Pelgrimage
naar
rome met
gina
als
toegift
Pakistanen
meppen
NIEUW
TIJDVERDRIJF
IN
LONDENS EASTEND
(Van een onzer verslaggevers)
ROME „Zo, dus daar is die dokter Barnard toen verleid", zei de
bolle dame halverwege in de bus en ze boog zich langs het voorfront van haar
buurvrouw zo ver mogelijk naar het raampje. De prompte, van ruime belezen
heid getuigende, reactie bracht bij haar reisgenoten voldoende deining teweeg
om de reisleider te doen besluiten, het vehikel even te laten stoppen. En zo
kreeg iedereen, in de vallende schemering op de Via Appia Antiqua, de op
windende gelegenheid om zich enkele minuten te vergapen aan een fraai, Ceta-
beverig gelakt hekwerk ter linkerzijde, royaal geflankeerd door het sfeervolle
groen van Romeinse brandnetels. Huisnummer 218. Een laantje van magere
pijnbomen of cypressen schonk in de verte de aanblik van eén bruinachtig land
huis. Eigendom van Gina Lollobrigida.
„En 'dit is het.Colosseüm Let u s.v.p. op de katten"
i Lollo, van de film", verduidelijkte de attente
fisleidster microfonisch voor degenen, die minder
oderlegd waren in celluloid en filmzeden. Maar aller
ren .al gretig bij het sappig Brabantse relaas
an de bolle dame, die in vogelvlucht de romance
Gina en Chris uit de doeken deed. „Ja, eerst
lédden ze een feestje in Rome. En toen heeft ze hem
l champagne laten lopen. Expres. En toen bij de
lgende morgen wakker werd, lag hij daarginder in
r villa in bed". Veertig moegesjouwde fantasieën
imen weer in actie. De onbedoelde, profane climax
een Romedagtocht, die als pelgrimage begonnen
en beslist in gewijder geest had behoren te
idigen.
inform het programma had het hoogtepunt van deze
p (sinds enkele jaren een attentie van de K.R.O.
n de abonnees van de r.t.v.-gids „Studio", strookje
■uilen, hierlangs afknippen, all-in 195,-) al
jstreeks het middaguur moeten liggen, toen de met
nsaviavliegtuigen aangevoerde Nederlanders in
Sint-Pieter de woensdagse audiëntie "van paus
lulus VI mochten bijwonen. Het landhuis van Gina
in de advertentie niet voorgekomen. Misschien
voor volgend jaar, want de belangstelling voor
soort dagretourtjes naar de Eeuwige Stad is niet
;r wat ze geweest is. „Verleden jaar hadden we
g vijftienhonderd aanmeldingen, nu maar een paar
nderd", klaagde op Schiphol een representante van
uitvoerend reisbureau Christoffel bij het vertrek
alle vroegte. Of het iets met de kerkelijke
rokkeling uitstaande had. vermocht ze niet te
estigen. In elk geval bleek het merendeel van de
grims bepaald niet het meest „progressieve" deel
ns christenvolk te vertegenwoordigen:
ndvastige plattelandshuismoeders, veel vriendelijke,
middelbare echtparen, mensen met rozenkransen en
medailles („die laten we zegenen door de paus"). Een
stukje zwijgende meerderheid, waarvoor het
aanschouwen van Paulus VI niets minder was dan
de vervulling van een vroom gekoesterde droom.
Welnu, ze zijn aan hun trekken gekomen. Samen met
nog zo'n dertigduizend anderen, from all over the
world. De Sint-Pieter had een volle bak. „Dat is
iedere woensdag zo", zei de reieleidster. En om ciL'
uur zou Zijne Heiligheid binnenkomen. Hij arriveerde
ruimschoots te laat. „Zo is dat altijd", zei de
reisleidster. „Hij luistert eerst naar de nieuwsberichten,
om eventueel iets actueels te kunnen zeggen".
