HANS OTJES AMSTERDAMMER OTJES EEN NIEUWE HARLEKIJN Arts Ben Korsten wordt niet vervo lgd „Ook al gooi je je rode dopneus weg. Een clown blijf je toch" mensen wat een mensen Intomen van talent nodig Meer kapingen van schepen aangekondigd Slawomir Mrozeks Watslaf" valt tegen Wedstrijd 170 DONDERDAG 19 MAART 1970 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 ut ikli DEN HAAG Een ovaal hoofd, geboetseerd uit vloei bare rubber. Daarboven han denvol krullen, waarin alleen nog de papillotten ontbreken. Daarin spottende, half ont wijkende ogen, een smalle mond, die onverwacht als een mirliton kan uitdijen, voorts twee goedwillende oren en een huid van standaard Bio-vakan- tieoord-wit. Daaronder een smal geschapen, slungelig lijf met taps bevestigde armen, die in eigen beheer manipuleren. Het geheel heet sinds 23 jaar Hans Otjes en is kortgeleden begonnen aan zijn opmars naai de top van het Nederlandse cabaret. De eerste bekentenis is er al na één minuut. ..Ik ben een geheide dwarsligger, ik ben een ontzet tende krioeler. die altijd twijfelt en nooit weet, of het leuk is. Ik schrijf een tekst en ik laat hem lezen aan mijn vrouw. Als ze er niet om kan lachen, zit ik gelijk tot aan mijn strot in de ellende. Dan ben ik verschrikkelijk ter neer geslagen. Weet je, wat de jongens zeggen, waar ik mee werk? „Je gebruikt ontzettende cliché s, maar we lachen ons te pletter". Ik neem aan, dat het ook zo is. Ik moet het hebben van de sfeer, van een persoonlijk contact met de zaal. Ik heb een sterke mimiek, dat durf ik rustig te zeggen. Ik heb daar bij een verdomde slechte stem, dat durf ik ook te zeggen. Maar dat dondert niet in mijn geval. Ze pikken me alleen, omdat ze mé mogen, omdat ik zo'n gekke jon- Safe job Dat had ik al op school. Ik zat op de uts. Ik zou even gauw bouw kundig tekenaar worden, want dat vonden ze in de familie een safe job. Voor me zelf zag ik het niet duidelijk zitten, want ik ben „Ik houd van een lach uit de buikstreek. Niet uit het hoofd" een broeder, die zich op scholen rot moest knokken om de zaak te begrijpen. Ik heb op mijn examen twee blauwe wallen onder mijn ogen geschminkt en daar zijn ze toen ingetrapt. Otjes moest dat examen halen vonden ze. Otjes had zo zijn best gedaan. Ik heb twee jaar op een architec tenbureau gezeten en ben daarna het vak ingedoken. Ik had een •talentenjacht gewonnen en bij het humorfestival in Heyst in België een enorme klapper gemaakt. De BRT gaf me gelijk een kwartier televisie en dat betekende, dat ik er nog een liedje bij moest schrij ven, want ik had maar tekst voor tien minuten. Ik was in het Micro theater in Amsterdam ook altijd de jongen, die twee nummers bracht. De anderen hadden er drie, maar ik had niet meer. Daar ging de glorieuze zoon. In plaats van een fatsoenlijke car rière te bouwen, ging hij vieze dingen doen. Ik kom uit een ge slacht. dat al tientallen jaren in het kruidenierswezen zit. Mijn ooms en tantes, mijn grootvader, noem maar op. Allemaal tussen de bruine suiker. En: ..mag het ook tien gram meer zijn". Die types. Ik heb zelf jaren van mijn leven gegeven aan het wegbrengen van de bestellingen. Op zo'n hoge transportfiets. Dat zijn dingen, die er voor je toekomst enorm in hakken. Contactstoornis Mijn vader zag dat liedjes zingen niet zo zitten. Hij is inmiddels van woest sceptisch geworden, maar echt gelukkig is hij nog niet met mijn keuze. Ik begrijp hem ergens wel, want ik ben altijd een stille, rare jongen geweest, die enorm bang was voor de mensen. Ik ont week ze ook, ik bleef het liefst thuis om wat met mijn marionet ten te spelen. Het was een levens grote contactstoornis, die ik later met gekke bekken heb overspeeld. Ik voel me aangetrokken tot het clowneske, ik probeer die ouwe figuur nou in een nieuwe jas te steken. De jongeren pikken het niet meer. als je over elke stoel valt en met je kop tegen