WAT ZIJN DAT TOCH, JAPANNERS Een onverbeterlijke verbeteraar Reis om de wereld in tachtig dagen DOOR BERTUS AAFJES EEN SPROOKJE ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1970 De Japanners zijn grote natuurliefhebbers, zegt men. Het is bijna een axioma, dat ieder een op de wereld uit het hoofd kent. Inder daad, <je Japanners zijn grote natuurlief hebbers. Er zijn er geen grotere. Zij houden zoveel van de natuur dat zij de natuur van haar natuur beroven. Klein van postuur zijnde kweken zij reuzen, verliefd op bloe men zijnde maken zij namaakbloemen van papier en plastic. Zij leggen tuinen aan, niet van bomen en gras, maar van zand en ste nen. Beroemde Japanse landschappen bou wen zij kunstig na in miniatuur op een thee blad en dit zijn maar enkele voorbeelden, want zij liggen voor het grijpen. Zij beste den er bijvoorbeeld jaren aan om een nor male pijnboom in zijn groei te belemmeren tot hij een dwergboom geworden is, maar met hetzelfde enthousiasme fokken zij een gewoon Japans mensenkind met bier en pap op tot hij opgegroeid is tot een soemo-reus. Geen vrouw gedraagt zich zo bevallig als een Japanse geisja in haar geisjadracht te bevallig vindt menige westerling maar op het Kaboekitoneel, waar stukken alleen door mannen gespeeld worden, spelen dezen de geisjarollen zo voortreffelijk, dat vol leerde geisja's naar de Kaboekischouwburg komen om er van de mannelijke spelers te leren hoe het nog beter kan. De Japanner is een onverbeterlijke verbeteraar. Hij ver betert zelfs de natuur. Westerse muziekins'i umenten zoals de grote vleugel hébben hun intree gedaan in de Japanse muziek. De industrie heeft die behoefte gezien: hier worden de snaren gespannen. Modern speëlgoed in een Japans warenhuis. Westerse namaak of Japanse inspiratie van het Westen? ervaart men onmiddellijk dat hier het moderne kunststreven, waarin het naakte object of de naakte materiële structuur van het ding in zich als kunstdoel gezien wordt, reeds lang. avant la lettre. zo gezien werd in middeleeuws .Japan. Trouwens een keizer in Kioto liet duizend jaar gele den reeds op een maannacht in de zomer een lapje witte zijde over een stenen lantaarn in zijn tuin leggen en hield toen met zijn hofdames en hove lingen een nachtelijke sneeuwkïjkers bijeenkomst in zijn tuin een daad die nauwelijks geëvenaard kan wor den door een artiest die in het Stede lijk Museum met een nieuwe authen tieke artistieke vondst debuteren moet. Ga een voormiddag naar het Kaboekitheater, een namiddag naar een toernooi voor soemoworstelaars of een avond naar een geisjahuis, en gij zult tot uw verbazing de pure Ju gendstil in levende lijve zien zij is hier eeuwen oud en nooit door Wes terse kunstenaars overtroffen of geëve naard. Dezen ontdekten haar trou wens door de Japanse prent. Ik geloof niet dat het overdreven is te zeggen dat de Japanse prent en het Japanse levensgevoel dat eraan ten grondslag ligt de bakermat is van de moderne kunst. De Franse impressio nisten niet langer tevreden met een realistische weergave van de na tuur ontdekten de Japanse hout- blokprent; Van Gogh en Gaugin ver zamelden er duizenden van en met hun prenten drong het Japanse na tuurgevoel in hun werk door en vor men zij de natuur naar het beeld dat de mens er zich van wenst te maken. Wegbereiders Als men ergens met de legende wil afrekenen dat Japanners navolgers zijn, dan wel op dit gebied. Zij zijn wegbereiders geweest en hebben op bijna alle gebieden van dc kunst eeu wen eerder kunstvoorwerpen en kunststijlen voortgebracht die het Westen eerst in de laatste eeuw als prestaties van eigen vinding bracht. Japanners (zei ik) houden zoveel van de natuur dat zij de natuur van haar natuur beroven. Dit is de eerste les die zij nadat hun isolement door commodore Perry verbroken was aan de wereld doorgaven. Hoezeer de ze de les geleerd heeft, kan men vandaag in ieder museum van moder ne kunst ter wereld zien. Laatst had ik een lezing gevolgd van een Russische diplomaat over Enkoe, een Japanse beeldhouwer (deze wan delende monnik uit de zeventiende eeuw maakte duizenden houten sculp turen in Japan van vaak puur expres sionistische aard). Ik was na afloop van de lezing doodmoe van weer een dag hollen en stilstaan in Tokio dat ik in de bar van het „International Hou se" neerzakte op een kruk achter een pot bier. Naast mij zat een Ameri kaanse professor in de economie die les gaf aan