WILLY
WALDEN
David
Frost
„EEN SCHAT VAN EEN JONGEN'
BIJNA 31 JAAR,
MIUONAIR,
MAAR
NIET GETROUWD
SATERDAG 28 MAAKT WIJ
,We hebben niks
aan een publiek dat zachtjes
in zichzelf gniffelt.
Wat wij
willen horen is een brul"
AMSTERDAM Het Delftsblauw bord in de vesti
bule brengt de bezoeker aanvankelijk op een dwaal
spoor. Hij krijgt daardoor namelijk de indruk, dat de
alom gevierde komiek J. J. Kaldewaaij in tegenstelling
tot de hardnekkige geruchten de grage lachers der
lage landen wel degelijk ook buiten zijn vaste werk
tijden volledig aan hun trekken laat komen. Kalde
waaij schenkt zijn gast een licht mousserende glimlach
en zegt: „U denkt natuurlijk, dat het Deens is. Dat
ik het bord heb neergehangen, omdat mijn vrouw uit
Denemarken komt. Iedereen denkt dat, maar in feite
is het Fries. Wij zeggen: „Het maakt niet uit, of je
door de hond gebeten wordt of door de kat". De
Friezen kennen die uitdrukking ook, maar zeggen het
alleen even anders. Daar staat: „Het komt op hetzelfde
neer. of de koe scheit of de stier". Mag ik even uw
jas
l^en Eet een vederlichte dribbel effent Kal-,
esvaaij het pad naar de zithoek, die in
lilde herfstkleuren is uitgevoerd. Veel
iak; op de vloer functionele tapijten,
'laats voor een pluis of een achteloos
eergeworpen krant is er niet. Het
jkt, alsof de bewoners na jarenlange
lwezigheid zojuist zijn teruggekeerd,
chter een stenen muur ligt de werk-
:r, een smalle sleuf met het sc-
getemperde licht, dat ook in oude
terken hangt. Aan de wand achter het
ureau een flets schilderij en in de hoek
:n tros smoezelige linten met gou-
:n opdruk.
2 bijbehorende kransen zijn al lang
t as vergaan, maar Kaldwaaij
eeft 't niet over zijn hart kunnen krij
gen om ook de linten met de vuilnisman
mee te geven. „Er zitten voor mij te
feel herinneringen aan vast", legt hij
welwillend uit, „het enige, wat ik be
waard heb zijn die linten en wat foto's".
Privacy
patio-bungalow, die hij enkele ja-
ren terug gekocht heeft, ligt in een ex-
merciusief gedeelte van de Amsterdamse
izertuinstad Buitenveldert. Zijn rechter-
Jorrbuurman is een goed boerende inter-
:zeroist en links woont de gulzig acterende
pelcfroorvechter der arbeidende klasse doc-
Dftorandus Den Uyl. Het besloten karak-
- t er der huizen beperkt het contact met
ïen tot een bevredigend minimum en
aldewaaij is niet van plan daar enige
erandering in te brengen. „Ik houd
r. an privacy", zegt hij, „buiten de
.•houwburg hoef ik geen mensen te
jj^ien. Het zal wel een soort verlegenheid
Zijn. Ik ga met opzet zo weinig mogelijk
stad in, omdat ik er een hekel aan
i om herkend te worden. Als ik in
)e Bijenkorf loop, moet ik gelijk hand
mannetje, dat niks begrijpt'is er altijd
plaats. Over 20 jaar zullen er nog steeds
'domme jongetjes in deze wereld zijn.
Oud patroon
Dat contrast tussen Piet en mij is al
tijd het geheim van ons succes ge
weest. Piet roepf, dat ik de kaas niet
van mijn brood moet laten eten en ik
zeg, dat ik niet van kaas houd. Ik vat
al zijn beeldspraken letterlijk op en
dram net zolang door, totdat de chaos
compleet is. Goed, ik ben het met u
eens: het is een oud patroon, maar het
werkt. Het publiek weet precies, waar
't bij ons aan toe is. 't Komt naar ons
kijken, omdat ze zich willen ontspan
nen. Zonder problemen, zonder dubbele
bodem. Ik vind Sieto Hoving geweldig
en als ik naar zijn voorstelling ga, amu
seer ik me kostelijk. Maar we moeten
niet proberen om zijn teksten te imite
ren, want dan bereiken we ons publiek
niet meer. Van ons wordt niet ver
wacht, dat we scherp en satirisch zijn.
