Een week lang
LEZERSFEEST
Profiel van een prijswinnaar
WEERKLANK VAN ANNE FRANK
r KASTEEL
IN
IERLAND'
HET
NIEUWE
BOEKHUIS
Het Geschenk:
19 ©NDERDAG 1 APRIL 1970
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Boekenweek.
4 tot en met 11 april
Morgenavond wordt in de Amsterdamse RAI het feest gevierd waarmee Boeken
week '70 wordt ingeluid. Iedereen kan er tegen betaling bü zijn, maar voor
de meesten begint de Boekenweek pas zaterdag. Dan krijgt n bij boekenaankoop 't
Geschenk en kunt u ook de speciale Boekenweekuitgave kopen. Het Geschenk
werd dit jaar geschreven door Jan Gerrit Toonder. Een van onze redacteuren
sprak met hem. Op deze pagina ook besprekingen van dit Toonderboek, Kasteel in
Ierland, en van de speciale uitgave, Weerklank van Anne Frank, dat een bloem
lezing is uit de echo's die „Het Dagboek" over de gehele wereld heeft opgeroepen.
(Van een onzer redacteuren)
AMSTERDAM. Jan Gerhard
Toonder wou zeenuae worden.
Zijn vader was zeeman en dus
mocht hij mee ails leerfLinig-
stuunnan op de grote vaart.
Tijdens, wat hij beschrijft als
„een beeldschone oceaannacht",
onfcddkte bij, dat hij volmaakt
ongeschikt was voor het vak.
Hij miste op een haar na een
aan de einder opdoemende tegen
ligger. Hij was naohtbflind. Einde
carrière nummer 1. „En gelukkig
maar", zegt hij over dit incident.
„Ik was toen een jaar of 18. De
crisis barstte los. De schepen
werden bij bosjes opgelegd".
Jan Gerhard Toonder wou vervolgens
worden. Hij gaf zijn studie
lortijdig op bij gebrek aan serieuze in-
>e. „Dat was gelukkig voor de eco
nomie en gelukkig voor mij", zegt hij.
Einde carrière nummer 2.
Jan Gerhard Toonder werd tenslotte
schrijver. De afgelopen tien jaar publi
ceerde hij in totaal 7 romans. De gemid
delde oplage was, bekent hij met een vi
tale glimlach onder het struikgewas van
zijn snor, 3.000 exemplaren. Geen Cre-
merpronkkast voor deze jongen. Geen on
verbeterlijke bestsellers. En toch en toch
en toch. Zijn laatste geesteskind, dat
„Kasteel in Ierland" is getiteld, haalt op
eens een oplage van 210.000. Dat staat ge
lijk met een straatsteen door de ruit van
een etalage, waarachter de broze juwe
len van de Nederlandse literatuur liggen
uitgestald. Om met hem zelf te spreken:
„De laatste echte verteller in de Neder
landse literatuur is Couperus geweest.
Arthur van Schendel, Slauerhoff. Daarna
stilte. De vertelkunst in de Nederlandse
literatuur is over. Wij zijn als volk puri
teins. Mijn vader placht te zeggen dat
is een mooi trekje van hem romans
zijn niks dan leugens. Ach, de tijd, dat ik
mijn carrière als -schrijver begon., de
dertiger jaren.de literaire dienst in Ne
derland werd uitgemaakt door Du Per-
Jan Gerhard Toonder
ron en Menno ter Braak. Goeie kerels,
allebei, maar onbarmhartig tegenover
de vertelkunst"
Jan Gerhard Toonder wil zichzelf hiei-
mee de goede verstaander zal het heb
ben gehoord als nieuwe exponent van
de vertelkunst in Nederland opwerpen.
„De kat in het vreemde pakhuis", zoals
hij het zelf definieert. En de oplage
210.000, waarin zijn jongste boek Kas
teel in Ierland" zal worden verspreid,
stelt hem een beetje in het gelijk. Hij
werd namelijk door de Commissie
de Collectieve Propaganda voor het Ne
derlandse Boek in september 1968 uitge
nodigd om het geschenk voor de boeken
week 1970 te schrijven. Wie tussen 4 en
12 april voor minimaal 7,50 gulden aan
boeken koopt, krijgt zijn geesteskind gra
tis cadeau Geen geringe onderscheiding,
ding.
