DRESSUUR UIT BAROKTUD LEEFT
VOORT BU DE SPAANSE RIJSCHOOL
ANTON
Hagelwitte,
plechtstatige
Lippizaner
hengsten
vormen een
groots decor
Voor elke
beweging
is jaren
van studie
en arbeid
noodzakelijk
„Paard van
het jaar"
AL 87 KEER
ALS EERSTE DOOR
DE FINISH
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1970
AMSTERDAM Héél even maar. veel te kort
eigenlijk, herleefde de vorige weck in Amsterdam de
onvergetelijke herinnering aan de klassieke rij- en
dressuurkunst uit de Baroktijd. Door het beroemde
optreden van de „Spanische Rcitschule Wien", het
laatste instituut in de hele wereld, dat zich inzet om
de onvoorstelbare hoge graad van perfectie nog meer
op te voeren, werd een majestueuze demonstratie
verzorgd, waarvoor de woorden „ongelooflijk" en
„fantastisch" niet konden overbrengen wat bedoeld
werd. Zóveel gratie en élégance straalden er van de
Waar zelfs prins Bernhard, minister
Luns en de ambassadeurs van Oosten
rijk en Amerika zich gedurende drie
jaar voor hadden ingezet werd zonder
meer een succes. Het verademende
optreden van de in fraaie klassie
ke uniformen gestoken hogeschoolrij
ders. een nietig beuketakje hanterend
als een zweepje, werd meer nog dan
het al was een historisch begrip voor
de Nederlandse paardesportliefheb-
bers. En dat was ook de bedoeling van
deze magnifieke show. De Spaanse
Rijschool neemt slechts één keer pei'
seizoen afscheid van de veelbezongen
Donaustad Wenen om haar dressuur
kunst elders te demonstreren. Meer
verzoeken weigerde het Oostenrijkse
regeringsinstituut (de rijders zijn ook
ambtenaren) doodleuk en met opzet
hagelwitte, plechtstatige Lippizaner hengsten af, dat
de 'Arbeid van de Langi Teugel', de 'Levade', de
'Capriole', de 'Courbette' en de 'Ballotade', alle aan
de hand, én noem de andere befaamde meesterwerken
van precisie en van africhting verder maar op, werden
gadegeslagen in een ademloze stilte. De confrontatie
met deze onwaarschijnlijke hogeschoolkunst bracht de
sprakeloze toeschouwer het besef bij zoiets „fijns]' e/i
„verzorgds" meestal hoogstens maar enkele malen in
zijn leven mee te maken.
deze
Hm
Handier, de chef van de vermaarde
Rijschool, die het zó is aan te zien.
dat hij een leven tussen de paarden
achter de rug heeft, zei over die
traditie' „Het is voor ons elk seizoen
een hele moeilijke klus om een keuze
te maken uit alle binnenkomende uit
nodigingen. Onze grootste zorg is dan
vooral om niemand te beledigen
Daarom brengen we elk jaar een be
zoek aan een ander land.'"
De ruiters slaagden in Amsterdam er
in een eenheid met het paard tot
stai 1 te brengen die onwaarschijnlijk
aandoet. De verbazing over die feillo
ze rust en kalmte bracht eind vorige
week dr. Hans Tetzner. de voorzitter
van het organisatiecomité „Jumping
Amsterdam'' tot de opmerking: „Na
elke beweging van deze Lippizaner-
paarden werd voor mij steeds duide
lijker, dat er jaren en jaren van
studie en arbeid voor nodig zijn om ze
zover te krijgen. Wie dit niet ziet
gelooft het doodeenvoudig piet. De
zorg en de toewijding is ook maar bij
benadering niet te schatten."
De Spaanse Rijschool is hoewel dat
niet overkwam bij het grote publiek
het „neusje van de zalm", dat er op
dit terrein bestaat. Thuis, in de aeht-
tiende-eeuwse „manege" van de barok-
meester Fichei van Ei lach. doet al
les nog veel feestelijker aan- Over
de hele wereld houden indrukwekken
de foto's de herinnering aan die histo
rische Tempel in Wenen levendig. Tij
dens een doodgewone doordeweekse
ochtend, wanneer de berijders, altijd
in officieel tenue gekleed, niets anders
doen dan trainen kijkt er niemand
vreemd op wanneer het aantal be
langstellenden uitgroeit tot meer dan
tweeduizend. Het is voor iedereen tel
kens weer een aparte belevenis om
aan het Josefplein de aanblik van de
zo verfijnde dressuurkunst van
vroeger te hernieuwen.
