KEES
)E JONGEN
4tuó di.
MEN IS BIJNA BEREID OM ZWARTE PRIJZEN TE BETALEN
brede lagen van het volk
tot diep in de ziel geroerd
TtnrQl de theeterfcenners hi Aiwtw-
dam na de tomaten elkaar met plan
nen om de oren alaan en zich af
vragen hoe en door wie er toneel ge
speeld moet worden, staan de Amster
dammers in de rij om in Haarlem zich
onder te dompelen in de betovering
van het toneel. Met duizenden trek
ken i|| in deze dagen naar de Haar
lemse schouwburg, waar de toneel
groep Centrum plotseling met het
goud ia de vingen zit van een Hol
lands stuk, dat op Amsterdamse
bodem speelt: Rees de Jongen vaa
Gerben Hellinga naar het boek van
bovenmeester Theo Thijssen. De Jor
daanse schooljongen Kees van een
halve eenw terug in zijn eigen kleine
leefwereldje van gezin, straat en
school wint het op ztfn slofjes van
menige geteisterde op het huidige
repertoire en de prille liefde van Kees
voor Kosa snijdt dieper in de ziel dan
welke vorm van totaaltheater ook.
Twee Kezen, één gedachte: die lieve Boen toch (Margreet Heemskerk).
de première in september wordt
van alle kanten aan Kees de Jongen
tkken. De eerste veertien dagen
de telefoon geblokkeerd, nadien
de rinkel niet meer tot rust Het
is nu al 75 keer vertoond voor
•r dan 50.000 mensen. En nog stro-
i de aanvragen binnen: 1800 kaar
voor Alkmaar se scholieren, ettelijke
onderden voor diverse verenigingen.
'js gaan met bosjes de deur uit.
Schouwburgdirecties in het gehele land
pogen Kees so frequent mogelijk voor
üchzelf in te palmen. Brussel en Ant
werpen staan al voor februari op de
ijst evenals de Hollandse Club in
iurg. Voor januari zijn al vele
(tellingen uitverkocht Het dou-
tuk van Centrum Drie Maanden
leen wordt van het repertoire geno
om Kees de ruimte te geven. Om
Ie reden worden de repetities
van het nieuwe doublure-
De Grote Wolf, dat op 4 december
lère had moeten gaan. De Ber-
ziet dit alles met lede ogen
Amsterdam, dat nooit erg gastvrij
geweest voor toneelgroep Centrum,
it het zijn eigen coryfeeën koestert
eeodagskuikens, heeft ijlings vin
argumenten aangedragen om
van de Spaarne naar het IJ te
verhuizen. Theo Thijssen is een
ite Amsterdamse bovenmeester met
wijze, volkse inslag, die men buiten
:rdam in de „provincie" slechts
aantreft En bovendien is
een echte Jordaanjongen, die al
daar en nergens anders zo heeft
gedijen, dat hij nog eens model
zou komen staan voor de jeugddromen
van pilt* jongen van 13. Ja, dat zeiden
de Amsterdammers, die azend op Kees
blijk van gaven hun bloedeigen
Thijssen slecht te kennen, want meer
dan een jongen uit de Jordaan is Kees
«en universele jongen met zijn geloof
in het leven en zijn weggedroomde
verdriet Schrijft Thijssen: „In mijn
boeken heb ik nergens iets beschreven,
dat mij persoonlijk is overkomen. Zij
waren zuiver fantasie. Natuurlijk is
bet mogelijk, dat buiten mijn weten om
totaal vergeten jeugdherinne
ring tot een romanstukje is geworden,
maar dan heb ik een moment van in
zinking gehad".
