HISWA
SCHIP NAAR IEDERS VERLANGEN
wijst de weg naar
luxe en lui kamperen
WAT KOSTEN TENT EN TOEBEHOREN..?
LEKKER
ZITTEN
EN WARM
SLAPEN
Er is
nog eelt
onder
de voeten
1 v 'if J f
Plezierboot
bezit van steeds
meer Nederlanders
AMSTERDAM De paden op, de lanen in schalt nog dit
schone lied? Kennelijk. De internationale kampeertentoonstel-
ling, die verbonden is aan de watersportexpositie HISWA (van
13 tot en met 22 maart in de Amsterdamse RAI) toont met
overtuiging een groei van de ultra-lichte kampeeruitrusting.
Tweepersoonstenten, die nog geen 3000 gram wegen. Licht
gewichtrugzakken of draagframes van 950 tot 1300 gram.
Daarmee is het goed stappen, zelfs in moeilijk begaanbaar
terrein. En het wordt gekocht. Het roemruchte geslacht van
de eeltvoetige trekkers is verre van uitgestorven.
ZATERDAG 7 MAART 1970
AMSTERDAM Een algemeen
advies aan ieder, die een kam-
oeo uitrusting wil kopen of uit
breiden, moet luiden: wees ei
vroeg ïu het jaar bij. Wanneer
u aan de vooravond van uw va
kantie naar de winkel stapt,
kunt u bedrogen uitkomen, want
de gevoerde assortimenten zijn
meestal niet groot. Enkele prak
tische wenken
Stoelen moeten ook na een
half uur nog lekker zitten. Lei
op de rughoogte en op de vjoi-
rand: in de knieholte van de
zitter.
Kies de tafel niet te klein.
Hoogte van stoelen en tafel
moeten bij elkaar passen, wilt
u comfortabel eten.
Slaapzakken moeten lang ge
noeg zijn, anders krijgt u koude
schouders. Er zijn er vele von
2D0 centimeter lengte.
Goede slaapzakken zijn er ook
in de lage prijsklassen, maar de
meeste extra" goedkope aanbie
dingen zijn vaak alleen geschikt
voor bet wanne zuiden.
Een effen slaapzak is even
wurm maar altijd goedkapei dan
een even goede, maar gedessi
neerde van hetzelfde merk.
Geprofileerde schuimp'astic
matrasjes liggen lekker warm en
redelijk zacht Voor kinderen is
3 centimeter dik genoeg en ze
hebben veeial niet meer nodig
dan 100 centimeter slaaplengte
(van schouder tot heup).
Op luchtbedden en stretchers
altijd een dun (0,5 of 1 centi
meter) laagje schuimplastic leg
gen: het slaapt veel warmer.
Anderzijds doet zich in deze recreatie
sector hetzelfde verschijnsel voor als
elders. De luie welvaartsmens gaat
zich minder en mipder verplaatsen. Het
is strijk en zet geworden, dat men de
tent omstreeks Pasen opzet op een eigen
plekje en dat men hem pas in septem
ber weer opbreekt. In sommige delen
van Nederland is al ongeveer 50 pro
cent van de standplaatsen op kampeer
terreinen voor een heel seizoen ver
huurd en andere ondernemers laten al
leen nog maar vaste klanten toe. Daar
moeten de tenten conform de overeen
komst voor een bepaalde datum wor
den neergezet dit om moeilijkheden
te voorkomen tussen de terreinbeheer
der en gegadigden voor een tijdelijke
plaats.
Deze onmiskenbare ontwikkeling heeft
problemen veroorzaakt in de kampeer-
wereld, die in de praktijk nog voor een
belangrijk deel mobiel-toeristisch
denkt. Trekkende kampeerders kunnen
aan het eind van hun dagtocht vaak
geen plaats meer vinden in die delen
van Nederland en zelfs van Europa,
die het meest in zwang zijn. En als ze
al een plaatsje krijgen toegewezen is
het vaak op dat deel van het terrein,
dat het meest ongunstig ligt. Zo ont
staan conflicten. Allerwege zoekt men
naarstig naar een oplossing, maar men
is er nog niet uit. Wie zich, met de
vakantie lokkend aan de horizon, een
kampeeruitrusting wil aanschaffen,
doet er goed aan deze situatie ook in
aanmerking te nemen.
