PROBLEEMGEBIED 00ST-GR0NINGEN ALLEEN RIJK ONDER DE GROND Stakingsleider Fré Meis: „ZE MOETEN BETALEN, KAMERADEN ZATERDAC J, APRIK 1970 OOST-GRONINGEN Op een steenworp afstand van het kleine Midwolda brandt de vlam, die aangeeft dat onder de grond van Oost-Groningen 's werelds grootste aardgasveld verborgen ligt. Maar die fantastische rijkdom heeft in het dorp zelf geen sporen achtergelaten. De toegangswegen zijn slecht, de daken van de kleine landarbeidershuisjes steken nauwelijks boven een volwassen struik uit. Oost-Gro ningen is met zijn gigantische aardgasvoorraad, zijn meters dikke zoutlagen, zijn ongekende hoeveelheden kalium en magnesium een probleemgebied. „We zijn de rijkste provincie, maar we hebben het minst". Fré Meis (48), rei ziger in revoluties, zoals hij genoemd wordt, zwijgt.'Zojuist heeft hij in Oude Pekela dertig actiecomité's toegespro ken. „We hebben nog een'appeltje met de heren te schillen", 'davert op een ge geven ogenblik zijn stem door de zaal „Als ze zo graag trammelant willen dan kunnen ze dat van ons krijgen!" De arbeiders uit de strokartonfabrie ken grommen instemmend. Vorig jaar hebben zij het werk plat gegooid. Een ongekend felle staking heeft Oost-Gro- ningen in de schijnwerpers van de pu bliciteit gebracht. En ze zijn van plan door te gaan. „We nemen het niet langer" is de alom gehoorde opmerking. En uit protest te gen de huidige economische situatie en om hun bewondering voor de man Fré Meis, hun voorman, uit te spreken, stemden zij 18 maart jl> vrijwel una niem op de CPN. Nu wordt gezegd dat ook in politiek opzicht Oost-Groningen een probleemgebied is. Het zal de ar beiders een zorg zijn. Wat zij willen is werk voor iedereen. Werk, dat boven dien behoorlijk betaald moet worden Om dat te bereiken hebben zij Fré Meis hun vertrouwen gegeven. „We hadden hem nodig", zegt er één. „En we hebben hem nu nog nodig!" In Oost-Groningen is één op de tien mannen werkloos. Iri de hal van het Gewestelijk Arbeidsbureau in Winscho ten wachten vijf mannen op hun beurt. „Ben jij er ook al?" Een oudere ar beider stelt ietwat verwonderd deze vraag aan een jongere collèga. „Neen, Jf i ik begin dinsdag weer. Nu moet ik mijn F Alt aart inleveren LDe oudere man knikt. Hij zelf is nog lang niet aan dat moment toe. Het is de vraag overigens of hij ooit zijn kaart zal kunnen inleveren. Hij is im mers al de 45 gepasseerd. En dat bete kent voor een werkloze in deze streek dat hij niet meer aan de slag zal komen Vooral niet wanneer hij geheel of ge deeltelijk ongeschoold is. „Er zouden hier op korte termijn be drijven moeten komen, die een vrij een voudig produktieproces hanteren", zegt de heer S. Reitsma (56), bestuurslid van de raad voor welvaartsbevordering en opbouw van Oost-Groningen. Hij- is ook directeur van het arbeidsbureau in Winschoten. „Want 40 procent van de werklozen is nog geen 40 jaar, en daar is in ieder geval een deel van om te scholen". De directeur van de raad, de heer O. van Diepen (37) voegt daar aan toe dat echter voor het beleid op langere termijn hoog-gekwalificeerde industrieën nodig zijn in Oost-Gronin gen. Hij doelt dan op kapitaalintensieve bedrijven, die op hun beurt weer ar beidsintensieve bedrijven kunnen aan trekken. Drs. B. Beumer (35), burge meester van Midwolda zegt te geloven in het uitstralingseffect wat kapitaalin tensieve bedrijven op de regio kunnen hebben. Hij wijst naar het Eemshaven- project, waar Delfzijl thans de gevol gen van ondervindt. „Ik heb bovendien de indruk dat het de regering ernst is met Oost-Groningen", zegt hij. „Staats secretaris Van Son van Economische Zaken