Sterker nog: ze stellen het niet op prijs.
Alle zure kritiek op de Snip en Snapre-
vue is in feite dan ook een bewezen
misverstand. De critici van de Neder
landse pers hebben nooit begrepen,
waarom wij het zo lang hebben volge
houden. Ze roepen, dat we betere tek
sten moeten gebruiken, dat onze scenes
gebaseerd zijn op steeds hetzelfde ver
sleten patroon. Maar ze gaan voorbij
aan het krankzinnige feit, dat we met
diezelfde scenetjes twee generaties
hebben overleefd.
Ik ben ervan overtuigd, dat Snip en
Snap al lang niet meer zouden bestaan,
als we inderdaad de actuele problemen
hadden opgezocht. Zodra ze bij onze
revue gaan denken: „Wat bedoelt die
kleine daar nou mee?", is het met ons
gedaan. Wij hebben niks aan een pu
bliek, dat zachtjes in zichzelf gniffelt.
Wij moeten het hebben van de yel, van
de spontane reactie. Ik moet in die zaal
een brul horen en als die wegblijft is
het voor mij een teken dat we gefaald
hebben.
Vertrouwde cadans
Ik ben er ook van overtuigd, dat het be
grip revue zal verdwijnen, als we er
straks mee ophouden. Ik kan me dat
nou nog niet voorstellen en ik wil er
niet over nadenken ook. Vorig jaar had
den we drie maanden vakantie en de
eerste maand vond ik het geweldig. Lek
ker zitten, een beetje fietsen, met de
hond wandelen. Ik dacht werkelijk, dat
ik het eindeloos zou kunnen volhouden.
Maar na een maand werd ik dodelijk
onrustig. Ik miste mijn vaste, ver
trouwde cadans. Om zeven uur begon
ik onrustig door het huis te dwalen. Ik
voelde me ongelukkig. Veertig jaar ben
je 's avonds om zeven uur naar het
theater gegaan en die motor kun je zo
maar niet straffeloos afzetten.
Toch zal ik voorzichtig aan het idee
moeten wennen. Ik word op tweede
paasdag 65 jaar en dat vieren we met
een matinee en een avondvoorstelling.
Ik vind dat een gelukkige oplossing,
want we zijn niet zulke grote verjaar-
dagvierders. Daarna gaan we rustig
door. In 1971 beginnen met een serie
Snip en Snap Souvenirs. Allemaal hoog
tepunten uit 32 revues. Misschien halen
we de dames ook nog een keer van
stal, als we 'n geschikte tekst kunnen
vinden. We zijn er toen mee opgehou
den omdat juffrouw Snip en juffrouw
Snap verouderd waren. Het zag er op
'n gegeven moment sickies uit en dan
moet je ophouden. Maar als we het pu
bliek een plezier kunnen doen door nog
één keer die jurk aan te trekken, vind
ik dat best.
Ik voel ook wel wat voor een musical.
Ik heb nooit echt toneel gespeeld en ik
weet dus niet, of het lukt, maar ik zou
het willen proberen. En dan het liefst
met Piet, want zonder hem zie ik het
succes niet zo duidelijk zitten.'Het pu
bliek is gewend aan het contrast en dat
moet je niet kapot maken.
Bon vivant
Ik probeerde net uit te leggen, wat het
verschil tussen ons is. Voor mij is dat
een heel duidelijke zaak. Als Je in het
dagelijkse leven wilt lachen, moet je
echt niet bij komen. Ik ga nu niet be
weren, dat Piet maar raak leeft, maar
hij is wel de levenslustige bon vivant.
Als je het toneel even Vergeet en ons in
een café aan een tafel zet, dan is Muy-
selaar gegarandeerd de grote gangma
ker. Om hem wordt gelachen. Mij vin
den ze de grote chagrijn. Sorry, maar
ik ben niet anders.
In feite is 't ook nooit de bedoeling ge
weest, dat ik aan het toneel zou gaan.
Ik wilde missionaris worden. Missiona
ris vond ik een prachtig beroep, want
dan kon je wat voor de mensen beteke
nen en gelijk wat van de wereld zien.
