Wie goed wil werken
onder de Molukkers moet
vrijheidsgedachte aanhangen
VERDEELDHEID
VOORAL ONDER
ZUIDMOLUKSE
JONGEREN
HITOE PLUS LATIMOR
IS AMBON
DRS. N. WAGENFEID (CRM):
SPANNINGEN
ZULLEN NOG
TOENEMEN"
,Wat doet
C.R.M.
voor de
Molukkers?'
ZATERDAG 12 DECEMBER 19'
DEN HAAG Minister Klompé van CRM verwacht
dat de spanningen tussen Ambonezen en de rest van
de Nederlandse samenleving nog zullen toenemen.
Mej. Klompé zei dit in een vergadering met Kamer
leden. Dat was in mei, dus nog vóór de actie-
Wassenaar en de demonstratie te Scheveningen.
Deze acties drukten Nederland wreed op het feit
dat de Ambonese groep nog lang niet is opgegaan
in de Nederlandse samenleving. Het ministerie van
CRM streeft echter helemaal niet naar het ver
dwijnen van de Ambonezen als groep. In onze
pluriforme samenleving zijn zoveel verschillende
groepen dat van geen enkele groep gevraagd kan
worden zijn eigen karakteristieken af te zweren en
op te gaan in de samenleving. CRM wil alle groepen
in de samenleving hun eigen rol laten spelen zonder
dat daarbij anderen worden gestoord. Dat vraagt
een zekere mate van inpassing op CRM spreekt
men van integratie. CRM is beducht voor een te
groot isolement van een bepaalde groep. Dat zou
gemakkelijk tot botsingen kunnen leiden. Het
beleid is er daarom op gericht meer contacten tot
stand te brengen tussen Molukkers en de overige
bewoners van Nederland. Meer contacten, dat wil
voor de eerste tijd zeggen ook meer spanningen.
Hoe het staat met de integratie van de Molukkers
vertelde ons drs. H. Wagenfeld. Hij is 37 jaar,
sociaal-psycholoog; bij de PTT opleidingsdeskun-
dige geweest voor hoger personeel. Sinds anderhalf
Jaar is hij hoofd van de afdeling Ambonezen op
CRM.
Waarom worden de geïsoleerd liggen
de woonoorden van de Molukkers nu
vervangen door opnieuw isolerende
woonwijken?
„Minister Klompé is nooit zo gelukkig
geweest met de aparte wijken voor de
Molukkers, maar we hadden geen
keus. Het was niet mogelijk de Mo
lukkers te verspreiden, omdat zij dat
zelf niet wilden. Ze wilden zelf bij
elkaar blijven. Ons beleid is gebaseerd
op de commissie Verwey-Jonker. Die
wilde het groepsverband intact laten.
Velen willen de groepstradities behou
den om eens zo rein mogelijk naar
Ambon te kunnen terugkeren.
„Overigens zijn het normale wijken,
gewone woningwetwoningen. Je ziet
ook uiterlijk geen verschil met andere
wijken. Je zit erin voor je het merkt.
Deze mensen hebben een bijna on
voorstelbare ontwikkeling in wooncul-
tuur doorgemaakt. Bij het KNIL slier
pen vrouwen en kinderen in de cham-
brees bij de soldaten. In de barakken
van de woonoorden was niet veel
ruimte meer voor enige wooncultuur.
Toch is er bij veel gemeenten nog vrij
veel vooroordeel dat het een troep zou
worden wanneer Molukkers in een
gewone woonwijk komen te wonen".
Willen de Molukkers zelf integre-
„De meesten wel. Er is een groepje
dat zich wil afsluiten voor elke Ne
derlandse invloed. Er is nog een
groepje dat zo snel mogelijk naar
Indonesië wil repatriëren. Maar de
overgrote meerderheid wil wel mee
doen in de samenleving, zonder de
groepsband los te laten. Er zijn er ook
die verspreid gaan wonen en geen
contacten met de groep onderhouden.
Hoeveel dat er precies zijn, weten we
eigenlijk niet. Zij willen assimileren,
ze voelen zich geen Molukker meer,
maar een gewone Nederlander, zij het
een bruine. Er komen ook steeds
meer Molukkers buiten de Molukse
wijken wonen, omdat de wijken al vol
„Hun probleem vind je eigenlijk bij
elke tweede generatie immigranten.