heeft hier gezegd alle pogingen om een bedrijf naar dit gebied toe te trekken te zullen steunen". Tot op heden moet de bevolking van Oost-Groningen het daarmee doen. „Ze hebben al zo vaak wat beloofd", is de reactie. Het is duidelijk dat men 't geloof in het regeringsbeleid heeft ver loren. „En we kunnen het echt niet al leen", zegt burgemeester Beumer nog. Stakingsleider Fré Meis tijdens zijn optreden bij de moeilijkheden in de strokartonindustrie. De felle staking leidde een grandioos succes in voor deze communistische voorman, die zijn inkomsten vergaart uit het werk dat hij als voorzitter/secretaris doet bij het Centrum voor eenheid in de vakbeweging, een organisatie, die in Amsterdam en Rotterdam nog actief is. Tijdens zijn heftige toespraken in Oude Pekela bond hij duizenden arbeiders aan zich. In hem zien zij thans hun vertrouwensman. „De vakbonden hebben het laten afweten" is de algemene reactie in Oost-Groningen. Omgeslagen Het ongeduld van de Oost-Groninger is omgeslagen in ontevredenheid, in wan trouwen. In de strokarton moet nog 'n aantal dingen worden geregeld zoals schoeisel voor de mannen bedrijfskle ding, schone en meer toiletten enz. Als dat niet snel voor elkaar is gaan de fabrieken dicht", klinkt het in Oude Pekela bij Fré Meis. Een ander over de 23 gulden meer, die de staking hem heeft opgeleverd, ,,'t Is allemaal duur der geworden; d'r moet weer wat bij" Gelach klinkt op. Instemmend gelach „We moeten ze het vuur goed na aan de schenen leggen", zei weer een ander. Fré Meis knikt. Hij kijkt de zaal door. Een man, die weet dat hij op deze man nen kan vertrouwen. Het succes van de staking maakte dat mogelijk. „U moest eens zien toen de staking in volle gang was" zegt een caféhouder. „Dertien, veertienhonderd mensen bij elkaar. En er liep^niets uit de hand". Ook nu straalt de persoonlijkheid van Fré Meis, die geboren is in Oude Peke la. tof in alle hoeken van de zaal. „Wij willen faciliteiten bij het aantrekken van nieuwe bedrijven", zegt hij. „Er mogen hier geen bedrijven dichtgaan, zonder dat er vervangende werkgele genheid is gevonden voor de mensen. Neen, wij als actiecomité leggen nooit een staking op. Daar beslissen de men sen zelf over. Het is bij ons geen drukr op-de-knop-systeem". Geaccentueerd „De acties van Fré Meis hebben de uit zichtloze positie van de bevolking dui delijk geaccentueerd" zegt de heer Van Diepen in Winschoten. „Er is veel los gemaakt. Maar ik geloof niet dat dit de weg is op de langere termijn. Je kunt de mensen niet in een permanente staat van agitatie houden". Ook burgemeester Beumer spreekt over» het schokeffect, dat Fré Meis te weeg heeft gebracht. Aan de andere kant is hij realist genoeg te beseffen dat de buitenstaander mogelijkerwijs de indruk krijgt dat Oost-Groningen 'n broeinest is van wantrouwen en aggressiviteit, die een negatieve uitwer king zou kunnen hebben op het interes seren van bedrijven met vestigings plannen. „Maar daar zou men zich in vergissen" voegt hij er aan toe. Ook de heer Reitsma zegt dat de Oost- Groninger graag en hard wil werken. En burgemeester Beumer komt met het verhaal dat de bevolking van zijn gemeente (4.000 zielen) in twee maan den tijd f30.000,bijeenbracht voor de bouw van een zwembad. „Dat vind ik een geweldige prestatie. Dat stimuleert. In een gebied als dit voel je als burgemeester vrijwel dage lijks en niet platonisch de moei lijkheden en zorgen van de bevolking. Aan de andere kant geeft dat een extra- dimensie aan je werk. En toch geloof ik in de mogelijkheden van dit gebied en ook in die van mijn gemeente. Als er industrieën zouden