Intussen vermaakte de massa zich onder
Michelangelo's 153 meter hoge koepel met luid
gebabbel, opdringerige knokpartijen contra de
Zwitserse hellebaardiers, openlijke deernis met de
eerste flauwvallers en een vluchtige stqdie van de
medemens. „Das sind ja Hollander!", fluisterde de
directrice van een groep Duitse weeskinderen. Het
was. een gênant moment. Kennelijk- verwacht' de
wereldkerk ons, ketterse dissidenten, niet meer bij
zoiets als een generale synode rondom de troon van
Petrus. Een indruk, die nog versterkt werd door het
opvallende feit, dat er zoveel jongeren aanwezig
waren. Zit de Nederlandse kerkprovincie met haar
reformatie op een eilandje?
HAPPENING
Als verdoold schaap, bekropen door de twijfel aan
hel eigen gelijk, sloegen we van verre de entree van
de Pontifex Maximus gade. Een onvaste schim in het
wit. deinend op de Sedes Gestatoria door de
middenbeuk van een juichende basiliek. Kabaai,
gedreun, herrie, yellen („Papa. Papa. hoi, hoi. hoi!"),
de indrukwekkende manifestatie van iets ondefinieer
baars. De Kerk in het slop? Geen sprake van.
Dertigduizend mensen in extase, en dat iedere
woensdag. Geen wonder, dat men in Vaticaanse
kringen al die kritische geluidjes uit het Trans-
alpijnse Nederland meestal niet hoort! En Paulus
Sixtus p.p. zelf? Eerlijk, hij ontpopte zich als een
heel wat minder starre, stroeve en formele figuur
dan wij hem kennen via het medium televisie. Niet
uitsluitend dat stijf handgebaartje, maar tijdens
de niet aflatende applauzen royaal zwaaiend met
volle armen vanaf zijn troon tussen de machtige
zuilen van Bernini. Voor velen de gedachten op
roepend aan een happening met veel „soul". Hij
was goedgehumeurd, speelde zijn anderhalf uur
durende; rol met vaak schalkse intermezzi. Lange
lijsten aangemelde groepen werden begroet, telkens
gebrul of zacht geklap naar de landsaard. Het hele
protocoi-Trwijf-twlen. 'lang^niel» altijd van het papier.
Een Spaanse kardinaal kreeg een privétoespraak te
aanhoren waarvan zijn achterban herhaaldelijk in de
lach schoot, felicitaties van een 's morgens gehuwd
paartje in de Schotse gelederen.
Noord-Europa werd onder de hoofdtaal Duits af
gedaan. Een Beiers geproportioneerd geestelijke
plantte zich achter de microfoon en begon met de
aankondiging, dat er „heute fünftausend Deutsche
Pilger angemeldet" waren. Een halve minuut stond
de Sint-Pieter op stelten, vijfduizend Germaanse
stembanden forceerden zich über Alles. En toen de
onvermoeibare kudde uit de mond van Zijne Heilig
heid ook de vijfde vertaling van het- Mysterium
Pasquale („de nieuwsberichten hadden zeker niets".
zei de reisleidster) had beluisterd, kregen ook de
Nederlanders tenslotte hun speciale attentie. „Ik
wens alle goeds voor u en uw familieleden", sprak de
paus en er was werkelijk geen spoortje rancune,
geen ondertoontje van vermaning in deze vlekkeloos
geprononceerde volzin te bespeuren.
Het Christoffellegioen hield het bü een dankbaar
applausje. Met Schillebeeckx. Oosterhuis en de
celibaatsresolulie van het pastoraal concilie in je
achterhoofd kun je moeilijk anders te keer gaan. Na
afloop, voorby de honderden bussen op het Pieters
plein, in een gereserveerde cafchoek bü Pietro.
varieerden de reacties van een ingetogen stilzwügen
tot rechtschapen enthousiasme.
„Zo had ik het niet verwacht, dit maakt mijn hele
dag al goed", verkondigde een heer, die buiten nog
snel een serie dia's voor duizend lire had gekocht
(„hoeveel is dat nou in Hollands geld?"), maar zijn
commentaar was nog erg bescheiden. Een Betuws
moedertje sloeg iedereen met de opmerking: „Ik heb
zoveel beleefd, dat lean ik in ëén keer niet
navertellen!"
