FRANZ
HASIL:
IK BEN BANC CEWEEST VOOR HET PUBLIEK BIJ FEIJENOORD
HET MAGISCHE FORMULIER
ft'jr
„Als ik er niet
van overtuigd ben
dat we winnen,
kan ik beter in de
kleedkamer blijven
Variatie
in training
brengt
meer trek
in oefenen
van (tennis) sportdirecteur A. C. Lijsen
ZATERDAG 14 MAART 1970
Franz Hasil in het shirt van het Oostenrijkse nationale elftal, dat
hij zestien maal droeg. En toch moest hij de aanhang van Feijenoord
overtuigen om als „Rotterdammer" te worden geaccepteerd.
Op de eerste lenteachtige dag van dit jaar
parkeert Franz Hasil tussen twee trainin
gen in zijn wagen in de doodlopende Stuar
Millstraat in de Rotterdamse nieuwbouw
wijk Lombardijen, waar Feijenoords aan
kopen van de laatste jaren onderdak heb
ben gevonden. Even later zit hij aan een p
biefstuk ;,in Holland wordt veel met t
boter gebakken maar dat doen wij niet",
zegt mevrouw Hasil en een bak sla. Over
een paar uur zal hij zijn sporttas uit de tj
gang halen en weer naar de training gaan.
de competitiewedstrijd FeijenoordAjax op 2 november 1969. Franz Hasil heeft uitgehaald
toen ik bij Schalke '04 speelde, werd dat alleen verwacht omdat ik spitsspeler
Ze hadden geen andere. Daarom ging ik ook weg want ik bèn geen voorhoedespeler".
Franz Hasil, tussen twee happen door:
„Heel Rotterdam praat momenteel al
leen over FeijenoordVorwarts. Aan
zo'n bekerwedstrijd tegen GVAV wordt
gewoon niet gedacht. En dat maakt het
voor ons juist zo moeilijk- We streden"
op drie fronten en er wordt verwacht
dat we ook op drie fronten winnen:
KNVB-betyer, cojnpeütia. Europa
Dat tast je zenuwen 'aairf Afgelopen
dag speelden we gelijk tegen
beter in de kleedkamer blijven. Onze
instelling is goed en we zullen tot en
met geladen op woensdagavond 18 maart
op het veld komen". Toch knaagt er
enige twijfel aan Franz Hasil, wat blijkt
uit de woorden: „Dat dubbel tellen van
doelpunten in een uitwedstrijd, vind ik
kwalijk. Kijk eens, als we met 21
winnen, liggen we er toch uit. Het
moet dus meer worden: 20 ten min
ste. ©aloof 4Wk.«ve
rv'arts speelt kmehtvoet-balsnel
"fyvy- hardend. Al was cje 'Wedstrijd in Ber-
Ajax liep iialardooé-een punt uit eri-«fal jj
moet worden ingelopen. Het ii
ken er een die in mijn tijd bij de jong
ste'jeugd speelde. Die zouden we naar
Nederland (toen Den Haag, ADO) moe
ten kunnen halen" begiftigd met een
natuurlijke techniek en verknocht aan
zijn sport was Franz Hasil op jeugdi
ge! leeftijd al voorbestemd om „een
grote" te worden. In 1962 speelde hij
met Rapid Wien in het internationale
jeugdtoernooi van ADO, waar hij tot
alles t ,y.'Srd >0W>
i We-
Het transport van de meubels was zo
duur dat we beter nieuwe konden ko
pen toen ik in Rotterdam kwam".
