TON VAN DUINHOVEN De daverende opgang van de „fliebeltjes en flabbeltjes" ■1 '1 ,1 1 „Ik preek tegen de NAVO en tegen de oorlog" ZATERDAG 13 JUNI 1970 Niet dat ik er fortuinen mee verdien, maar toch.. [STERDAM We zitten in het 0 bij 5-tuintje achter het huis, met int uitzicht op belendende platjes, rakke schuurtjes, wasgoed, door inten overwoekerde balustraden lede de Siamese kater des hui die zich onder de wingerd iracht op te dringen aan een vette •.warte poes, wat onder hels ge blaas niet lukt. Terwijl Ton van Duinhoven de Siamees met sonore stem vermanend toespreekt broed ik vergeefs natuurlijk op een vraag, die alle andere vragen over bodig zou maken en die een geheel ander licht zou moeten werpen op Van Duinhovens verbond met Neer- -lands chocoladegiant, de heer Ja- min zelf. Want de geschiedenis van de „fliebeltjes en flabbeltjes en pat- te-patta" is uitgegroeid tot een ware orgie van plezier. Enis er ooit iemand geweest die door het dopen van een kers in de „sukkela" en het spreken van een korte op niets slaande tekst eensklaps een natio nale figuur werd? Ton van Duinhoven geeft toe dat de reclamespots voor Jamin zijn uitge groeid tot een „verschijnsel". Het heeft zelfs de meest gehaaide recla memakers verrast. „Het is enorm geëscaleerd. Verbijste rend hoe het is aangeslagen. Natuur lijk blijft het de consequentie van wat je zelf ontketent. Aan de ene kant soms beangstigend, aan de andere fascinerend". Hoe beangstigend populariteit kan worden onder vond Ton van Duinhoven in het Ajax- stadion, waar hij een stuk van zijn jas kwijt raakte. ,Dat kunnen vervelende dingen zijn, naar het is natuurlijk ook weer niet ■O dat ik eronder gebukt ga. In dat stadion riepen ze: Heeee, Ton., flie beltjes en flabbeltjes, ha ha hhhaaa- hahaha". Een paar mensen grepen mijn jas om te kijken of er echt van die bitterkoekjes aan de binnenkant zaten. Te gek, hè? Wel echt Hol lands. Bestaat mijnheer Jamin echt? Wat is ie voor een soort man? Ton: „Meneer Jamin bestaat heuselijk. Een uiterst charmant man van een jaar of 60, die een prima bedrijf heeft, gevoel voor humor bezit en die zich graag laat amuseren". .Kijk, eerst had ik helemaal geen zin in die zaak. Jamin was van oordeel dat het bedrijf dringend toe was aan een ander imago. Het publiek dacht bij het horen van de naam Jamin nog altijd aan een volkswinkeltje, waar ze zuurtjes verkochten en dat soort din gen. Ze hebben toen meteen het beste reclamebureau in de arm genomen, dat zich speciaal beweegt op het ge bied van de imageverbetering. Toen Gili van Liempd van het reclamebu reau HVR bij me kwam zei ik eerst: ..Ik vond het een beetje goedkoop en •k wilde ook niet te koop lopen met mijn bekendheid. Bovendien vind ik dat het publiek door de reclamema kers schromelijk wordt onderschat. Dat vind ik oneerlijk. De meeste re clamemensen doen alsof ze zich tot een groep debielen richten. Het is vaak een humorloos gedoe, opdringe- veel te overredend. Die weerzin daartegen heeft misschien ook met mijn karakter te maken. Ik krijg snel de pest in als iets me wordt opgedron gen. Als ze het met bloed en al onder mijn neus leggen dan hoeft het gelijk »1 niet meer". „Tussen de HVR en mij is toen een soort overlegsituatie gegroeid. Ik wil de wel akkoord gaan maai- op de voorwaarde dat ik het op mijn eigen wijze zou mogen doen. Zaken doen met een knipoog, want de mensen weten heus wel dat de reclame niet helemaal waar is. Ik wilde het pu bliek juist die dubbele bodem van zo'n boodschap laten zden". Uitdaging Ruim een jaar geleden