Leven van de pen?
Kan hij los van deze financiële mee
valler leven van zijn pen? „Oh nee",
roept hij in koor met zijn kunstbroeders,
die het afgelopen jaar actief protesterend
bezig zijn geweest. „Van romans kun je
niet leven. Ik doe er vertalingen bij. En
ik schrijf verhalen voor populaire geïl
lustreerde bladen onder welk pseudo
niem vertel ik lekker niet. Het moet uit
de lengte of uit de breedte komen, niet
waar? Ongelukkig ben ik zeker niet. Ik
kan het me permitteren, er een half jaar
tussenuit té trekken om een boek te
schrijven en dan hoef ik echt niet
de oplagecijfers te denken. Dat is in
derland heel uitzonderlijk. Er zijn weinig
collega's, die zich zoiets kunnen veroorlo-
Hij is in de prijzen gevallen, Jan Ger
hard Toonder. Hij zat in de zomer van
1968 met zijn broer Marten (inderdaad,
die van Olie B. Bommel en Tom Poes)
een fles wijn te drinken onder een bloei
ende kastanje ergens in West-Ierland. Op
de achtergrond stond de ruïne van een
toren, waarin het heette te spoken. De
zee was in zicht. Vlak bij stond een kas
teeltje, dat werd bewoond door een cor
recte, corpulente Duitse heer van in de
50 zo'n Duitser, waarvan je je af
vraagt: „Waar zat jij tijdens de oorlog,
vriend?". Er was ook een vreemde bleke
vrouw in de buurt. Marten en Jan (de
laatste twee jaar jonger dan de eerste)
waren van kindsbeen af gewend om met
elkaar verhalen te fantaseren. Ze doen
het nog steeds. Zo groeide tussen beiden
het absurde verhaal van die dikke correc
te Duitser en zijn apathische metgezel
lin. Marten deed er niets mee. Hij heeft
handenvol werk aan heren van stand.
Maar bij Jan Gerhard Toonder bleef het
thema hangen. Hij wachtte slechts, tot
hij genoeg geld zou hebben om het op lijn
gemak uit te kunnen werken. Een paar
maanden later kwam uitgerekend de
Commissie voor de Collectieve Propa
ganda voor het Nederlandse Boek met de
uitnodiging om het Boekenweekgeschenk
voor 1970 te schrijven. De rest laat zich
even gemakkelijk raden als Jan Gerhard
Toonder (binnenkort verschijnt van zijn
hand een serieus werk over dit onder
werp) astroloog is.
Ibiza en Ierland
Zijn onmiskenbare prijs won hij in Ne
derland, waar slechts een enkele schrij
ver per jaar tot de eer van het Boeken
weekgeschenk kan worden toegelaten.
Maar zijn werk verricht hij bij voor
keur in het buitenland. Eerst negen
jaar lang op het wijnomspoelde eiland
Ibiza, nu sinds drie jaar op het door de
pressies omspoelde eiland Ierland, waar
behalve zijn broer Marten allerlei klei
ne kobolden en §ndere spooksels hun
toevlucht hebben gezocht. Hangt Neder
land hem de keel uit? Hij haast zich op
JAN GERHARD
TOONDER
ZIET ZICH ALS
NIEUW EXPONENT
VAN DE
NEDERLANDSE
VERTELKUNST
zijn Amsterdamse vluchtheuvel een
bovenetage aan de Van Breestraat
deze indruk te guillotineren. „De kwes
tie is", zegt hij, „alleen maar, dat het
in de Randstad Holland steeds moeilij
ker wordt een werk van lange adem te
maken. De onrust van het leven hier,
de intensiteit, stromen door de muren
en door de telefoon heen naar binnen.