Wanneer de jongeren de Nederlandse
samenleving in willen, vinden zij al
lerlei blokkades op hun weg, echte of
vermeende, dat maakt niets uit. Ze
spreken het Nederlands niet zo best
als de Nederlanders. Het kleurbesef
begint zich te ontwikkelen. Bij hun
ouders kunnen ze niet terecht voor
raad. Die snappen weinig van de Ne-
.derlandse samenleving en de specifie
ke gebruiken, die voor ons Nederlan
ders allemaal zo vanzelfsprekend zijn.
In de kerk vinden deze jongeren ook
weinig respons. Hun meeste voorgan
gers spreken niet eer.s Nederlands.
„Voor deze jongeren zijn er volgens
mij drie mogelijkheden. Ze kunnen
totaal assimileren en verdwijnen als
Molukker. Ze kunnen zich ook volle
dig afkeren van de Nederlandse sa
menleving en teruggeworpen worden
op hun eigen groep. Deze groep wordt
politiek radicaal, ze gebruikt het poli
tieke vloertje dat de ouders hebben
gelegd om er felle politieke tonelen op
te voeren. Sommige publikaties vanuit
deze groep zijn sterk anti-Nederlands".
„De belangrijkste groep is echter de
derde: van jongeren die zien dat ze in
een moeilijke positie zitten. Ze zoeken
een manier ona de kloof tussen hun
eigen milieu en het Nederlandse mi
lieu te overbruggen. Ze blijven wel
degelijk het ideaal van de RMS
trouw. Maar ze vinden de realiteit
even belangrijk en willen zich daarom
ook een plaats in de Nederlandse sa
menleving verwerven.
„Onder de tweede, politiek radicale
groep zitten er die met de vrijheids-
school meelopen. Het is deze groep die
rotzooi wil, in Scheveningen bijvoor
beeld. Als de politieke emoties hoog
oplaaien, zie je wel dat de extremis
ten een stuk van de rusti geren mee
sleuren. Maar de meeste Molukse jon
geren willen geen moeilijkheden. Ze
waarschuwen ook, dat de vijand
dat is dan Indonesië hen probeert
in diskrediet te brengen".
Hoeveel Molukkers zijn er?
„Twintig jaar geleden kwamen er
ruim 12000 naar ons land. Nu
zijn er 26 27000. Er zit dus een
heel groot percentage jongeren onder.
Twee jaar geleden was 43 pet jonger
dan 15 jaar. Bij de Nederlanders is dat
Drs. H. Wagenfeld (CRM)
„Wij willen de Molukkers hun
geloof in de RMS laten be
houden."
28 pet. Van de Molukkers was toen 8
pet ouder dan 50, tegen bijna 25 pet bij
de Nederlnders.
„Toen ze hier kwamen, hadden ze niet
zoveel kinderen. Het waren soldaten.
De grote gezinnen zijn hier pas ont
staan. Nu is 't kindertal weer sterk in
gekrompen. Maar het absolute aantal
kinderen zal de komende jaren weer
sterk toenemen, omdat de kinderen
uit de grote gezinnen van een tijd
geleden, nu zelf gaan trouwen en kin
deren krijgen. Het sterftecijfer onder
de Molukkers stijgt ook. Dat' was
klein, want toen ze hier kwamen,
waren er geen bejaarden bij. Nu komt
er voor het eerst een groep bej; rde
Molukkers. Het totaal aantal Moluk
kers zal echter nog groter worden".
Wat doen ze voor de kost?
„De meesten zijn geoefend of onge
schoold arbeider. Als soldaten hadden
ze immers geen vakopleiding gehad.
Onder de jongeren zie je echter een
veel grotere beroepenspreiding. Velen
hebben lts of mulo. Er zijn veel on
derwijzers onder; een aantal studeert
„Nee, er zijn ook veel Indische Neder
landers, die in uiterlijk niet zijn te
onderscheiden van Molukkers. Wel is
er een duidelijk accentverschil. In de
jaren '50 kwamen driehonderd duizend
repatrianten uit het voormalig Neder
lands Indië naar ons land. Ongeveer
de helft van hen heeft een Indisch
uiterlijk. Maar een probleem als dat
van de Molukkers kennen zij niet. Zij
kwamen hier om een nieujv bestaan
op te bouwen. Ze zagen assimilatie
met het Nederlands milieu als enige
verslagge-
(Van eei
vers)
HET 1« voor buitenstaan
ders niet eenvoudig een
juist inzicht te krjjfen in
de stromingen onder de Zuid-
molukkers in Nederland. Ir.