Het heeft er de schijn van, dat de Am
sterdammers in hun teleurstelling in
derdaad aan een moment van inzin
king toe zijn. Bij alle toneeltroubles,
die kersverse kunstwethouderHan
Lammers na het bezetten van deze
zetel U verstouwen kreeg, voegde zich
nog de ongeschreven eis, dat hij Kees
naar Amsterdam zou halen. Met kunst
en vliegwerk maakte hij acht data vrij
in de Stadsschouwbug. En nu had
Haarlems wethouder Geluk zijn Am-
iterdamse collega al eerder laten we
ten, dat Haarlem zich scherp zou ver
zetten tegen pogingen om Centrum naar
Amsterdam te halen, juist omdat Haar
lem zoveel subsidie en faciliteiten in
zijn gastvrijheid doet, toch meende
Amsterdam, dat Centrum niet onder dit
Amsterdamse aanbod uit kon. De Cen
trumdirectie had er niet de minste be
hoefte aan om Amsterdam voor het
hoofd te stoten en waarom ook? Zonder
Jordaan geen Kees, maar Centrum had
op genoemde data al afspraken met
schouwburgen elders ln den lande.
Toneelgroep Centrum ontvangt de Am-
iterdammers evenwel met open armen
in Haarlem. Het is vanuit Amsterdam
gezien dan wel al „provincie", maar zo
kort onder de rook van de hoofdstad,
ruikt bet er in elk geval nog niet naar.
BIJ wijze van attentie zond toneelgroep
Centrum een vliegtuig het Amster
damse zwerk in met de sleep KEES DE
JONGEN ln Haarlem, zuiver bedoeld
ill reclame. De Amsterdammers had
den er echter moeite mee en bestook
ten de schender van hun luchtruim met
de losse flodders van hun hoon. Cen
trum trof nog meer voorzieningen en
maakte een afspraak met de Noord- en
Zuid-Holandse voor de verkoop van all
tn-ticket8, d.wr busvervoer met plaats
bewijs voor Haarlem. '8 Morgens voor
negen uur stonden de Amsterdammers
«r al voor in de rij Tegen de avond
waren er 4.u00 verkocht en kon mee
Keeswaarts tijgen.
Ander publiek
J£r komt trouwens**, «egt zakelijk
Centrumleld»r Menso Carpentier Al-
ttng, „ook beel ander publiek naar deze
voorstelling dan normaal. Je hoort het
Schim van Kees zit Kees op de
op de hielen.
aan de opmerkingen. Er komen men
sen binnen, die vragen: waar kun Je
hier kaartjes kopen en is het hier ge
woonte om Je jas weg te hangen? Dese
mensen laten zich ook uitvoerig uit
leggen wat het prijsverschil is tussen
de ene rang en de andere. Dat de men
sen tot elke prijs Kees willen «ten
wordt 'duidelijk als Je hoort «eggen:
Elke rang is goed als ik er maar in
kom. Men is bijna bereid om swarte
prijzen te betalen voor een toneelvoor
stelling. Het is onvoorstelbaar. Het is
ook onverklaarbaar, je hoopt van elke
produktie, dat-ie het goed zal doen en
vooral aan deze Kees Is bijzonder veel
zorg besteed, maar zoiets gebeurt je
alleen maar als „alle sterren gunstig
staan", zoals wij in de toneelwereld
zeggen. Ik weet wel, dat we hier lang
zamerhand knettergek zijn geworden
van de telefoontjes, tot uit België toe.
Zelfs op de koopavonden zat de zaal
stikvol. Dat is nog nooit gebeurd. Het
werkt als een sneeuwbal. Het is een
Amsterdammers
met duizenden
in de rij voor
volksjongen
raadsel. Niet 3lleen voor de spelers,
maar ook voor het schouwburgpersoneel
is het verheugend. Zij zeggen: Einde
lijk eens avond aan avond volle zalen.
De mensen zijn tot tranen toe bewogen.
En niet alleen middelbare mensen ko
men erop af. Ook de jeugd stroomt
toe. Kennelijk herkennen ze er veel
van zichzelf in, de kinderlijke arge
loosheid van het eerste kusje, de ver
wachtingen voor de toekomst, de dwin
gende omstandigheden thuis die geen
rekening schijnen te houden met wat
je «elf van het leven verlangt, het op
tornen tegen de reserve van je naaste
omgeving".
