BINNEN TIEN JAAR ALLE JONGEREN
BENEDEN 18 JAAR NAAR SCHOOL
2000 woningen meer
vergt een uiterste
krachtsinspanning
Geen recht op, maar
plicht tot onderwijs
Belasting stelt autokostenfictie
op 15 procent voor alle auto's
Landelijke opleiding
mobiele eenheden
gemeentepolitie
Ontvoering
diplomaten
zorgelijke
ontwikkeling
Salarispost
bij overheid
vliegt omhoog
Girokaart bij
aanslagbiljet
MEEROPBRENGST
LOONBELASTING
1,5 MILJARD
LEIDSE COURANT
Demonstreren is goed, maar werken is beter, schijnt minister Veringa van
Onderwijs destijds op de protestbijeenkomst van de werkende jongeren tegen
collega Roolvink gefluisterd te hebben. Ofwel in rond-Rotterdams-Haags:
woorden, snaar daden". En zo is er nu na een paar maanden de nota
werkende jongeren, di« er niet om liegt.
Huurliberalisatie
Randstad
op komst
DEN HAAG De regering wil vol
lend jaar 2000 woningen meer laten
bouwen. De helft hiervan kan in de
woningwetsector, de andere helft in de
particuliere gesubsidieerde sector wor
den gebouwd. Omdat het al bijzonder
moeilijk ls gebleken het huidige wo
ningbouwprogramma van 125.000 wo
ningen te verwezenlijken, vereist de
opvoering van het program een uiterste
krachtsinspanning. Daarom zal een ze
kere matiging worden betracht in de
nieuwbouw buiten de woningbouw,
vooral In de gebieden waar de grootste
spanning op de arbeidsmarkt heerst. Dit
ls hoofdzakelijk in de Randstad Holland
De regering gaat ervan uit dat voor
1971 voor 108.000 woningen rijkssubsi
die wordt gegeven. Hierbij is veronder
steld dat 22.500 ongesubsidieerde hui
zen worden gebouwd. De rijkssteun
voor de woningbouw wordt als volgt
verdeeld
48-700 woningwetwoningen, waarin
opgenomen 6 tot 7.000 woningen voor
bejaarden, 30.000 gesubsidieerde parti
culiere eigen woningen, 29.300 gesubsi
dieerde particuliere huurwoningen,
waarin opgenomen 8 tot 7.000 woningen
voor bejaarden.
Gestreefd wordt met ingang van vol
gend jaar naar een geleidelijke opvoe
ring van het woningbouwprogram met
2000 woningen per jaar. Een verder
gaande verhoging van de bouwproduk-
tie is voor 1971 zeker niet te realiseren.
Gelet op het aantal woningen dat op dit
moment in uitvoering is, lijkt het mo
gelijk volgend jaar 2000 woningen meer
te bouwen.
De bedden in verzorgingshuizen voor
bejaarden zijn niet meer in het wo
ningbouwprogram opgenomen'. Voor
5.000 bedden zal volgend jaar subsidie
worden toegekend. Een meerjarenplan
voorziet in de bouw van verzorgings
tehuizen met een totale capaciteit van
20.000 bedden, gespreid over vier jaar
Minister Schut deelt in zijn begro
ting voor 1975 mee dat de rijkssteun
voor de woningbouw via een nieuwe
verdeelsleutel zal worden bestemd voor
die gebieden die de meeste behoefte
hebben.
Binnenkort komt er een wetsontwerp
voor een nieuwe aanpak van de huur-
harmonisatie. De woningbouwverenigin
gen en de gemeenten zullen zich van
tijd tot tijd moeten bezinnen op de
aanpassing van de huren van woning
wetwoningen aan de werkelijke woon-
waarde.