Eeuwenlang hebben honderden Ween-
se experts in de opbouw van die
reputatie een aandeel gehad. Zij zijn
erin geslaagd de mens en het paard zo
dicht bij elkaar le brengen, dat men
zich achteraf afvraagt of dit sehouw-
De Arbeid aan de Lange Teugel.
Zo wordt het dressuurnummer.
waarbij de rijder achter het
paard loopt, genoemd. Het was
één van de meest indrukwek
kende onderdelen van de show
van de Spaanse Rijschool.
spel nog wel voor verbetering vatbaar
is. Chef Handier gaf daar zijn visie
over: „De dressuurkunst zal altijd
blijven bestaan. 'De uitdaging om het
paard met liefde en overwicht tot iets
te brengen dat indruk maakt zal de
mens blijven intrigeren."
Hel materiaal moet dan wel zo goed
blijven als het nu is. Want dat is
eigenlijk de grootste zorg voor de
Spaanse Rijschool. Het Lippizaner ras
heeft een stamboom om u tegen te
zeggen, maar het is lang niet uitgeslo
ten. dal het kwalitatief toch een keer
vermindert. Als bijvoorbeeld „even"
de aandacht zou verslappen. Maar de
Oostenrijkse regering heelt zich daar
tegen zo goed mogelijk „bewapend
Sinds ongeveer 1920 zorgt een stoete
rij in Libcr bij Graz voor do wense
lijke aanvoer van nieuw bloed. „Vroe
ger", vertelde Handier, „stond de fok
kerij in Lippiza. een dorpje in de
buurt van Triest. Vandaar de naam
Lippizaner ras- Na de eerste wereld
oorlog. dus na de Oostenrijks-Hon
gaarse monarchie, moest ..Wenen" uit
wijken naar een andere plaats omdat
de grenzen veranderden."
Een dramatisch hoogtepunt bereikte
het vermaarde rij-instituut in de
tweede wereldoorlog. Toen iedereen
veronderstelde dat de laatste rijschool
in dé wereld van de aardbodem was
verdwenen verrichtte de Amerikaanse
generaal Patton, zelf een geestdriftig
beoefenaar van de ruitersport, oen
daad' van betekenis door alles wat met
de Spaanse Rijschool te maken had
onder bescherming van het leger te
plaatsen. Veel werd loen nog gered.
De Lippizaner stoeterij, in 1942 over
geplaatst naar Tsjecho-Slowakije.
werd weer overgebracht naar hel
land .waar zij thuishoorde.
Een nieuw tijdperk brak aan. In de
„Tempel van de Elegance", waar de
rijkdom van de cultuur indruk maakt
(In 1814 voerden meer dan duizend
musici, en zangers onder leiding van
Beethoven zelf „Die Schat bei Vitto-
ria" uit) passen de ongeveer zestig Lip
pizaner hengsten uitstekend bij het
decor. Alles, achter de schermen van
Xiit smalle wereldje, is aan regels ge
bonden. VoaraL-kyj .de opleiding tot
berijder blijkt dat zeer duidelijk. Via
he: doorlopen van diverse fazen van
„leerling", „leerling-berijder" tot „berij
der" komt men aan het brevet voor de
Rijschool Lang niet iedereen brengt
het echter zover. „Wanneer ze het
niet goed doen raad ik ze aan een
ander beroep te kiezen. Dat is het
beste voor de ruiter en voor de school.
Onze wachtlijst is boordevol. En meer
dan hooguit vijf man per seizoen kun-
Deze keiharde, selectiemethodiek wordt
ook gehandhaafd voor de tien a
twaalf Lippizaners. die de stoeterij in
Liber jaarlijks verlaten. Zij worden
in Wenen afgericht en getest. Wie
onvoldoende bruikbaar wordt bevon
den wordt verkocht aan Amerika,
waar rijke idealisten kapitalen bieden
voor deze raspaarden De andere
blijven en worden dooi de rui
ters ingepast in de show. Eén blik in
do stallen van de School is voor de
Dressuurkunst in barokstijl. De ruiters vormen als groep
insider al voldoende om tot een merk
waardige conclusie te komen. Heng
sten onder één dak gaan normaal te
keer als „wildenDe Lippizaners niet.