de muur loopt. Maar een schlemiel blijf je Mijn ouders zijn langzamerhand wat bijgetrokken. Ze hebben mijn naam een paar keer in de krant gelezen en dat helpt. Het zijn ge weldig lieve mensen, die hun hele leven hebben zitten schrapen om hun vijf kinderen aan een boterham te helpen. Ik wilde op een gegeven moment priester wor den. want dan had je immers con tact met de mensen. Mijn moeder vond het best. „Priesters moeten er ook zijn", zei ze. Toen ik zei. dat ik in het cabaret verder ging vond ze het ook best. „Artiesten moeten er ook zijn", zei ze Op de pof MÜn vader is een kruidenier van de ouwe stempel. Niks geen flau wekul met zelfbediening en en chroom. In de glorietijd heeft hij er wel een zootje nieuwe bak ken bü gekocht, maar verder wil de hij niet gaan. We hadden de hele Van Ostadestraat als klant, want bij Otjes kon je de hele reut op de pof krijgen. Nou gaan ze naar Albert Heyn om de hoek. waar ze alles contant moeten be- Pa weet, dat hij nqar de kelder gaat, maar hij vindt het best. Ik heb een hekel aan kruideniers, maar hém mag ik. Hij draagt nog zo'n ouderwets grijs jasje en een streepjesbroek met klem. Hij is ook voorzitter van de Amsterdam se biljartbond en spreekt voor grote zalen, Als ik hem vroeger op hel podium zo'n menigte zag Amsterdamse kruidenierszoon ruilde tekentafel voor cabaret toespreken, werd ik helemaal warm Dan dacht ik: „Nou is het een echte pa". Die man ls gewoon goed. Misschien had hij me ook liever een daverende jeugd gege ven, maar het zat er voor hem ook niet in. Toen heeft hij het maar zo gezellig mogelijk ge maakt. Ik heb zelf van dat kruideniers vak ook een tic meegekregen, want ik voel me het jofelst als kleine zelfstandige. Ik hoor niet bij het geijkte rijtje. Ik doe dingen, die niemand doet. Ik trek een bek, ik vertel een witz Daarom lag ik er bi.i de Werkwinkel ook gelijk de eerste minuut uit Otjes zong geen luisterliedjes en dat kon dus niks zijn. Al die anderen dansten naar de pijpen van Nico Knapper, want die was immers het grote opper hoofd. Die wist. hoe. het hoorde en had van die beste contacten. Van mij zou hij wel eens eventjes een clown van formaat maken, maar toen hij een tijdie met me bezig was, merkte ik. dat ik alles hetzelfde deed als Herman van Veen. Dezelfde gebaartjes, dezelf de pasjes. Ik voelde me doodon gelukkig, want ik kan geen grap van Knappert brengen. Ik vind hem trouwens helemaal niet komisch. En als je aan de anderen vroeg: „Hoe vond je nou. wat ik deed?", bleek, dat ze niet eens de moeite hadden genomen om naar je te kijken. Die hele Werkwinkel was één grote walgelijke kliek, waar in ze elkaar allemaal zaten te jen nen. Ik heb in die tijd geen poot aan de grond gekregen, omdat ik niet deed. zoals het hoorde. Nou ik ze stuk voor stuk in mijn zak steek, komen ze In eens wel infor meren. hoe het met die gekke Ot jes gaat Nou met Oties gaat het best. Ik heb een repertoire van zo'n zes. zeven kwartier en het materiaal voor het volgend jaar zit al in mijn tas. Ik probeer de keiharde nummers van de grote Franse komieken te krijgen. Die reizen met dezelfde gage iaien lang door Frankrijk, maar in Nederland hebben we ze nog nooit gezien Volgend jaar moet ik de grote stoot maken. Dan kom ik met een volkomen uitgebalanceerd programma met eigen teksten en eigen liedjes. van kruidenier moet je ergens in geloven om het te kunnen doen. Ik merk. dat ik altyd contact heb. Ik kan een slechte avond hebben, barsten van de zenuwen, maar de zaal luistert. In hel begin wilde ik alleen maar nieuwe dingen bren- Als ]e jong bent. wil je elke dag afrekenen met wat gisteren was. Ik heb inmiddels begrepen, dat het bij een elownsfiguur als Otjes niet opgaat. Je kunt die lange ja* uittrekken en dat rode dupneusje wegdonderen. maar je blijft de clown Ik merk het ook aan mijn onderwerpen. Ik zit op een terras je in Amsterdam en er