DE KATTEN
De climax hadden we dus gehad. In de anticlimax
zat de rest van Rome, dat de emotionele belevenis
van vóór de koffie natuurlijk op geen stukken na
zou kunnen evenaren' De Engelenburcht, het
Capitool, het Forum Romanum. „Lieve God, wat is
dat oud zo te zien!" Het ging allemaal in een nood
gang, „even uitstappen hier, vijf minuten kijken en
dan weer instappen". In menig hoofd, kauwend op
de inhoud van het lunchpakket, is weinig blijven
hangen. Het verhaaltje van Romulus en Remus,
.mens, wat een gekke sprookjes!", de restanten van
tempels, keizerpaleizen en thermen vermengden zich
met het wriemelend verkeer (alles „senso unico"),
het balkon van Mussolini op de Piazza Venetia, de
bloeiende meizoentjes in de gazons, de Trevifontein
en het broodje kaas tot smakeloze consumptie
artikelen. Het viel nauwelijks iemand op, dat de
Eeuwige Stad bijna heel haar antieke rijkdom gratis
tentoonstelt, terwijl je in Parijs of Londen voor elke
flutbezienswaardigheid entree moet betalen. In het
Colosseum (reisleidster: „Dames, lel u eens op de
katten. In alle ruïnes van Rome stikt het van de
katten. Is dat niet bijzonder leuk?") kon je vrij naar
binnen 'lopen door dezelfde ingangen, waar de een
voudige Romein tweeduizend jaar geleden waar
schijnlijk een kassa heeft aangetroffen. Alleen het
toilet kostte geld. Maar dat was dan ook van recenter
datum!
Het Quirinaal („Hier zit president Moro", beweerde
de reisleidster zonder tegenspraak) bleek dringend
aan een opknapbeurt toe en als laatste „item"
voor Romereizen kennelijk erg in trek stond een
bezoekje aan de basiliek van Santa Maria Maggiore
Niet vanwege het goud, dat zo kwistig aan het
plafond was gestreken en dat door Columbus van
zijn eerste Amerikareis zou zijn meegebracht, maar
omdat in dit grauwe kerkgebouw de „Irene-
kapel" te vinden is. Ergens opzij, fraai altaar, enkele
banken .alles achter tralies. Reisleidster: „Door die
deur is onze prinses toen binnengekomen. En op dat
bankje heeft ze geknield, toen het huwelijk werd
ingezegend. Weet u het nog?"
TOEGIFT
Het is niet 'moeilijk om pelgrims één dag in Romi
•oet te houden. Men kan er op de Vaticaanse toei
:.ian, of op de klassieke toer: altijd prijs. Zo ook
lilmaal. Volledig terend op de pauselijke audiëntie
..Ik voelde me echt persoonlijk aangesproken",
bekende een Zuidlimburgse zelatrice op jareft) liet
het Christoffellegioen zich gewillig meeslepen tot het
.illemaal voorbij zou zijn. Moe, maar naar hart en
ziel voldaan gestemd, slikte men de bekendmaking,
lat de bus („als toegift, omdat u telkens zo mooi op
tijd weer bent ingestapt") over de Via Appia
Antiqua naar het vliegveld zou rijden. „Krijgen wr
dan nóg meer bouwvallen te zien?", riep iemand bij
wijze van gedurfd protest.
De geschiedenis van deze oudste heerbaan van het
avondland maakte nauwelijks indruk meer, hou op
over die Romeinse legioenen en, nou ja, die catacom
ben van Callixtus enz. kunnen me ook gestolen wor
den daar achter die brandnetels. De pelgrims ver
langden naar huis. Zelfs toen werd omgeroepen
om eens te letten op al die vrüendc paartjes in
het struikgewas „de Via Appia is echt een liefdes
weg" lieten velen zich liet kijkspel buiten ont
daan. De avond viel, achter alle opgeknapte graftom
•les, zuiltjes en onbestemde stcenformaties was het een
drukte van belang.