Zij zijn de rust zelve. Zó getraind zijn
Hoe weloverwogen de rijders van de
Spaanse Rijschool in hun werk zijn
bleek op een gegeven moment in de
RAI. Terwijl de sfeer van Wenen zo
goed mogelijk met rood-witte bloem
bakken was nagebootst, stond een
van de twee boompjes, die toegang gaf
tot het showterrein, enkele centi
meters uit de route. Berijder Hans
Handier zag van een afstand van
zeker vijftig meter die „oneffenheid
en eiste dat het veranderd zou wor
den, want anders weigerde hij te
starten Daardoor ontstond zeker een
oponthoud van een vijftal minuten.
Deze attractie is voor de paardesport-
wereld niet alleen belangrijk als at
tractie. Het vervult ook een toonaan
gevende rol in de opleiding tot de
dressuurkunst. Ai degenen die in deze
volstrekte eenheid met het paard.
sector graag verder willen gaan, moe
ten hun basiskennis vergaren aan het
idyllische Josefplein. De psyche van
het paard woidt helemaal blootge
legd. De Zwitser Mosman heeft daar
van in het verleden veel voordeel
ondervonden. Hij cursuste wat in We
nen, nam daarna, zo rond de vijftiger
jaren, deel aan de Olympische Spelen
en werd kampioen. Een foto in de
school herinnert er nóg aan. dat men
op die prestatie zeer trots is.
Hans de Bruyn
kandidaat voor
NOOTDORP. De titel „Paard
van het jaar" is een felbegeerd-
predikaat in de paardesport-
wereld. Het is de erkenning van
de kwaliteiten van de viervoeter,
de toewijding van de trainer en
de „goede hand" van de pikeur.
Erkende grootheden als Hairos 11.
Theo Messidor, Quicksilver S
mochten zich tooien met deze
onderscheiding. Dit jaar maakt
een paard met een „eenvoudige"
naam kans op de uitverkiezing:
Anton. Een elfjarige ruin, die in
zijn carrière reeds 87 keer zijn
berijder als eerste over de finish
bracht. Slechts legendarische
paarden als Quicksilver S en
Theo Messidor hebben dit totaal
tot nog toe overtroffen. Hairos II
blijft met 62 overwinningen ver
„Als je een vergelijking moet maken
tussen de beste paarden van de laatste
tien jaar", zegt Cees Berg. die de
propaganda voor de Stichting Draf- en
Rensport verzorgt, „kun je zeggen dat
Anton de vei gclijking met Quicksilver S
het best kan doorstaan. Het enige
verschil tussen Ijeid»- dravers is. dat
Quicksilver S een all-rounder was. Op
vrijwel alle afstanden behoorde hij tot
de snelsten. Anton blinkt uit in
draverijen van zo'n 2500 meter".
Onhandelbaar
Bijna onverbrekelijk met Anton
verbonden is de naam van Joop Ham.
de enige maanden geleden na een
langdurige ziekte overleden pikeur en
eigenaar van het paard. Joop Ham
komt de eer toe Anton naar de top van
do Nederlandse diavers gebracht le
hebben. „Hierover gaal een leuk
verhaalvertelt Cees Berg. „Joop Ham
kocht Anton op vierjarige leeftijd van
Jan Dooyeweerd. Bij het zien van hel
paard riep Jan de Vlieger, een hereboer
in de Haarlemmermeer, bij wie Ham
zijn paarden onderbracht „Wat moet
je met dat ding? Daar zit toch niets
in. Als je enig succes met dat paard
wilt hebben, moet je hem laten
„lubben". Als jonge hengst was Anton
vreselijk onhandelbaar, maar nadat tui
ruin was geworden, kwamen de grote
Ereplaatsen
Joop Ham nam het advies van De
Vlieger ter harte en geleidelijk aan
begon zich de grote klasse van hel
paard te openbaren. Met Ham op de
sulky stoof Anton vele keren naar
ereplaatsen. Tot vorig jaar november
reeg Anton overwinningen aaneen tot
een lange keten van succes. Toen werd
Ham ziek en nam Nol Heskes de plaats
op de sulky in. De Nootdorper stond
voor dc opgave het sueccs te
continueren Was dol nu- moeilijk"'
.Anton is een gemakkelijk paard
vertelt .(r»iner'pikeur Heskes. „Ik heb
er weinig moeite mee gehad. Anton
„draaft" al zo lang mee dat. het voor
hem weinig verschil, maakt wie er dp
de sulky zit. Het paard heeft een
geweldige ervariiig gekregen in de
zeven .jaar dat hij nu koerst. Hij hoeft
ook niet zoveel meer te trainen. Anton
Haarlemmermeer, die nog steeds
eigenaresse is van het paard. Er is bij
de boerderij van de familie Ham een
baan waar hij loopt: Het is niét nodig
dat hij door mij getraind wordt".
