KEN BROCK Jan Roessink wil volgend jaar weer op zijn „Huskie" kruipen badmintoncoach voor 6 weken tegen onkostenvergoeding ZATERDAG 3 OKTOBER 1970 Brock één van de meest talentvolle speelsters \an ons land genoemd, in noemt, ..oen grote oliemaatschappij in Engeland" in ons land is, reist hij van Bloemendaal naar een van de plaatsen waar badminton intensief wordt beoefend Het is niet mogelijk om de nationale top gedurende enige tijd in een centraal punt te verzamelen. Om toch zeker te zijn dal zijn opdrachten door de betrokken spelers worden uitgevoerd, heeft Broek aan elke districtstrainer een formulier gegeven, waarop deze de trainingsresultaten van zijn pupillen moet bijhouden. „Op zo'n manier", zegt de Brit. ..houd ik toch een beetje overzicht. Het is ondoenlijk om zelf te controleren of alles wordt gedaan. Daarom heb ik dc dïstrictstrainers hierbij ingeschakeld. Ook om deze reden is het belangrijk dat deze trainers op de hoogte zijn van de door mij ontwikkelde methode". Saai Op de vraag waarom de spelers speciaal van Broek de conditietraining moeten krijgen, terwijl het toch veel belangrijker is. dat dc techniek wordt verbeterd en dal daarbij de conditietraining aan de betreffende districtstrainers wordt overgelaten, antwoordt Broek: ..Natuurlijk zou het eigenlijk overbodig moeten zijn. dat een speciaal aangetrokken coach in dc eerste plaats aanwijzingen moet geven voor condiefieverbetering. Maar van een vreemde nemen de spelers gemakkelijker saaie oefenstof aan dan van hun eigen trainer. Daardoor is de condilie v.in de meeste spelers he r nul erg bést Voor pon deêï is'dnt ie verklaren door tot nog toe verkeerde methodes In mijn opzet streef ik ernaar de arm-, been-, buik- en rugspieren te versterken. Deze spieren zijn voor een badmintonspeler van het grootste belang". Vooruitgang Ken Broek ziet de toekomst voor het Nederlandse badminton tamelijk optimistisch. „Sinds ik vorig jaar tijdens het Duinwijcktoernooi voor het eerst in Nederland was. heb ik een duidelijke vooruitgang geconstateerd. Er lopen hier een aantal zeer veel belovende spelers en speelsters rond". Maar als Broek gevraagd wordt enige namen te noemen, komt hij niet verder dan vier. „Ik zie goed" perspectieven voor een iongen als Rob Ridder van Duinwijck. Verder is er in Heerlen een knaap als Huub van Wijk. die het nog ver kan brengen. Alleen moet deze iets minder exhibitionistisch spelen Even later legt Broek uit wat hij onder exhibitionisme verstaat ..Hij moet proberen het showelement in zijn spel wat weg te werken. Als hij effectiever gaat slaan in plaats van bijvoorbeeld een ..mooie" drop shot los te laten, zie ik voor hem goede mogelijkheden. Ook bij de meisjes zijn er enige talentvolle speelsters Joke van Beusekom en Hennie y/esdorp hebben mij geïmponeerd. Maar al deze spelers hebben alles over voor hun sport. Zij Topspeler moet hele partij „door" kunnen gaan leggen zich er helemaal op toe en laten er veel voor staan En dat is de enige manier om de top te bereiken. Meewarig Zijn Ken Broek niet meer talentvolle badmintoners opgevallen? De vrien delijke Brit kijkt even naar buiten, waar enige meisjes met een tennis racket voorbijfietsen en antwoordt niet. Een beetje meewarige glimlach speelt om zijn mondhoeken als hij zegt„Weet je dat Tom Okker een geweldige badmintonspeler had kunnen worden? Met zijn uitstekende loop techniek en zijn grote snelheid". Hij herinnert zich dat hem eens verteld is, dal Tom Okker inderdaad badminton heeft gespeeld: „Okker heeft eens een keer-met-Jtm Hajer-aan een Otoernooi meegedaan. Ze wonnen toen het heren dubbelspel Voortdurend De