Ik ben altiid gek op reizen geweest. We
hebben een tijd een flatje aan de Fran
se Rivièra gehad, maar 't kwam er op
neer, dat je de eerste weken bezig was
met het weghalen van de spinnewebben
en de rest van de tijd gastheer speelde
Willy'Walden regisseert persoonlijk zijn eigen staatsieportret. Met zijn lievelingshond
Lukkie, een drieëneenhalf jaar oude Dalmatiër poseert hij in de keuken van zijn riante
patiobungalow in Amsterdam, terwijl hij glimlachend roept: „Kijk, dat krijg je nou bij Luns
niet voor elkaar".
voor alle vrienden en familieleden, die
het enig vonden om even bij Willy aan
te wippen.
Dat missionaris worden is niet doorge
gaan. omdat ik ontdekte, dat ik te we
relds was. De eerste keer, dat ik bij
Louis Davids in het Paleis voor Volks
vlijt kwam, zag ik alleen maar het bal
let. Hij had me zien optreden'met een
amateurcabaretje en voelde er wel wat
voor om me een contractje te geven.
Ik zag al die mooie dames en dacht:
„dit is het helemaal". Davids gaf me
op de koop toe nog vijf gulden per dag.
Later heb ik gedacht: „misschien heb
.ik die tic wel van mijn vader". Hij zat
in het verzekeringsvak, maar was
privé een geweldige komiek, hij zag
altijd de sunny side van het leven en
tot aan zijn dood heeft hij grappen ge
maakt. Hij was 82 jaar toen-ie stierf.
Hij had kaartjes gehaald voor Good
Bye Mister Chips, die in Tuschlnski
draalde. Op de terugweg is hij op een
rijdende tram gesprongen, omdat hij
het vertikte een kwartiertje op de vol
gende te wachten. Hij viel en in het
Binnengasthuis hebben ze toen één van
zijn benen geamputeerd. Toen hij weer
bijkwam riep hij: „zo, nou kan ik voor
taan één likdoorn minder snijden". Ik
had toch wel graag wat van zijn opti
misme geërfd'".
Blozend gezicht
Tijdens het gesprek is Kaldewaaij tel
kens van de immense bank opgeveerd
voor een onrustige wandeling door de
kamer. Ook heeft hij onverhoeds de ra
dio aangezet voor de nieuwsberichten
van één uur. Sussend zei hij erbij: „U
kunt rustig doorpraten. Ik luister alleen
maar naar de belangrijkste punten".
Zijn antwoorden zijn kort, exact. Mis-
ikeningen uitdelen. Daar voel ik niks
Ik wil gewoon meneer Jansen zijn.
rijn privé. In 1949 hebben Muyselaar
n ik een winkelcentrum in de Jan
'.vertsenslraat geopend. We waren toen
og de dames Snip en Snap. De politie
noest eraan te pas komen, want ze
rokken ons de jurken van het lijf. Dat
ind ik doodgriezelig. Op een gegeven
jioment zijn we een winkel ingevlucht.
inHet zijn altijd de mensen, die je gek
naken. Die verantwoordelijk zijn voor
Ie hysterische toestanden. Neem al
maar de verheerlijking van de
lopgroepen tegenwoordig. Dat be-
chouw ik als een regelrecht degenera-
ieverschijnsel. Het publiek- wil niet be-
irijpen, dat je buiten het toneel een
loodgewone burgerman wilt zijn. Als
k zeg, dat ik in de pauze altijd een half
lurtje met mijn hond ga wandelen,
achen ze me uit. Ik hoef ze ook niet te
•ertellen, dat ik thuis hetzelfde doe als
edere doorsnee burger. Ik drink mijn
coffie, ik lees de krant, haal een kam
loor mijn haar, poets mijn tanden en.
ichiet een broek en een trui aan. Dat
ijn geen zaken, waar je om kunt snik-
:en van het lachen. Maar voor mezelf
-ind ik het best zo. Ik kan een gëweldi-
»e avond hebben gehad, een zalige zaal,
reel applaus. Maar na afloop ben ik
toch heel dat. Carré vergeten. Alles,
vat ik heb, geef ik op 't toneel en daar-
>uiten moeten ze me met rust laten. La-
Ik kan het toch ook
liet helpen, dat ik thuis geen lollige
iroek ben. Dat ik een gesloten karak-
heb. Als ik op het strand lig, ben ik
ïelijk weer Willy Walden de komiek,
verwachten ze van me dat ik gek-
bekken trek. Maar mijn hemel, ik
ireng dat niet op. Ik weet, dat ik ze te
leurstel, maar het gaat domweg niet.