Vol lof
Nol Heskes. de veertigjaiige berijder
van Anton, die op de renbaan van
Nootdorp werkt als trainer, is dc derde
pikeur van de elfjarige ruin De
Haagse caféhouder Kammeijer fokte
het paard, waarna hij het verkocht aan
Jan van Dooyeweerd die op zijn beurt
Anton „overdeed" aan Joop Ham.
Heskes is voj '.of over de dravci„Op
het ogenblik is hij m topvorm. Vorige
Anion Quicksilver S
Aantal keren gestart 279 458
Eerste plaatsen 87 142
Tweede plaatsen 54 77
Derde plaatsen 35 44
Vierde plaatsen 31 50
Totale winsom 254.125,- 318.839.-
week zaterdag won ik met hem nog de
Grote Prijs van Friesland. Je ziet de
leeftijd niet aan hem af. Hij heeft nog
de benen van een tweejarige dravei
Ondanks de vele koersen die hij heeft
gelopen, heeft hij nog niets geleden".
Formulier
Cees Berg verwacht dat Anton dit jaar
tot „Paard van het jaar" zal worden
gekozen. „Voor mij staat het vrijwel
vast", zegt hij. „Zoals de laatste jaren
het geval was gaan we de uitverkiezing
door de pers en het publiek laten doen
We maken een formulier waarop
iedereen zijn voorkeui kenbaar kan
maken. Op deze manier is vorig jaar
Henri Buitenzorg gekozen. Eind
december, na dc Grote Kerstprijs,
wordt dan bekendgemaakt welk paard
de titel krijgt. Maar het lijkt me
waarschijnlijk dat Anton het zal
Voor pikeur Heskes betekende de
mededeling dat zijn paard hoogst
waarschijnlijk dit jaar dc eretitel krijgt
een grote verrassing In de kantine van
de renbaan van Nootdorp, waar Heskes
met drie assistenten de zorg heeft over
vierentwintig paarden, laat hij hiervan
echter weinig blijken. „Ik heb er geen
moment ep gerekend. Maar aan de
andere kant vind ik wel dat het Anton
toekomt. Als het paard veertig meter
moet toegeven en dan nog wint. heeft
het toch wel zeer grote klasse". En
nogmaals herhaalt Heskes „Wat Anton
in Wolvega afgelopen zaterdag heeft
laten zien was geweldig".
Opvolger
Heskes laat zijn blik gaan over de
vrijwel verlaten baan. waar een pikeur
zijn johge paard rustig vele rondjes
een sulky. Achter hel ranke karretje
loopt nog een jonge diaver, die zich
gewillig laat meetrekken dooi zijn iels
ervarener soortgenoot. „Die paarden
Heskes. Ik héb zelf hier vierentwintig
jonge paarden staan. Daar zijn we de
hele dag met zijn vieren mee bezig. Nu
het tegen de 'winter loopt moeten ze
geschoren worden. Als het haar te lang
wordt, blijven de paarden na een race
te lang nat Dat zijn werkjes die heel
wat tijd in beslag nemen" Heeft
Heskes bij zijn paarden een mogelijke
opvolger van Anton"' „Helaas zijn de
paarden, die ik hier heb niet zo
talentvol", antwooi-d Heskes eerlijk.
Maar je ziet aan Anton dat er soms
op deze leeftijd nog weinig van te
/.eggen is. Voordat hij ruin werd, was
hij zeer moeilijk te hanteren. Maar
daarna kwamen de ov -rwinningen. Het
is alleen tammer dat Anton niet zelf
vöör opvolgers kan zorgen
Nog een jaar
Nog éen jaar mag Anton op de ren
banen in Nederland lopen. Dan moet
het paard zich terugtrekken uit de
draverijen. Het record van Quick
silvers zal hij wel niet breken, daar-
voor is een jaar een beetje te korl.
Maar op de ranglijst aller tijden zal
het paard een zeer eervolle derde
plaats, achter Theo Messidor, gaan
innemen. En die raakt Anton niet gauw
meer kwijt. „Het is jammer, dat voor
ruinen vrijwel geen gelegenheid be
staat in klassieke races in het buiten
land uit te komen", zegt Heskes. die
dolgraag ook eens buiten onze grenzen
de klasse van het paard wil bewijzen.
Anton heeft het volgend jaar in eigen
land de kans r.og enige keren de
lauwerkrans om zijn ranke nek te
krijgen. En dat is Heskes ook veel
HANS DE BRUYN