LEIDENAAR G.DUSEE KIND AAN HUIS BIJ BERBERS in Tentoonstelling OASE 70' Leiden ANTWERPEN BRUSSEL t.r Marokkaanse steenbewerker M r r r i bieden op oasemarkt Rondtrekkende Berbersmid: uilstervend beroep LEIDEN. „Een oase wordt meestal gezien als een aantal palmbomen, staande ergens m het uitgestrekte zand van de Sahara. Op de tentoonstelling ..Oase '70" wordt dit beeld enigszins verduidelijkt. Een oase is een \Tuchtbare plaats in de woestijn, bewoond door mensen, die een grote activiteit ontplooien om deze plaats leef baar te houden. Hierbij is vooral de aanwezige hoeveelheid water zeer belangrijk". Dit zegt drs. Gil jam Dusée, conservator van de afdeling Islamgebieden rond de Middellandse Zee aan het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden. Als voorbeeld is genomen het woestijngebied van Zuid-Marokko in aansluiting met dat van Noordwest-Algerije. De hier gebouwde oasen zijn uniek door hun vormgeving: hoogbouw in burchtvorm, ksar geheten. Deze ksour (meervoud van ksar) liggen altijd aan de grens van hun palmaanplant met de rug naar de woestijn en de poort naar de aanplant gekeerd. De oase zelf bestaat uit de begroeide tuinen, waarin de palmbomen op vaste afstanden op de hoeken van de velden staan. Deze velden liggen rechthoeksgewijze verdeeld naar de fracties van de samenleving naast elkaar. Aan de rand van de ksar ligt de markt, waarop ook het ambacht wordt uitgeoefend op een ommuurd plein. Die markt dient vooral als sociale contactplaats voor de stamgenoten uit de verspreide dorpen. Meestal heeft een marktplaats een bezoekersstraal van rond vijftien kilometer, dat is ongeveer drie ezelrituren. Tegenwoordig met de vrachtwagen is dat voor bepaalde markten veel ruimer geworden. Het ambacht wordt door enkele specialisten uitgeoefend en bestaat in hoofdzaak uit pottenbakken, houtbewerken en manden- en mattenvlechten. Daarnaast heeft elk gezin een weefgetouw, zodat ook tapijtweven als ambacht gezien mag worden. De smid is een trekkende ambachtsman, die op geregelde tijden verschijnt om de nodige opdrachten af Ie werken, waarna hij weer verder trekt. Het beroep van smid is echter door de concurrentie van Europese produkten een uitstervènd ambacht. Toerisme Rond 1830 kwam het eerste aarzelende toerisme naar de landen rond de Middellandse Zee. Uit die tijd stamt ook het nog steeds ietwat romantische waas, dat voor de westerling over deze gebieden hangt: de romantiek van de negentiende-eeuwse reisverhalen, doch vooral van Benoits beroemde boek „L'Atlantide" en door het tot veler verbeelding sprekende Vreemdelingenlegioen. Zelfs het oudste stripverhaal ter wereld (1836) werkte daaraan mee; dat in zeer gekuiste vorm nog wordt gelezen' en in het Nederlands „De avonturen van mijnheer Prikkebeen" heet. Dat dit alles een zeer verkleurd beeld geeft van het huidige leven in Noord-Afrika zal duidelijk zijn. Drs. Giljam Dusée heeft met zijn vrouw een kwartjaar in een Berbergemeenschap geleefd; van eind augustus tot half november van het vorig jaar. Hij bestudeerde daar hun „Maatschappij Anno 1970". „Van de Berbers is nog steeds ontstellend weinig bekend. Ze zijn zeer gastvrij, spreken een eigen taal het Berbers hebben een hekel aan het Arabisch en de Arabieren, redenen waarom zij tegen vreemdelingen bij voorkeur Frans spreken". Het echtpaar Dusée werd volledig in hun gemeenschap opgenomen, zodat zij het leven in vele vormen uiteraard met inachtneming van islamitische taboes mochten meebeleven. Fata morgana? Wanneer de reiziger de woestijn Intrekt, dan kan het gebeuren, dat hij in de verte na het gele zand de spiegeling van groen en bruin gaat zien. Dal kan een fata morgana betekenen, maar wanneer dat niet zo is, dan wordt het beeld langzaamaan duidelijker. Hij ziet de palmbomen en ook enkele verdiepingen hoge huizenblokken. Hij ziet een hoge muur, die de hulzen omsluit en er zelfs één geheel mee vormt. De woonplaats blijkt dan een burcht te zijn met slechts één, zorgvuldig gesloten poort. Achter die poort ligt een binnenplaats, waaraan de moskee gelegen is. Na een tweede poort te zijn doorgegaan ligt een aardedonkere gang voor hem, die kronkelend onder de huizen