HOGE VELUWE HELENE MULLER Feiten over Hoge Veluwe OP DE WILDBAAN IS DE NATUUR SPRAKELOOS VAN ZICHZELF ,lk geloof aan het volmaakte van al het gebeuren' JR 1 s 1 i li 1 - ZATERDAG 16 MEI 1970 Voor vijf kwartjes grootgrondbezitter op Nederland zit echt niet meer 20 dik in zijn bos: voor bijna 13 miljoen vaderlanders staan 260.000 hectaren ter beschikking, dat is per stug hoofd van de bevolking en zijn aanhang een broddellap van vijftien bij vijftien meter. Met deze cijfers in de ransel zou de stedeling gemakkelijk kunnen denken, dat het niet eens meer de moeite loont om de natuur op te zoeken, want mensen vindt hij immers ook in zijn flat in het randstadreservaat, waar hij zich manmoedig een weg baant door benzinedampen en compacte menigten. Vergis u echter niet, want wie in deze meidagen de steven van zijn welvaartsblik wendt naar de Hoge Veluwe heeft dat grandioze rijk praktisch alleen. Uren kan hij ronddwalen zonder één rust- zoekende medemens in zijn vizier te krijgen, uren kan hij de illusie koesteren, dat hij alleen op de wereld is. Waar die miljoenen anderen zijn is een raadsel, dat hij deemoedig heeft te aanvaarden. In elk geval hebben ze niet, zoals hij, de pioeite genomen om het murwgebeukte hoofd te ruste te leggen op een Veluwtje van mollig mos en een kussentje van Avontuur Het klinkt onbegrijpelijk, maar het is de waarheid: het bezoek aan het Nationaal Park de Hoge Veluwe daalt elk jaar. Op een stralende Hemelvaartsdag komen er slechts 5000 mensen door één van de vier toegangshekken, wat neerkomt op één bezoeker per hectare. In feite heeft de wandelaar of fietser echter veel meer van de 5400 hectaren van de Hoge Veluwe tot zijn beschikking, want het kudde dier mens kruipt het liefst zo dicht mogelijk bij elkaar en schuwt het avontuur, dat achter de bosrand voor het grijpen ligt. Met busladingen tegelijk worden ze gedropt bij het restaurant de Koperen Kop, bij het massieve Sint-Hubertus- slot en bij het Kröller-Müllermuseum. De rest is rust. The rest is silence. Uniek natuurreservaat trekt steeds minder bezoekers Deplorabel Een deprimerende zaak de mensen, die het kostelijke-natuurpark in stand moeten houden. „Als we dit jaar een tekort hebben van vijftigduizend gulden", zegt directeur Medenbach de Rooy „steek ik op oudejaarsavond de vlag uit. Ik ben er echter bang voor, dat ik me de moeite kan besparen, want het deficit zal waarschijnlijk veel groter zijn. Wij zijn een particuliere instelling, die de zaak alleen draaiende kan houden met de entreegelden van de bezoekers. Als aan het einde van dit seizoen het Kröller-Müllermuseum dicht gaat, zal dit voor ons waarschijnlijk rampzalige gevolgen hebben. Een groot deel van de bezoekers komt immers voor ons museum. Aanvankelijk zag het ernaar uit, dat de sluiting tot april zou duren, maar inmiddels weten we, dat de toestand van de centrale ver warming dermate deplorabel is, dat het herstel (zeker een jaar zal duren. Dit zou wel eens voor onze Hoge Veluwe de doodsteek kunnen betekenen". Mislukt Een poging om organisatoren van schoolreisjes te verleiden om in klasverband het Nationaal Park te bezoeken, is inmiddels mislukt. Een up to date brochure werd naar 6100 Nederlandse school hoofden gestuurd en het resultaat was, dat vijf scholen positief reageerden. Samensteller Wim Alings zegt hierover: „De Hoge Veluwe heeft unieke mogelijkheden voor scholen. Om er een paar te noemen: we hebben een houtstapelplaats de Kemperberg met alle houtsoorten, die op de Hoge Veluwe voorkomen. Er liggen zagen klaar en iedereen, die zin heeft kan van één of meerdere stammen een stuk afzagen. Met deze monsters kun je dan een houtsoortenverzameling aanleggen. Dan is er een rimboepad, dat geknipt is voor het maken van een veldloop. Nieuw zijn de wildkansel en de plaggenhut Westerflier. De wildkansel, die gratis plaats biedt aan 50 personen, geeft een prachtig uitzicht op de voederplaats voor edelherten en moeflons. Het grootste deel van het jaar wordt hier 't wild bijgevoederd. In de plaggenhut Wester flier kun je zien, hoe de doodarme keuterboertjes 100 jaar geleden op de Hoge Veluwe woonden en leefden. Storm lopen En er is meer in het park: een museum met schil derijen en tekeningen