Het raadsel van het succes laat zich
moeilijk ontleden. Bewerker Gerben
Hellinga van Thijssens ooek moet zich
even nauw verwant gevoeld hebben
aan Kees als diens schepper en moet
welhaast ln zijn toneeltekst dezelfde
toon hebben weten te treffen als Thijs
sen in zijn boek, in die zin dat beiden
in een breed publiek dezelfde snaai
in beroering brengen. Het idee om
Kees de Jongen tn toneelvorm over te
zetten heeft een lange weg bewandeld
Naar het heet heeft Jurriaan Andries-
*en er «en volksoperm in gezien en
daarover gesproken met Wilbert Bank,
die toen nog bij Proloog zat, maar nu in
dienst is van de VPRO. Wilbert Bank
is ermee bij Hellinga terecht gekomen
en deze weer bij Centrumdirecteur
Peter Oosthoek, die er wel iets in zag,
waarna Hellinga zonder dralen aan het
werk toog.
Misschien ook is het toneelpubliek de
importproblemen moe, die met de ver
taalde stukken uit het buitenland bin
nen onze grenzen worden gebracht en
hmnen on» leefwereld, die te veel
eigens heeft, dat in die stukken niet
herkend wordt Maar mogelijk ook
moet deze belangstelling voor het
familieverhaal van Kees worden her
leid tot de interesse gewekt door de
familiaire t.v.-storiee van Forsyte tot
De klop op de deur. Gaat het louter
om typisch Nederlandse stukken bij het
publiek, dan vraag je je at waarom
het dynamisch stukje volkstoneel van
Centrum in het vorige seizoen, Ajax—
Feijenoord, door Gerben Hellinga zo
van de tribune geplukt zo beechelden
heeft aangeslagen. De zakelijke en de
artistieke leiding van Centrum wijst
ais mogelijke verklaring voor het
plotselinge succes op het samenstellen
van gelukkige grepen in de constructie
van dit spel: beweeglijke sceniek,
functionele techniek, ervaren acteurs
in de kleinere rollen en in de gedub
belde hoofdrol twee jonge acteurs, die
nog zonder foefjes onbewust een stuk
naïviteit waarmaken m de Kees, zoals
Thijssen die heeft bedoeld.
Dubbele Kees
Theo Thijssen was een rechtlijnig
levend mens, maar een te gecompli
ceerde natuur om ook rechtlijnig tc
kunnen denken. Zodoende leidt ook
Kees twee levens. Is hij de dingen de
baas, dan kan hj) een kinderlijke
realist zjjn. zo lezen wij, so niet dan
beschermt hij sjjn kwetsbaar bestaan
met «ijn fantasie die dan ook wel
een zeer hoge vlucht met hem neemt.
Net als Thijssen voelt Kees sich twee
verschillende jongens, een realist en
Hellinga heeft het aangedurfd die
beide Kezen als twee afzonderlijke
personen op het toneel te zetten, waar
door een gedubbelde hoofdrol ontstond
van twee acteurs, die afwisselend tekst
zeggen en^of scenes spelen, maar zich
synchroon over het toneel bewegen,
te meer een opgaaf, omdat Kees geen
atilzittertje is en eigenlijk voortdurend
in beweging blijft, op weg naar iets of
ergens vandaan komend.
Regisseur Peter Oosthoek heeft daar
wel even vreemd tegen aan zitten
kijken. Met zijn verwijzing naar Thijs
sen zelf stond Hellinga echter bijzon
der sterk. Oosthoek heeft zich laten
overtuigen en is gaandeweg er ook
meer in gaan geloven, ook al omdat
het hem de mogelijkheid opende om in
de ene Kees het verhaal voortgang te
laten vinden, terwijl in de andere Kees
het dramatisch element zichtbaai ge
maakt kan worden. In die richting
heeft Oosthoek gewerkt, samen met
Hellinga maar zich als toneelman meer
bewust van de gevaren dan de auteur.