De voorbereiding voor de huurlibera
lisatie in die streken van het Westen
die ervoor in aanmerking komen, zal
begin 1971 zijn afgerond. Het ligt in de
bedoeling een wijziging van de woning
wet in te dienen ten aanzien van de
positie van de woningbouwverenigin
gen.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG (her tien jaar gaat iedereen tot zijn achttiende naar
school. Werkende jongeren zullen er dan niet meer zijn. Wie in deze
leeftijdsgroep niet elke dag op school doorbrengt, maar ook enige dagen
van de week in de arbeidssfeer in een bedrijf, zal dan geen jonge
werknemer meer zijn, maar een leerling. Hij zal geen loon verdienen, maar
een soort stagevergoeding krijgen. Economische zelfstandigheid is geen
doel dat al voor het achttiende jaar bereikt zou moeten worden. Dit is het
uitgangspunt van staatssecretaris Grosheide (Onderwijs) en minister
Roolvink (Sociaale Zaken) in hun nota over de werkende jongeren. De
nota is vandaag met de miljoenennota aan het parlement aangeboden.
anderd in de stage. De jonge werknemer
wordt dan leerling. Te beginnen met de
vijftienjarigen zou langs deze weg in een
periode van tien jaar de twaalfjarige
volledige onderwij splicht tot stand
kunnen komen. De leerplicht loopt dan
van ruim zes tot ruim achttien jaar.
Volledige onderwijsplicht wil dus niet
zeggen, dat iedereen tot zijn achttiende
jaar de hele week naar school moet. De
leerplicht kan vanaf vijftien jaar ook
worden voldaan in de arbeidssfeer,
namelijk gezien als de maatschappij
component van het participatieonderwijs.
Geen loon, maar
stagevergoeding
de leerplicht worden verlengd tot
negen jaar;
alle jongeren, die nog geen zestien
zijn minstens een dag per week
gedurende een jaar onderwijs moeten
ontvangen.
Werkende jongeren zijn geen
volwassenen, vinden de bewindslieden.
Daarom mag van hen ook geen gedrag
en bijdrage worden verwacht als hadden
ze de volwassenheid al bereikt. Voor
zover Jongeren beneden de achttien al
aan het arbeidsleven deelnemen, moeten
zij op den duur een volledige
leerlingenstatus krijgen.
Om dit te realiseren, komt er een
nieuwe vorm van onderwijs: participatie-
onderwijs. De jongeren leren zowel op
school of in cursussen (schoolcomponent),
als in het bedrijf (maatschappij-
component). De Bchoolcomponent van het
participatieonderwijs zal verzorgd wor
den door instituten voor vorming en
opleiding. Die zullen ontstaan uit inte
gratie van de bestaande vormings
instituten en vormen van beroeps
begeleidend onderwijs. Om een goede
landelijke spreiding te krijgen van de
instituten voor vorming en opleiding,
zullen er in een tweede stadium geheel
nieuwe instituten worden opgericht.
In het toekomstbeeld van staats
secretaris Grosheide zal het nieuwe
participatieonderwijs bestemd zijn voor
werkende jongeren van vijftien, zestien
en zeventien jaar. De leerplicht-
verlenging met een Jaar in augustus
aanstaande trekt de groep van ruim
veertien tot vijftien jaar volledig in het
dagonderwijs. De gedeeltelijke onderwijs
plicht van een dag per week voor
vijftienjarigen, die dezelfde datum ingaat,
is de eerste stap op weg naar het
participatieonderwijs. De regering stelt
zich voor dat regelmatig de gedeeltelijke
onderwijsplicht zal worden uitgebreid
tot de hogere leeftijdsgroepen. Tegelijker
tijd kan voor de lagere groep deze leer
plicht worden uitgebreid van een naar
twee of meer dagen per week.
Ondertussen wordt in de werksfeer
(maatschappij component) het werk ver-
Ook meisjes
De partiële onderwijsplicht voor
vijftienjarigen ingaande in augustus a.s.
komt als aanvulling op het voorwaarde
lijk arbeidsverbod, dat al in augustus jj.
voor deze leeftijdsgroep van kracht was.
De nieuwe maatregel geldt echter ook
voor veertien- en vijftienjarige meisjes,
die in de huishouding werken. Deze
groep viel buiten het voorwaardelijk
arbeidsverbod, maar aan deze discrimi
natie wordt een einde gemaakt.