Een is genoeg
„In dat huis in Wenen", vertelde me
vrouw Hasil, „willen we mettertijd een
kamer inrichten voor alle voetbalsou
venirs". Daar staat ook de trofee, die
Hasil ontving bij het ADO-toernooi en
waarmee hij zich schaarde in de rij
van spelers als - Jimmy Greaves en Jo-
han Cruyff die ook eens tot beste spe-
het oog vallend, het vaantje van Vor
warts Berlin. Zoon Wolfgang (5) en
dochter Silvia (4), tussen de middag
thuis van de kleuterschool, imiteren
met plastic buizen die ze met kracht op
het tapijt planten, dat ze aan het skiën
zijn. Geen voetballertje in de dop? Me
vrouw Hasil: „Ik denk het niet. Trou
wens, een in de familie is meer dan
genoeg". Het gehele huishouden is af-
gestem^.op^Fwn? Has&jthft&S voelbaJ-,
prof maar van origine monteur, en Ta
ter in verzekeringen. -
geen juiste maatstaf hePwh'S-* n^n- DStTtöüdëfi wè aan. Als hef zo fnag' ~Tèr van Tiet"föëthodï werdén uftgeroè- TOGri ~kw3fn T"gTJgnÖÖrcf
En wat verwacht Franz Hasil met de
springerige donkere harem en de licht
blauwe ogen dan zelf van de wedstrijd
tegen Vorwarts? Hij is pertinent in zijn
bewering: „Ik ben speler van Feije
noord en ik geloof, nee ik weet, dat we
de tweede wedstrijd zullen winnen. Als
ik daarvan niet overtuigd ben, kan ik
ten eerste een uitwedstrijd en ten twee
de was het veld uitgesproken slecht
ik heb wel gezien dat Vorwarts geen
overdaad aan techniek heeft en in het
improviseren evenmin sterk is. Laat ik
voorzichtig zijn: niet zó sterk".
Techniek en improvisatievermogen zijn
juist sterke kanten van Franz Hasil
die een carrière achter de rug heeft,
waarmee hij te voorschijn kan komen.
Geschoold bij Rapid Wien jaren ge
leden zei trainer Ernst Happel al: ,.Ik
zijn dat mijn tweejarig contract
het eind van het seizoen 1970—1971
wordt verlengd, hoop ik zo lang bij
Feijenoord te kunnen blijven dat ik er
mijn loopbaan kan afsluiten. Ik heb het
in Rotterdam, bij Feijenoord en in Ne
derland, uitstekend naar mijn zin. Hol
land lijkt op Oostenrijk, ook de men
sen. Ze zijn gezellig, prettig in de om
gang. Maar een Wener gaat altijd toch
weer naar zijn stad terug. Daarom heb
ik dat geheel gemeubileerde huis nog.
pen. Hij wist het niet. Nu
trots op dat hij dezelfde onderscheiding
als deze „grootheden van het voetbal
veld" heeft gekregen. In Rotterdam
hoeft men er evenmin aan te twijfelen
in het huis van een voetballer te zijn
beland. Op het enorme wandmeubel
liggen twee voetballen („uit Europa-
Cupwedstrijden met Rapid die we alle
twee met 10 wonnen en waarin ik de
doelpunten maakte"), aan de muur han
gen vaantjes. Op een ereplaats, goed in
Zes jaar Rapid, in de tijd dat de ploeg
meestal kampioen werd en dikwijls ook
nog de voetbalbeker veroverde, wer
den gevolgd door één jaar Schalke '04
in Duitsland. „Mijn grootste fout. Ik
had van Rapid meteen naar Feijenoord
moeten gaan. Schalke had geen spits
speler en toen werd ik daar neergezet.
En ik kan niet in de voorhoede spelen.
Niettemin maakte ik de meeste doel
punten. Maar vorig jaar februari heb
ik daar al gezegd dat ik hoe dan ook
wegging. Ik ben nu eenmaal geen voor
hoedespeler. Ze hebben geprobeerd mijn
vrouw over te halen om zodoende te
proberen dat ik zou blijven. Ze hebben
met een cheque gezwaaid. Voor mij
was het definitief afgelopen bij Schal
ke, dat stond vast. Toen kwam Feije-
Franz Hasil Oostenrijk, Duitsland,
,Njïjlei-land.,y- kaften mag vergelijkin
gen trekken tussen het voetbal in die
drfé landerr. Kort en krachtig is zijn
oordeel. „In Nederland wordt harder
eri sneller gespëëTd dan Tn "Öóstènr i jkT
in Duitsland harder dan hier".
