„WE
WORDEN
VUILNISBAK
VAN
HEEL
EUROPA
Politiecommissaris Kurt Domander:
/""ommissaris
KURT
DOMANDER
(84), hoofd van de
vreemdelingen
politie van
Stockholm, is een
man met scherp
omlijnde opvattin
gen, die van zijn
hart geen moord
kuil maakt. Wat
hij zegt, komt
hard aan: „De
enige sympathieke
buitenlanders in
Zweden zijn de
toeristen. Wat
verder ons land
bezoekt, geeft
alleen maar over
last. Ik wou, dat
wij het tuig
buiten de deur
konden houden.
Maar in Zweden
is iedereen
welkom, wij
leggen de
vreemdelingen
in de watten.
Daarmee maken
wij ons zelf tot de
vuilnisbak van
heel Europa, zelfs
van de wereld."
Om dat te illustreren haalt hij uit
zijn bureaulade de arrestantenlijst
van de voorbije nacht. Er staan 90
namen op, 39 buitenlanders. Van hen
werden er tien gegrepen voor verdo
vende middelen. "In Stockholm is het
aandeel van de vreemdelingen in de
criminaliteit ongeveer veertig pro
cent", aldus Kurt Domander. „En ik
ben overtuigd, dat er nog veel sterke
re cijfers uit de bus zouden komen,
als het politiekorps niet zwaar onder
bezet was". De afdeling vreemdelin
genpolitie heeft 36 manschappen
waarvan de helft gewoonlijk niet be
schikbaar is. "Mijn mannen maken
dertig tot veertig overuren per maand.
Verleden week had ik zegge en
schrijven één agent om in de city een
oogje in het zeil te houden. Dat is
toch compleet belachelijk?''
Service
Hij i stelt, dat er duidelijk sprake is
van een vreemdelingenprobleem, "ook
al zegt de regering van niet". Zweden
gaat, aldus de commissaris, veel en
veel te ver in het verlenen van gast
vrijheid en service aan buitenlanders.
"Zelfs figuren, die illegaal zijn bin
nengekomen, hebben bij ons een
prinsheerlijk leventje na hun arresta
tie. Ik kan U helaas de cellen niet
laten zien, waarin wij ze verzorgen.
ZATERDAG 25 JULI 1970
Steekproeven op het centraal station
Ze krijgen een maand gevangenis
straf, maar menigeen zou met hun
willen ruilen. Daarna volgt deportatie,
op kosten van. de Zweedse schat
kist".
Zweden is sinds vele jaren het eldora
do voor politieke vluchtelingen. Kurt
Domander:"Ik vind het prachtig, dat
wij mensen opnemen uit Polen >of
Tsjechoslowakije. Ook met de Ameri
kaanse deserteurs, die hier asiel zoe
ken, zou ik vrede kunnen hebben mits
ze zich verder keurig gedroegen. Maar
het gaat mij te ver, dat iedere wille
keurige vreemdeling, die zijn geld op
heeft, zich in Zweden tot de politie
kan wenden en meteen geholpen
wordt. Ja, wij betalen zelfs de ticket
voor zijn terugreis. Dat weten ze al
tot in Tunesië en Marokko. Iedere
lente komen ze uit Noord-Afrika, om
van onze gastvrijheid misbruik te ma-
Op 1 juli 1969 werd in Zweden een
strengere controle op de toelating van
buitenlanders van kracht. Kurt Do
mander: "In de praktijk is daarvan
nog weinig terecht gekomen. Op de
eerste plaats kennen wij aileen maar
pascontrole aan de buitengrenzen van
Scandinavië. Wie dus eenmaal over de
Deense grens is, kan ongehinderd
Zweden binnenkomen. Bovendien heb
ben wij geen vat op de vreemdelingen
uit onze buurlanden waarvan vooral
de Finse hippies dankbaar gebruik
maken. En wat de interne politiecon
trole betreft, ik heb er sinds vorig
jaar juli niet één man bijgekregen".