verscheen het uitdagende pokerface van Ton van Duinhoven voor de eerste maal op het scherm. Het enige wat hij deed was een kers, die hij aan het stokje vast hield, in de „sukkela" dopen, verge zeld van een badinerend praatje over „meneer Jamin die het voor die prijs eigenlijk niet kon maken en er dan ook nog het stokje liet aanzitten" of tekst van gelijke strekking. De reac ties waren direct al indrukwekkend. Ton van Duinhoven kon zich niet over de openbare weg voortbewegen zonder dat men uitbundig bij hem informeer de hoe meneer Jamin het maakte. Ton: „Dat eerste nummer met die kersebonbons werd in nauw overleg gemaakt met het reclamebureauwe wisten toen nog niet hoe het zou overkomen". „Niet dat Ton van Duinhoven met die reclame fortuinen verdient. Heel wat mensen denken dat je van zoiets bin nenloopt. Tot nu toe heb ik een stuk of vijftien van die spots gemaakt alle maal volgens de grondgedachte, dat tekst en beeld iets moeten overbren gen van die specifiek Hollandse sfeer, die er toch echt js. Vandaar dat er in die Jaminreclame iets doorklinkt van: „Hee, mensen, sssst.luister eens. Ssssssst „Ik was gisteren bij Jamin, ik moest er toevallig even wezen. Wat denkt u? Zijn ze opeens vijftien soorten ijs gaan maken. En allemaal even lekker. Volgens mij zijn ze gek geworden bij Jamin. Ton van Duinhoven gaat staan en doet het stukje nog eens „live" over. Voor het open raam van een huis aan de overkant, driehoog staat een vrouw van niet te schatten leeftijd te schokschouderen van het lachen. Ton heeft niets in de gaten en maakt met luide stem zijn act af. Hij vervolgt: „Die Hollandse sfeer. Als een Nederlander ruzie met zijn vrouw heeft dan doet ie dat heel anders dan een Engelsman of een Belg". Weer springt ie op, gaat wijdbeens staan en imiteert een raszuivere Am sterdammer, die „mot heb met ze wijf", die tergend langzaam een sjek kie draait onder het telkens herhalen van de volgende zin: „Op de Biebele- bonse dinges, wonen Biebelebonse din gen en die Biebelebonse dingen heb ben Biebelebonse.ben je klaar met schelden? Op de Biebelebonse dinges Ton: „Het kan een enkel woord zijn dat het succes maakt. Zoals die flie beltjes en flabbeltjes. Die gaan een heel eigen leven leiden en dat bete kent dus dat het aanslaat bij de Hol landse volksaard, bij iets dat je eigen lijk verdomd moeilijk kunt definiëren. Het is iets organisch, van deze bodem, begrijp je me? Dat plantje dat daar in mijn tuin bloeit dat hoort hier thuis en niet in Engeland" Saneringsplannen „Het is vakmatig ontzettend boeiend als je ziet, hoe je met eigenlijk gerin ge psychologische middelen (het idee van „jongens, kom op allemaal sa menspannen tegen meneer Jamin" want dat komplotterige dat ligt de Hollander wel) een geweldig resultaat bereikt. Het imago van Jamin is in derdaad veranderd Ik weet nog dat er vroeger kinderliedjes waren over Jamin. „De koekies van Jamin, daar zit de schurft in". „Na die eerste spot met die kerse- banbons is het een ontzettende toe stand geworden. Enkele dagen na de eerste uitzending konden ze de vraag al niet meer aan. Er was een of ander toeleveringsbedrijf in België, dat hele maal over zijn toeren draaide. Die konden het niet aan. De bedrijfsleider zit nu geloof ik kierewiet in een of ander verpleegtehuis, wat natuur lijk triest is. Maar ik zeg het maar om duidelijk te maken hoe het alle maal escaleert". Zo praat hij anderhalf uur lang Jamin, de fliebeltjes en de roomboter- koekjes met een ribbeltje. En gevaar, dat de Jam in affaire kan ople veren voor het