Franz Hasil, wiens grote doorbraak
kwam bij Rapid Wien, doorbrak in
Oostenrijk ook een barrière. Hij was de
eerste speler voor wie werd afgeweken
van de stelregel dat voetballers onder
28 jaar niet naar het buitenland moch
ten. Hasil was vierentwintig toen hij
naar Schalke ging. Hij had er toen
veertien wedstrijden in het Oostenrijk
se elftal op zitten en werd nadien nog
tweemaal uitverkoren het nationale
Vier. maanden geleden, toen de heer
A. C. Lijsen pas was benoemd tot
sportdirecteur van de K.N.L.T.B., legde
hij op het bondsbureau in Amsterdam
zijn plannen voor. Taak, die de heer
Lijsen met veel animo aanvaardde: het
begeleiden van ae tennistop en de aan
komende top c-n zorgen voor de com
municatie tussen Bond, spelers en
speelsters. Toen zei hij: „We gaan
mikken op spelers van Europees niveau,
maar dan moet ik wel medewerking
krijgen. De mensen moeten over een
paar maanden niet gaan zeggen: waar
blijft die Lijsen nou?"
Vier maanden later zit de heer Lijsen
in de kantine van het tennispark
„Mariahoeve" in Den Haag, waar
bondstrainer Rinus Buytelaar zijn
pupillen wekelijks driemaal onder
handen pleegt te nemen. Daar is de
heer Lijsen vaak bij. Soms met een
door hemzelf ontworpen formuliertje,
waarop hij aantekeningen maakt over
de service of volley van de speler, die
hij volgt. Zoals Fried Schmitz, een van
de spelers uit de aankomende top.
„Schmitz had een zwakke service; dal
wist hij zelf ook. Toen ben ik bij een
oefenpartij aan de kant gaan zitten en
héb op het formuliertje zijn goede en
slechte services genoteerd. Later heb
ik het percentage uitgerekend. Toen
bleek, dat dertien procent van de
services fout was geweest. Ik heb met
hem gepraat en in de volgende partij,
die hij speelde, was dat percentage
aanzienlijk minder (vier procent). Ik
heb die formuliertjes ook in de
districten uitgedeeld, want ik geloof in
dat soort zaken. Als ze je met zo'n
formuliertje langs de kant zien zitten,
zijn ze kien en rennen ze na afloop
naar je tafeltje. Een hardloper kan
zijn prestaties afmeten, een tennisser
heeft alleen een zeker gevoel of hij
goed of slecht speelt. Nu kan hij ook
zijn prestaties afmeten. Het is stom
lijsen
formuliertje ontworpen om prestaties af te meten.
werk, maar je moet er wel je kop bij
houden, anders gaat het toch nog mis".
Het ontwerpen van dat formuliertje
was een van de activiteiten die de heer
Lijsen in winterse dagen binnenshuis
heeft ontplooid. Lijsen is er ook op
uitgetrokken. Hij heeft binnen en
buiten de bond contacten gelegd (met
NSF en Leo van der Karfonds onder
andere) en is met districtstrainer
De Smit de districten ingetrokken,
heeft drie regionale kaderdagen van
de jeugdcommissie bijgewoond (in
Venlo, Groningen en Arnhem) en heeft
een dag met de tennisleraren
meegemaakt. Daartussendoor vond hij
Moer variatie
„De spelers zijn in de winter vaak
gebonden aan steeds dezelfde baan en
ze moeten steeds tegen dezelfde
mensen spelen. Dat leidt onherroepelijk
tot eentonigheid. Daarom is er maar
ik moet er onmiddellijk bij zeggen dat
Buytelaar en De Smit dat erin hebben
gebracht meer variatie in de
trainingen gekomen. Nu worden er
oefeningen gedaan en is het
wedstrijdelement aanwezig. Of er
worden spelletjes gespeeld om de
service en de return te richten. Daarbij
wordt het vak in drieën verdeeld en
krijgt de speler bonuspunten als hij de
bal in het aangegeven vak slaat of
terugslaat. Dat is ook gedaan om de
speler op te leiden tot zelfwerkzaamheid,
dan kan hij zelf uitleggen wat hij doet.
Commissietrainer Keizer heeft een
zomercircuittraining opgesteld. Daarin
doen de spelers loopoefeningen
waarbij ze zelf de tijd opnemen en
conditieoefeningen".
