i
ÉÉAél
KEUZE TUSSEN BET0NW0ESTIJN OF NATUUR
ra
WONEN
IN
HET JAAR
2000
„MOOIE
DOOD" IN
EEN
WERELD
ZONDER
VREUGDE
Rondom ons heen
verrijst woonblok na
woonblok, torenflat na
torenflat, rijtjesbuis
na rijtjeshuis. De natuur
wordt steeds verder
teruggedrongen;
eeuwenoude
landschappen sneuvelen
door de opdringende
woningbouw. Het is
een sluipend proces:
elke dag een flatje
is een bos verlies in
't jaar, met enige
overdrijving. Maar we
realiseren ons hoogstens
dat er iets veranderd is,
minder dat er iets
aan het veranderen is
en allerminst hoeveel
er veranderd zal zijn
over, pak weg,
vijfentwintig jaar.
Het bouwen van de
toekomst, het wonen
in het Jaar 2000, lUkt
voorlopig alleen nog
speculatie. Om die
speculatie enige grond
te geven is onse
verslaggever Gerard
Croné gaan praten
met enige specialisten,
op het gebied van
wonen, stedeplannen en
1 andschapsarchitectuur,
de cityplanner professor
David Joklnen „breng
de regeringszetel over
Ook een winkelcentrum kan er anders, prettiger, kunstzinniger uitzien.
Al met al hebben we bereikt dat de
woningwetwoningen van het eerste
uur al lang en breed aan verkrotting
toe zijn op de twaalfde verdieping, dat
de weidse naam woningwetflat draagt.
Daar zal verandering in moeten ko
men. En die komt er ook, als de eerste
nood maar gelenigd is.
Wat dan de criteria voor een goede
woning zullen zijn?
Dr. ir. H. Priemus, wetenschappelijk
medewerker aan de Delftse T.H.
„Allereerst de aanpasbaarheid. Uit on
derzoekingen is gebleken dat er door
lopend veranderingen in de woonwen
sen plaatsvinden, o.a. omdat de gezins
omstandigheden door de tijd wijzi
gen. Men wil op diverse tijdstippen in
zijn leven, dus in zijn bewoning van
een huis, in dat huis veranderingen
aanbrengen, en dat levert bij de con
ventionele woningbouw vaak onoplos
bare problemen. Je redt dat niet al
leen met touw- en schuifwanden. De
aanpasbaarheidsmogelijkheden moeten
ook zinvol, gedoseerd zijn, opdat de
vrijheid maximaal wordt. De hoeveel
heid vierkante meters nuttig vloerop
pervlak, zo blijkt altijd weer, is in
eerste instantie maatgevend voor die
vrijheid, en niet de leuke of slimme of
nieuwe indeling.
wordt al Jaren gewerkt aan rationali
satie, standaardisatie, prefabricate,
organisatie van de bouw. Hierdoor is
het gelukt ondanks de vermindering
van het aantal produktieve arbeidsu
ren door verkorting van de werktijd
en uitbreiding van de vakantie de
produktiviteit van de bouw te vergro
ten. Dit is blijkbaar nog niet voldoen
de geweest. Vandaar dat de beang
stigende situatie, die door het zwaar
overbelaste bouwprogramma is ont
staan, tot verdere activiteit dwingt.
Met minder kunnen wij niet toe."
„Ben ik een pessimist als ik stel dat
de woningproduktie over de top heen
is? Ben ik geen realist als lk daarna
beweer dat ons klimaat niet de hoofd
schuldige is? Is 't wel reëel om te ver
onderstellen dat teruggang van onze
woningproduktie kan worden voorko
men door de bouwvakarbeiders een
wintersportvakantie te geven?
DEN HAAG. Laten we er even
stil bij blijven staan: in het jaar
2006 zullen er tweemaal zoveel
mensen op de wereld zijn als nu.
Zeven miljard mensenWacht
even, dat wil zeggen dat in
Europa dan 920 miljoen mensen
zullen wonen. En in ons toch al
zo benauwde Nederlandje zo'n
20 miljoen. Twintig miljoen. En
allemaal zullen ze in een huisje
moeten wonen, allemaal recreë
ren, allemaal naar het bos trek
ken waar? allemaal een
auto rijden waar? allemaal
gewoon-maar-mens-zijn waar?