Voorbeelden
„Het onderhoud van de buitenlanders
kost Zweden vele miljoenen per jaar",
aldus commissaris Domander. Hij
noemt bijna onwaarschijnlijke voor
beelden. „Wie zigeuner is, heeft het
hier zeer goed. Op de eerste plaats
betalen wij het volledige levensonder
houd, en verder ontvangt men per
kind nog eens bijna drieduizend kro
nen, dus ruim tweeduizend Neder
landse guldens per maand aan school
geld. Of het kind ook werkelijk on
derwijs volgt, is niet van belang. Zo
iets komt toch in de hele wereld niet
Dan het verhaal van een vliegtuigka
per: „Een Griekse officier vliegt met
zijn gezin naar Albanië. Twee maan
den later duikt het hele stel in Stock
holm op. Man, vrouw en twee kinde
ren. Het ging ons tienduizend kronen
per maand kosten. Eerst namen ze
genoegen met een hotel, maar later
wilden ze een eigen woning. De uitzet
kostte dertigduizend kronen. Toen het
huis goed en wel betrokken was,
bleek het voor de Griek niet dicht
genoeg bij het stadscentrum te liggen.
Hij mocht tenslotte een hotelsuite ne-
HIPPIES
IN
STOCKHOLM
(III)
tweehonderd kronen per
Grote problemen heeft Ifturt* Doman
der kortgeleden gehad met een groep
jonge Turken: „Er zat een man in
Stockholm, die Turkse jongetjes van
veertien jaar naar Zweden haalde om
hier te werken. Hun ouders betaalden
hem vijfhonderd dollar en hij gaf ze
op als zijn zoons. Op zeker moment
werkten' er driehonderd van die kin
deren in Stockhólmse restaurants. Wij
hebben een razzia gehouden en er tot
dusver tweehonderdzestig kunnen
pakken. De man werd uitgewezen.
Van de kinderen had de meerderheid
dysentrie, omdat ze abominabel slecht
verzorgd werden. Wij vonden er elf,
die leefden in een oude garage. Alles
moest naar het ziekenhuis. Twaalf
konden er direct gedeporteerd worden.
Het heeft de staat kapitalen gekost".
Vorige herfst zat hij met 27 Pakis
taanse zigeuners: „Dat is de duurste
zaak uit mijn carrière geweest. Ze
bedreven hier een illegale handel in
horloges. Voordat ik ze eindelijk op
het vliegveld kon zetten, waren wij al
tonnen kwijt aan hun levensonder
houd. De tickets voor de terugreis
naar Karachi kwamen natuurlijk voor
rekening van Zweden, dat waren ze
venenzestigduizend kronen. Het
grapje heeft maar een paar weken
geduurd. En het mooiste is: de buiten
lander, die op deze manier door de
Zweedse overheid wordt geholpen
hoeft nooit één cent terug te beta-
Verval
Op dezelfde, zakelijke toon spreekt
commissaris Domander over de bui
tenlandse hippies in Stockholm: „Ik
zeg u dit ronduit. De hippies zijn voor
mij de zieligste groep,
vreemdelingenpolitie te maken heeft.
Uiteindelijk gaat het om kinderen, die
nauwelijks enig benul hebben van het
leven. De jongelui komen meestal als
toeristen, met de beste bedoelingen.
Maar dan ontdekken ze, hoe duur
Zweden is. Binnen een week zijn ze
door hun geld heen. Dan begint de
ellende: ze sluiten zich aan bij hun
lotgenoten, bij het tuig met criminele
ervaring. Zo ontslaat hier iedere zo
mer een internationale bende. Hun
inkomsten verwerven ze door handel
in narcotica en door op grote schaal
te stelen in de warenhuizen".
Het onderbezette politiekorps van
Stockholm is machteloos. „Wij kunnen
niet meer dan vijfendertig tot veer
tig procent van dit soort misdrijven
oplossen. Dat weet de jeugd verdomd
goed. Onze afdeling moet het hebben
van steekproeven bij de opvangcentra
in de binnenstad, op „Stockholmster-
rassen" of bij het centraal station.
Donderdag heb ik weer een razzia
gepland. Veertig man in uniform, vijf
tien in burger. Dat levert altijd wel
een vijftig arrestaties op".
In Nederland herinnert men zich de
moord, enkele jaren geleden, op de
homofiel Henk Drost in Stockholm.