komt een stomdronken man met een hondje binnen. Zo'n man iteresseert me Er zijn duizenden dronken mensen, maar deze was zo intens triest, dat het dwars door mijn ziel ging Hij had een hekel aan alle an dere mensen op het terras en dat liet hij via zijn hondje merken Hij sprak alleen maar met dat hondje, want dat was het enige levende schepsel wat ie vertrouw de. Ik heb meteen een nummer over zo'n man met een hondje ge maakt. maar dat deugde niet. De zaal nam het doodserieus en cr kon geen lachje af. Pas toen ik het had omgewerkt, werd het een giller. Ze herkennen nou een karikatuur en dan hindert het niet meer. Zolang ze het zelf zouden kunnen zijn. is er alleen maar ergernis, want ie gaat toch niet je zelf zitten uitjouwen. Naar de kelder I* geloof, dat er voor mij wel een plaatsje ls als cabaretier Ik houd van een lach. die uit de buikstreek komt Niet uit je hoofd. Als blijkt, dat zc er niet aan wil len. is het tenminste aardig ge- nrobeerd Als ik toch naar de kel- ,4-.,. ronot. doe Ik het lievpr alleen. Eens kruidenier, altijd kruide- ELF GULDEN MEER LOONADVIES IN TUINBOUW DEN HAAG (ANP) In de speciale commissie tuinbouw van het Landbouw schap is overeenstemming bereikt over en loonadvies voor te tuinbouw. Gead- iseerd wordt tot verhoging van de week lonen van alle categorieën arbeiders met elf gulden, alsmede tot verwerking van een deel van de prestatietoeslag in het basisloon. Tevens zal een indexerings clausule met het oog op prijsstijgingen in de CAO's worden opgenomen. De ar beidstijden worden verkort met 35 uur per jaar. Voorts werden nog enige ver beteringen van secundaire aard overeen gekomen. Onder meer zal de vakantie met één dag worden uitgebreid. Arrestaties in T s jecho-Slo wakije PRAAG (Reuter) In Bohemen en Moravië zijn van 12 tot 14 maart op grote schaal razzia's gehouden. Gisteren werd officieel bekendgemaakt, dat daar bij 2.834 mensen voor ondervraging sijn aangehouden. Een soortgelijke actie had in januari plaats, kort voor de datum waarop het een jaar geleden was dat de student Jan Palach zich door zelfverbranding het leven benam. Toen werden 1.740 personen aangehouden. Waarnemers geloven, dat de razzia's ten doel hadden eventuele anti-Russische betogingen de kop in te drukk'en, die men voor mogelijk hield in verband met de ijshockeywedstrijd, die gisteren tussen ploegen van Tsjecho-Slowakije en de Sovjet-Unie in Stockholm is gespeeld en door Rusland met 31 is gewonnen. Het Tsjecho-Slowaakse persbureau meldde, dat van de aangehoudenen 234 zijn ingesloten en dat strafbare feiten 652 personen aan de justitie zijn gerapporteerd. Vorig jaar maart leidden twee over winningen van de Tsjecho-Slowaakse na tionale ijshockeyploeg op de Russen tot grote anti-Russische demonstraties op het Wenceslasplein in Praag. Het bu reau van de Russische luchtvaartmaat schappij Aeroflot werd daarbij vernield De beginnende cabaretier Hans Otjes, die in zijn geboortestad bezig is een eigen publiek op te bouwen en gisteravond in het theater In de Steeg ook in Den Haag een spierinkje uitwierp, heeft naar het uiterlijk wel wat weg van Herman van Veen. Dat kan hij niet helpen; hü heeft zichzelf niet gemaakt. Maar nu doet hü ook in zijn optreden, dat overigens van veel talent getuigt, nogal eens aan Har lekijn Herman denken. Zouden wij nu schrijven, dat er een nieuwe Van Veen is ontdekt, dan zou Hans Otjes dit voor een compliment kunnen houden- Laat hij zich niet vergissen, want wat wij altyd weer zoeken is een unieke theaterper soonlijkheid. En dat kan dc nog jonge Hans Otjes pas worden als hü bewust hel pad verlaat, dat Van Veen geëffend heeft. Hans Otjes heeft in elk geval flair, misschien zelfs we! Iéts te Vee!, en hij j durft met zijn lichaam te werken, al zijn j veel bewegingen nog wat overdadig, waardoor zij aan betekenis verliezen. Is hij bezig sfeer te scheppen of gekke toe