Maar de Bossche bolle dame. drie banken verdei
had minder tachtisch gevoel. We weten het nu
allemaal. Van die romance tussen Gina en Chris,
op nummer 218. Bedankt voor de toegift. Het
was zo natuurlijk niet bedoeld.
LONDEN Sied Rafique Bari, een Pakistaans kleermaker die in
het Eastend van de Britse hoofdstad woont, werd in de laatste
zes maanden al drie maal afgeranseld op straat. De aanranders
waren „Pakistanenmeppers", een bende jonge straatvlegels die
beweren dat het hun een lekker gevoel geeft, als ze één van de
zevenduizend Pakistaanse inwoners van Eastend murw kunnen
Op Ban's linkerarm prijkt een vreselijk litteken. Die arm is in
november doormidden geknapt toen Bari voor de eerste maal
aangevallen werd. Een bende „skinheads" dat zijn teeners met
kortgeknipt haar. blauwgrijze jeans en grote laarzen met gummi
zolen overvielen hem met wild gehuil.
Meer herinnert hij er zich niet van.
De 40-jarige Sied Bari durft nu zijn huis in Stepney haast met
meer te verlaten. „Als ik in Pakistan mijn brood kon verdienen,
zou ik onmiddellijk naar mijn land terugkeren", zegt hij.
Maandenlang hebben de Pakistanen van het Eastend hulpeloos en
gelaten het onrecht verkropt, dat hun door blanke straatschenders
aangedaan werd. Deze Aziaten, die in de meeste gevallen al sedert
het einde der tweede wereldoorlog in het Eastend wonen, kregen
voortdurend meer klappen te incasseren. Pakistaanse studenten
die 's avonds van de universiteit huiswaarts keerden, waren voor
de „skinheads" een gemakkelijke prooi.
Als ze hun beklag deden bij de politie, zeiden de gerechtsdienaren
laconiek: „Bi'eng ons uw aanranders en wij zullen ervoor zorgen
dat ze voorbeeldig gestraft worden. Meer kunnen we niet doen".
Ook wanneer de etalageruiten van Pakistaanse winkeliers
ingegooid werden, deed de politie niets. Er zijn nu al zoveel ruiten
stuk, dat de Pakistanen zelfs geen nieuw glas meer bestellen,
's Avonds barricaderen ze hun ramen met planken, bordpapier
en kippengaas en houden voor de rest van de nacht hun hart vast.
Want als er tijdens de late avonduren joelende bendes jongelui
voorbij komen, is het gerinkel van de scherven meestal niet van
de lucht.
Maar ook aan de Pakistaanse gelatenheid komt weieens een eind.
Vorige week gebeurden er dingen die de maat deden overlopen en
die aan Londens nieuwste rassen- en jeugdproblemen grote
ruchtbaarheid gaven. In het Eastend werd een Pakistaan vermoord.
Elders in de stad sloeg een bende jonge kleurlingen een blanke
man half dood. Voor de commerciële televisie werden twee
„skinheads" geïnterviewd, die er prat op gingen dat ze authentieke
„Pakistanenmeppers" waren. Achteraf lekte uit dat deze knapen
voor hun ontstellende verklaringen ieder vijf pond hadden
gekregen van de t.v.-reporters.
Toen hadden de Pakistanen van het Eastend er genoeg van.
Aangemoedigd door uiterst linkse groeperingen, zoals de militante
„Black Panthers", die vroeger enkel onder de negers actief waren,
staken zij de hoofden bij elkaar. Er werden plannen gemaakt om
verzetsgroepen samen te stellen. Vorige zondag kwamen leden van
verschillende kleurlingenorganisaties in geheime vergadering
bijeen. Zij besloten over een week een grote meeting op touw te
zetten in Stepney.