De plannen voor de werkende jeugd
krijgen invloed op de arbeidsmarkt. Het
aanbod van ongeschoolde werknemers
zal afnemen en het aantal arbeidsuren
van jonge werknemers zelfs zeer sterk.
Het gaat hier echter niet om een nieuwe
ontwikkeling, maar slechts om ver
snelling van een al bestaand proces.
Want. steeds meer tieners gaan naar het
voortgezet onderwijs en steeds minder
gaan werken zo gauw de leerplicht erop
zit. Wel is geleidelijkheid geboden ir. uit
voering van de plannen, zodat de
arbeidsmarkt de kans krijgt zich aan te
passen, aldus de bewindslieden.
Minister Roolvink stelt ook aanpassing
van arbeidswet en arbeidsverhoudingen
in het vooruitzicht. De leerling van het
participatieonderwijs staat in het bedrijf
niet om arbeid te verrichten ten dienste
van zijn werkgever, maar om arbeid te
verrichten ten dienste van zijn opleiding.
De bewindsman heeft zich voorgesteld
de rechtspositie van de werkende jonge
ren te regelen ln een raamwetgeving,
het Jongerenstatuut.
De minister wil om te beginnen
spoedig ingrijpende beperkingen invoeren
voor overwerk en werken in ploegen
dienst voor werkende jongeren. Verder
staat een langere vakantie voor deze
groep op het ministeriële programma.
De werkende jongerenorganisaties willen
een vakantie van vijf weken, in de wet
te regelen.
Den Haag De landelijke opleiding
van mobiele eenheden van de gemeen
tepolitie staat voor de deur. Minister
Beernink (Binnenlandse Zaken) maakt
dit bekend in de begroting van Binnen
landse Zaken voor 1971.
Het is volgens hem wenselijk geble
ken meer aandacht te besteden aan de
taak van de politic bij de handhaving
van de orde. Voorts beraadt de minister
zich over de maatregelen die nodig zijn
tegen een verhoogde afvloeiing van het
politiepersoneel.
In de komende tien jaren zullen veel
politiemannen met pensioen gaan. Dit
verloop zal het grootst zijn bij de ge
meentepolitie. In 1974 en later wordt
zelfs verwacht, dat deze afvloeiing one
venredige proporties zal aannemen.
Een wetsontwerp tot afschaffing van
de strafsancties op ambtenaren die in
staking gaan is in voorbereiding. Het
stakingsverbod voor ambtenaren blijft
echter gehandhaafd.
Wat de bezoldiging van de ambtena
ren betreft zal het trendbeleid van het
afgelopen jaar worden voortgezet. De
ambtenaren zullen zoveel mogelijk in
de welvaartsstijging delen als de werk
nemers in het bedrijfsleven.
Minister Beernink is van oordeel dat
de provinciewet gewijzigd moet worden.
Gedeputeerde Staten zullen verant
woording moeten gaan afleggen tegeno
ver Provinciale Staten. Invoering van
een verantwoordingsplicht voor de com
missarissen der koningin is in voorbe
reiding.
De nota over het vraagstuk van de
ombudsman zal spoedig m het parle
ment worden behandeld.
Minister Beernink kondigt in zijn
i toelichting een nieuwe
wet gemeenschappelijke regelingen aan,
die zeer spoedig bij het parlement zal
worden ingediend. Hij sluit hierbij aan
op de beslissing in de Tweede Kamer
om via een wet gemeenschappelijke re
gelingen tot gewestvorming over te
Voor het einde van het nieuwe zit
tingsjaar zal een wetsontwerp worden
ingediend m.b.t. de bestuurlijke organi
satie van groot Amsterdam. De minister
hoopt dat nog in het nieuwe zittings
jaar een ontwerp kan worden ingediend
tot herziening van de Rijnmond. Wat de
Haagse agglomeratie betreft wil de be
windsman eerst wachten op de indie
ning van de nieuwe wet gemeenschap
pelijke regelingen.
De betrokken gemeentebesturen zal
gevraagd worden of een voorziening op
basis van deze wet wenselijk is. Het
standpunt van de minister van Binnen
landse Zaken zal afhangen van het
oordeel van de gemeentebesturen en
proviciale staten.