kunnen worden aangetrokken, bv. tussen Winschoten en Veendam zou Midwolda een foren sendorp kunnen worden. Daarom heb ben we ook recreatieplannen in voor bereiding en daarom willen we ook aan trekkelijke huizen bouwen. Ja, het is een extra-uitdaging hier in Midwolda. De bevolking is wat rechtlijnig. Maar dat bevalt me wel". Die bevolking is onlangs geconfron teerd met de problemen van het ge bied waarin zij woont en werkt. Tot 1975 toe zullen in Oost-Groningen 9.000 nieuwe arbeidsplaatsen moeten wor den gecreëerd. Daarbij is een eventue le migratie van de beroepsbevolking buiten beschouwing gelaten. Er komt nog eens bij, dat tot 1975 ook zeshonderd kleine bedrijfjes zullen moeten verdwijnen, omdat ze niet lan ger te exploiteren zijn. Meestal zullen dat eenmanszaakjes zijn: een klein slagerijtje, een kruidenier, een smid enz. Statistici hebben uitgerekend dat in 1975 naar schatting 4.000 mensen in de Oostgroningse detailhandel zullen Een keuken in een arbeidershuis in Meeden bij Winseholen. Een onderzoek in opdracht van het gemeente bestuur leverde als resultaat op dat een derde van de huizen in Meeden als krotten moeten worden beschouwd Toch i, de Oost-Groninger gehecht aan zijn geboortestreek. Hij heeft er zijn familie, vaak een eigen huisji en een stukje grond. Hoge lonen heeft hij echter nooit gekend. Noch toen hij bij de boer werkte, noch toen h gedwongen werd door de mechanisatie in de landbouw, bij strokarton of in de aardappelmeel zijn heil te zoeke werken. Mogelijkerwijs zal dat aantal kunnen uitgroeien tot 6.000, maar dan zal er iets aan de economische ontwik keling van het gebied moeten gebeu ren en wel op zeer korte termijn. Districtsbestuurder van het NKV in het noorden W. H. A. Winters heeft gezegd dat „als in een aantal noodge- bieden niet op zeer korte termijn nieuwe werkgelegenheid wordt gescha pen, er niets anders over blijft de mensen te adviseren naar het westen le trekken Dan moet Den Haag zijn nota's over ruimtelijke ordening, die in het noorden in het jaar 2000 drie miljoen mensen neerzetten, maar ver geten". Diezelfde vakbondsbestuurder zegt verder de integriteit van Fré Meis niet in twijfel te trekken. Zijn collega in Oude Pekela G. Eerens van St.-Willibrordus zegt dat door de acties van Fré Meis de vakbonden min of meer in de hoek zijn gezet. „De bonden hier zijn thans in rus te". Een jonge arbeider, lid van de CPN, geeft daar een verklaring voor: „De vakbonden hebben ons in de puree laten zakken. Nou doen we het zelf wel. Dit de acties moet door gaan. Voor het hele noorden". Berustend voegt de St.-Willibrordus- man daar aan toe: „De zaak is hier nog lang niet afgelopen. Er zal nog veel gebeuren". Het heeft er inderdaad alle schijn van. Reeds in een honderdtal bedrijven zijn militante actiecomité's gevormd. De leden komen voort uit alle vakvereni gingen. Het zijn mensen, die het ver trouwen in hun bonden hebben verlo ren. Gedesillusioneerd hebben ze zich afgewend van Kloos, Mertens en Lan- ser, en de blik gericht op Meis. „Die heeft hun 23 gulden meer bezorgd", zegt Eerens begrijpend. „Bij de ge meenteraadsverkiezingen zullen de •communisten zeker opnieuw winnen". C.P.N.