een universiteit op de Filippijnen en die aan een ongewoon dikke Japanner naast hem uitlegde dat hij de Japanse economische explo sie als een wonder beschouwde en dat dit wonder, naar zijn idee, nog steeds zijn top niet bereikt had. maar dat het ongehinderd een opwaartse lijn zou blijven volgen hier beschreef hij deze lijn voor de zoveelste keer. het Nederlands paviljoen de hele Expo bestond, volgens hem, uit film trucage. In geen paviljoen had hij een plek gevonden om zo maar rustig te kunnen gaan zitten kijken naai een schilderij. Een Memline of een Rem- Ik opperde: of een Van Gogh. Maar hij antwoordde niet meer. Het laatste wat ik van hem zag, was dat hij als een slingeraap hing tegen de witte tegelwand van de restroom. Ongetwijfeld is het Nederlandse pa viljoen een grootse schepping ik had het nog niet gezien maar op die barkruk begon ik te fantaseren, wat ik gedaan zou hebben als ik een vinger in de Expo-pap gehad had. Ik had niet meer dan een hoekje nodig gehad. Ik had er de drie Van Goghs gehangen die Vincent schilderde naar Japanse prenten. Ik had cr de drie Japanse prenten naast gehangen, die naar ik meen. nog steeds in het bezit zijn van ingenieur Vincent van Gogh. En ik had er heel groots drie prachti ge gekalligrafeerde haikoes naast ge hangen die in drie regels van drie beroemde haikoedichters een thema behandelden, dat correspondeerde met de voorstellingen op de prenten en schilderijen. Er had boven de ingang van dat zaaltje niets anders hoeven te staan dan een kleine variant op Dan- tes inscriptie boven de poort van de Hel: Wie hier binnentreedt treedt bin nen in het rijk van moderne kunst (of hij daarmee alle hoop laat varen is een andere zaak). Iedere Japanner zou hel begrepen hebben, hij zou geweten hebben dat hij eindelijk eens als een baanbreker gesignaleerd werd. Ik denk dat hij bijzonder gevoelig geweest zou zijn voor deze Nederlandse geste. En nu wij toch op een barkruk kun nen doen wat wij willen, wij zouden de Japanner ook even een beeld van dc Nederlander hebben willen geven. Een verstaanbaar beeld dat hem uit het open hart gegrepen is en dat geheel verteld kan worden met zijn eigen woorden. Een Japanner spreekt, vooral in bepaalde sprookjes, een taal die ons Nederlanders gemakkelijk in het gehoor ligt. Niet voor niets is de Japanse steenhouwer in Multatuli's versie klassiek geworden in de lage landen. Het bezit als meer Japanse sprookjes een merkwaardige synthese van de Japanse drang tot perfectione ring en het Japanse gevoel voor be rusting en resignatie. Kenmerken die een Japanner gemeen heeft met een bewoner van een land dat ontworsteld werd aan de zee. Want ons Luctor et Emergo maakt een diepe indruk op hem, daar hij zelf bewoner is van een land. dat zover het bewoonbaar is. regelmatig geteisterd wordt door nat- tuurrampen. De hele tekst van mijn Nederlandse sprookjes zou niet meer beslaan dan een briefkaart, men zou er op de ene zijde Nederland op kunnen afbeelden zoals het oorspronkelijk was (wat aanslibsel van vreemde rivieren zoals Lodewijk Napoleon het noemde) en wat het uiteindelijk werd onder de magische moninkshand van generaties waterbouwkundigen. „Een Nederlands sprookje", zou er staan op de keerzij de van de kaart," vrij naar een Ja pans sprookje". En dit zou dan de tekst zijn: zeggen dal ik geenszins het machtigste wezen op aarde ben. Als ik de aarde met mijn stralen vergulden wil, dan komt er en in het bijzonder boven Nederland steeds een wolk voor mijn gelaat. De wolk is machtiger dan ik. Als gij uw dochtertje niet het machtigste wezen op aarde trouwen wilt, vraag dan de hand van de wolk." De ouders zeiden de zon vaarwel en begaven zich op weg naar de wolk. Nauwelijks hadden zij de wolk bereikt of zij vroegen of hij trouwen wilde met hun dochtertje. „Vanwaar de eer?" vroeg de wolk verbaasd. ..Omdat gij het machtigste wezen op aarde zijt." zeiden de ouders. De wolk dacht diep na. Het was een grote eer om met een Nederlands meisje getrouwd te zijn. Maar de waarheid ging hem boven alles, „liet spijt mij." zei de wolk. „Ik ben inderdaad een machtig wezen en geen Nederlander, die van zonlicht houdt, zal dit ontkennen. Vraag dus de wind of hij uw dochtertje trouwt". De ouders zeiden de wolk vaarwel en begaven zich naar de wind. Nauwelijks hadden zij hem bereikt of zij vroegen hem of hij trouwen wilde met hun dochtertje. „Vanwaar de eer?" vroeg dc wind