De wijziging van het decoratiestelsel
laat nog op zich wachten. De regering
heeft nog steeds moeite met het vast
stellen van wat nu eigenlijk wel of niet
moet worden afgeschaft. Wel wordt er
op vertrouwd dat binnenkort een voor
stel aan de Staten-Generaal zal worden
aangeboden.
10JAAR RIJKSUITGAVEN'
DEN HAAG De zogenaamde autokostenfictie, thans 10
pet voor nieuwe auto's en 6 pet voor tweedehands wagens,
zal blijkens een wetsontwerp voortaan voor beide categorie-
en personenauto's worden gesteld op 15 pet. De autokosten
fictie houdt in, dat bil het bepalen van de winst uit een
onderneming de kosten van een personenauto tot een
bepaald bedrag beschouwd worden als privé-uitgaven en
dus niet als kosten, gemaakt ten behoeve van de onderne
ming. Dit bedrag wordt nu nog gesteld op ten minste 10 pet
van de catalogusprijs van de auto (inclusief de omzetbelas
ting).
Een overeenkomstige regeling geldt voor degene, die een
personenauto van zijn werkgever ter beschikking heeft.
Zijn voordeel uit hoofde van privé-gebruik wordt eveneens
gesteld op ten minste 10 pet. van de cataloguswaarde.
I De minister en staatssecretaris van Financiën vinden dit
sinds 1951 geldende percentage niet meer houdbaar. Dit
gezien de stijging van de kosten van het houden van een
auto (duurdere benzine, onderhoud, reparatie, wegenbelas
ting), terwijl de aanschaffingsprijs van auto's lang niet zo
sterk is gestegen, soms zelfs is gedaald. Daarom willen zij
de autokostenfictie verhogen tot 15 pet.
De bewindslieden vinden voorts, dat de autokostenfictie van
6 pet voor tweedehandsauto's (als men deze heeft verkregen
drie jaa*- na eerste ingebruikneming) niet meer verantwoord
is. Die regeling werkt discriminerend ten opzichte van hen,
die langer dan drie jaar in nieuw verkregen auto's blijven
rijden. Bovendien zijn de kosten van tweedehands auto's
veelal hoger dan van nieuwe en dan is het niet redelijk
het privé-gebruik op een lager bedrag le fixeren. Daarom
zal deze afwijkende fictie worden afgeschaft. Beide maatre
gelen tezamen zullen de schatkist een .'oordeel j'°YfTHT
van ongeveer 80 miljoen gulden per jaar.
DEN HAAG. Minister Luns noemt
de ontvoeringen van diplomaten zoals j
in Latijns-Amerika gebeurd is, een zorg- I
wekkende nieuwe ontwikkeling. De
fysieke bedreiging van zijn vertegen- j
woordigers moet iedere regering met j
zorg vervullen. De consequenties ervan,
zoals het mogelijk wegvallen van com
municatie tussen regeringen, kunnen tot
zeer ongewenste en zelfs gevaarlijke
situaties leiden. Afdoende bescherming
van personen en gebouwen is wellicht
niet te bewerkstelligen. Toch heeft
iedere regering de plicht om te streven
naar een zo sluitend mogelijk stelsel van
naatregelcn om zijn eigen vertegen-
voordigers in het buitenland en de bui-
•nlandse vertegenwoordigers op zijn
1 rondgebied te verdedigen tegen aan-
tgen op lijf en goed.
De minister schrijft dit in de memorie
n toelichting van zijn begroting-1971.
-•n kan zich ook afvragen hoever de
:ering van de ontvangststaat moet
:an om de ontvoering van de in zijn
nd geaccrediteerde diplomaten te voor
puien, aldus mr. Luns. Door het consig-
eren van buitenlandse diplomaten in
.•én of meer afgeschermde diplomaten
wijken zou wel het maximum aan veilig
heid worden bereikt, maar hiermee zou
aan het diplomatieke verkeer, dat een
passende bewegingsvrijheid veronder
stelt, een deel van de zin ontnomen
worden. Minister Luns zegt dat dit hele
vraagstuk in een aantal internationale
forums in openbar* behandeling zal ko-
Over de luchtpiraterij zegt de minister,
dat zich reeds 250 gevallen van vliegtuig-
kaperij en veel gevallen van geweld
pleging tegen de burgerluchtvaart in de
ruimste zin hebben voorgedaan. Deze
ontwikkeling en het ontbreken van ver
dragsmatige verplichtingen om deze te
voorkomen of te verminderen baren de
ege.ing grote zorg. Zij zal krachtig
meewerken aan verbeteringen.