In zijn groep had hij twee jonge
acteurs, Wim van der Grijn en Hans
Dagelet, die in AjaxFeijenoord ook
al sterk op elkaar aangewezen waren
geweest en sinds ze elkaar bij Centrum
ontmoet hebben bevriend zijn. Hen
beiden plaatste hij in de gedubbelde
hoofdrol, waarna er gezamenlijk is ge
zwoegd op de interpretatie van deze
rollen en op de inpassing ervan in bet
toneelbeeld.
„Ik kwam", zegt Oosthoek, „met zeer
omlijnde ideeën, want ik eis veel van
de spelers, op voorwaarde, dat zij ook
aan mij hoge eisen stellen. Ik ben
tegen de soevereiniteit van de regis
seur en voor het samen werken aan
een project Daarbij ben ik zelf ontzet
tend ingesteld op beweging. Met bewe
ging kan evenveel ontroering gewekt
worden als met tekst. Het toneel in ons
land Is nog steeds te literair. Dram»
moet niet alleen hoorbaar, het moei
ook zichtbaar zijn. In Kees de Jongen
heb ik ernaar toe gewerkt te laten
zien, dat de dromer-Kees en de realist-
Kees steeds varder uit elkaar lopen
Hun bewegingen worden gaandeweg
het spel steeds minder synchroon. Aan
het slot laat ik Kees op militante mu
ziek dapper het leven binnenstappen,
zonder woorden, maar in de laatste pa6
stokt Kees en de laatste noot is een
dissonant. Het is mij opgevallen hoe
geroerd de zaal daarop reageert Op
dit alles hebben we tot zwetens toe
gewerkt Net zo lang tot het ons geen
inspanning meer kostte om de vereiste
bewegingen ui. te voeren. Dit vergde
een enorme fysieke inspanning en een
sterke geestelijke concentratie om alle
bewegingen synchroon uit te voeren.
We hebben doorgezet tot Hans en Wim
zonder zichtbare vermoeienissen hun
rol konden spelen, want dat gaat het
publiek niets aan. Het verhaal is vlies
dun en heeft de emotie van de bewe
ging nodig".
Hans en Wim
Wim van der Grijn de realist Kees
en Hans Dagelet de dromer Kees
zitten nn beiden het vierde seizoen
bij Centrum, zijn goed op elkaar inge
speeld en knijpen zicb de handeu dicht
met het onverwachte succes. Zij wor
den het niet moe dubbele Kees te we
zen, maar wel hebben ze al doodziek
op bet toneel gestaan, omdat hun geen
rust wordt gegund, 's Avonds in Haar
lem of elders in het land Kees wezen,
tn de nacht thuis komen, 's morgens
om elf uur weer repeteren op een
nieuw stuk, het is bun te veel gewor
den. Op medisch advies moesten ze het
Italmer aan doen, ook al een reden
waarom de repetities voor het nieuwe
doublurestuk »ön uitgesteld. Je moet
elke avond fris aan een dergelijke twee-
lingrol kunnen beginnen. Het moet
geen rontine worden. Regisseur Oost
hoek eist elke avond een creatieve
prestatie. Zij spelen ook onder psychi
sche druk. ZU moeten hun spel geheel
op elkaar afstemmen, zelfs daar waar
Hansen Wim
staan avond aan
avond dubbele
Kees te wezen
tegengestelde bewegingen het uit el
kaar groeien moeten uitbeelden van de
dromer-Kees en de realist-Kees. Een
dame in het publiek had er moeite
mee en kwam na de voorstelling bit de
directie zeggen, dat ze het niet erg bij
dehand vond van een toneelschrijver
om «ijn tweeling allebei Kees te noe
men. Zo weten /.e nooit precies wie er
bedoeld wordt, üe Haarlemse meisjes
weten beter. Die maken in hun ten
schouwburg bezorgde fanmail duide
lijk onderscheid De een kiest duidelijk
voor de realist, de ander heeft liever
de dromer.