van Vincent van Gogh, twee restaurants, het natuurpad van het Deelense was naar de Koperen Kop, de wildbaan, die de grootste is van Europa. Als je dat nou allemaal weet, zou je toch denken: „Voor die twee kwartjes entree per schoolkind, moet het toch storm lopen", maar ze gaan blijkbaar liever voor twee vijftig per persoon naar De Efteling of een rommelige speeltuin. Het is een ontmoedigende zaak". De oppervlakte van de Hoge Veluwe bedraagt ruim 5400 hectare. Ruim 1500 ha is begroeid met cultuurbossen, 1200 ha met natuurlijke opslag van grove den (vliegdennen), 2700 ha be staat uit heidevlakten, grasvlakten en stuifzandgebieden. Zoals overal in Nederland hebben ook op de Hoge Veluwe de roofvogels een hoge tol aan de welvaart moeten be talen: er zijn nog de buizerd de sperwer, de toren- en boomvalk, het smelleken en de wespendief. In het park nestelen voorts de zwarte, de groene en de grote bonte specht, benevens 71 andere soorten inheemse vogels. Het roofwild geniet op de Ho ge Veluwe welhaast volledige be scherming. In het park leven vos, das, boommarter, bunzing, hermelijn en wezel. Het park is door twee binnen- rasters in drie gebieden verdeeld, die de verschillende grofwildsoorten her bergen. Op Kemperberg, het meest zuidelijke gebied, treft men uitslui tend reewild aan. In het uitgestrekte middengebied, de wildbaan, leven de edelherten en de moeflons. De moe flons, wilde haarschapen uit Corsica en Sardinië, kwamen oorspronkelijk in Nederland niet voor, maar werden in de dertiger jaren door de toenmali ge eigenaar van het park, de heer Kröller geïmporteerd. De herten va riëren evenals de moeflons in aantal van 125 tot 175. Het noordelijk cul tuurgedeelte herbergt onder meer 100 wilde zwijnen. Hier leeft voorts het grootste deel van de reewildstand. Toegang Het park heeft vier Ingangen- De hoofdingang ligt aan de weg Otterlo- Hoenderloo. Het museum bereikt men het snelst via de toegang Otterlo. De kortste verbinding tussen het park en Arnhem leidt via de toegang Rijzen burg bij het dorp Schaarsbergen. Tenslotte kan men het park nog bin nenkomen via de ingang in het dorp Hoenderlo. Het toegangsbewijs voor het Nationale Park geeft tevens toe gang tot het n - v Éta Ml Het roofwild geniet op de Hoge Veluwe welhaast volledige bescherming. Vossen, dassen, boommarters, bun zings, hermelijnen en wezels komen in het park nog veelvuldig voor. dagelijks geopend van 10 tot 17 uur. Te bereiken op zon- en feestdagen van 13 tot 17 uur. Het beeldenpark is geofrend van 1 april tot 1 november van 10 tot 16 uur, op zon- en feestdagen van 11 tot 16 uur. Op schriftelijk verzoek kan voor groepen ln de aula van het museum een educatieve kleurenfilm worden vertoond. Per trein, uitstappen stations Ede, Arnhem of Apeldoorn. Vandaar per VAD-bus naar Otterlo of Hoenderlo. In juli of augustus is er een verbinding tussen Arnhem, Stationsplein en de Hoge Veluwe. Stopplaatsen bij het Museum de Koperen Kop en het Jachtslot. Opening Dagkaart volwassene f 1,25 dagkaart kinderen tot 16 jaar vijftig dagkaart volwassene met auto 2.75 jaarkaart volwassene 12.50 jaarkaart kinderen tot 16 jaar 5 jaarkaart volwassene met auto 27.50 voor groepen wordt geen reductie ver- Kantoor Nationale Park 05768-230 Rijksmuseum Kröller-Müller 08383 241 Museum In het hart van het Park ligt het rijksmuseum Kröller-Müller (architect professor Henry van de Velde), dat naast een unieke Van Goghverzame- ling (272 schilderijen en tekeningen) een collectie bevat van werken van 19de- en 20ste-eeuwse kunstenaars als Seurat, Redon, Braque. Picasso, Juan Gris en Mondriaan- Tot het museum behoort ook een tien hectare groot beeldenpark. In een magnifiek landschap staan hier beelden van Mar- ta Pan, Hepworth, Rodin, Bourderell. Lipchitz, Marini, Caro, Paolozzi, Moore en anderen. Om half acht slaat de dag al aarzelend op de drempel van de nacht, die alvast is begonnen met het uit gummen van de eerste contouren. Aan de struiken zijn banieren van grondmist gehangen, op de takken ligt witte dauw als gesponnen suiker, daaronder hipt een schichtig konijn zigzaggend over een zelf- verzonnen horizon. Dit is het moment waarop zelfs de natuur sprakeloos is van zichzelf: het is in deze