combinatie badmmton-in-de-winter en tennis-in-de-zomer is niet schade lijk voor een van beide sporten. „Het kan uitstekend samengaan zegt Broek. „Het is niet zo dat je door de volkomen andere slag bij tennis, waarbij de bal wordt geraakt als hij op een geringe hoogte van de grond gekomen is, minder goed kunt badmintonen. Het valt echter wel op als een tennisser het lichtere badmintonracket neemt en hij wil slaan. Hij zal de shuttle veel lager laten komen Wat wel een be langrijk verschil is tussen tennis en badminton is de veel grotere snelheid bij badminton. Kun je bij tennis op de achterlijn blijven staan en zo nog een partij winnen, bij badminton ben je voortdurend in beweging. Daarom is de conditie ook zo belangrijk. Mijn voornaamste taak tijdens deze ander halve maand is de topspelers bij te brengen dat zij gedurende een hele partij „door" kunnen gaan. Dat zij niet na de eerste set uitgeput zijn. En dat is het grootste probleem dat bij de Nederlandse badmintonspelers moet worden opgelost. Techniek is ruim schoots voorhanden". Broek staat voor een zware opgave Zes weken zijn hiervoor wel een beetje FRANK WERKMAN Ken Broek (57): conditie is slecht Na Jamaica en Zuid-Afrika CONDITIE VAN MEESTE SPELERS LAAT VEEL TE WENSEN OVER gehad met deze lokale trainers en ze het een en ander verteld van de trainingsmethodiek. Wal voor een badmintonspeler van belang is naast een goede techniek is voldoende conditie. Badminton is, mits het op een redelijk peil wordt gespeeld, bijzonder inspannend. Het is eigenlijk een beetje jammer, dat ik in deze korte periode meer aandacht moet besteden aan de conditie dan aan het verbeteren van de techniek. Dc basis van het spel is echter 'n goed uithoudingsvermogen. Als de conditie beneden peil is. kan de techniek nog zo goed zijn. de top halen dergelijke spelers nooit. Voor het verkrijgen van een behoorlijk uithoudingsvermogen heb ik een bepaalde theorie ontwikkeld en deze tracht ik nu aan de spelers zelf en de districtstrainers bij te brengen. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat na mijn vertrek op deze basis voortgeborduurd moet worden anders heeft mijn aanwezigheid hier geen enkele zin". Afleiding Pratend over de conditietraining, wat voor hel grootste deel door de spelers zelf zonder begeleiding gedaan kan worden, komt Broek tot de zeer veel gehoorde conclusie: ..Het nadeel voor de zelfwerkzaamheid van jeugdige sportmensen is, dat zij door zoveel andere zaken afgeleid worden. Hierdoor komen ze veel minder snel tot het doen Joke van Beusekom, door Ken van conditieoefeningen dan bijvoorbeeld de jeugd van een jaar. of vijftien geleden. Toen waren de afleidingsmogelijkheden veel geringer, de sport werd veel intensiever beoefend. Nu is het veel moeilijker om je bepaalde „genoegens des levens" te ontzeggen om daardoor topsport te kunnen bedrijven. En toch is het nodig, dat je je enige opofferingen getroost anders kom.je er niet". Formulier Elke avond van de anderhalve maand dat Ken Broek die tot vier jaar gele den werkzaam was bij, zoals hij het nu Nederland Vier jaar geleden begon Ken Broek met coaching buiten eigen land. Voor dïie tijd had de Brit zijn sporen verdiend bij het trainen van Engelse badmintonspelers, die mede dank zij zijn capaciteiten, vooral in de dubbelspelen, furore maakten op de grote internationale toernooien De laatste jaren heeft Engeland echter ook in de enkelspelen enige spelers van formaat opgeleverd, van wie de jeugdige Gillian Perrin als een van de aanstaande topsterren wordt getipt. De jonge Engelse speelster, vorig jaar winnares van de open internationale kampioenschappen