Voor stationair kamperen op een vaste
plek is allereerst een ruime, comforta
bele tent nodig met een lange levens
duur. Tenten, waarin ook een relatief
Ze bestaan nog, de eeltvoetige
trekkers. Speciaal voor hen toont de
HISWA ultra-lichtgewicht tenten,
zoals deze drie dwarsslapers van
Carl Denig, v.l.n.r.: „Sterretje",
eenpersoons 2200 gram; „Filipine",
krappe tweepersoons, 2600 gram;
„Dispuut", tweepersoons, 2700 gram
groot gezin zich thuis kan voelen. Het
klassieke advies, „de kinderen in de
bijzettent", heeft nog niets van zijn
juistheid verloren, maar wordt door
stationaire kampeerders beslist niet
meer opgevolgd. De prijzen van een
plaats op een kampeerterrein liegen er
tegenwoordig niet meer om en elke
per gezin geplaatste tent maakt de vas
te kosten hoger. Wie dat probleem wil
omzeilen kan een tent met verschillen
de slaaptenten kopen, die groter is dan
noodzakelijk en daaruit een slaaptent
weglaten. Want het gaat bij het statio
nair kamperen om de hoeveelheid be
schutte woonruimte, waar men kan
zitten, koken, eten, zijn bagage ordelijk
wegbergen, kortomwonen.
Kampeert men op deze wijze, dan is
het mogelijk, ook aan het komfort van
de huisvrouw te denken. Een roestvrije
stalen of hardplastic aanrecht op paal
tjes is gemakkelijk te bouwen. En
waarom zouden caravanners wel, maar
tentkampeerders niet het gemak heb
ben van een eigen waterleiding door
middel van een hand- of voetpomp? Of
AMSTERDAM Een vier-
persoons standaarduitrusting
voor kampeerdere, die ge
schikt is voor langduriger
verblUf. maar zo nodig ook
gebruikt kan worden voor
een enkele overnachting In
het weekeinde of op reis
naar bet gekozen vakantie
land, kost momenteel tussen
de 1200 en 1700 gulden.
Daarvoor heeft men een
4-persoonsbungaIowtent (ge
wicht 37 tot 45 kilo), een
kooktafel. tweepitsgaskom-
foor. gastank, licht, meubi
lair. luchtbedden en slaap
zakken voor twee oudere en
tv ree kinderen, kleding en
enkele bijkomstigheden Het
is aan te raden de kinderen
een eigen tentje te geven,
dat tussen de 75 en 120
gulden kan worden gehou
den. Als een gezin met deze
uitrusting in een kleine auto
over grote afstanden moet
reizen, is een bagagewagen
tje een uitkomst, vooral als
de kinderen wat groter zUn.
Een imperiaal beïnvloedt het
rijgedrag van de auto on
gunstig, maar is als oplos
sing beslist goedkoper.
Een lichte kampeeruitrus
ting voor twee personen, ge
schikt voor makkelijke voet
tochten, tochten per fiets of
brommer en vliegreizen,
komt tussen de 735 en 990
gulden. Behalve de tent. die
vier tot zes kilo weegt, zijn
tjaarbü inbegrepen goede
rugzakken, een volledige
keuken- en eet ui trusting,
twee slaapuitrnstingen, kle
ding en schoeisel. Een kam
peeruitrusting voor twee
kanovaarders of zeilers moet
op 380 tot 600 gulden wor
den begroot. Een ultra-llcht-
gewicht kampeeruitrusting
voor twee persopen. die
voettochten willen maken in
zwaar terrein, zal tussen de
900 en 1600 gulden vergen.