Realist
Muyselaar is anders. Muyselaar en ik
iijn totaal verschillend en dat geldt zo
wel voor het toneel als privé. In de re-
hij altijd de verstandige realist,
de ernstige burger, die het allemaal be
grijpt. En ik, ik ben de onbevangen dom-
August, steeds datzelfde blijmoedi
ge mannetje, dat er niks van begrijpt.
Zo gaat dat al 35 jaar zonder noemens
waardige veranderingen. We hebben
oor onze langspeelplaat de scène van
de fietsenbewaarder gespeeld. Die was
twintig jaar oud, maar we hebben er
geen komma bij gemaakt. Weet u, waar
om niet? Omdat de mensen niks anders
'erwachten van ons. Dat is ook het ver
schil tussen bijvoorbeeld Buziau en ons.
Buziau was op een gegeven moment
erouderd, hij was de ouderwetse clown
n die is in deze tijd alleen nog maar
bruikbaar in een circus. Ik weet zeker
dat Buziau nu bij kinderen wel succes
hebben. Voor de ouderen is zijn hu-
achterhaald. Maar voor een dom
LONDEN Als je een tijdlang door Londense
kranten „De Haatzaaicr" genoemd werd en de
critici je nu ootmoedig de eretitel „Het Genie van
de Kijkkast" geven, heb je bepaald de bovenste
sport van de t.v.-ladder bereikt. David Frost twij
felt daar zelf geen ogenblik aan. Hü is trouwens
van plan het nog lang uit te houden in de top
positie die hü momenteel bekleedt.
Voor sommigen was hij „De Haatzaaier" in de
pionierstijd van „That Was The Week That Was",
een satirisch programma, dat voor de eerste maal
in de gestrenge geschiedenis van de Britse radio
en televisie de draak stak met het Establishment.
„TW3". zoals men deze uitzending in de omgang
placht te noemen, werd enerzijds zó populair en
kreeg anderzijds zoveel vijanden, dat de BBC
zich wel genoodzaakt zag er na een jaar of wat
mee op te houden.
Maar David Frost had zijn weg gevonden. „TW3"
maakte hem beroemd tot ver buiten zijn
geboorte-eiland. Sindsdien is zijn faam zodanig
gestegen, dat de Britten hem binnenkort op twee
t.v.-kanalen tegelijk zullen zien (als ze tenminste
over twee t.v.-apparaten beschikken, wat nu meer
en meer in de mode komt). De commerciële
televisiemaatschappij „London Weekend" zendt
elke zondagavond een succesrijk „Frost On
Sunday"-programma uit. Omdat Frost vijf
procent aandelen van „London Weekend" bezil.
heeft hij het. niet moeilijk gehad om de beste tijd
voor zichzelf uit te kiezen.
Miljonair
David Frost verzorgt bovendien vijf wekelijkse
shows in de Verenigde Staten, waarvoor hij elke
maandag naar New York vliegt. Het zijn deze
Amerikaanse uitzendingen, die de BBC sterk
aanti'ekken. Tussen Londen en New York wordt
druk onderhandeld. Als het tot een akkoord komt,
zal de BBC zich voor een bom geld Frosts
mensen leerde hij trouwen» de kunst gevaarlijke
klippen te omzeilen.
„Hoeveel verdient u?", vroeg de man van de
„Sun".
„Daar praat ik nooit over", antwoordde Frost.
„Financiën en vriendinnen zijn privé-aangelegen-
heden. Ik heb in de pers het cijfer één miljoen
dollar per jaar vermeld gezien. Wie ben ik, dat ik
op een dergelijk bedrag commentaar zou durven
geven?"
David Frost mag miljonair zijn, maar de centen
puilen niet uit zijn zakken. „Hoeveel geld zit er
vandaag in uw portefeuille?", vroeg de nieuws
gierige „Sun".
„Even kijken", antwoordde David. „In elk geval
méér dan anders..... Drie pond, om precies te
zijn. Dat is ongeveer twee pond negentien shilling
en zes pence méér dan wat ik meestal op zak
heb.... om me mijn dagelijkse „Sun" aan te
schaffen'."
Aftellen
Frost wordt up 9 april eenendertig jaar. Groot-
Brittanniës jongste t.v.-magnaat is nog steeds niet
getrouwd en zal ongetwijfeld nog wel enkele
jaartjes een van de meest verkieslijke en be
geerde vrijgezellen van de t.v. en het Britse
koninkrijk blijven. „Ik ben van plan te trouwen
als ik het rustiger aan ga doen en kinderen wil
hebben", vertelt David.