Kurt Domander: „In die tijd zaten er
veel buitenlandse zwervers in de leeg
staande oude huizen rond de Kathari-
na-kerk. Intussen is daar alles gesa
neerd, maar dezelfde toestanden doen
zich nu voor in andere buurten. De
hippies trekken van de ene bouwval
in de andere, wij hebben er nauwe
lijks vat op. Bovendien huizen ze veel
op campings. En natuurlijk weet een
flink percentage hier een Zweeds
grietje aan de haak te slaan, waar
mee ze voor de zomermaanden in de
voorsteden samenleven. Op die manier
onttrekken ze zich aan de aandacht
van de politie".
Uitwijzingen
Commissaris Domander berekent, dat
er per jaar gemiddeld 1700 buitenlan
ders via zijn afdeling worden uitge
wezen. Hij zegt: „Het grootste percen
tage zijn Finnen. Zij komen vooral
naar Stockholm om hier alcohol te
verkopen. Er is een gemakkelijke
bootverbinding met Helsingfors. Het
gaat om mensen van twaalf tot tach
tig jaar. Wie op heterdaad betrapt
wordt, krijgt van ons meteen een
kaartje voor de terugreis".
Hij opent de deur van een kast en
laat grijnzend de stapels bootkaartjes
zien: „Wij kopen ze met grote partijen
tegelijk, dat is voordeliger. Dit zijn er
bij elkaar zo'n vierhonderd. Kan ik
een paar maanden mee vooruit. Mor
genvroeg zetten we zestig knapen op
de boot. De rijkspolitie betaalt, ik
schrijf alleen de rekeningen. Is het
geen dwaze toestand?"
Kurt Domander vreest, dat er in Zwe
den spoedig een haat tegen de buiten
landers zal groeien, als de regering
niet snel de service-verlening aan ie
dere willekeurige vreemdeling dras
tisch beperkt. „Onze bevolking heeft
met veel inspanningen deze wel
vaartstaat opgebouwd. Waarom moe
ten de buitenlanders daar misbruik
van maken? Ik vind het correct dat
iemand die in Zweden komt werken
goed behandeld wordt. Maar de rest
zouden ze zonder pardon moeten te
rugschoppen naar het land, waar ze
vandaan komen".
Snel vinden
„En de buitenlandse hippies", zo ver-,
volgt hij, „moeten we zo snel mogelijk
in hun kraag pakken. Hoe eerder ze
buiten onze grens staan, hoe beter het
voor ze is. Hier zakken ze binnen een
maand af tot misdadige elementen, tot
klaplopers van de maatschappij, tot
dieven, tot alcoholici en verslaafden
aan verdovende middelen. De Zweedse
regering neemt het niet zo tragisch,
maar ik word dagelijks met hun el
lende geconfronteerd. Stockholm is
voor de buitenlandse jeugd levensge
vaarlijk".
Commissaris Domander vreest de zo
mer van 1970: „Alles wijst erop, dat
het ditmaal hard zal toegaan. Ik pro
beer de ontwikkelingen voor te blij
ven ondanks een tekort aan man
schappen. Sinds vorige week heb ik
voortdurend vier man in burger in
het centraal station. Ze drinken er
rustig een kop koffie. Na enige tijd
stuur ik vier geüniformeerde agenten
naar binnen. De mannen in de restau
ratie kunnen dan precies zien, wie zich
uit de voeten maakt. Iedereen wordt
meteen gegrepen. Het is een methode,
zie ik zelf heb uitgedacht".
En ze schijnt effectief te zijn, getuige
een dagelijks gemiddelde van 30 tot
40 arrestaties door de Stockholmse
vreemdelingenpolitie. Kurt Domander,
op de bovenste verdieping van het
„Polishuset" aan de Kungsholmsgatan,
bereidt intussen zijn zomervakantie
voor: ,„Ze kunnen zoveel rotzooi
schoppen als ze willen, maar dat ge
noegen laat ik me niet afnemen. Mijn
hobby is reisleider, ik doe het al bijna
dertig jaar. Ik ben al over de hele
We betalen
zelfs ticket
terugreis
wereld gevlogen". Hij kan dus wel
een beetje vergelijken tussen Zweden
en andere landen. Zijn conclusie is,
dat Zweden zijn gastvrijheid zwaar
overdrijft. Tot schade van zichzelf,
maar ook van zijn gasten.
JAN DERIX (SLOT)
saneringsbuurl naar de andere gedreve
Kurt Domander, hoofd van de Stockholmse vreemdelingenpolitie