Paar kaar gelukt
„Verder heb ik gezocht naar allerlei
toernooien waarin de spelers konden
uitkomen. Dat is een paar keer gelukt.
Schmitz en Vaarties hebben in Parijs
om de Coupe Canet gespeeld; Schmitz,
Sanders en Nora Blom speelden in een
jeugdtoernooi, ook in Parijs. Fred
Hemmes is nog in Zuid-Afrika. Hij
beeft een brief geschreven met het
verzoek of hij daar langer mag blijven.
Dat is toegestaan. Hij komt in april
terug. Op 6 april komen ook de spelers
en de speelsters terug van de
toernooien aan de Rivièra (Monte
Carlo. Nice. Menton, Draguignan). waar
ook Franken nog heen is gegaan, toen
li ij kampioen van de tennisleraren was
geworden. Dan is het Davis Cupteam
(Fleury om studieredenen verhinderd
deel te nemen aan toernooien, Hemmes.
Hordijk en Soeters) weer compleet en
in de drie weken die ons dan nog
resten, zullen we in oefenpartijen
gaan uitmaken wie de sterksten zijn.
Op doorreis naar Griekenland
tegenstander in de eerste ronde van het
Davis Cuptoernooi spelen we op
2 en 3 mei in Winterthur tegen het
Zwitserse team".
Lollige winter
De heer Lijsen (57) vindt het belangrijk
dat de training wordt onderbroken
door toernooien. „Ik vind dat je niet te
lang moet trainen. Je krijgt toch geen
enkele speler perfect, geen enkele slag
die je volgens het boekje kan slaan.
Dat krijg je door ervaring. Na de
oorlog, toen ik weer als veteraan
ging spelen, heb ik er zelf bij
geleerd, wat mijn trainer me niet
had kunnen leren. Daarom is ook
die zelfwerkzaamheid zo belangrijk.
Daarvoor is ook veel belangstelling. Ik
geloof, dat de jongens zullen zeggen,
dat het een lollige winter is geweest.
Als je met plezier iets kunt leren,
gaat 't natuurlijk veel gemakkelijker".
En passant werd ook Jan Hordijk weer
in de bondskosten ingecalculeerd.
„Hij is nooit weggeweest. We hebben
gezegd, als we je nodig hebben, roepen
we je. Ik had hem nodig en ik heb
hem geroepen". Daarmee kwam tevens
een ander onderdeel van de taak, die
de heer Lijsen op de schouders heeft
genomen, naar voren: het praten met
werkgevers of ouders van de tennissers
die vrij willen hebben voor het spelen
van toernooien.
„Hordijk moest weg. Ik heb met zijn
werkgever gepraat. Hij kan en krijgt
bovendien zijn volle .salaris". De heer
Lijsen heeft ook met ouders van
jeugdige tennissers gesproken en
met de spelers zelf, die nu weten waar
ze heen kunnen met hun problemen.
„Ze komen bij me thuis en ik ben hier
twee- of driemaal in de week. Er zijn
zo'n vijftien bij me geweest met
problemen, of die zomaar een praatje
wilden maken. Bovendien zorg ik, dat
ik op de hoogte blijf".
Scherpe sclGCtiG
De heer Lijsen blijft ook op de hoogte
van de trainingen en de selectie. „We
gaan scherper selecteren en later
schiften op karakter en gedrag. In het
algemeen is er zo bijzonder weinig
waardering voor het spel van de
tegenstander. Als een bal misgeslagen
wordt, schelden ze zichzelf wel voor
alles en nog wat uit, maar voor een
mooie bal van de tegenstander is geen
waardering. Als er ooit een incident in
de Davis Cupwedstrijden zou plaats
vinden, heeft die speler voor mij
afgedaan. Ze mogen natuurlijk op
zichzelf schelden, maar dat moeten
geen drieletterige woorden gaan
worden en ze moeten niet met rackets
gaan smijten. Dat neem ik gewoon
Dg GGrstG
Een gedeelte van het werk van de heer
Lijsen heeft zichtbare resultaten gehad.
De eventuele vooruitgang in het spel
van de tennissers blijft nog verborgen
achter de horizon van de toekomst.