Het prototype van de bungalowtent, die al omstreeks Pasen
afgebroken.
september wordt
van bestekladen? Ook de huidige, keus
in allerlei gasapparatuur veraange
naamt het leven van de stationaire
kampeerder. De HISWA laat deze ont
wikkelingen op uitgebreide schaal zien.
Aan de levensduur van de tent voor
statisch gebruik wordt al jaren hard
gewerkt. Eerst zocht men het met succes
in veranderingen aan het tentmodel.
Luifels zijn windvangers. Draait de
wind gedurende de tijd, dat de tent be
woond is, dan kan de luifel scheuren
met alle consequenties van dien voor
het doeken zomerhuis. Zo kwam de
„compacttent" naar voren een bun
galowtent, waaraan hoogstens een on
diep luifeltje zat ter bescherming van
de tentingang, de zogenaamde petlui-
fel. Omdat tijdens warme dagen scha
duw een luxe is, die bij dit model niet
meer geboden werd. maakte men óf
delen van de tentwand opritsbaar óf
men ging extra-aandacht besteden aan
losse zonneluifels.
Een ander kenmerk van de moderne
compacttent is, dat de keuken niet of
slechts weinig uitsteekt buiten 't grond
vlak van de tent: weer een kwetsbare
windvanger minder. Een andere weg
tot verbetering is de aanpassing van
het doek aan het stationaire gebruik.
Een tent, die maanden achtereen wordt
blootgesteld aan weer en wind, vaak
zonder dat de eigenaar bij de hand is
om kleine reparaties te verrichten,
lijdt sterk. Na enig onderzoek bleek,
dat het meeste onheil wordt aangericht
door het vocht, dat uit de bodem onder
de tent optrekt, niet weg kan en het
doek van binnen uit doet rotten. Een
grote verbetering kon worden bereikt
door een nog grondiger rotproofing
van de gebruikelijke katoendraden. Een
tweede faze kwam met het aanwenden
van geweven doek uit kunststofvezels.
En tenslotte ging men het dak van de
tent maken van geplastificeerd synthe
tisch doek, omdat juist het dak van de
statische tent het eerst rot.
Op het ogenblik is de concurrentie
strijd tussen katoenen tent, synthetische
tent en tent met een gecoat of onge-
coat synthetisch dak zeker nog niet be
slist. Al deze materialen hebben vaak
naast voordelen hun nadelen. Wie een
tent werkelijk van Pasen tot het eind
van de zomer overeind laait staan en
er soms weken niet voor kan zorgen.
Nu ook een fonteintje met stro
mend water in de tentkeuken door
middel van een voetpomp, die het
water uit de jerrycan naar boven
brengt.
moet daarom rekening Houden met 'n
afschrijving binnen maximaal 3 jaar.
Doortrektenten
Een deel van de kampeerders heeft
voor de grote vakantie een gebied op
het oog, dat twee of drie dagreizen
met de auto verwijderd ligt van de
woonplaats. Op de plaats van bestem
ming aangekomen willen zij in een
comfortabele tent verblijven, maar
voor de haastige overnachtingsstops
blijkt het opzetten en 's morgens weer
afbreken van een dergelijke tent vaak
toch wat te bewerkelijk. Velen gaan er
daarom langzamerhand toe over. spe
ciaal voor die vijf tot acht geforceer
de overnachtingen per jaar een specia
le tent te kopen. Afgezien van het
grondvlak, dat natuurlijk plaats moet
bieden aan het hiele gezin, is dit meest-
ail een enkeldakshuttent van eenvoudi
ge constructie. Vooral op kampeerter
reinen in het zuiden is te zien, dat fa
milies de grote bungalowtent, waarin
ze veertien dagen of drie weken heb
ben gewoond, al in de middag voor het
vertrek afbreken en droog opbergen en
voor de laatste nacht in het vakantie-
gebied hun doortrektent overeind zet-
Bagagegewicht
Hierbij echter ln het algemeen een kri
tische kanttekening. Wanneer een gezin
van vier personen in een kleine auto
lange tochten wil maken en daarbij wil
kamperen, is de 35 kilo, die een tent
al gauw weegt, vaak meer dan de auto
eigenlijk dragen kan dit te meer,
omdat de tent ook nog moet worden
aangekleed met meubilair. Wie zo op
stap gaat zou voor de aankoop van
zijn tent eigenlijk eerst het laadvermo
gen van zijn auto moeten berekenen
en daarvan 55 kilo (voor kinderen)
tot 80 kilo voor iedere passagier moe
ten aftrekken. Hij zal merken, dat het
restant, beschikbaar voor de kampeer-
bagage. griezelig klein is. Het is ook
niet voor niets, dat de huttent met ge
sloten voorhal de laatste jaren zo'n op
gang heeft gemaakt. Deze tentsooi l
heeft dan wel geen stahoogte zoals 'n
bungalowtent, maar hij biedt een com
fortabele woonruimte bij een relatief
laag gewicht.