van Nederland, maar dit jaar in de halve finales uitgeschakeld, geldt op het ogenblik als een van de meest talentvolle speelsters ter wereld. Na 1966 stelde Ken Broek ook zijn trainerskwaliteiten in dienst van andere landen. Jamaica, een badmintonland in opkomst, en Zuid-Afrika trokken profijt van de kennis van Broek. Ingenomen De Nederlandse Badminton Bond prijst zich gelukkig deze kundige Engelsman zes weken naar ons land te hebben kunnen halen. Maar de bond is nog veel meer. ingenomen met de lage eisen, die Broek voor een dergelijke periode stelde. Hoewel een van de snelst groeiende bonden in ons land, is de financiële reikwijdte van de N.B.B. nog zeer gering. Meer dan zes weken kan men zich geen full-time coach voor de nationale top permitteren. In de toekomst hoopt men nog eens een full-timer aan te trekken, maar op het ogenblik is de bond al blij anderhalve maand te kunnen profiteren van de kennis van Ken Broek. Stokpaardje In zijn hotel in. 't rustige Bloemendaal, dat op een forse steenworp afstand ligt van het badmintonbohverk Haarlem, is Ken Broek maar al te zeer bereid te praten over „zijn" sport. Nadat hij de bezoeker 'n kop thee heeft aangeboden, vraagt hij wat hij moet vertellen. „Alles wat ik van badminton weet, staat in mijn boek", zegt hij schertsend. Maar ik wil er wel iets Over zeggen, Ken Broek heeft een bepaalde theorie ontwikkeld om de conditie van badmintonspelers te verbeteren. Hier geeft de Brit aanwijzingen aan enige spelers in de Haarlemse Duinwijckhal. Op de achtergrond links Joke van Beusekom. „HET GING ZO LEKKER, TOT IK DAT ONGELUK KREEGHml,i een kwestie van tijd DIEPENHEIM De kerkklokken van Zutphen hadden net met drie zware, sonore slagen de nachtelijke stilte verbroken. Jan Roessink uit Diepenheim, vorig jaar nog Ne derland^ motorcrosskampioen reed in zijn auto uit de richting Arnhem naar zijn ouder lijk huis in Diepenheim. De talentvolle cou reur, die door domme pech zijn nationale titel verspeelde aan Stef van der Sluis was zwaar vermoeid. Even, heel even maar. werd hij door slaap overmand. Hij merkte de flauwe bocht naar rechts niet op en met een harde klap boorde de wagen zich in een muurtje langs de weg. Jan Roessink bracht het er levend van af. maar zijn rechterarm hing er volkomen bewegingloos bi|. Het bloed gutste uit een wond in de rechterbovenarm. Maar Roessink bleef bij zijn positieven en dat betekende zijn redding. Met zijn linkerarm stelpte hij het bloed. „Ik dacht: nu is het mis. Nu kan ik alles wel vergeten", zegt Roessink die weer thuis is na ruim vier wekèn in het Algemene Ziekenhuis van Zutphen verpleegd te zijn. „Op dat moment voelde ik nauwelijks pijn, maar de arm hing er bewegingloos bij". Grote spoed De ongelukkige coureur uit Diepenheim strompelde zijn wagen uit, op zoek naar hulp. Er kwam een grote vrachtwagen aan, maar die reed door. Met zijn voet drukte Roessink op de claxon om de buurt te alarmeren. Eindelijk, zeker vijf minuten na het ongeluk, kwam er hulp. Een buurtbewoner werd wak ker en waarschuwde zo snel mogelijk de politie en een ziekenauto. Met grote spoed werd Roessink naar het ziekenhuis vervoerd De dokter stelde het nuchter vast: armletsel van ernstige aard, spieren beschadigd en het bot verbrijzeld. De mogelijkheid zat er zelfs in dat de arm geamputeerd zou moeten wor den. Roessink die geen moment zijn kalmte en bewustzijn verloor, zag het niet meer. In een flits schoot het allemaal door zijn gedach ten. Nooit meer motorcrossen, nooit meer op zijn raspaard, de 250 cc Husqvarna rijden Snel Maar na het ongeluk kwam het gelukje; de vitale slagader was vrijwel ongeschonden