standen te creëren, dan kan hij zich te recht laten gaan, want daarin weet hij een begenadigde potsierlijkheid te berei ken, maar zit hij met verhalende teksten, dan moet hij toch meer rust in plastiek en dictie leggen. Zijn sterk naar buiten gerichte talent behoeft de correctie van de zelfdiscipline. Nummers als Hiep hiep hoera (tekst Hans Dorrestijn) en Isabel (van Otjes zelf) leden aan dit euvel der overdrijving. Hij bracht soms meer bijgeluiden voort dan woorden en daar mag hij zijn publiek niet mee teisteren. In Tennissen (tekst Job Pannekoek) liet hij zich evenzeer gaan, mar om dit vrolijke geval te be grijpen heeft men weinig woorden nodig, zodat Otjes hier terécht van dik hout planken zaagde en daarmee ook het maximale humoristische effect de zaal inkreeg. Dat hij zichzelf echter ook weet in te tomen en aantoonde in die beper king een meester te kunnen zijn bleek bij verrassing in de monoloog Dronkeman, een nummer waarin elk kleiner talent I dan het zijne zich zonder meer vergalop- I peerd zou hebben. Daarentegen vergiste I hij zich weer in de Ballade van Villon en j kwam in tegenstelling daarmee zijn Oud- I Valkeveen weerom terecht voluptueus uit i de verf. Er valt dus nog wel wat te schaven aan Hans Otjes. maar dit neemt niet weg. dat er voldoende mogelijkheden voor een goede carrière aanwezig zijn. Nico Knap- per beeft als artistiek adviseur hem j onder zijn hoede genomen, maar nu schijnt Knapper naar verluidt de moed j nogal eens spoedig op te geven. Mocht dit juist zijn dan wensen wij Hans Otjes een getrouwer adviseur toe. want zijn talent verdient het, evenals een ruim be- ioek aan de Steeg, waar hij tot en met zaterdag blijft staan Otjes wordt met begrip en kundig op de piano begeleid door Frans Ehlhart cn op de bas door Dolf Pierie. Elisabeth Bosch zorgde met haar gitaar en zange rige stem voor welluidende rustpunten in dit program, dat men gezien moet hebben om binnenkort mee te kunnen praten over Hans Otjes, wanneer hij en vogue zal raken. T O- Officier van justitie: DEN HAAG (ANP) De officier van Justitie bij dc Arrondissementsrecht bank in Den Haag, mr. dr. H. van 't heeft besloten geen vervolging in stellen tegen de voorzitter van de Gezondheidsraad dr. A. J. Ch. Hacx, die destijds in Leiden als arts de pu- blic-rclationsadviseur B. Korsten tot pa tiënt had. De officier had een gerechte lijk vooronderzoek tegen hem gelast, dat nu is beëindigd. Dr. Haex is buiten vervolging gesteld „omdat de omstandig heden, waaronder het feit zich heeft af gespeeld het niet aannemelijk maken dat hij schuld treft", aldus mr. van 't Vaer. Het gerechtelijke vooronderzoek be trof een medische verklaring voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de heer Korsten. De verklaring was voor zien van de handtekening van dr. Haex en was onjuist ingevuld. De verklaring zou door de heer Korsten bewust fou tief zijn ingevuld. De officier van justitie had het gerech telijk onderzoek begin november gelast. Hij had toen een onderzoek ingesteld, nadat geruchten waren ontstaan rond de plotselinge dood van de heer Korsten. Deze overleed eind augustus op 53-jari- ge leeftijd in de Ursula-kliniek in Was senaar. In verband met het gerechte lijk vooronderzoek werd aan dr. Haex op zijn verzoek buitengewoon verlof als Nauwelijks hebben we de presentatie van de lente- en zomercollecties van de Parijse couturiers achter de rug, of de herfs-wintermode is al weer daar. Van Pierre Balmain deze twee ontwerpen met links een turkoois lamé creatie en rechts een tuniek- pak, eveneens in iamé uitgevoerd. voorzitter van de Gezondheidsraad ver- i leend. De plaatsvervangend directeur-ge- I neraal van de volksgezondheid, de heer W. B. Gerritsen, heeft sindsdien de func tie van voorzitter van de Gezondheids- j raad waargenomen. WASHINGTON (Reuter) De twee mannen, die de muiterij op het met