doorloopt. Vroeger was zo'n beveiliging voor de bewoners noodzakelijk, maar nu zal de reiziger er vriendelijk worden ontvangen en zal de hand va.i een bewoner hem binnenleiden in de oaseburcht, de ksar. Vanzelfsprekend is niet elke oase zoals hier geschetst, maar het type komt veelvuldig voor achter de bergketen van de Grote Atlas in de westelijke Sahara. Bewoners Oude levensvormen vallen ten offer aan moderne tijden k n de vroegste woestijnbewoners, de Haratin, die verwant zijn met de Ethiopiërs. De tweede groep bestaat uit Berbers en Arabieren, die hel nomadenbestaan hebben opgegeven en gevestigde landbouwers zijn geworden. Zij hebben moestal de macht in handen. Zij zijn de meesters en de negroïde Haratin hebben het recht voor hen te mogen werken tegen een vijfde deel van de opbrengst van de akkers. De Berbers en Arabieren zijn echter minder raszuiver dan sommige bedoeïenengroepen en de Toearegs. Joodse Berber- en bedoeïenengroepen zijn met elkaar vermengd en vormen nu hetzij Berbers, he.zij Arabisch sprekende groepen. De Berberssprekenden wonen in oasen, zoals deze hier zijn geschetst". ..De organisatie van het dagelijkse leven ligt hoofdzake lijk in de verdeling van het werk tussen de man en de vrouw. De vrouw staat 's morgens om half vijf op om de dieren te voeren met gras, dat de avond tevoren van de akkers is meegebracht. Dc koeien gaan naar de builenstallen, dc schapen naar het keukenbalkon boven het huis- De vrouw maakt vervolgens de ochtendpot klaa waarna zij naar de akker gaat. Hier blijft zij tot ongeveer negen uur. De man staat op dezelfde tijd op als de vrouw, reciteert uit de Koran, doet wat klein werk rond het huis, zoals het opruimen van de mest, het slijpen van gereedschap of hel plukken van wat mint voor dc ochtendthce. Dan eet bij samen met de vrouw en dc (eventuele) kinderen en andere huisgenoten. Wan neer de vrouw op de akker is doel hij wat lichte klusjes of gewoon niets. Alleen in de oogsttijd gaat hij mee naar het veld, waar hij voorts alleen maar komt voor het be vloeien van de akkers of het verrichten van zwaarder werk, als hij tenminste niet beschikken kan over een werkkracht"- Het middagmaal bestaat uit vlees, groenten, saus en brood. Hierbij wordt karnemelk gedronken, 's Avonds om ongeveer acht uur eet men de beroemde koeskoes. Hierna drinkt men nogmaals thee en gaat de man zijn laatste voorgeschreven gebeden doen. Dan is de dag voorbij en men gaat slapen. Markt De markt heeft altijd een belangrijke rol in de Berbcrsamenleving gespeeld. Men kan er tegenwoordig alles kopen wat ook te vinden is op de markten van steden als Marrakesj en Fez, omdat de vrachtauto in staat is in één nacht van de stad naar de oase te rijden. Men vindt er dan ook verse groenten, blikvlees, Nederlandse boter en moderne kledingstoffen als nylon in de traditionele kleuren. De markten (die geen ruilplaatsen meer zijn, met uitzondering van de ruilhandel dadels-zout en wel een zak dadels tegen een Vrouwen: dagelijks kinderen verzorgen dagelijks op het land werken Het zijn de ontmoetingscent ri >rden aangeni bij uitstek van de thuis. Als die er mei dat het oude wijfjes die er het oudste beroep zijn, dan mag wereld uitoefenen. He', gouvernement gebruikt de markten ook om lot een zekere belastingheffing te komen. Aan de ingang staat een ambtenaar, die verplicht is om alle inkomende personen te controleren op het meebrengen van goederen. Naar de hoeveelheid daarvan moet men dan een bepaald bedrag betalen, ongeacht of het verkocht wordt of niet. Iemand, die met lege handen komt, hoeft niets te betalen. Wat zijn nu de levensvoorwaarden van de oasebewoner in de steeds moderner wordende maatschappij? Er zijn voor hem een paar voordelen aan te wijzen: de opkomst van de vrachtauto bracht hem in contact met een andere wereld. Via de markt krijgt hij ook de goederen van die wereld binnen, hoewel ze meestal nog buiten zijn financiële bereik liggen. De voedselsituatie is minder ernstig, indien hij tenminste dc middelen heelt om nieuwe produkten te kopen. Het afzetgebied voor zijn dadels is ruimer geworden, maar andere dure produkten zoals thee en suiker hebben een nieuwe plaats