatschappij. Geen
wonder dat de notering woensdag 37
punten lager was dan vorige week vrij
dag. Donderdag trok de koers echter
weer 13 punten aan.
Van de uitgeversmaatschappijen valt
weinig nieuws te melden deze keer. Als
wij toch koersverschillen van enige be
tekenis willen vinden, moeten wij de
koerslijst doornemen. Wij ontdekken
dan dat Chamotte Unie 14 punten, Por-
celeijne Fles 9 punten en Verto 14
punten kwijt raakten en dat Holec,
Hooimeijer, Meelfabrieken en Wijers
onder druk stonden. Daarentegen was
er kooplust voor Hagemeijer, Reiss en
Van het fusiefront valt deze week
weinig te melden. OGEM kocht een
elektro technisch bureau, terwijl Vulca-
nus een ijzergieterij overnam. Wij zijn
er echter van overtuigd, dat concen
tratiebeweging nog lang niet is afgelo
pen. Kleinere bedrijven krijgen het in
deze tijd van sterk stijgende kosten en
harde concurrentie steeds moeilijker.
nst-
gevender kunnen werken maar die ook
een grotere garantie voor de werkgele
genheid bieden.
Collega's van Solzjenitsin hadden ge
tracht deze schrijver te bewegen „zijn
vaardigheid niet te misbruiken en hem
in het openbaar de les te lezen voor de
onzin die om zijn naam heen in het
westen is geopenbaard". Maar Solzje
nitsin weigerde zich iets aan te trekken
van de laad van zijn vakgenoten, „en
dreigde, dat als zijn anti-Sovjetstukken
niet werden gebubliceerd, deze hun weg
naar het buitenland zouden vinden. En
spoedig werden niet alleeen zijn wer
ken, maar ook zijn brieven en verkla
ringen waarin hij zijn aanklachten
deed, en waarvan men zou denken dat
zij alleen bekend waren aan hemzelf en
aan de mensen aan wie hij ze gestuurd
had, het eigendom van de bourgeois-
pers, en vond hij in het westen be
schermers en bewonderaars".
Het artikel doet dan een uitval naar
de historicus Andrei Almarik, die op 12
Sovjet-Unie". De pers in het
aldus Pravda, beschouwt Almarik als de
schepper van „adembenemende, briljan-
schiedenis maar mi
daleuze misdadige historie".
In 1961 was Almarik uit de universi
teit van Moskou verwijderd wegens het
behalen van slechte resultaten en het
afwezig-zijn bij de colleges. „Hij begon
eerst zijn vaders boekerij te verpatsen
en werd toen een klaploper. Daarna
stelde hij zich op de hoogte met de
organen der Sovjet-justitie en maakte
toen. volgens hem. een „onvrijwillige
reis" (Almarik is de auteur van een
boekje getiteld „Onvrijwillige reis naar
Siberië dat gaat over een man. die
naar Siberië verbannen is geweest).
„Nagenoeg elke dag hing Almarik
rond bij de buitenlandse pers (in Mos
kou) en gaf daar vieze geruchten en
kletspraat af. En hiervan werden dan
later door de buitenlanders „ware be
richten" gemaakt.,.Het waren vooral de
dollars die Almarik aantrokken", aldus
het artikel. .Toen hij gearresteerd was
vond men bij hem 350 dollars in de
SOLZJENITSIN
een Sovjet-rechtbank
drie jaar gevangenis".
Schaamteloos
Pravda beschuldigt dan de Westerse
pers teveel belangstelling te hebben ge-
scho-ken aan een andere dwarsdrijver,
Vladimir Boekovsky „De hoofdredac
teuren (in het Westen) hebben alles
gedaan om Boekovsky af te schilderen
als een autoriteit op het gebied van het
leven in de Sovjet-Unie, maarin werke
lijkheid wist deze jongeman met zijn
gezicht alleen maar de
•inden naar de woningen van
zijn „werk" bestaat uit het bezoeken
van dc woningen van de buitenlandse
journalisten en deze tegen betaling van
goedkope geschenken anti-Sovjet onzin
te verkwanselen.
„Deze overlopers vragen om whisky
en cigaretten in ruil voor hun smerige
vertelsels, maar het betreft hier slechts
een handjevol mensen. Voor elke
dwarsdrijver zijn er honderdduizenden
loyale Sovjet-burgers"
In het artikel worden ook nog de uit
het land ontkomen schrijvers Anatoli
Koeznetsov en Valery Tarsis genoemd
Van deze mensen wordt gezegd dat zij