Manusama. voor velen de
president van de vrije Mo
lukkers, heeft veel aanhan
gers. Maar dit geldt ook voor
kolonel Tamaela, die de
rechten van Manusama op
het presidentschap betwist
en die op een groot aantal
Molukkers k&n rekenen. Ko
lonel Tamaela probeert in
New York bij de Verenigde
Naties voortdurend steun te
vinden voor zijn streven
naar een onafhankelijk Am-
bon. Dese steun zoekt hij
vooral bij de vertegenwoor
digers van de jonge Afri
kaanse landen.
De jongere Zuidmolukkers
zijn nog meer verdeeld. Een
aantal jongeren en ook
ouderen is verenigd in de
K.P.K., de zogenaamde orde
dienst van ii*. Manusama.
Dan is er de A.P.R.M.S. een
organisatie, die op militaris
tische leest geschoeid is en
regelmatig oefent. De
A.P.R.M.S. steunt vooral ko
lonel Tamaela. Dan is er nog
de groep radicale jongeren,
die steun zoekt bij geen van
deze leiders.
Volgens Marcus Malisama,
leider van de A.P.R.M.S. zijn
er rond 300 commando's in
Nederland. Beslist niet meer,
jongelui, die zich vrij inten
sief bezighouden met de pro
blematiek rond de Molukken
en die bereid zijn om op
bevel van hun hoogste chef
direct in het geweer te ko-
De verhouding tussen
A.P.R.M.S. en K.P.K. is niet
meer zo gespannen, als ze is
Marcus Malisama, leider van de APRMS, zet in
zijn woning te Nijverdal zijn woorden kracht bij met
gebaren.
geweest. Er zijn contacten
gelegd en de leden van elke
groep durven weer lange
tijd was dat niet mogelijk
op eikaars gebied te opere
ren. De bezetting in Wasse
naar was een voorbeeld van
de samenwerking. De groep
van 33 bestond zowel uit le
den van de K.P.K. als van de
A.P.R.M.S. Er was zelfs een
groepje radicalen bij.
Veel jongeren onder de Zuid
molukkers beschouwen de
bezetting' als een uitdaging
aan de leiders. Hun redene
ring komt er simpelweg op
neer: de ambassadeurswo
ning is bezet door leden van
alle groepen. Ze hebben zich
laten arresteren en zijn tóen
gaan afwachten wie van de
leiders het voor- hen op zou
nemen. Wie er zo groot zou
zijn de verantwoordelijkheid
le dragen.
De vrijblijvende houding van
de leiders heeft de jongeren
teleurgesteld. Er hebben zich
meer Ambonezen bij de ra
dicalen gevoegd en met de
radicalen gedemonstreerd. On
der meer voor vrijlating van
hun landgenoten. Het geloof
in de leiders, in hun ouders
is bij veel jongeren
verdwijnen. Ze hebben te
lang moeten luisteren naar
verhalen over het wonder
schone land, dat Zuid-Moluk-
ken heet. Ze willen ernaar
toe. Ze willen er actie voor
voeren. Ze beseffen echter
ook, dat die actie niet
Nederland gevoerd kan v
den. Het doodschieten van
Wassenaarse agent wordt al
gemeen en echt betreurd.
De jongeren
De jongeren zijn het er
maal over eens, dat. de coup
in Wassenaar een geslaagde
actie is geweest in hun strijd
tegen Indonesië. Ze zeggen
„Als de Nederlandse regering
Soëharto hier naar toe haalt,
dan kan ze weten wat voor
gevolgen mogelijk zijn". Hoe
zullen ze reageren op hel
proces? „We weten, dat straf
niet kan uitblijven. Maar als
het een hoge straf wordt,
kunnen gebeuren. We gaan
in ieder geval, als
tenminste toelaten, luisteren
en kijken".
dat de Molukkers dit ideaal wordf
ontnomen. Wij erkennen het recht op
een zeker isolement om alt groep
terug te kunnen keren naar de vrije
RMS. Wij wensen helemaal niet dat
ze zich assimileren. Wij willenalleen
maar dat ze zolang ze hier zijn, als
Molukkers mee gaan doen aan de
Nederlandse samenleving.