eigenlijke toneelwerk van Ton van Duinhoven. Zal het pu bliek tijdens een opvoering van een dramatisch stuk waarin hij een rol vervult, niet terstond uitbarsten in „fliebeltjesgeroep" Hij vindt dat gevaar wezig. „Nogmaals, ik streef fectie, dat is veel belangrijker dan geld verdienen. Ik geloof dat ik sterk genoeg ben om niet dat Jaminman- netje te blijven". Je zult in het vervolg wel iets verder moeten reiken om een optimale pres tatie te leveren. Af en toe merk je wel iets. Toen Ina er „het vergeetboek" speelden op een moment het woord chocolade uitspreken. Automatisch maakte ik er „sukkela" van en toen ging er een golf van plezier en herkenning door de zaal. Maar ik geloof dat het pu bliek intelligent genoeg is om zich het volgende moment weer in de eigenlij ke spelsituatie in te leven en mij los te zien van Jamin. Over de rebellen van de actie „To maat", die hem waarschijnlijk zullen verfoeien op grond van zijn handlan- gerschap met de behoeftebevorderaars dezer maatschappij, Jamin een belangrijke exponent is, zegt hij: „Ik begrijp de rebellen van vandaag heel best. Ze mogen mij ook wel veroordelen. Maar nogmaals: in zulke dingen volg ik mijn natuur. Het aanvaarden van uitdagingen is mij elementair, dus doe ik het. Die Tomaatjongens moeten niet vergeten dat ik ben opgegroeid in dat consump tiemilieu. dat ik mij conformeer en dat ik juist als artiest zulke uitdagin gen als van Jamin niet uit de weg Nieuwe uitdaging Samen met Guus Hermus, diens Bep Dekker en zijn eigen ina van Faassen heeft Ton van Duinhoven een produktiefirma opge richt, die zich wil richten op het spelen van toneelwerk van Neder landse schrijvers. Het eerste stuk, ge schreven door Dimitrd Frenkel Frank komt half september in Den Haag in première. Het heet „In de holte van je '.Ze spelen er gevieren in. „Het is weer heel wat anders na Jamin, waar we overigens mee door- Loe Lap hield me aan op straat. „Ton ik vind ze geweldig, enorm.het slaat op niks. Het slaat helemaal nergens op". Leuk, hè? Zulke reacties. Simon Carmiggelt en Bert Haanstra hebben me speciaal gevraagd een lijstje ze te maken met data, waarop de Jaminspot op het scherm zou ko- i. Dan konden ze ervoor thuis blij- L. GERRITSE DOMINEE J.J.BUSKES: DEN HAAG Ds. J. J. Buskes steekt zijn zoveelste sigaret op. Dan legt taU hem op de rand van de asbak en staat op. Tussen stapels boeken zoekt h(j een brief. Even is het stil in de werkkamer van de 70-jarige Amsterdamse dominee, die aan de Rooseveltlaan woont. „Ik kan die brief natuurlijk niet vinden", zegt bQ, als hij weer gaat zitten. „Erg jammer. Het was een leuke. Er stond als adressering op: Aan Buskes die overal tegen is. Verder niks. De post heeft de brief keurig bezorgd. Ze kennen me wel. Ik ben in Amsterdam de enige Buskes." Sommigen zien in ds. Buskes be kend als lid van de P.v.d.A., als tegenstander van militarisme en de NAVO, 'n dwarsdrijver, maar ande ren en dat aantal is groter beschouwen hem als de goede zoon van 't Nederlandse volk. Zijn optre den in „de stoel" bij Mies Bouwman is in de smaak gevallen. Hij ver klaarde tenslotte bij een eventueel tweede leven op aarde graag dezlfde vader en moeder en broers en zus ters te willen hebben als de eerste „Op populariteit bouw je niets. Het is een wankele basis. Ik zou het natuurlijk ook weer niet fijn vinden als iedereen 't land aan me had. Je hebt in het leven verrassingen en teleurstellingen. Door de verrassin gen word je bewaard voor moede loosheid, door de teleurstellingen voor hoogmoed. De meesten aan vaarden