anti-chambre tussen licht en donker, dat de automobilist zijn wagen in de steek moet laten en naast de wandelaar op de golvende wildbaan van de Hoge Veluwe geduldig wacht op het wonder. Rondom hem heen liggen de monsters van het paradijs: een golvende zee van kruinen, die vanaf de donkere hemel omlaag spoelt tot aan de donkergroene branding van dennen. Een vogel zweeft er geluidloos boven: zijn silhouet brandt een sierlijke V in het lichtgrijs. Nu is het wachten alleen nog op het edelwild, de nerveuze herten met hun donkere gekartelde geweien, de slanke reeën en de wilde zwijnen. Maar de bomen blijven voorlopig hardnekkig zwijgen en geven hun geheimen niet prijs. De voorste staan roerloos als donkere pilaren, die de last van de avond slechts met moeite dragen. Het is bij achten. Een doodnerveus konijn met alle verschijnselen van een managerziekte spoedt zich langs het hakhout naar een donker hol. maar bedenkt daar pas, dat hij niet voor één gat gevangen zit en rent weer als een bezetene terug. Dan opeens deint tussen de dennen het silhouet van een naderende koningsvazal. Eerst scharrelt de schaduw nog tergende minuten rond in de beschermende bosrand, maar dan wordt het verlangen naar een hartige hap hem toch te machtig. Met twee. drie soepele balletpassen springt het hert in de groene arena. Het lijkt alsof de bruine, glanzende ogen ons recht aanstaren en denken: „Hé, jullie ook hier?" Maar dit gezichtsbedrog komt voor rekening van de verrekijkers, die elke afstand bagatelliseren. Het dier zelf waant zich onbespied en begint met lome gebaren te ruiken aan het neergeworpen voedsel als een gastronoom, die de spijskaart keurt. Daarna komen er nog meer. De moeflons met gekromde vechthorens, een enorm mannetjeshert, dat zijn gewei torst als een Louis Seize-kandelaar. Eves blijft hij onbewegelijk staan, dan draaft hij verder in de sierlijke cadans van een beroepsvoetballer, die weet, wat de fans van hem verwachten. Langzaam vult de wildbaan zich met donkere nevelslierten, die behoedzaam als guirlandes tussen de takken worden gehangen. De achterblijvers verschijnen nog even als tegenlichtopnamen in de zoekers van dc verrekijkers, totdat ook zij met één formidabele streek worden weggeveegd. Op dat moment deelt een sproetig knulletje op de vaderlandse beeldbuizen mee, dat hij bij Japie gaat Dertien miljoen Nederlanders hebben zich weer de kans op een wonder laten ontglippen. 1ZZ0 JR Toen dc familie Kröller-Müller indertijd te veel duiten in dc ertsmijnen en de scheepvaart had verdiend om schijnbaar nog ooit aan lager wal te raken, kocht zij enige duizenden hectaren ongerepte Veluwegrond als kolossale appel de nadorst. Aanvankelijk lag het in de bedoeling dat de heer Kröller deze lap zou ebruiken als jachtgebied voor hem en zyn vrienden, maar toen zijn vrouw tijdens een ernstige ziekte een visioen had gekregen, •in zü zich duidelijk herkende als redster de Europese cultuur, besloot hij op zijn errein ook een museum voor de dromen van lelene, Emma, Laura. Juliane Muller te 1. Inmiddels had hij al zo'n 6000 hectaren ln bezit, die hij door een dorpssmid uit Ede iet 40 kilometer hekwerk liet omrasteren. De irovinciale weg van Otterlo en Hoenderlo liet 'ij door zijn personeel afsluiten en als schade- oosstclling bood hij het rijk een gloednieuwe tsfaltstraat rondom zijn privé-tuin aan. het er ook niet c voor het het ontwerpen van een privé-slot werd irchitect Behrens uit Berlijn naar Nederland M6 Intboden. Zelf óntwierp mevr. Kröller-Müller 'e plattegronden, want ze wist precies, wat ze vilde. Behrens sloeg met Duitse vlijt aan de (lag, maar toen hij met zijn ontwerp voor de 'raad kwam, aarzelde de opdrachtgeefster. Om an alle onzekerheid een einde te maken, liet nan toen het huis op ware grootte uit m zeildoek optrekken en in de vereiste 'leuren schilderen. Het gevaarte werd op rails »n door het park gereden, want men was wat de mooiste plek Toen men enkele weken met het huis van Behrens gezeuld had, keurde mevrouw Müller het ontwerp walgend af en nam Mies van der Rohe in de arm, die op haar beurt een bordkartonnen museum op ware grootte liet optrekken. Ook dit ontwerp werd door d«- familie afgekeurd. Gewei en kruis Driemaal is scheepsrecht dacht taaie doorzetstei Müller en ze huurde onvervaard de gunsten van bouwmeester Berlage, die aan het Lange Voorhout in Den Haag welgemoed aan de slag ging. Na zes jaar had hij een curieus bouwwerk geschapen, waarin de legende van St.