„De groep Molukkers heeft nog een
groot cultureel verschil met de overi
ge Nederlanders. Het opbouwwerk wil
deze groep helpen meedoen vanuit
hun eigen basis. Helpen allerlei ach
terstanden, bijvoorbeeld in taal, weg
te werken. Het wil helpen het verschil
in cultuur te overbruggen. De mensen
een basis van zekerheid te geven om
met behoud van die elementen die
voor hen belangrijk zijn, toch met
meer zelfvertrouwen aan de Neder
landse samenleving te participeren.
Dat 'willen wij mogelijk maken met
ons beleid. Dan maakt het ons weinig
uit of die groep in dit verband wel of
niet achter de RMS staat. De zaak
RMS is een politieke kwestie waar
wij als CRM ons niet mee bezighou
den. Dat is de zaak van de minister
president, samen met de minister van
Buitenlandse Zaken. Die hebben in
het gesprek met ir. Manusama ge
waarschuwd dat de Nederlandse rege
ring niet verwacht dat van de RMS.
nog iets terecht komt tijdens hun
leven. We moeten er gewoon rekening
mee houden, dat de RMS nog zeer
lange tijd niet tot stand komt. De
groep Molukkers die achter de vrije
RMS staat, zal dus nog zeer lang in
Nederland zijn."
Dat was het standpunt van CRM. Hoe
staan de opbouwwerkers in het veld
tegenover de RMS?
„Iedereen die met vrucht onder de
Molukkers wil werken, moet de RMS-
gedachte aanhangen. Anders kan hij
niet werken. Maar dan hoef je nog
niet de hele dag te lopen echreeuwen
„RMS nu". Dan kom je niet tot op
bouwwerk, dan kom je alleen maar
tot politieke agitatie. Maar het is wat
anders wanneer je zegt: „Akkoord, die
RMS is een ideaal, waarnaar we moe
ten streven, hou je geloof erin in stand.
Maar we hebben nu te maken met de
Nederlandse situatie, waarmee we iets
„Mogelijk driekwart staat erachter. Eén
groep, de Keiezen (van de Kei-eilan
den), staat er bijvoorbeeld niet achter.
Die moeten over het algemeen ook
weinig hebben van de Ambonezen. Bij
hen speelt de politiek geen enkele rol
bij het opbouwwerk. Ze hebben geèn
eigen politiek toekomstperspectief.
Overigens moet je als opbouwwerker
ook niet bang zijn voor die poli
tiek."
Wat doet de CRM
de Molukj
„Zelf doen wij erg weinig. Wij maken
opbouwwerk mogelijk. Wij subsidiëren
bijvoorbeeld het ICCAN, het interker
kelijk Contact Comité Ambon Neder
land. Dat werkt aan relatieopbouw
tussen Molukkers en Nederlanders.
Alleen waar wij het goed zouden vin
den dat er iets van de grond komt,
gaan we zelf stimuleren.
„Dit soort opbouwwerk doen we al
geruime tijd. Er blijkt nu overal be
langstelling voor te komen, maar het
valt nog niet altijd mee voor een
groep iets van de grond te brengen en
draaiend te houden.
„Daarnaast doen we als tweede werk
terrein nog een stuk „zorgwerk".1 Ge
zinshereniging wanneer iemand ont
dekt dat hij nog een familielid heeft
in Indonesië. Dat brengt een hoop
werk mee. Verder zaken op het ge
bied van bijstandsverlening. We geven
adviezen aan scholen met Molukse
leerlingen. Alle Molukse kinderen zit
ten op gemengde scholen met Neder
landse kinderen dus".
Hebben acties als te Wassenaar en
Scheveningen en de publiciteit erom
heen het beleid geschaad?
„Ik geloof het niet. Er is geen vermin
derde belangstelling voor deelname
aan activiteiten met Molukkers. Je
merkt wel dat de Nederlanders zich
gaan afzetten tegen de Molukse acties,
maar dat is vaak juist een goede
voedingsbodem om tot een gesprek te
komen. Maar we moeten wel onder
scheid maken tussen zulke politieke
Ir. Manusama: De handelwijze
van Tamaela stoelt nergens op.
acties en kroegrellen. Er vinden dage
lijks honderden kroegrellen in Neder
land plaats. Maar bekend worden ze al
leen als er Molukkers bij betrokken zijn,
of Surinamers, of, gastarbeiders. Dat
komt doordat ze herkenbaar zijn. Ze
Ambon of Amboïna behoort tot de
Molukken en is gelegen in de Banda-
zce ten zuiden van Ceram. Het bestaat
eigenlijk uit twee delen: de schier
eilanden Hitoe en Latimor, die door
middel van een landengte met elkaar
verbonden zijn.