Abun Isjaque, voorzitter van do marxistische P.W.U., eerr
vakvereniging van Pakistaanse arbeiders, gaf zijn rasgenoten de
raad in de toekomst 's avonds niet meer alleen maar wel in,
groepen op straat te komen en zich te wapenen tegen de'
„Pakistanenmeppers". „Wij zullen nooit eerst aanvallen", zei hij.
„maar als onze mensen aangerand worden, is het hun plicht zich
te verdedigen".
De politie van het Eastend heeft nu al zoveel Pakistaanse klachten
gekregen, dat zij tijdens de afgelopen dagen extra agenten naar de
wijk Bethnal Green heeft gestuurd, waar het lang niet pluis is.
Dertig Pakistaanse studenten overhandigden op Downing Street 10
een protestbrief voor de eerste minister Wilson. Hierin werd de
premier op de hoogte gebracht van het feit dat de Pakistanen
zelf verzetsgroepen zouden oprichten als de nodige officiële
bescherming uitbleef
De P.W.U. heeft zich schriftelijk tot de minister van Binnenlandse
Zaken en Justitie, James Callaghan, gericht om een onderhoud
aan te vragen over strenger optreden van de politie tegen
aanranders van Pakistanen in het Eastend.
Voor de overheid is dit probleem eigenlük niet nieuw, want het
Eastend is altijd een rumoerig oord geweest. Vóór de oorlog
werden er joden afgeranseld. Na de oorlog was het de beurt aan
de Ieren. Toen werd het Eastend achtereenvolgens onveilig
gemaakt door teddyboys, spins en rockers. Geleidelik begon de
politie meer cn meer te dulden. Het kon haar niet meer schelen
wat er in het Eastend omging.
De Pakistanen werden spoedig de meest kwetsbare laag van de
bevolking. De meerderheid van deze Aziaten is ongeletterd. De
.Pakki's" werken vrijwel allemaal in confectieateliers waar zij
ie joden vervangen die nu op een hogere sport van de sociale
'adder staan. Vandaag de dag zijn joden, die vroeger de armste
HIER
IS
LONDEN
broeders van het Eastend waren, de eigenaars van deze confectie
ateliers. Maar de rassenstrijd duurt voort, en wie zijn afkeer wil
luchten, kiest daarvoor nu timide Pakistanen als slachtoffer uit.
De „skinheads" zijn dus een oud sociaal gevaar in een nieuwe
vorm. Zij zoeken ruzie, omdat ze niet anders te doen hebben en
meestal te lui zijn om te werken. In de fabrieken van het Eastend
iieerst gebrek aan arbeidskrachten, maar de „skinheads" gaan
'lever stempelen.
De „skinheads"-rage is ongeveer een jaar geleden in Londen en
Midden-Engeland begonnen als tegenhanger van de „mods", die de
moderne mode volgden en lang haar kweekten. Sommige
.skinheads" laten hun schedels bijna kaalscheren en dragen vaak
slechts broek en hemd. Iedere volkswijk heeft nu zijn eigen bende
„skinhe&ds", waarvan de namen allemaal even onheilspellend
klinken: The Willesden Whites, The Burned Oak Mob., The
Kilburn Aggro Boys en The Hendon Maffia.
De „skinheads" noemen zich ook „bovver boys" wat vrij vertaald
„druktemakers" betekent. „Bovver" is een verbastering van
„brother", waarvan in het Eastcnddialect de „th" als „vv" uit
gesproken wordt.
Elders in Londen en buiten de hoofdstad, waar minder Pakistanen
'wonen, vinden de „skinheads" altijd wel andere slachtoffers
iomofielen, clublokalen, dancings en souvenirwinkeltjes van
badplaatsen moeten het regelmatig ontgelden. Maar de gemakke
lijkste prooi van de „bovver boys" is een weerloze Pakistaan.
Een 17-jarige „held", die in dit verband geïnterviewd werd,
zei: „Ik weet niet hoe het komt, maar Jelkens wanneer ik
een Pakky afransel, krijg ik in mijn binnenste zo'n lekke*
gevoel".
ROGIER SIMONS