me wel, geloof ik. Ze weten dat ik meen wat ik zeg en de mensen niet misleid. Die goodwill wil ik gebruiken als gelovige. Ik ben niet bereid om excuses te vragen voor mijn geloof. Een waardering als „hij is dominee, maar toch een aardige vent" kan me gestolen worden. Ik wil niet gepre zen worden minus mijn geloof, mi nus mijn christen-zijn". Onderwerpen bij de vleet. Tolerantie bijvoorbeeld. „Tolerantie wantrouw ik soms", zegt hij. „Ze laten je vaak praten, omdat ze weten dat het geen kwaad kan. Op het ogenblik preek ik tegen de oorlog, tegen de NAVO. Ik krijg er binnen mi in Kerk alle ruimte '-no-' Dat is een tolerantie die ze zich kunnen permitteren. Want de meeste mensen zullen toch niet achter me aanlopen. De mensen van de oppositie zijn soms onverdraagzaam Die neiging hebben provo's en studenten. Ton Regtien heeft bij de bezetting van het Maagdenhuis bijvoorbeeld ge zegd: Samkalden is een smerige hypocriet. Onverdraagzaamheid is een gevaar dat in hun strijdmetho- diek zit. Maar ik wil niet beweren dat de verdraagzaamheid aan de an dere kant zo groot is. Toch zie ik vaak geen heil in de manier waarop de jongeren vechten. Maar hun onbehagen tegen de ge vestigde orde deel ik. Het zijn heus niet allemaal kwajongens. Op het ogenblik ben ik lid van de P.v.d.A. uit gebrek aan beter. De eigenlijke beslissingen vallen op het ogenblik niet in het parlement maar bij de sociale en economische mach ten. Bij Philips, Shell en noem maar op. Het kan niet schelen wat. Ik heb nog nooit meegemaakt dat iets niet doorging wat die heren willen. Na tuurlijk zijn de grote vragen in de politiek van vandaag geen binnen landse vragen, maar buitenlandse. Die betreffen het probleem van oor log en vrede als ik Nixon hoor, word ik witheet het probleem van rijkdom en armoede en het pro bleem van de rassen. Die drie vragen zouden de hele poli tiek moeten bepalen. Maai ja, ieder een kankert over Luns en we laten hom toch op zijn zetel zitten. Neder land is natuurlijk maar een klein landje, dat niet zoveel te vertellen heeft. Volgens mij hoef je dan nog geen minister van Buitenlandse Za ken te hebben die zich van het parlement niets aantrekt. Wij zijn zo'n beetje opgenomen in de wereld van het westen. Het kapitalisme in ons land hebben we gebreideld, wat ingetoomd. Wat we hier in Nederland vroeger hadden met het proletariaat en de kapitalisten geldt nu anders. Wij Nederlanders zijn tegenover drie kwart van de wereld de bezittende klasse geworden. En de arbeiders lopen warmer voor loonsverhoging dan voor verdeling van de wereld rijkdom. De arbeidersklasse is in de slechte zin verburgerlijkt. En de verworpenen der aarde wonen niet in Nederland en hebben vaak een andere huidkleur. Ik geef de arbeiders gelijk als ze voor loonsverhoging vechten. Ik con stateer alleen dat ze vervreemden van de verworpenen der aarde. Ik zie de jeugd liever op bromfietsen rijden dan dat ze omkomt door tuber culose. Maar nu je dat zelf hebt en daarvoor mag opkomen, mag je niet vergeten, dat driekwart van de we reldbevolking daar nog niet aan toe Het gevaar van welvaartsstijging is verburgerlijking. Je bent erbij ge baat alles te laten zoals het is. Stel dat bij een reorganisatie van de wereld ons levenspeil iets daalt. Dan zouden we dat moeten accepteren. De werkelijkheid is dat wij onze privileges willen vasthouden. Ten koste van alles Het socialisme moet een werelddi mensie krijgen. Ik zie in Nieuw Links ook niet veel. Heeft te weinig gestalte. Het lijkt wel of ik overal tegen ben, maar ik zie het op het