Als je in het buitenland bent, krijg je
de kranten vijf dagen te laat. Het nieuws
is voorbij, voordat je je er boos over
kunt maken. Maar ik zou het contact
met het moderne West-Europa niet wil
len missen. Ik zou bijvoorbeeld niet
thuis zijn gebleven voor de verkiezingen
van de Provinciale Staten. Zoals 30 pro
cent van de Nederlandse bevolking
heeft gedaan. Wanneer ik nog stemrecht
zou hebben gehad, zou ik op D'66 heb
ben gestemd. Niet omdat ik dat zulke
geweldig goeie kerels vind, maar omdat
ze het starre politieke patroon in Neder
land proberen te doorbreken".
Hij noemt zichzelf t
schrijver. De lezers van zijn boeken mo
gen daarover hun eigen oordeel vellen.
Gevraagd naar de betekenis van het
etiket is hij eerlijk genoeg om te beken
nen: „Ik ben een cultuurpessimist. Ik
vrees, dat er in de komende tientallen
jaren veel overhoop zal worden gehaald
dat de maatschappij onherkenbaar zal
worden.misschien wel onbestuurbaar.
Mijn engagement is een klein poginkje
om te voorkomen, dat het individu op
gaat in de massa. Als je zo denkt kom
je uiteraard een beetje links uit".
Hij verdeelt zijn schrijverschap op
55-jarige, eindelijk bekroonde leeftijd, in
twee fazen. De moraliserende periode
en de symboliserende periode. „Vroeger
preekte ik", zegt hij. „Nu schrijf ik pa
rabels". De glimlach hangt ongeschon
den onder zijn snor. „Ik vind Roel van
Duijn en zijn Kabouterstad leuk", zegt
hij. Een grandioos idee. Ik lach me rot
om al die communiqués van Oranje Vrij
staat. Ach, ik ben het met mijn kunst
broeders eens. We worden beheerst
door drie ministeries, te weten Econo
mische Zaken, Financiële Zaken en So
ciale Zaken. Daarnaast moet er een
nieuw departement komen. Niet een de
partement voor Welvaart, maar een de
partement voor Welzijn. Er is een leeg
te ontstaan, Daarbinnen moeten
nieuw leren leven met een wereld, die
in 20 jaar radicaal veranderd
deze boodschap staat Jan Gerhard Toon
der op. Om naar Ierland af te reizen
voor de voltooiing van zijn volgende
proeve van vertelkunst. Waarover het
zal gaan? Dat vertelt hij niet. „Ik loop
ermee rond", zegt hij, „maar ik hou
(ADVERTENTIE)
BRENG IN ELK GEVAL
in de
BOEKENWEEK
een bezoek aan:
BREESTRAAT 52
(Hoek Vrouwensteeg)
LEIDEN TELEFOON 2 697 7
Het
BOEKENWEEKGESCHENK
„KASTEEL IN IERLAND"
van JAN GERHARD TOONDER
ligt op U te wachten.
mijn mond. Als je er te veel over praat,
hoeft het van jezelf niet meer. Dan is de
innerlijke spanning eruit".
GEEN bloemen voor Anne",
was het standpunt van het be
stuur van de Anne Frankstich-
m ting, toen vorig jaar het feit
werd herdacht, dat de schrijfster van
het dagboek 25 jaar geleden door de
Gestapo naar het concentratiekamp
werd afgevoerd. Maar nu, een kwart
na de bevrijding, wel een
bloemlezing uit de echo's, die het dag
boek (in negen miljoen exemplaren
45 landen verspreid) over de he
le wereld heeft losgeroepen. „Weer
klank van Anne Frank", heet het boek.
Het is ter gelegenheid van de boeken
week 1970 verschenen als eerste werk
n serie, die een gezamenlijk ini
tiatief is van uitgevers en boekverko
pers. Zij- willen met regelmatige tus
senpozen het publiek in de gelegenheid
stellen, een waardevolle uitgave te
verwerven voor minder dan de helft
van de prijs.
Toen de familie Frank op 4 augustus
1944 werd gearresteerd, „had Anne in
haar dagboek een geschenk aan de we
reld voltooid, dat haar vijanden zou
overleven" heeft wijlen president John
F. Kennedy geschreven' in een brief,
n „Weerklank" staat afgedrukt.