van 13 t'm 22 maart
BOTEN - TENTEN
amsterdam ra I
HISWA in het Amsterdamse RAI-gebouw.
Het betekent, dat van 13 tot en met 22
maart de groten der aarde anoniem schou
der aan schouder zullen lopen met de
gewone man op zoek naar de boot of het
bootje van hun verlangen. Zij hebben keus
Hit maar liefst meer dan duizend ver
schillende vaartuigen, tentoongesteld door
313 exposanten uit 27 landen. Oostenrijk
is er met eigen ontwerpen aanwezig. Twee
honderdduizend bezoekers, die zich zullen
vergapen aan stoere schepen, knusse
schepen, protserige schepen en zomaar
geinige notedopjes. Achtentwintig wereld
primeurs en 11 Europese primeurs, waarbij
de opmars van het buitenlandse zeiljacht
in het oog springt.
Welke algemene tendenzen doen zich voor?
Wat hel wedstrijdzeilen en zeker het zeewed
strijdzeilen betreft heeft men zich gerealiseerd,
dat het dure sporten zijn en voorlopig ook wel
blijven. Het percentage zeilers, dat eraan kan
meedoen, is klein vooral wanneer men praat
over een hoog niveau. Het gevolg is, dat de
vraag naar de toerjachten toeneemt. Deze toer-
jachten beschikken over zeilcapaciteiten, die
kortgeleden nog voor topwedstrijden in aanmer
king kwamen en daarnaast beschikken ze over
een voldoende sterke motor om bij windstilte
of extreem ongunstige- weersomstandigheden
te kunnen manoeuvreren.
Twee trends in de ontwikkeling van dit soort
schepen worden duidelijk De eerste betreft het
uiterlijk een belangrijke zaak. omdat het be
zit van een schip dikwijls tot de statussymbo
len van onze welvaartstijd behoort. De ontwer
pers grijpen vaak terug naar vormen, die ont
leend zijn aan het romantische verleden van de
zeilvaartde klippersteven en het verhoogde
achterdek.
Dit gebeurt echter niet uit sentimentele of
Esthetische overwegingen, maar doodgewoon,
omdat ze functioneel zijn. Onder het verhoog
de achterdek bij voorbeeld kan een comforta
bele tweede kajuit worden weggewerkt, die
meer slaapruimte én privacy garandeert.
De tweede ontwikkeling beweegt zich naai
de binneninrichting. De dinette, eettafel met
twee banken, die desgewenst tot een 2-persoons
slaapplaats kan worden getransformeerd, zo
als men reeds veelvuldig aantreft bij motorkrui
sers ziet men nu ook bij de toerzeiljachten meer
en meer terrein winnen. Wel opletten, dat
de alaaprichting in de lengte ligt en niet dwars.