-winst )e uitslag voor de Provinciale Staten op 18 maart loog er niet om. De Partij van de Arbeid raakte een fiks stuk van zijn aanhang kwijt, terwijl de CPN zijn stemmenaantal verdubbelde, in enkele plaatsen zelfs verdrievoudig de. In Oude Pekela, de geboorteplaats van Fré Meis, duikelde de PvdA van 41.2 pet. naar 30,1 pet., terwijl de CPN van 20,2 pet. klom naar 41,6 pet. In Veendam zakte de PvdA van 45,8 pet naar 40,7 pet. en steeg de CPN van 1.5 pet. naar 15,5 pet., in Winschoten •,vas het beeld: PvdA van 40 pet. naai 34.3 pet., de CPN van 12 pet. naar 25.6 oct. In Beerta kreeg de CPN met 57.3 net. (een winst van 9,9 pet.) de meer- 'erheid en in Finsterwolde verstevigdr- teze partij haar positie van 58,8 pet >aar 69,6 pet. Ook in Hoogezand- Sappemeer was de stemmenwinst van ijsttrekker Fré Meis opvallend. De PvdA zakte er van 40,9 pet. naar 37.2 net,terwijl de CPN steeg van 8,4 pet ot 20 pet. De drie confessionele partij •n leden allen in Oost-Groningen ver ies. In de stad Groningen, waar me iet minst te lijden heeft van eer •onzijdige werkgelegenheidsstructuu •aalden de communisten obk een fors» lemmenwinst binnen. De partij stee t van 5,9 pet. naar 13,7 pet., terwi.i' 'e PvdA op 37,2 pet. kwam, eer erlies t.a.v. 1967 van 3,7 pet. De CPI* daardoor de derde partij in gehe 'roningen geworden. Triomf lü willen de vakbonden met Mei iet praten", zegt een arbeider ui ssen. En tot Meis: „Word Statenlid an moeten ze wel!" leis zelf: „Ik heb al 60 telefoontje? chad over het al dan niet Statenlid vorden. Als ik er wat aan doen kan. Ion blijf ik gewoon Fré Meis, leidei •an de actiecomités". Het applaus golft langs de wanden van café 't Gemeentewapen van Berend Sasker in Oude Pekela. ,Jk wil het werk doen. •at ik graag doen mag", probeert \Teis zich verstaanbaar te maken. Later zegt hij dat de CPN hem alles De vakbonden? „Die kunnen goed worden (met de nadruk op kunnen). Ze zijn onmisbaar voor de arbeider". Dan leest hij het bericht voor dat een aantal boeren, die „niet meer van de grond kunnen leven", zich willen aan sluiten bij de actiecomités in de stro karton. „Ze kunnen op ons rekenen, of „Ja!", is het antwoord van de zaal. „En ook de WSW'ers", gaat Meis verder. Dan vraagt hij de actiecomi tés of de arbeiders willen overgaan tot het stichten van een fonds, waaruit eventuele acties kunnen worden bekos tigd. („Als munitie, waarmee we even tueel kunnen schieten".) Opnieuw geeft de zaal Meis vrij mandaat. Tijdens de staking in de strokarton is er honderdduizend gulden binnenge- vloeid bij de arbeiders. Een ton, af komstig uit heel Nederland, dat de strijd om loonsverhoging billijkte. Het was een triomf voor Meis, evenzeer als toen het bericht kwam, dat de vakbonden de stakingsdagen zouden uitbetalen. Nu nog rest het overleg in de aardappelmeelindustrie. De actieco mités en de bonden hebben een netto loonsverhoging gevraagd van 40 gul den per week. „En men zal moeten betalen, kamera den", roept Meis de zaal in. Opnieuw instemming. Dan stroomt de zaal in Oude Pekela leeg. Aan de stamtafel pakt Fré Meis een biertje. Men klopt hem op de schouder, felici teert hem mét de verkiezingsuitslag. Meis grinnikt en drinkt met volle teugen. Hij voelt zich thuis onder „zijn" mensen. Een Groninger onder de Groningers. „Wij verlangen ook in het noorden een fatsoenlijk loon" heeft hij zojuist gezegd. En ..Het is een schandaal dat vandaag de dag nog meisjes met 60, 70 gulden in de week naar huis worden gestuurd". Een wat ouder lid van het actiecomité komt naast mij staan. „Het gaat om de bewustwording van de arbeider", ver klaart hij veelbetekenend. Dan wacht ook hem de pils. Standsverschil Het Oost-Groningen van nu is een ta melijk eentonig landschappelijk gebiéd. De weg voert door dorpen heen, die bestaan uit een slinger huizen aan weerszijden van die weg; lintbebou wing. In het meest oostelijke deel rij zen de kasteelboerderijen van de vroe gere hereboeren statig omhoog. Bij velen is het glas boven de voordeur versierd met een vergulde leeuw. Som mige huizen hebben twee