Hans en Wim hebben geen moeite met
het spelen van de beweging, want die
zit vinden ze in het boek ook
met zijn snelle wisseling van taferelen
en onverdroten voortgang van het hui
selijk gebeuren, dat zijn dramatisch
effect ontleent aan de verwerking
daarvan door Kees, zoals Hans en Wim
hun rol en de roem als één man psy
chisch en fysiek verwerken.
Hans: „We hebben op het punt gestaan
onze stem kwijt te raken. Dat kun je
natuurlijk niet hebben".
Wim: „Met de repetities erbij elke dag,
dat was te veel van het goede. Geluk
kig is daarmee tijdelijk gestopt".
Hans: „De tekst en de beweging zijn
tegelijk ontstaan. Als je me 's nachts
wakker maakt, loop ik in de geijkte
beweging weg met de bijbehorende
tekst erbij".
Wim: „Het lijkt wel gedrild, maar dit
is gewoon een vorm van samengaan.
Normaal hebben we ook goed contact
met elkaar".
Hans: „Soms stappen we in de Kezen-
pas door Amsterdam heen. Dan denken
die mensen: Ben ik nou gek, of staat
mijn bril schreef?"
Wim: Ja, en dat gebeurt niet eens
altijd expres. Soms doen we het ge
dachteloos, een soort automatisme".
Hans: „We hebben natuurlijk wel eens
de pest aan elkaar. Dat kun je dan lek
ker op het toneel tegen elkaar uit
spelen zonder dat de zaal het merkt".
Wim: „We moeten nu eenmaal syn
chroon lopen, dus als hij mij pakt,
pakt hij zichzelf ook, of ik pak hem
natuurlijk ook".
Hans: „Ik vind Wim trouwens een
typische realist, ook in de werkelijk
heid".
Wim: „Ik vind Hans trouwens een
typische dromer, ook in de werkelijk
heid".
Hans: „Ik krijg nogal eens complimen
ten van oudere collega's over mijn rol.
Die moet ik dan we) ook aan Wim
overbrengen".
Wim: „Ik krijg nogal eens complimen
ten van oudere collega's over mijn rol.
Die moet ik dan we) ook aan Hans
overbrengen".
Zo praten de twee Kezen. Zo syn
chroon lopen Wim en Hans.
Repertoire ontwricht
De rage om Kees te zien heeft het re
pertoire compleet ontwricht. De eerste,
die daarvan de consequenties moet tll-
Hans Dagelet <zittend) en Wim
v. d. Grijn bezig zich uit te
dossen als twee schooljongens,
die één Kees moeten worden.
len. Is do minister van CRM. want
Centrum komt door het wegvallen vaa
het doublurestuk niet toe aan de sub
sidievoorwaarde om dit seizoen 45#
voorstellingen te maken. Het sullen
aanzienlijk minder worden.
De heer Menso Carpentier Al ting zegt
hiervan: „De departementale voor
schriften houden eigenlijk geen reke
ning met een successtuk als we nu met
Kees in handen hebben. Hier moet het
zwaarste hangen wat 't zwaarst weegt
Het volk wil Kees zien, wij moeten het
volk Kees bieden, met voorbijgaan van
dwingende voorschriften. Wij twijfelen
er niet aan of de minister zal hier re
kening mee houden. Het moet de
minister zelf ook deugd doen inzo-
verre zij cultuurbevorderend wil wer
ken dat we hier met een stuk te
maken hebben, waarmee we mensen in
het theater krijgen, die daar nooit of
nauwelijks komen".
Voor deze gelegenheid moet de mini»-
ter maar een een bepalinkje over het
hoofd zien, zoals ook de technici van
Centi-um niet op een uurtje meer kij
ken. Door het dagelijks spelen van
Kees de Jongen zijn zij van dag tot dag
op sjouw in twee verhuiswagens met
decor en attributen van deze voorstel
ling. Wordt er doublure gespeeld, dan
hebben zij een dag speling. Dat is er
nu niet bij. Met het repertoire ls ook
hun dagtaak ontwricht
Daar «al de realistische Kees wel nooit
van gedroomd hebben, maar misschien
wel die andere Kees.
TON OLIZMVL1ZR