„Ik zeg altijd dat ik over zes jaar in het
huwelijksbootje ga stappen. Toen ik dertig jaar
geworden was, belde een oude vriendin mij op om
mij eraan te herinneren, dat al drie jaar voorbij
waren sinds ik haar dit geheimpje toevertrouwd
had. Daaraan zie je, wie aftelt!"
Amerikaanse videotapes aanschaffen en ze in
Groot-Brittannië uitzenden tijdens de piekuren.
Dat deze programma's een beetje verouderd zullen
zijn wanneer ze in het Verenigd Koninkrijk aan
de beurt komen, schijnt de BBC-mensen niet te
kunnen schelen.
Ze hebben het langzamerhand wel door, dat Britse
t.v.-kijkers gewoon niet genoeg krijgen van de
jonge man, die nota bene al in 1968 „Het Genie
\-3n de Kijkkast" genoemd werd door de Londense
„Observer", toch ook niet de eerste de beste
krant. Deze faam heeft van David Frost een
multimiljonair gemaakt. Hoeveel hij tegenwoordig
precies verdient, isevenwel moeilijk te
achterhalen.
Kortgeleden trachtte de Londense „Sun" het uit
te vissen in een nogal diepgaand interview,
waarin de vragen evenwel niet brutaler waren dan
die waarmee David Frost in zijn t.v.-programma's
zijn eigen slachtoffers op de rooster legt. Van deze
Davids moeder
wereldberoemde
waarmee hü dan
haard zou blUv
zal i
hij -
moment
mogelijkheden oi
rest van zjjn lev
zou het fjjn vinden, als haar
toon een goede echtgenote vond.
eindelijk eens rustig bü de open
a zitten, „llij werkt zich kapot",
is jn(jn enige zorg. Merk je niet
op de televisie vaak uitziet? Er
aanbreken dat hü züu fysieke
'erschat en dan is hü voor de
tn gebroken".
..Het tempo waarmee Davld leeft, is onhoudbaar",
klaagt moeder Frost. „Elke week van maandag tot
donderdag in Amerika en dan per vliegtuig weer
op weg naar Londen, om daar iedere dag opnieuw
tot diep in de nacht te werken. Geen mens, die
begrijpt, hoe hij het uithoudt".
Over zoonlief is mevrouw Frost begrijpelijker
wijs in de wolken. „Hij is een schat van een
jongen", vertelt ze trots en niemand spreekt haar
tegen. „Weet je, ik was erg van streek toen hij
zich aankondigde. Mijn twee dochters, Jean en
Margaret, waren toen al groot. Ik had sinds
veertien jaar geen baby meer gehad".
„Reken maar, dat ik het eerst een echte jobs-
tijding vond. Ik had de kinderwagen al lang
verkocht. Het idee alleen al om weer helemaal
opnieuw te moeten beginnen, gaf me de kriebel".
„Wel, uiteindelijk werd het de mooiste gebeurtenis
van mijn leven. Zijn vader en ik verlangden na
tuurlijk naar een jongen. Een betere zoon hadden
we nooit kunnen krijgen.
Genietbaar
Davids vader, een methodistische dominee; ls in
1967 gestorven. Zijn moeder woont op het platte
land, in Beccles, maar zij komt hem om de veer
tien dagen opzoeken in Londen. Hij woont aan de
Edgerton Crescent in de „koninklijke gemeente"
Kensington. Voor zijn moeder heeft David in
Beccles een riante bungalow gekocht.
Ze wordt door haar zoon met weldaden overladen.
„Ik durf haast niet meer te zeggen, dat ik iets
mooi vind", beweert mevrouw Frost, „want als
ik dat doe. rent hij naar buiten om het te gaan
kopen. Ik zei eens terloops „O, wat een mooie
bedsprei" en enkele uren later werd er net zo een
thuis bezorgd".
Vorig jaar bracht mevrouw Frost in gezelschap
van haar zoon een bezoek aan New York. „Het
was heerlijk", zegt ze. „Dit jaar betaalt hij mijn
vakantie in Nigeria, waar mijn dochter Jean
woont. Zij is met een dokter getrouwd. De tickets
voor het vliegtuig heb ik al".
Volgens mevrouw Frost zegt iedereen van haar
zoon: „David heeft zijn carrière gemaakt in de
wereld, maar hij heeft het er niet door in zijn
hoofd gekregen. Hij blijft genietbaar".