ge bleven. Nog op een andere manier was het lot de ongelukkige Diepenheimer niel ongunstig gezind. Zijn blessure werd behandeld door dr. Vonk. die zich heeft gespecialiseerd in de behandeling van spier- en peesblessures. De genezing voltrok zich, achteraf gezien, ongelo felijk snel. Eerst werd verwacht dat de be handeling in het ziekenhuis wel twee of drie maanden zou duren, maar na ruim vier we ken kon Roessink al weer naar huis terugke ren. Met de bovenarm stevig verpakt in ver band en de onderarm in het gips. Optimistisch Het snel verlopen genezingsproces heeft van Roessink. die de hoop op het vervolg van zijn zeer succesvolle carrière als motorcrosser al had opgegeven, weer ee'n optimistische sport man gemaakt. „Ik heb weer hoop gekregen en ik geloof dat ik daar wel een beetje recht op heb" De oud-Nederlandse kampioen kijkt door het raam naar buiten, waai de zon z'n laatste poging doet de naderende herfst een halt toe te roepen. „Mooi weertje om te trainen", zegt hij. „Mijn broer zit nu ergens in de trein. Ik wou dat ik met hem mee kon gaan. maar Juist nu het niet kan, in de wetenschap dat zoiets onmogelijk is. komt onbedwingbaar de lust om weer op z'n ..Hus kie' te kruipen. Met zijn intact gebleven linkerhand strekt hij de vingers en de duim van zijn rechterhand. De pezen van de ver brijzelde bovenarm weigeren elke dienst. Zo dra de blessure aan zijn bovenarm geheel hersteld is, gaat de tweede faze van het revalidatieproces in: transplantatie van een pees die de onwillige, vernielde moet vervan gen. Maar dat kan nog maanden -duren, mis schien ook een half jaar of langer ..Dokter Vonk heeft gezegd dat hij zou proberen er iets moois van te maken Tot zo lang zal Roessink gedwongen zijn af te wachten hoe hot genezingsproces zich voltrekt. Maar er is weer hoop op een geheel herstel Dolgraag De oud-Nederlandse kampioen heeft niet over gebrek aan belangstelling te klagen gehad. In het Zutphense ziekenhuis niet en ook niet bj.i zijn thuiskomst. Yan wildvreemden kreeg hij kaarten en briefkaarten. „Ik zit er een beetje mee. Ik wil al die brieven dolgraag beant woorden. maar ik kan het gewoon niet. Ik ben rechts en juist die hand kan ik niet gebruiken. Vooral uit Brabant en Limburg, maar ook uit het westen kreeg ik reacties. Erg leuk Ook Roessinks motorvrienden heb ben hun onfortuinlijke collega niet vergeten. Toen zij op weg waren naar een grote inter nationale wedstrijd, waar hij ook aan had wil len deelnemen, wipten ze even het Zutphense ziekenhuis binnen. Verveling Voorlopig is de verveling de grootste vijand. Vol ongeduld wacht de man, die het afgelopen jaar zijn nationale titel verloor, af. „Het ging net zo lekker, totdat ik het ongeluk kreeg. Ik had het hele seizoen peeh gehad, maar op hel laatst ging het beter. Zonder dat ongeluk had ik weer een goede kans op het nationale kampioenschap gehad Ik won zes manches, tegen Stef van der Sluis maar een Ik viel twee keer uit en .miste daardoor veel punten' Ondanks dat bleef Jan Roessink zijn concur rent dicht op de hielen (114 tegen 109 pun ten). maar toen, terwijl hij terugkwam van een bespreking voor de Trofee des Nations in Zweden, gebeurde het. Aan alle illusies kwam plotseling een einde. Nu. ruim vijf weken later gaat hij goed vooruit, maar er is nog geen zekerheid dat alles weer volkomen in orde zal komen. Langzaam maar zeker keert het gevoel in de zwaargekwetste arm weer terug. Volgend jaar hoopt Roessink er weer bij te zijn ..Maar alles moet dan wel hele maal in orde zijn. Anders begin ik er niet Jan Roessink •p zijn Husq\:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 15