We doen ons best om aan de nood
die er nu al is en dan nog veel
groter zal zijn een eind te maken.
Al 25 jaar doen we in Nederland
ons best om de woningnood op
te lossen. De bouwbehoefte is
groter gebleken dan de bouw
capaciteit. Maar de tekorten zijn
van jaar tot jaar anders gewor
den.
Ongunstig
Laat ik het maar duidelijk stellent er
is inderdaad een ongunstig klimaat
namelijk het beleggingsklimaat èn het
werkklimaat in het parlement Dat
*ijn de weaenHjfee oorzaken van^de
Wij Nederlanders moeten niet probe
ren ons te laten afleiden van de
hoofdzaken; dat gebeurt nu al 25 jaar.
Als er gereorganiseerd of beter geor
ganiseerd moet worden, dan niet in
eerste instantie en uitsluitend aan de
voet bij de bouwvakarbeiders, maar
aan de top. Zelfs zonder wintersport
vakantie, op korte termijn overigens
niet zo'n gek voorstel, is trouwens de
bouwnijverheid technisch in staat elk
jaar de produktie met 10.000 op te
voeren. In de eerste jaren is dat
slechts een produktiestijging van acht
procent per jaar. Er zijn bedrijfstak
ken waar de produktie nog sterker
stijgt. Het is daarom technisch moge
lijk, zelfs helemaal niet moeilijk, om
in 1975 rond 150.000 en in 1980
200.000 huizen te bouwen. Huizen die
we broodnodig hebben. Maar dat ver
eist een heel andere aanpak en wel
op financieel en politiek terrein.
De huidige minister van Volkshuisves
ting heeft het zeker in het begin van
zijn beleid vooral in de kwaliteit ge
zocht met name als we denken aan de
experimentele bouw. Terecht, maar
hij heeft daarnaast de kwantiteit wil
len handhaven. Als het parlement
thans wederom zeer nadrukkelijk eist
dat de produktie bovendien moet wor
den opgevoerd, dan voert het een va-
banquepolitiek, een politiek overigens
plaatst en verplaatst, precies zoals dat
bij scheidingswanden in de meeste
moderne kantoren het geval is.
Met het huis alléén zijn we er dan
trouwens nog niet. We wonen niet
slechts in het huis, maar ook in het
grotere verband van straat, wijk en
stad. Een lagere bebouwicgsdichtheid,
dus minder huizen per hectare, geeft
grotere mogelijkheid tot aanpassing.
Kijk maar eens naar onze oude wij
ken, bijvoorbeeld naar de Pijp in Am
sterdam, maar ook naar de „tuindor
pen" van de jaren twintig en dertig.
De Pijp was typisch armoebouw; daar
Om nog even op de Pijp terug te
komen; als op deze oude wijk, en ook
wel op nog oudere als de Jordaan
gewezen wordt in verband met de
malaise van onze nieuwbouw, dan zou
het eigenlijk voor de hand moeten
liggen dat we niet moeten volstaan
met het zoeken naar nieuwe woonvor
men die in essentie die oude vormen
nabij komen, maar dat we op weten
schappelijk niveau gaan onderzoeken
waarom de ene wijk wél en de andere
niet voldoet. Het resultaat van een
dergelijk onderzoek kan voor de ste
debouwers en architecten van nu een
richtsnoer zijn. Uitingen van onbeha
gen alléén zeggen zo weinig; de mees
te bewoners weten niets anders dan
dat het ze niet bevalt. Maar ze heb
ben individueel zo weinig vergelij
kingsmateriaal. Dan heeft het heim
wee vrij spel, maar als criterium is
het levensgevaarlijk."
Zo'n onderzoek komt langzaam van
de grond. Bijvoorbeeld in Utrecht. Be
gin deze maand is een legertje enquê
teurs in opdracht van Gedeputeerde
Staten van Utrecht, de boer op" ge
gaan om aan de hand van ruim hon
derd vragen de woonwensen van de
bevolking te peilen. G.S. wil graag
weten in wat voor huizen men in de
toekomst wil wonen. 4500 woningen
worden onderzocht. De adressen zijn
verkregen door uit de woningregisters
van de gemeenten elke vijftigste
kaart te lichten. Zesduizend mensen
zullen de vragen op zich afgevuurd
krijgen. Het Centraal Bureau voor de
Statistiek stelt reeds bij twintigdui
zend adressen een onderzoek in naar
de manier waarop de Nederlander
van nu is gehuisvest.