Dat de lezers de op schoolschrift ge
stelde geestelijke erfenis van het jon
ge joodse onderduikertje inderdaad
ls een geschen'. beschouwen, onder-
•indt haar vader Otto Frank de eni-
;e van de familie, die het ooncentra-
tiekamp overleefde nog dagelijks.
Uit de hele wereld ontvangt hij brie
ven, zoals de volgende, die men even
eens in weerklank aantreft:
,,Het is mij een behoefte, u te danken,
omdat u het dagboek van uw dochter
voor uitgave vrijgegeven hebt. Onver
getelijk zijn voor mij de woorden van
uw dochter Anneongewild is zij
door haar dagboek onsterfelijk gewor
den".
Bewondering niet genoeg
In zijn ten geleide bij de nu versche
nen uitgave maakt Otto Frank de vol
gende kanttekening. „Hoe ontroerend
die uitingen des harten ook zijn, toch
wijs ik er in mijn antwoord- en dank
brieven altijd weer op, dat het niet vol
doende is, met bewondering en mede
lijden aan Anne te denken, maar dat
haar dagboek een aansporing moet
zijn om bij te dragen tot de verwer
kelijking van de idealen en ideeën, die
erin zijn uitgedrukt".
In de loop der jaren is de heer Frank
van verschillende zijden gevraagd, toe
stemming te geven tot het publiceren
van de duizenden brieven, die hij uit al
le uithoeken van de wereld kreeg.
Men wees hem erop, dat uit dene brie
ven de grote invloed waar te nemen
zou zijn, die het dagboek op mensen
uit allerlei leeftijdsgroepen, maar spe
ciaal op de jeugd van verschillende na
tionaliteiten heeft gehad en nog heeft.
„Ik kon echter niet tot het besluit ko
men deze toestemming te geven",
aldus Otto Frank in zijn verantwoor
ding bij „Weerklank", omdat ik de in
houd van vele brieven te persoonlijk
vond voor publikatie, ofschoon het mij
duidelijk was, dat een dergelijke ver
zameling een grote pedagogische en
psychologische waarde zou kunnen heb
ben. Toen mij echter het voorstel werd
gedaan, een boek uit te geven, dat ver
schillende soorten reacties op Anne's
dagboek zou bevatten, waarvan brie
ven naar verhouding een klein deel
zouden uitmaken, heb ik besloten het
project,mijn steun te geven".
Oordeel grafoloog
Inderdaad bestaat slechts een fractie
van „Weerklank" uit brieven. Voor de
rest bevat het boek 133 afbeeldingen,
waarvan 25 in kleur daaronder fo
to's van alle onderduikers in het ach
terhuis, foto's van het toneelstuk en de
film, die naai Anne's dagboek zijn ge
maakt. uitingen van kunstenaars,
aan Anne Frank opgedragen, en een
reeks artikelen. Hitlers greep naar de
macht wordt komt belicht, evenals de
oorsprong van het dagboek. Het hand
schrift van Anne wordt ontleed, waar
bij de grafoloog dr. Erhard W. Friess
tot de conclusie komt:
..Een boven het gemiddelde liggende,
zeer gedifferentieerde, zeer beweeg
lijke en tot meeleven in staat zijnde
geestelijke potentie staat de intelligen
te jonge schrijfster ten dienste. Van
haar goede geestelijke discipline kan
veel verwacht worden. De geschikt
heid tot oordelen openbaart zich door
ordelijkheid, helderheid. exactheid,
veelzijdige contacten met de mede
mens, 'n overheersende zelfstandigheid,
verstrekkende objectiviteit en moed.
Kleine beoordelingsfouten zijn echter
niet uitgesloten. Een ver boven het ge
middelde liggend voorstellingsvermo
gen is niet te ontkennen, dit houdt zich
goed in evenwicht tussen een rijke
fantasie en een drang tot logica".