voorgevels Het is een uiting van het voorname boerenleven, dat stand hield tot aan de Tweede Wereldoorlog. Meer noordelijk staan de weggezakte huisjes van de landarbeiders. Onvoor stelbaar groot moet hier het stands verschil zijn geweest tussen boer en knecht. „Oost-Groningen heeft inder daad een sociaal probleem gekend" zegt burgemeester Beumer. „Nu niet meer. Als je nu over de werkgelegen heid praat hoor je hetzelfde, zowel van werknemers, als van werkgeverskant" En daar laat hij het bij. Maar de benaming van Finsterwolde als communistisch bolwerk in het noor den, la$t ruimte voor filosoferen. En het feit dat in vroeger tijden regerings commissarissen naar Groningse dor pen kwamen om orde op zaken te stel len, doet dat evenzeer. De komst van deze lieden uit Den Haag vloeide voort uit de gedragingen van gemeentera den, waarin communisten de meerder heid hadden. Gemeentewoningen wer den voor een krats verhuurd en verder werden activiteiten ondernomen, die in de Nederlandse samenleving van vóór de Tweede Wereldoorlog als onge rijmd werden gekarakteriseerd. Thans krijgen de communisten opnieuw de wind in de zeilen. En er is in Oost- Groningen nog veel te doen. Het ge middeld inkomen van de bevolking ligt tien tot twaalf procent lager dan het gemiddelde van Nederland. Maar: „ze zullen moeten betalen, kameraden", heeft Fré Meis gezegd. Bedreiging Zo koerst Oost-Groningen op zijn toe komst af. Een toekomst, die pas pers pectief kan bieden, wanneer inderdaad op korte termijn de regering te hulp komt. „In het kader van de werkloos heidsbestrijding heeft ze al veel ge daan", zegt de heer Reitsma. En hij wijst op de aanleg van wegen, d? bouw van zwembaden, de aanleg van sport velden. „Inderdaad komen we daar qua inwonertal behoorlijk mee voor de dag", geeft de heer Van Diepen toe. Maar hij lanceert metéén de wens oft aansluitende wegen te krijgen op do toekomstige Autobahn KeulenEmden en nieuwe snelle verbindingen naar het „We hebben niets aan mooie zwemba den en dorpshuizen als het geld om er gebruik van te maken ontbreekt", zegt een journalist in Winschoten. Voor een aantal jongere, geschoolde arbeidskrachten hoeft het allemaal niet meer. Zij hebben vooruit gekeken, dag met het handje gezwaaid en Oost- Groningen de rug toegekeerd, „De bes ten gaan weg", zegt de heer Van Die pen. „Het is toch zonde als je mensen opleidt voor het westen" meent bur gemeester Beumer. Zo wordt dit stuk Nederland, dat 150.000 mensen huisvest ook nog eens bedreigd door vergrijzing van de bevolking. In een onlangs ver schenen rapport van de Noordelijke Economisch-Tcchnologische Organi satie (NETO) in Groningen wordt er bij de ouders op aangedrongen hun kin deren in ieder geval voldoende school opleiding mee te geven. Een groot aantal ziet het nut er echter Toen in april 1968 de strokartonfabrieken de Rijderland bij Winschoten en de Toekomst in Midwolda sloten, sprong het werkloosheidspercentage meteen op 9 procent. Momenteel zijn nog zo'n 2800 mannen werkzaam in de karton. De steenfabrieken bieden aan plm. 1000 mannen werk, en in de aardappelmeel werken thans nog zo'n 2500 man. Het aantal vrouwelijke arbeidskrachten in Oost-Groningen is nagenoeg te verwaarlozen. Deze drie genoemde bedrijfstakken zullen eerder mensen moeten afstoten, dan ze kunnen opnemen. En de sanering in de landbouw gaat nog steeds door. Op de foto jonge stakers uit de strokarton in september van het vorig jaar. Café 't Gemeentewapen in Oude Pekela werd de plaats, waar de Oost-Groningse arbeider liet horen, dat hij het niet langer neemt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 13