oorlogsmateriaal geladen Amerikaanse vrachtschip Columbia Eagle leidden, hebben de kapitein van het schip gezegd dat hun actie de eerste was van een serie muiterijen van vredesgroeperingen die ten doel heeft de oorlogvoering in Vietnam tegen te gaan. In de muiterij op de Columbia Eagle zouden volgens de rederij van het schip behalve de twee gewapende mannen, die asiel in Cambodja hebben gekregen, nog drie anderen de hand hebben gehad. De Columbia Eagle ligt nog in de Cam bodjaanse haven Sihanoukville. In de zaak Korsten heeft de officier van justitie in november tot een vervol ging besloten tegen de Haagse arts E. Deze wordt ervan verdacht eraan mee te hebben gewerkt dat de heer Korsten morfine kon krijgen op valse recepten. De arts schreef deze recepten dan uit op een andere naam dan die van. zijn patiënt, zo waren de bevindingen van de officier van justitie, die de arts me deplichtig acht aan overtreding van de opiumwet. De Haagse arts zal voor de politierechter in Den Haag terecht moe ten staan op een nog niet vastgestelde datum. Alphafaculteit te Groningen blijft nog bezet GRONINGEN (ANP) De studenten Nederlands aan de rijksuniversiteit te Groningen hebben besloten de bezetting van het gebouw van de alphafaculteit, inmiddels herdoopt in Alphaville, voor onbepaalde tijd voort te zetten. Tijdens een gisteren gehouden gesprek tussen een afvaardiging van de studenten en de fa culteit der letteren onder leiding van het dagelijks overleg van de universiteit werd door het dagelijks overleg de eis gesteld dat eerst de bezetting diende te worden opgeheven alvorens gepraat zou kunnen worden over de invoering van een door de studenten voorgestane nieu we structuur. Het overleg is hierdoor in een impasse geraakt Vele thema's in Pools stuk Hoofdrol schiet le kort om probleem duidelijk le maken Watzlafvan de Poot Slawomir Mro- :ek begint en eindigt aan zee. In de eer ste scene van het stuk komt de hoofd persoon, Watzlaf, uit de zee aanzwem men, als overlevende van een schipbreuk. Uit slavernij komt hij in een merkwaar dige, satirische getekende en angstaan jagende maatschappij om het leven te leren kennen. Er zit tenslotte niets an ders voor hem op. dan weer terug te gaan. de zee in. om het leven de rug toe te keren. Mozek is een pessimist, hij laat Watzlaf zelfq een pasgeboren kind, symbool van nieuw leven, mee de golven innemen. De Nederlandse Comedie heeft dit ta melijk absracte stuk op het repertoire genomen en gisteren was in de Konin- lijke Schouwburg de eerste Haagse voor stelling van ..Watzlaf" te zien. Voor de regie waa opnieuw regisseur Heinz En gels gekomen, die vorig jaar zo'n fraaie voorstelling van Mrozek's ..Tango" ens ceneerde. Vele thema's spelen in dit hybridische stuk van de Pool, die zich hier danig vernieuwd heeft, een rol. Het Oidipoes- thema wordt nogal hevig aan de orde gesteld: Oidipoes zelf verschijnt als een blinde Griekse godheid ten tonele: er is een moeder-zoon verhouding die in die richting gaat. Andere thema's: wreed heid van machthebbers, corruptie, uit- buiting, misbruik van ideologieën en al Terwijl we het vorig jaar van de Ne derlandse Comedie zo'n uitermate knap pe Mrozek-voorstelling gezien hebben, moeten we nu constateren, dat er heel wat minder uit de bus is gekomen. De taalmoeilijkheden die Engels ontegenzeg gelijk bij zijn regie-werk heeft onder vonden, zijn hier in veel opzichten fnui kend geweest: de tekst klinkt star onge nuanceerd, er is niet goed aan gewerkt. In de titelrol, die Cor van Rijn speelt, heeft dat tot de consequentie geleid, dat er één eindeloze, langdradige, brei van woorden ontstaat, die de hele fi- guur van Watzlaf tot eet. onaanvaard- baar en onbeprijpbaar mannetje maakt. Zo is de bodem uit het stuk wegge slagen. Wanneer de titelrol niet accep tabel is. kupnen Ellen Vogel. Rudolf Lu- cieer. Jan Retèl, Alec van Royen, Paul