De mobiele eenheden van de
politiekorpsen krijgen straks alle
dezelfde opleiding. Om elkaar zo
nodig onmiddellijk te kunnen
bijstaan.
DEN HAAG In de miljoenennota
worden de kosten van salariswijzigingen
in 1971 geraamd op 1200 miljoen gulden.
De rijksuitgaven, die worden beïnvloed
door algemene salarismaatregelen, zullen
in 1971 circa 12 miljard gulden bedragen.
DEN HAAG De fiscus is van plain
om aan iedere belastingplichtige aan wie
een aanslagbiljet met een te betalen saldo
wordt toegezonden, een stortings/over-
schrijvingskaart te sturen. Na iedere beta
ling op de aanslag zal een nieuwe kaart
worden toegezonden met vermelding van
het resterende nog openstaande saldo.
Een en ander zal geschieden in het
kader van de voortgezette automatise
ring van de belastingdienst, die steeds
meer werk door computers zal laten ver
richten.
Verstedelijking
indammen
is noodzaak
DEN HAAG Minister Schut (Ruuu-
telijke Ordening) beeft in de toelichting
op z(jn begroting meegedeeld met de pro
vinciale besturen te zullen bespreken,
welke maatregelen kunnen worden ge
troffen om, en verdere spreiding van de
verstedelijking tegen te gaan.
De teruggang in de groei van de groot
ste steden stelt opnieuw het probleem
van de bevolkingsspreiding en de sprei
ding van de verstedelijking aan de orde.
De bevolkingsgroei heeft in de kleinere
kernen plaats. Dit geldt in het bijzonder
voor het westen van het land. Volgens
de doelstellingen van de tweede nota over
de ruimtelijke ordening zouden echter
juist de grotere kernen met bijv. meer
dan 50.000 inwoners moeten groeien.
DEN HAAG In de miljoenennota
gaat minister Witteveen (Financiën) er
van uit dat de belastingen volgend jaar
tenminste met 3775 miljoen ongeveer
13.5 percent zullen toenemen. Het
belangrijkste aandeel in de stijging le
veren de loonbelasting (rond 1550 mil
joen meer) en de omzetbelasting (rond
700 miljoen meer).
Het totaal van de belastingramingen
voor volgend jaar is gesteld op 31.769
miljoen. Een kleine vijf miljard hiervan
gaat naar het gemeentefonds, het pro
vinciefonds en het rijkswegenfonds.
Voor het rijk resulteert 26.883 mil-
Los van de tijdelijke verhoging van
een aantal belastingen met drie percent
per 1 januari, zullen enkele hogere
belastingen in 1971 914 miljoen meer
opbrengen, als volgt verdeeld: hogere
omzetbelasting 655; verhoging opcenten
motorrijtuigenbelasting 78; wijziging
van de zgn. autofictie bij de inkomsten
belasting 80; wijziging in de fiscale
investeringsfaciliteiten 50; nieuwe wet
op de vennootschapsbelasting 35; diver
sen 16.
miljoen. Deze verlagingen betreffen:
Vermindering van de tijdelijke op
brengst van de omzetbelasting, waaron
der heffing op investeringen 370; verla
ging invoerrechten (Kennedyronde )80;
correctie loon- en inkomstenbelasting
330; herziening inkomstenbelasting 30;
gewijzigde winstberekening verze-
ringsmaatschappijen 45; vervallen com-
missarissenbelasting 20.
De niet-belastingontvangsten worden
voor 1971 671 miljoen hoger geraamd.
Hiervan komt 574 miljoen uit winsten
yan overheidsbedrijven.
DE. .^BELASIIMGPRUK