Tussen de beide schiereilanden ligt de
Baai van Ambon. Over het midden van
het eiland loopt een lage bergketen,
Daaromheen is een vrij vruchtbare
brede kuststrook. Ondanks de aanwe
zigheid van deze strook, is er relatie!
weinig landbouw. De wateren om
Ambon zijn evenwel zeer visrijk en
de visserij is er van oudsher zeer be
langrijk. Aan specerijen brengt het
eiland nootmuskaat en kruidnagel op.
De Portugezen waren de eerste Euro
peanen die in het begin van de zes
tiende eeuw op Ambon landden. De
Portugese invloeden zijn nog steeds
waarneembaar. Niet zelden dragen
Ambonezen oude Portugese namen zo
als De Fretes, Quartero, De Rosa enzo-
Ambon werd in 1605 door de Neder
landers veroverd. Toen na het Engelse
(zeer milde) interregnum tijdens de
Napoleontische tijd, Nederland Ambon
weer kwam opeisen, brak er in Sapa-
roea een opstand uit, bij welke ge
legenheid de gehele Nederlandse be
zetting uitgemoord werd. Alleen één
Nederlands kindje, zoontje van de
resident van Saparoea, v. d. Berg, kon
door zijn Ambonese verzorgster in vei
ligheid worden gebracht. Ter herinne
ring hieraan mocht dit kind later als
volwassene de naam v. d. Berg van
Saparoea voeren, een nog in Nederland
voorkomende familienaam en de enige
in Nederland met een plaatsnaam uit
het voormalige Nederlands-Indië.
Het bevolkingsla 1 van Ambon ligt tus
sen de 70.000 en de 100.000 zielen. Een
veelvoud van Ambonezen is uitge
zwermd over de gehele Archipel en
men treft hen daar aan als militair,
als ambtenaar en als arts, zowel in de
Nederlandse tijd als thans in de repu
bliek Indonesië.
Ambonezen en, in mindere mate Me-
nadonezen (Menado, Noord-Celebes),
vormden de ruggegraat van het leger
in Nederlands-Indië, in het bijzonder
van het toenmalige keurkorps, de
marechaussee, dat belast werd met
moeilijke operaties in roerige gebieden
als Atjeh.
worden daardoor ook gemakkeLijkf
gearresteerd. Ze worden geteister
door stereotypen. Bovendien hebbe
de Molukkers een erg grote groepssi
Was er vooraf contact tussen Justiti
„Nee, we hoorden het via het i
toen het al bezig was. Minister Klon
pé wist ook van niets. Ze werd ingf
licht, toen de actie al aan de gar
was. Nadat we gehoord hadden waa
om het gebeurde en hoe het w:
opgezet, heb ik alle begrip voor
wijze waarop de politie het heeft gf
daan.' Ik kan goed begrijpen dat d
justitie het nodig vond na het gebeur
de in Wassenaar en Scheveninger
Het is jammer, maar het bleek nodig'
Hoe bevordert de regering dat d
Molukkers zoveel mogelijk nu a
Indonesië repatriëren?
„Als ze willen gaan, helpen we z
financiële regelingen. Maar wi
niet actief. We betalen de overtocht
we geven 4 tot 5.000 gulden mi
ginds een begin te kunnen maken. W
geven ze een bedrag per persoon
als levensonderhoud voor de tijd da
ze nog geen eigen inkomsten hebben
Maar als ze weg willen, moet
toestemming hebben van Indonesië
via de Indonesische ambassade. E'
zouden zich daar 8.000 Molukker
voor' terugkeer hebben aangemeld.
Maar daar weten wij niets va
Indonesische ambassade zegt or
niet. In de afgelopen jaren zijn er eer
20.000 gerepatrieerd".
Hoe maken zij het?
„De meesten hebben 't niet gemakke
lijk. We weten dat er weer wal
Nederland terugwillen. Het welvaart*
verschil tussen hier en ginds is te groo:
om zich gemakkelijk te kunnen hand
haven. Vergeet niet dat de Molukker:
hier en de Molukkers op Ambon
andere eilanden sterk uit elkaa:
groeien."
JOHAN VAN WORKl®