Brandenburg en Wim Kouwenhoven, en wie al met. nog zo hevig in de weer zijn, soms met formidabele resultaten, dat kan Zeker gezegd worden, maar het heeft geen zin, omdat het stuk geen benen meer heeft om op te staan. In de visualisering van het stuk was Mrozek naar mijn smaak ook tekort gekomen. Weliswaar geweldige fraaie kostuums van Frank Raven, maar een uitermate saai (en star belicht) decor van Massimo Götz bracht de noodzake lijke beweging ook niet op gang. De ver taling van M. Weijers was ook niet be paald levend Nederlands te noemen. (Va?i onze correspondent) PARIJS. Zoals iedereen heeft ook de Fransman goede en minder goede eigenschappen. Een voorbeeld van deze laatste ls dat de Fransen weinig sportief zyn en de Engelse uitdrukking „fair play" niet kennen. Zy kunnen die twee woorden niet eens uitspreken. Spelen de Fransen een voetbal- of een rugby wedstrijd en verliezen zy, dan kan men ervan op aan. dat de radioreporter zyn verslag zal beginnen met de woorden: „wy hebben het weliswaar verloren, maar de Franse ploeg speelde veel en veel beter". Diezelfde ondeugd is deze week om d« hoek komen kijken bij een persconfe rentie over het bekende boek van Pa- pillon. Papillon is de man die jaren lang in het verbanningsoord op Guyana heeft gezeten. Veroordeeld wegens moord, die hy altijd heeft ontkend. Na veel mislukte ontsnappingspogingen wist hij op vrije voeten te komen en over al zijn heldendaden heeft hy een boek geschreven, dat de grootste oplage bereikt heeft in de geschiedenis van de Franse uitgeverij. Er zijn, zoals de uit gever Laffont op de persconferentie vertelde, tot dusver negenhonderd duizend exemplaren verkocht. De laat ste honderdduizend zijn zo pas van de pers gekomen. Dus een miljoen exem plaren bij elkaar, een getal dat nog geen enkele auteur heeft gehaald. Na het boek van Papilion verschenen bij twee andere uitgevers nog twee boeken, niet over, maar tegen Papü- lon. Het ent onder de titel van ,,De vier waarheden" en het andere met als titel „Papilion opgeprikt". De twee schrijvers beweerden alle feiten, door Papillon in zijn boek vermeld, te hebben onderzocht en zij kwamen tot de conclusie dat Papillon een doodge wone schurk en leugenaar is, die wel een goede roman, maar geen waar verhaal heeft geschreven. Op de zeer druk bezochte persconfe rentie beschuldigden uitgever Laffont en schrijver Papillon er hun tegen standers van dat zij in hun twee boe ken niets anders hadden gedaan dan de akte van beschuldiging tegen Papil lon overschrijven. Hoe zijn jullie aan dat materiaal gekomen, had Papillon gevraagd, want archiefstukken van de justitie zijn geheim. Die hebben wij, aldus het antwoord van de twee schry - vers, van uw eigen advocaten gekre gen. Waar-op Papillon een brief voorlas van zijn advocaten, waarin deze zwart op wit verklaren, nooit enig materiaal te hebben verstrekt aan de schrijvers van de twee genoemde boeken, „De vier waarheden" en „Papillon opge prikt". Ergo, was de conclusie van Laffont en Papillon: het materiaal is jullie in handen gespeeld dooi de politie, die er alle belang bij heeft Papillon in de geschiedenis van het Franse strafrecht te laten voortleven als een moordenaar. De persconferentie was zeer rumoerig De tegenstanders van Papillon wilden een paar bagnards (gestraften uit Guya na) binnen laten komen, om tegen Pa pillon te getuigen. Maar daar wilde, heel begrijpelijk, Laffont niets van weten. „Wij zijn hier", zei hij, „op een persconferentie en niet bij een boks wedstrijd". De conclusie van de persconferentie was: men gunt in Frankrijk elkaar het licht in de ogen niet. De twee uit gevers zijn op Laffont zo dodelijk jaloers, dat zij meenden ook ieder met een Papiülon op de markt te moeten komen in de hoop even goede zaken te doen als Laffont zelf, waar intussen geen sprake van is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 7