ogenblik niet in de politiek. Bij de P v d.A. krijgen de ruzies alle aan dacht. De grote zaak zit er wel ach ter, maar die krijgt te weinig aan dacht. Ze zitten ruzie te maken in een binnenzeetje. Nee, ik ben op het ogenblik niet warm te krijgen voor de P.v.d.A. Ik loop er niet uit. Maarhet interesseert me wei nig. De positie van de partij wordt meer doel dan middel. Het verdrieti ge is, dat de leidende figuren niet zoveel visie kunnen opbrengen, dat we hier bovenuit groeien. Dat is zo in alle partijen. We missen op het ogenblik mensen als Oud. W. Drees, Kuyper, Troelstra, Colijn die mijn vriend niet was Nolens, Jan Schouten, Romme en Vorrink. Mis schien zouden zij het ook niet zien, maar misschien hadden ze wel meer eenheid in de partijen kunnen bren- Het is bekend dat u de boeken van Jan Cremer heeft gekraakt. Heeft u een hekel aan hem? „Ik ken hem niet persoonlijk. Maar ik heb het land aan wat ik niet onzedelijk noem. maar onzindelijk. Zoals bij voorbeeld Bibeb ook doet in Vrij Nederland. Steeds maar praten over het seksuele. Het is infantiel om daar steeds over te zeuren. Ik vind het onsmakelijk. Als je 70 bent, weet je heus wel wat van het seksuele. Daar hoeven Jan Cremer en Bibeb me niet over in te lichten. In het seksuele leven zit iets waar een ander niets mee te "maken heeft. Het lijkt wel of die mensen er ple zier in hebben om een cotlus op de Dam te bedrijven. Jan Cremer heeft ook iets racistisch. In zekere zin vind je dat ook bij Gerard van het Reve. In zijn „Brie ven uit Londen" heeft hij het over een vent met een gezicht als een apereet. Dat vind ik sadistisch. Maar aan de andere kant heeft Van het Reve ook trekken van mededogen. „De avonden" vind ik prachtig". U werkt aan het tweede deel van „Mensen die je niet vergeet" Is het eerste deel een succes en wie komen er in het tweede deel voor? „Het eerste deel is aan een tweede druk toe. In deel 2, dat meer literair is. schrijf ik onder anderen over Henk van Randwijk, Fedde Schurer. Anton van Duinkerken. Jan W. Jacobs. Geerten Gossaert". In 1926 bent u uit de Gereformeer de Kerk gezet. Het conflict ging over de sprekende slang in het paradijs- verhaal. Wat was er precies aan de hand? „Het was een verschil van inzicht over de manier waarop de bijbel gelezen moet worden. Ik zeg: de bijbel is een verzameling getuigenis sen uit verschillende tijd, verzameld, genoteerd en doorgegeven door ver schillende mensen. Daar zit de lei ding van God achter. Bij interpreta tie stuit je op meningsverschillen Het is volgens mij te gek om te spreken van 'n sprekende paradijs- slang. De bijbel is geen boek dat .uit de hemel is komen vallen. Nee. het is een boek van ae mensen. Gods getuigenis is verpakt door mensen Je hebt volkomen het recht om al die boeken te onderzoeken Hoe ziet u de mensen? „Als zondig en zelfzuchtig. Dat weet ik zeker, daar ben ik orthodox chris ten voor. Aan de ene kant zijn we mensen met een zekere grandeur en aan de andere kant mensen van misère. Pascal heeft gezegd: de mens is de glorie en het uitschot van 't heelal. We zijn geen van allen beter dan Luns en Colijn. We zijn allemaal zondige mensen. We moeten alles in de wereld doen met ons soort men sen. Dat moeten we niet vergeten. Maar ook niet, dat we in Christus met God vernoemde mensen mogen zijn. die leven en werken in de verwachting van zijn rijk. Wij mo gen het vertrouwen bewaren en ho pen. Deze wereld is Gods wereld en we mogen niemand afschrijven. Vanwege Gods genade".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 15