De legende
Prof. Henry F. Pommer schrijft over
Dikwijls was zij moeilijk in de om
gang. Spanningen waren wel bijna on
vermijdelijk bij acht mensen die on
der zoveel restricties en in ruik een
kleine ruimte moesten lenen, maar
Anne heeft blijkbaar wel een groot
aandeel gehad in het veroorzaken van
ergernis. Ze had een lastig humeur en
was niet geneigd of in staat dat in be
dwang te houden. Soms moet ze b
paald hinderlijk vroeg rijp zijn g
we est in haar opmerkingen
ze van de andere onderduikers dach
ze moet soms brutaal en heerszuc
tig hebben geleken, vooral in haar
gang met Margot en als het Peter b
trof. Zij stond zeer kritisch tegenove
haar moeder, hield veel van haar v
der en van tijd tot tijd kwetste ze be
den diep. Langzamerhand echter
tig zijn. Daarmee vermengd
en langzamerhand er voor in de plaal
komend kwamen de daden van een n
Kern van de zaak
Daarnaast is „Weerklank" doorspekt
met een groot aantal citaten uit het
dagboek van Anne zelf. Bij alle be
schouwingen, brieven, anecdotes en
kunstzinnige uitingen blijken vooral
toch deze de grootste indruk te maken.
„Weerklank" moge een welkome aan
vulling zijn de simpele diepe waar-
ECHO'S DIE
,HET DAGBOEK"
OVER DE HELE
WERELD HEEFT
OPGEROEPEN
heden die het ondergedoken meisje in
haar schoolschriften noteerde, zijn de
kern van de zaak.
„Ik zie hoe de wereld langzaam steeds
meer in een woestijn herschapen
wordt. Ik hoor steeds harder de aan
rollende donder, die ook ons zal doden,
ik voel het leed van miljoenen mensen
mee, en toch, als ik naar de hemel
kijk, denk ik, dat alles zich weer ten
goede zal wenden, dat ook deze hard
heid zal ophouden, dat er weer rust en
vrede in de wereldorde zal komen".
Deze woorden schreef Anne Frank op
15 juli 1944. Wat zou ze geschreven
hebben, als het haar gegeven zou zijn
geweest, in deze lente van 1970 in de
wereld om zich heen te kijken?
PIET SNOEREN
De titel „Kasteel in Ierland",
die Jan Gerhard Toonder mee
gaf aan zijn boekje, dat als
'geschenk van de Boekenweek
fungeert, lijkt nogal onschuldig.
Maar er gaat een geschiedenis
achter schuil, die niet zo
sprookjesachtig naïef is, als de
omslag en de naam Ierland
zouden doen vermoeden. Het is
geen Iers boek, maar een Duits
boek. De Ierse omgeving speelt
alleen als tegenpool, als decor
van een stuk oorlogsgeschiede
nis waarvan de tentakels, na
25 jaar, nog voortwnoeten in
vele persoonlijke levens; waar
van de ergernis nog bij velen
opgeroepen wordt, zodra in een
of andere vorm zich een
herinnering aandient. Ze zijn
de Urlaubduitsers, die vanuit
het huidige Wirtschaftswunder
overal rondzwerven, voor tal
lozen terecht of ten onrechte
aanleiding tot ergerniswek
kende herinneringen,;
Zo'n zwervende Duitser, op vakantie
in 't Ierse landschap, zat Toonder
mentaal dwars tijdens zijn vakantie
in Ierland. Deze energie werd ver
werkt in 'n fantasie, waaruit dit ver
haal werd geboren. Voor de CPNB ge
rede aanleiding om daarmee 'n steen
tje bij te dragen aan dit jaar van 25
jaar bevrijding. De geschiedenis speelt
in Ierland, Duitsland en Ned. Een dr.
Krause koopt met zijn vrouw Hilda 'n
oud landgoed in West-Ierland. Het zal
'n toeristisch hotel worden. Het huis
moet opgeknapt worden en tijdens de
ze grote beurt ontmoeten zij allerlei
min of meer aardige Ieren: werklie
den, de makelaar, 'n politieman, de
pastoor van 't dorp e.d. Toonder speelt
de zorgeloze Ierse sfeer uit tegen de
strakke Duitse mentaliteit, hetgeen
door talloze anekdotische feiten aar
dig getekend wordt. De partij, die de
auteur kiest laat zich wel raden.