Bij zwaar weer is het slapen in dwarsligging
een vrijwel onmogelijke zaak. Wat de pure zeil-
sport betreft zullen exemplaren getoond worden
van de Solingklasse en de Tempestklasse
twee types, die voor de Olympische Spelen
1972 zijn aangewezen. Klassen, die in de toe
komst internationale status zullen krijgen zijn
de Fireballklasse (boten van het scow-type),
de Flying Jundorklasse, de Enterpriseklasse en
de 420 klasse. Ook deze zijn geëxposeerd even
als de 470-klasse, die reeds internationale sta-
Nieuwe formule
Het allesoverheersende feit bij de zeewedstrijd
sport is, dat eindelijk na ongeveer een eeuw
'n voor de gehele zeilwereld uniforme meet-
formule en tijdvergoedingssysteem aanvaard
zijn. Een bezwaar tegen het oude systeem was,
dat men om een zo snel mogelijk schip te krij
gen ongestraft op de binneninrichting kon be
snoeien en het zo bespaarde gewicht kon toe-
Voor stille wateren
en ruwe zeeën
duizend-en-één keuze
voegen aan de kielballast. Onder de nieuwe for
mule zal deze handelwijze niet meer gevolgd
hoeven te worden, omdat daarin de stabiliteit
dus indirect het zeildragend vermogen
die met een praktische proef wordt gemeten,
verwerkt is.
Dan de motorboten. Bij de langzaam varende
types zijn enkele trends duidelijk waarneem
baar. Naast de van ouds bekende motorkrui
ser voor de binnenwateren ziet men meer en
meer de nog betrekkelijk kleine motor
kruiser voor ruwer water en voor de zee ver
schijnen. Zo kan men én wan de Nederlandse on
volprezen binnenwateren genieten én tijdens
de vakantie van uitgestrektere tochten, bij
voorbeeld naar de Belgische kustplaatsen of,
gedeeltelijk binnendoor, naar de prachtige
Deense wateren. Steunzieilen of beperkt hulp-
zellvermogen accentueren soms het zeegaande
karakter. De HISWA laat 5 van dergelijke mo-
torzeüers zien. Daarnaast neemt de belangstel
ling voor de echte binnenschepen toe. Men
schenkt hierbij meer aandacht aan een prak
tische en comfortabele binneninrichting: niet
verwonderlijk als men weet, dat het Nederland
se motorpleziervaartuig hoogstens één maand
per jaar voor varen gebruikt wordt en voor de
rest stilligt. De huisvrouw, die tijdens de vrije
uren op het drijvende weekendhuis haai werk
moet kunnen blijven doen, laat haar invloed
gelden. Stahoogte bijvoorbeeld is bijna een
vereiste geworden.
Overdekt
Extreem op dit gebied zijn de „bouse-boats",
een type, dat in Amerika al jaren populair is.
Het begint zich nu ook hier, zij het aarzelend,
een plaatsje te veroveren. Opvallend bij de mo
torkruisers Is, dat zij bijna allemaal een over
dekte stuurplaats hebben. Dat is nuttig bij
sleoht weer, maar de stuurman zal nooit lekker
bruin worden in de zon. Een punt om op te let
ten voor wie zich 'n dergelijk schip wil aan-
sobaffen: de ramen worden steeds rroter. Een
pluspunt wat het uitzicht op het voorbijschui
vende panorama betreft, maar ze zUn kwets
baar voor overkomend water.
Het aantal jachtwerven in Nederland, dat
snelle motorboten bouwt, is relatief gering De
meeste van deze vaartuigen, die de HISWA
laat zien, zijn dan ook uit het buitenland ge
ïmporteerd. Bij de open motorboten hebben
de buitenboordmotoren die tegenwoordig al
tot in vermogens van ver boven de 100 pk
verkrijgbaar zijn en de hekmotor de binnen
boordmotor zo goed als geheel verdrongen. Een
zich bescheiden aankondigende trend bij dezi
vaartuigen is verder, dat het aantal types, ge
schikt voor ruw water, toeneemt. Bij de snel
le kajuitboten komen als voortstuwingsmiddel
de buitenboordmotor (soms in meer dan
één exemplaar), de hekmotor en de binnen
boordmotor naast elkaar en soms zelfs naar
Voordelen
De animo voor het snelle motorkruisertje, dal
dan nog geschikt is voor wat ruwer water ook
lijkt toe te nemen. Dit behoeft niet alleen toege
schreven te worden aan een latente invloed van
onze jachtige tijd of aan sensatiezucht. Wii
wel eens, varend in een langzame boot, over
vallen is door onverwacht zwaar weer, zal de
voordelen van het snelle schip begrijpen.