„Resultaten zal die veranderde
trainingswij ze pas over enige jaren
afwerpen. Bij de spelers, die begrip
hebben voor het nieuwe patroon, dat
HORDIJK
„nooit weggeweest".
En veelbetekenend: „Als dat er
niet is, ben ik de eerste die dat
merkt".
PAUL DE TOMBE
Strijden op
drie fronten
vergt veel
van de
mentale kracht
shirt te dragen. „Ik ha& :t?en corrtraot
met Schalke waarin stond dat ik moest
worden afgestaan voor i)fq* Oostenrijk
se èTffal." Bij Feijenoord Slleen als ik
gemist kan worden. Ik heb in de kwa
lificatiewedstrijden voor het wereld
kampioenschap gespeeld. In Glasgow
verloren we van Schotland in het Hamp
den Park. Wat een publiek is dat daar.
Als we van Vorwarts winnen en we
zouden Celtic loten, mits de ploeg ook
de halve finales haalt, kunnen we er
van lusten"
Overtuigen
Hasil is trouwens wet wat gewend van
publiek. „Ik draaide in hel begin bij
Feijenoord niet goed. Ik had last van
de verandering van land- naar zee
lucht. Ik kende ook niemand en ze wa
ren een beetje terughoudend. Ik denk
dat ze eerst moesten zien, hoe zeggen
jullie dat. wat voor vlees ze in de
kuip hadden. Ik was de buitenlander die
in de vriendenkring kwam en eerst ge
accepteerd moest worden. Dat is al
lang gebeurd maar toen had ik het
moeilijk. Als ik een slechte pass gaf,
en dat gebeurde nogal eens, begon het
publiek te fluiten. De toeschouwers bij
Feijenoo i zijn geweldig maar ik vond
ze toen verschrikkelijk. Wat ben ik
bang geweest voor dat publiek. Ik heb
het moeten overtuigen en nu roepen ze
gelukkig „Hasil, Hasil" als ik het goed
doe".
En Franz Hasil speelt steeds beter.
Hij heeft zich aangepast, ontvangt voet
balvrienden van Feijenoord thuis
„vriendschap in een elftal is zo belang
rijk" en was in Berlijn bijna de man
die had gescoord. Nog schudt hij zijn
hoofd. „Ik werd gepakt. Dat was een
zuivere strafschop. Als we dat doelpunt
eens hadden gemaakt".
Drie fronten
Voor Franz Hasil was de „aanloop
periode" niet eenvoudig. Dat was het
destijds ook niet voor Kindvall, voor
Geels en wellicht voor anderen. Rot
terdammers. moet je wel eerst over
tuigen voor ze je aan dé borst klem
men. „Dat is ook zo'n moeilijkheid.
Sommige spelers zijn in hun club de
grote man. Daar kunnen ze uitblinken.
Als ze bij Feijenoord zouden komen,
spelen ze ineens veel minder. Misschien
zijn ze geïmponeerd door al die grote
jongens, misschien zijn ze toch niet zo
goed als ze zelf en anderen dachten".
Waarmee Franz Hasil tegelijk verkon
digt dat Feijenoord een ploeg van ni
veau, van groot formaat is. En daarvan
is hij volledig overtuigd. Evenals van
het feit dat Feijenoord het niet eenvou
dig zal krijgen.
„Voor de competitie krijgen we Ajax,
PSV en MVV, allemaal uit. Je weet
zelf niet precies wat het is maar onbe
wust ben je toch met die Europa Cup
bezig. Neem nou tegen ADO. Het was,
zeker in het begin, net of we naast de
wedstrijd liepen. Die Europa Cup kun
je niet wegcijferen. Strijden op drie
fronten vergt veel van de mentale
kracht. Lichamelijk moet een voetbal
prof natuurlijk drie wedstrijden in een
week kunnen spelen. Maar wij moeten
ook winnen,1 steeds winnen, en dat Is
zwaarder dan drie wedstrijden achter
„Maar ik zou geen Feijenoorder
zijn, en dat ben ik (met dezelfde
woorden als Happel altijd ge-
bruikt) hundertprozentig als ik
niet ervan overtuigd was dat we
woensdag de halve finales halen".
HERMAN VAN BEROEM