Natuurlijk is het geenszins verbazing
wekkend als het resultaat van deze
onderzoekingen zal, zijn dat de Neder
lander nee zegt tegen de manier waar
op hij thans nog is gehuisvest. Hij
zal hogere eisen stellen. Hij heeft
inspraak en terecht. Misschien dat hij
zelfs bedenkt dat zijn wonen recreë
ren kan zijn en zijn recreëren wonen.
Dat er een terug-naar-de-natuur mo
gelijk is inplaats van de dorre fanta
sieloze betonwoestijnen, die fraaie na
men hebben gekregen als Alexander-
stad in Rotterdam, Buitenveldert in
Amsterdam of Overvecht in Utrecht
Doorhalen wat niet verlangd wordt
Terug naar de natuur door integratie
Een stad onder, boven en in
de stad. Dat wordt het Cen
tre de la Défense in Parijs. In
de ingewanden der stad in
lagen boven elkaar parkeer
ruimten, wegen en metro-
banen.
van de bouw in het landschap en
andersom.
Het kan, het parkplan Leusden met
zijn halfcirkelvormige woonblokken is
er een voorbeeld van. Het kan ook
andersom. Zoals in Parijs te zien is in
het Centre de la Défense. Daar is een
oude woonwijk gesloopt. Ervoor in
de plaats kwamen op zich fraaie
werktorens en grote woongebouwen.
Massaal en beangstigend. In vier, vijf
lagen onder de grond parkeerruimten,
metrogangen, toegangswegen.
De mens die mol wordt. Bijna Kaf-
kiaans. En geen sprietje groen. Een
verfraaide betonwoestijn. Dood. Mooi
dood. Kinderstemmen zullen er nooit
opklinken tegen de torenhoge gevels.
Ze zullen er niet kunnen spelen. Het
is een nietsontziend technocratisch
prestigeobject van de Fransen gewor
den, waar zich machtige mannen ach
ter gezet hebben. Anders gezegd, met
Kafka: „De ene advocaat brengt zijn
cliënten aan een katoenen draad naar
het vonnis, maar de ander tilt zijn
cliënten meteen op zijn schouders cn
draagt hen, zonder hen neer te zet
ten. naar het vonnis toe en zelfs nog
Zo is het."
Gerard Croné
Eigen baas
Het tweede criterium ls de •hoeveel
heid extra-voorzieningen. Zo acht ik
het, bijvoorbeeld, absoluut noodzake
lijk dat de verwarmingsmogelijkheden
in elk vertrek gelijk zijn. De bewoner
moet immers op elk gewenst tijdstip
zelf de indeling, het gebruik van zijn
huis kunnen bepalen.
Ten derde moet er een multifunctio
naliteit zijn. Geen enkele ruimte in
het huis mag in principe gepredeter-
mineerd zijn, zelfs de badkamer
Als vierde zie ik de polyvalentie. Dat
wil zeggen: de relaties tussen de ver
schillende vertrekken moeten niet star
zijn, maar verwisselbaar.
Ten vijfde: de variabiliteit. Een huis
moet verbouwbaar zijn. De hoofd
structuur (in de terminologie van de
Stichting Architecten Research de
drager) ls uiteraard star, maar de
invulling moet door de bewoner steeds
weer aangepast kunnen worden aan
de wensen en noodzaken van elk mo
ment. Vaste wanden moeten op neu
trale plaatsen worden aangebracht
waar ze niet beklemmend werken.
Tenslotte zou ik willen zien dat de
wanden in het huis tot inrichtings
stukken worden gepromoveerd, zoiets
als tafels en stoelen. Ze moeten door
de bewoners zelf kunnen worden ge
Een van de toren-, toren-, torenhoge gebouwen in het Een nieuwe woonvorm, de drive-in woning uit het tuinplan Het lijkt een modern kunstwerk. Het is het schema van
Centre de la Défense in Parijs, de Tour AquiUine. Leusden. wegen op verscheidene niveaus in Parijs.