verworven in de rij van dc consumptiegoederen. Oude, vertrouwde beroepen worden zeldzamer, als gevolg van de import van goedkope artikelen uit de Zuideuropese landen. De oasebewoner kan echter nog lang niet meedoen met deze nieuwe maatschappij, zijn levensgewoonten zijn op de geldeconomie nog niet ingesteld, hoewel deze zich wel op hem instelt. Daardoor leidt dc oasebewoner een marginaal bestaan, dat niet meer te vergelijken is met een vroegere bloei, toen de oasen nog centra waren van cultuur en handel. Hoewel de geografische situatie zich niet heeft gewijzigd, is de oase door de contacten met de westerse wereld toch gedoemd om te worden tot een gebied, waar alleen maar de indolenten achterblijven om daar volgens de oude regels het leven te laten voortglijden. Het tot verdere ontwikkeling brengen kan alleen maar door de landbouw zo sterk te specialiseren, dat er overschotten komen. En dat is bijna onmogelijk, omdat de bewoners reeds het maximum uit hun gronden halen. Het is niet de grond, die de opbrengst bepaalt, maar de hoeveelheid water. Door het toerisme aan te trekken, tracht men hier en daar het levenspeil wat op te trekken en vele oude gebieden danken aan de komst van de toeristen weer een opleving van het oude ambacht, waardoor vele goederen tegen redelijke prijs kunnen worden verkocht. Maar of dit op den duur de levensstandaard van de bewoners van de oude oasen in hel algemeen zal kunnen verbeteren, wordt cendeels gehoopt, anderdeels betwijfeld. De tentoonstelling De tentoonstelling, die th3ns in het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden is ingericht en tot 12 oktober geopend blijft, geeft van het leven in de oase een gevarieerd en zo duidelijk mogelijk beeld, ook wat de algemene situering van de oase betreft. Men komt namelijk de tentoonstelling binnen uit de woestijn en nadert de palmaanplant. die op grote foto's wordt getoond. Vervolgens gaat men naar de poort om op de binnenplaats te komen waarin een aantal vitrines, een opengewerkte maquette van een ksarhuis en de palmhouten poort van de moskee. Door de poort naast dc moskee komt de bezoeker in het eigenlijke woongedeelte van de ksar. Men ziet een drietal theedrinkende marmen en twee Vrouwen, die werkzaamheden verrichten op het keukenbalkon, alsmede een vrouw aan het weefgetouw. Vervolgens komt men op de grote plaats, waar in foto en voorwerp de markt uitgebeeld wgrdl, overgaande in arbeid en ambacht. Als tegenhanger van de oase worden dan nog getoond foto's van het leven ten noorden van het Atlasgebergte. Tenslotte wordt de tentoonstelling begeleid door een diaserie met gesproken tekst er. muzikale omlijsting. Samenkomst van mannen; een natuurgetro Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden beeldengroep op.de tentoonstelling „Oase 70" in het (Van een onzer verslaggevers) BRl'SSEL Als alles goed gaat zal eind volgend jaar de auto- verbinding BrusselAntwerpen een feit zijn. Deze weg is bedoeld als een gedeelte van over tweemaal zes rijbanen liggende gemeenten. geconcentreerde industriële en Dit omvangrijke werk wordt in bevolkingszone doorkruist en drie fazen voltooid. De eerste maar liefst twee wereldhavens omvat de grondwerken voor de op zjjn traject heeft. Zoals gezegd directe autoweg met een weg- heeft de autoweg Antwerpen breedte van 77,5 meter (tweemaal MechelenBrussel tweemaal zes complex van Europa moet worden. Straks zullen tussen Antwerpen en Brussel parallel twee autowegen lopen, namelijk één directe verbinding met aansluitingen te Mechelen en een tweede volgens het klassieke Belgische patroon met op- en de kunstwerken en 't wegdek van de weg met de op- en afritjen en in dc laatste fazc worden de kunstwerken en het wegdek van de directe autoweg aangelegd. Dc autoweg AntwerpenMechelen Brussel maakt deel uit van dc autoweg E-10 (Amsterdam Parijs), die Europa's sterkst landse grens naar Antwerpen heeft er tweemaal drie (veertig Dc verwezenlijking van dc directe autoweg AntwerpenMechelen Brussel is zeer omvangrijk! De weg zelf is ruim veertig kilometer lang en er komen niet minder dan 91 kunstwerken in voor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 13