Oorlogsverleden
Maar er is meer. Waarom komt dit
Duitse echtpaar naar Ierland? Waar
om reageert Krause zo vreemd? Waar
om is Hilda allesbehalve een ideale
echtgenote? In een aantal flashbacks
wordt de voorgeschiedenis verhaald.
Het oorlogsverleden is en wordt voort
durend gehanteerd, waarbij de oud-
SS-officier Krause zichzelf analyseert,
zich voortdurend op de borst blijft
slaan als een eerlijke kerel, die zijn
woord niet heeft gebroken. Maar hij
werkt zich daarmee ook steeds verder
in de kelder, de gevangenis van zijn
eigen geweten. „Ik probeerde hem
goed te praten" zegt Toonder er zelf
van. „Maar 't is niet gelukt". Dat is
natuurlijk 'n betrekkelijke uitspraak;
dat is de opstelling van Toonder. Zijn
goed recht en als zodanig moet je al
lezende deze Duitser accepteren. Het
venijn zit vrij diep; dan kun je mis
schien ook niet anders.
Tweemaal chantage
Het hotel ls verkregen via chantage
van de Duitser Gotlieb; nu een rijk en
aanzienlijk man in en buiten Duits
land. Vroeger zijn schoolkameraad,
in de oorlog mede-SS'er. Krause is
steeds zijn sllppedrager geweest. Ze
weten te veel van elkaar, dat verzwe
gen dient te worden.
Hilda, zijn vrouw, heeft hij gekregen
via chantage. Ze is de dochter van 'n
Nederlandse industrieel, die in de oor
log fout zat; op het eind van de oorlog
met alles en alleen verdween en zich
waarschijnlijk aan de geallieerden
verkocht. Hilda verborg in dit huis *n
jodenjongen, die soldaat Krause op 'n
feestje toevallig ontdekt. In ruil voor
Hilda belooft hij de jongen in veilig
heid te brengen. Het eerste lukt, het
tweede mislukt. Het laat zich raden
hoe dit huwelijk zich verder ontwik
kelt; tot in Ierland toe. De kelder
speelt in dit verhaal 'n Leit-motiv; in
de kelder waarin de jonge jood .zich
had verborgen, verbergt Krause zich
bij 't einde van de oorlog, wanneer de
kwajongens van de BS HUda kaal
scheren. In de oude bouwval van de
toren bij 't landhuis voelt Krause zich
't beste thuis; daarin kan hij zich in
de kelder van zijn eigen gedachtenle-
ven terugtrekken; daarin gaat hij ook
ten onder. Een oorlogsverleden laat
zich niet wegredeneren; *t normbesef
laat zich niet ombuigen.
Gelukt portret
De aanloop van het boek kwam bij
me wat traag over; temeer omdat
Toonder af en toe wat op de lyrische
toer gaat. Bovendien denk je: hoe
krijgt hij al deze uiteenlopende ge
gevens zo bij elkaar? Maar gaande
weg wint het boek aan kracht en
gaat de intrige je boeien, gaan de
personen leven en winnen aan psy
chologische zeggingskracht. Het zijn
geen diepgaande analyses, die hij aan
de figuren meegeeft, maar ze worden
voldoende menselijk getekend in hun
redeneringen en reacties om geloof
waardig te zijn. Het is een boek vol
tragiek, die door de betrekkelijkheid
van een Ierse samenleving (maar
ook niet vrij van corruptie) in even
wicht wordt gehouden. Achter de
schone schijn van 25 jaar bevrijding
gaat nog veel leed verborgen; niet
alleen bij hen, die wij gewoonlijk als
oorlogsslachtoffers bezien, maar ook
bij hen, die het slachtoffer zijn van
menselijk falen. Beiden zijn oorlogs
slachtoffers. Toonder zegt dat het
hem niet gelukt is deze tweede cate
gorie goed te praten. Wat hem wel
gelukt is heeft ook waarde: een por
tret te tekenen van een ander stuk
oorlogsleed, dat niet alleen met af
grijzen. maar ook met een stuk mee-
dedogen bezien kan worden.
Henk Egbers