verbaasd. „Omdat gij het machtigste wezen op aarde zijt," antwoordden de ouders. De wind snoof van trots. Wat was er eervoller voor hem dan een Nederlandse vrouw aan zijn zijde? Maar hij was even waarheidslievcnd als de zon en de wolk. „Het spijt mij, lieve vrienden." antwoordde hij. „Zeker, zeker, ik ben machtig. Als een volk daarover mee kan spreken, dan is het uw volk. Maar er is toch een ding dat machtiger is dan ik. Dat is dc dijk. Hij breekt mijn vlucht. AI jaag ik de zee nog zo op. De dijk houdt haar tegen. Nee, lieve vrienden. Als gij werkelijk uw dochter wilt laten trouwen met hel het machtigste wezen op aarde, gaat dan naar de dijk". Dc ouders namen afscheid van de wind en gingen op zoek naar de dijk. Nauwelijks hadden zij hem gevonden, of zij vroegen of hij trouwen wilde met hun dochtertje. „Maar waarom dat?" vroeg de dijk ongelovig. „Omdat gij het machtig ste wezen op aarde zijt." antwoordden de ouders. „Ik?" riep de dijk schaterlachend. „En gij zijt Nederlanders, weet gij dan niet wie de dijk maakt? Een eenvoudige Nederlandse jongen. Hij kan mij maken en breken. Als gij het machtigste wezen op aarde wilt vinden, zoek dan een Neder landse jongen en verbind hem in de echt met uw dochter." En zo deden de Nederlandse ouders. Zij trouwden hun Nederlandse dochter met een Nederlandse jongen. En het jonge paar leefde lang en gelukkig. Hun kinderen waren Nederlandse kinderen, die kinderen bouwden dijken, die dijken hielden de wind tegen, dc wind joeg de wolken voort over Nederland, de wolken verborgen de ion, die wij daarom zelden of nooit zien, en die zij en onze buurman daarom nog steeds beschouwen als het machtigste wezen op aarde. ken van de thee zelf voor Westerse begrippen in het niet verdwijnt Deze onverzadigbare neiging tot per fectionisme en omscholing van alle dingen is er ook de oorzaak van dat de Japanner zoveel Westerse uitvin dingen perfectioneert. Smalend zegt men daar dat de Japanner zelf niets uitvindt, alleen maar de uitvindingen van anderen verbetert. Dit is niet alleen een halve waarheid, het zal op den duur ook een noodlottige vergis sing blijken voor wie haar maakt. De Japanners hadden eenvoudig het ge luk ruim een eeuw geleden op te duiken uit een isolement dat hen in de middeleeuwen gehouden had. Een Japanner heeft de autp niet uitgevon den noch de trein. Een Nederlander- trouwens ook niet. Het is zelfs de vraag of hij een fiets heeft uitgevon den waarschijnlijk heeft hij hem alleen maar verbeterd net als de Japanner. Japan behoefde de techni sche kennis van het Westen nu een maal "niet meer te zoeken want deze was reeds gevonden., dat is geen schande. Dat Japan vandaag onge twijfeld meetelt op het gebied van de wetenschappelijke research bewijzen de nobelprijswinnaars wel die het land telt. Stilering Het is niet mijn bedoeling de legende van de Japanner, die slechts na kan maken wat anderen hem voorgedaan hebben, de wereld uit te helpen. Deze heeft zijn langste tijd nu wel gehad en is bezig zichzelf te overleven. Maar wel zou ik eens willen wijzen op de enorme invloed die het Japanse na tuurgevoel op de ontwikkeling van de moderne kunst in de wereld gehad heeft. De Japanner is in zijn zucht tot stilering van het voorhande zijnde zo ver gegaan dat hij gedurende zijn gehele cultuurgeschiedenis figuren en situaties gecreëerd heeft die men als voorlopers van de moderne kunst kan aanwijzen, ja, als zuivere uitingen van moderne kunst, lang voor zij in Europa bekend of gerealiseerd waren. Als men de indrukwekkende Zentuin in Kioto ziet van zand en stenen, dan Tohko Adachi is een van de voornaamste Japanse artiesten op het gebied van -«e Ikebana de oude Japmse kunst van het bloemschikken. Daarnaast geniet de produkiiv tbloemen in Japan een grote belangstelling. waarop de Japanner dit' doet. Wij laten de natuur de natuur. De Japan ner denatureert haar min of meer, hij bezielt ieder natuurlijk gegeven met. een menselijke idee on haalt het daarmee uit zijn natuurlijke verband. Een boeket van een Japanner is geen kleurensymfonie maar een lyrische uitdrukking van een kosmisch princi pe. Een tuin is meer een theologische dan een geologische aangelegenheid. Het werkelijk onvervalste Japanse' theedrinken is een esthetische en ethi sche gebeurtenis, waarbij de wijze waarop dit gebeurt een zelfstandig leven gaat leiden en waarbij het drin-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 13