-Hubertus tot in de kleinste details verwerkt was. Gewei en kruis zijn niet alleen in het jachtslot zelf verwerkt, maar ook in de bekleding van de stoelen, in het snijwerk van het buffet en in het speciaal voor de familie geweven linnengoed. Berlage behoefde niet op een paar centen te kijken en gebruikte de duurste materialen geglazuurde stenen, die hij door een afgehuurde steenfabriek liet bakken, bronzen deurkrukken, coromandelhout en schuiframen, zoals Kröller die in spoorwagons van internationale treinen had gezien. Berlage ontwierp ook de dienstgebouwen, de garage en de stallen, het kantoor van de rentmeester en de personeelswoningen (de stallen wel centraal verwarmd, de vertrekken van de bedienden niet), de tuinen en theekoepels en de vijver voor het jachtslot. Kosten van deze kostelijk' bakstenen grap: twintig miljoen vooroorlog.--' guldens. Na het huis voor de familie begint Berlag< aan zijn ontwerp voor een museum, waarin a< onvoorstelbare kunstschatten van de Kröller- Müllers zullen worden ondergebracht. Hi tekent de blaren op zijn vingers, maar to overeenstemming komen beide partijen niei In 1919 wenst hij zijn vrijheid terug en worci zijn taak overgenomen door professor Van d Velde, die besluit het museum geheel ui Maulbrunoer zandsteen te bouwen. Vanaf ho station Wolfheze wordt een smalspoorlij.' aangelegd om het materiaal naar het park t brengen. De genummerde blokken natuursteei liggen sindsdien, overwoekerd door mos, ronc de Franse Berg, waar ze door de moeflon voor hun haasje over spel worden gebruik! De crisis had namelijk een bloedrode strec door de ambitieuze plannen getrokken, die ee; investering vergden van zes miljoen gulder De oppermachtige magnaat Kröller schiet vanuit Genève aan zijn vrouw: „Ik denk alleei met angst en schrik aan het museum. Dc gedachte, dat ik uit dit leven zou scheldei met deze teleurstelling voor jouw leven, wi niet van me. En kon ik met mijn eigen lever de oplossing van dit alles vinden, gaarne ga' ik het. Maar het is helaas omgekeerd: wil il de kans voor je redden, dat je een levenstaa' geheel zal hebben vervuld.'dan moet ik ti.i hebben uit de storm in de haven te komen' Kröller biedt zijn wankelend natuurimperi' voor één miljoen gulden aan de Staat di In 1938 ging 1 ■Ming. Het «v»od .•toongesteld. 1 lang gekoesterde droom voor Helena Kröller-Müller in ver- 1 werd geopend en de familie-schatten konden eindelijk worden Bezeten miljonairsechtpaar liet samenleving museum en 5400 hectare natuur achter Nederlanden aan. Hij heeft er wel als voor waarde bij gesteld, dat het museum dan binnen vijf jaar moet zijn gebouwd. Het bedrag zakt daarna nog tot acht ton én dan komt hel pas tot zaken: besloten wordt het park met alle opstallen onder te brengen in een stichting, terwijl de kunstverzameling rijks eigendom wordt. Tevens zal de staat een noodmuseum laten bouwen, eveneens door professor Van de Velde, die daarvóór al 1 vijftienhonderd werktekeningen had gemaakt. 'In 1938 wordt dit museum geopend en vanaf dat moment laat de zieke, hulpbehoevende miljonairsvrouw zich dagelijks van haar jacht slot naar haar kunstschatten rijden. Vanuit een rolstoel geeft ze aanwijzingen voor het ophangen van de schilderijen. Deimegroen Op 14 december 1939 sterft zij. Versierd met dennegroen en witte kerstrozen ligt ze een nacht opgebaard in de hal van Sint-Hubertus. De volgende dag wordt de kist met haar stoffelijk overschot geplaatst onder haar lievelingsschilderij: de zonnebloemen van meester Vincent van Gogh. Haar koetsier rijdt haar vierentwintig uur later op een Veluwse boerenwagen naar de Franse Berg, waar zij acht jaar tevoren reeds haar laatste rustplaats heeft uitgezocht. Een graf. opgetrokken uit Maulbrunner zandsteen, die Van de Velde voor h^ar museum had uitgezocht. „Ik geloof aan het volmaakte van al het gebeuren", is de spreuk, die volgens haar wens in de steen werd gebeiteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 17