Voorts eist dit type meer concentratie bij het
sturen, hetgeen voor sommige wateraportller-
hebbere een factor van bijkomende ontspanning
kaa zijn men vergeet er zijn dagelijkse mui
zenissen btJ. Een betrouwbaar advies over voor-
en nadelen van deze boten Is bijzonder belang
rijk.
Steeds meer Nederlanders stappen voor hun recreatie van de vaste wal over
op een zeil- of motorboot, liefst in eigen bezit. De watersport neemt toe en daardoor
ook de behoefte aan meer aanlegsteigers en vooral aan meer behoorlijke havens en
haventjes. Rond het IJsselmeer zetten vele gemeenten alios op alles om aan deze
behoefte van de toekomst te kunnen beantwoorden en in de merengebieden doet men
al niet andere.
AMSTERDAM Schattingen, getoetst aan
enkele nauwkeurige tellingen, tonen dat ln de
zestiger Jaren de Nederlandse pleziervloot on
geveer verdubbeld is van 40.000 tot ongeveer
80.000 eenheden. Prognoses geven aan. dat ln
de zeventiger jaren nog eens een verdubbeling
zal optreden, zodat men in 1980 moet rekenen
op 160.000 pleziervaartuigen.
Dergelijke cijfers kan men op verschillende
manieren interpreteren. Men kan er een maat
staf uit aflezen voor het aantal watersportlief
hebbers in ons land. Aangezien de watersport in
de regel in gezinsverband wordt beoefend, lijkt
t niet gewaagd om te veronderstellen, dat ln
1970 uitgaande van de gedachte, dat tenmin
ste 3 personei. van 'n boot genieten ongeveer
250.000 mensen hun recreatie op het water zoe
ken en dat dit aantal in 1980 ongeveer een half
miljoen zal bedragen.
Anders bezien betekent de voorspelde groei van
de plezierboot dat (gemiddeld per jaar)
achtduizend personen voor de vraag staan: wat
voor boor moet ilk aanschaffen? De meer ervaren
onder hen zullen het antwoord ongetwijfeld
weten. De onervarenen zullen echter verdwaasd
rondkijken tussen meer dan 1000 types, die de
Hiswa toont, en door „het bos de bomen" niet
meer zien. Zij kunnen zich natuurlijk wenden
tot de voorlichtingsinstellingen (KNWB, ANWB)
die op de expositie vertegenwoordigd zijn. Maar
voordat ze dit doen, is het verstandig dat m
zichzelf enkele vragen voorleggen.
Het belangrijkste is de vraag: hoe wens ik mijn
boot te gebruiken? Voor wedstrijddoeleinden
of om te toeren? Voor dagrecreatie dan wel
voor de weekends en nog langere periodes,
waarbij de factor van het Nederlandse klimaat
gaat meespelen, of voor een combinatie van
deze drie?Moet aan boord kunnen worden
overnacht en zo ja, door hoeveel personen? Hoe
veel ruimte zal de per persoon benodigde plun
je behoeven? Vervolgens: hoeveel gelid héb
ik voor de aanschaf met Inbegrip voor de ex
tra's, die ln vele gevallen bepaald niet moeten
worden onderschat, voor de stalling in winter
en zomer, voor het noodzakelijke onderhoud?
Waar wil ik de boot gebruiken? Is de moge
lijkheid van vervoer per trailer met het oog
daarop belangrijk? Dienen er met het oog op
de diepgang beperkingen te worden gesteld? En
tenslotte: zijn mijn kennis en kunde wel toerei
kend om me het schip te permitteren, waaraan
ik denk?