Men stelde hem ooit de vraag welk grafschrift
hü zou kiezen. David hoefde zelfs niet na te den
ken. Hy antwoordde: ..Mosje Dajan zei me eens:
„Het geeft niet wat de mensen over je vertellen
als je eraan bent; daarvoor ben je immers dood".
ROGER SIMONS
schien de training van een man, die
veertig .iaas gewend is om scenes van
hooguit zes minuten te spelen. Hij ven
tileert de zinnen via een zuinig gescha
pen mond, die deel uitmaakt van een
blozend gezicht, dat voortdurend op
perste verbazing uitstraalt Inmiddels
heeft hij ook de fotograaf medegedeeld
hoe hij zal poseren. „Je moet me niet
aan mijn bureau fotograferen. Dat is
goed voor een man als Luns. Maar met
mij moet je wat anders maken. Als ik
nou eens een schortje voor doe en het
eten voor de hond ga maken. Dat lijkt
me nou aardig. Dat is anders dan an
ders".
In de keuken gespt hij geheel ontspan
nen een huishoudschort voor en begint
hij de ligakoeken door een onsje bloed
rode tartaar te prakken. Daarbij produ
ceert hij telkens dezelfde tekst. Hij
kijkt met een schuine glimlach naar
zijn lepe hond, die hem gapend obser
veert. „Wat gaat pappie nou doen?
Gaat pappie eten maken voor Lukkie?"
De hond staart hem aan met een ver
veelde blik, die boekdelen spreekt. Wat
hem betreft kan pappie de hap ook zwij
gend afschuiven.
„Lukkie is mijn enige hobby", zegt
Kaldewaaij, „ik neem hem ook altijd
mee naar de voorstelling. Waar we ook
spelen, maar de mand van Lukkie gaat
mee. Ik heb in de kleedkamer ook een
televisietoestelletje. Niet, omdat ik nou
zo geweldig onder de Indruk ben van de
programma's, maar je wilt toch op de
hoogte blijven. Ik heb de afgelopen zo
mer veel televisie gezien en ik beklaag
de mensen, die het hele jaar moeten
kijken. Het is geestdodend en fnuikend
voor het gezinsleven. Neen, ik ben blij
dat ik maar hier en daar een glimp op
vang. Ik heb bijvoorbeeld die wedstrijd
van Feijenoord tegen Vorwarts gezien.
Net niet de doelpunten, toen stond Ik
op het toneel. Maar ik was met Muyse
laar toch wel de enige die er wat van
heeft opgevangen. Voetbal op de televi
sie is onze grootste concurrent en daar
om was ik blij, dat er toch nog een paar
honderd mensen in de zaal zaten. Jo
kunt nou eenmaal geen lege stoelen la
ten lachen. Na afloop gaven ze ons 'n
slaande ovatie. Kijk. op zo'n moment
ben je wel even trots".
Ouden van dagen
Als hem gevraagd wordt, of hij jaloers
is, kijkt hij pijnlijk verrast. „Ik jaloers.
Waarom zou ik? Jaloezie is een bewijs
van zwakte, van twijfel aan eigen kun
nen. Ik heb een prachtige carrière ge
maakt, ik heb dingen gedaan, waar ie
dereen van droomt. Op welke collega
zou ik dus in hemelsnaam jaloers moe
ten zijn? Ik vind het juist geweldig, dat
jonge mensen in onze revue de kansen
krijgen. Wij willen geen instituut voor
ouden van dagen worden. Een jongen
als André van Duyn heeft in de vorige
revue zalige dingen gedaan. Daar ging
Carré voor in elkaar. Ze vraten hem
op. Ik vind dat enorm".
Over zijn eigen succes zegt hij nog:
„Snip en Snap zijn een nationaal pro-
dukt geworden. Het hoort bij het vaste
patroon van de Nederlanders zoals Sin
terklaas en Kerstmis. Daarom moeten
we onszelf ook niet veranderen, niet for
ceren. Laat ons nou maar blijven, wie
we zijn".
Aan de binnenkant van zijn voordeur
heeft hij 'n rode sticker geplakt met de
cijfers één, twee, drie erop. „Dat is 'n
geheugensteuntje", legt hij uil. „als
we uitgaan zeggen we altijd, hebben
we één het licht uitgedaan, twee het gas
dichtgedraaid en drie het water afgeslo
ten".
Zijn glimlach is bijna verontschuldi
gend.
Kan hij het helpen, dat hij als het even
kan op zeker speelt?
Leo Thuring.