SUIKER RADICALEN GOED VOOR 7 KAMERZETELS zoet der wanhoop van ontwikkelingslanden Op de vrije markt is uw rietsuiker een kwartje waard Kruidenier stelt ons voor politieke keuze Biet wordt dik in de watten gelegd Voorzitter mr. Eric Jurgens: VERDI'S „OTELLO opera met indringende dramatiek DINSDAG 3 MAART 1970 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Wie de naam Cuba hoort, verbindt aan dit eiland in de Caraïbische Zee onmiddellijk de romantische figuur van de vrijheidsstrijder Ché Guevara en de felomstreden verheffer van zijn volk Fidel Castro. Veel minder bekend is echter, dat de Cubaan voor zyn levensonderhoud geheel afhankelijk is van het slagen van de rietsuikeroogst. die bij een even tuele mislukking de toch al wankele economische basis van het land zodanig verzwakt, dat hele bevolkingsgroepen met het spook van de honger worden geconfronteerd. Suiker en nevenprodukten maken meer dan driekwart van de totale uitvoer uit. Cuba produceert jaarlijks acht miljard kilo riet suiker. Het overgrote deel ervan wordt geïmporteerd door de Sovjet-Unie en de Oostbloklanden. Toch neemt ook Nederland nog 30.174 ton suiker af van Castro's eiland. Ondanks deze massale export wordt het Cuba, maar ook Venezuela, Chili, Madagaskar. Indonesië. India. Pakistan. Angola. Afghanistan en andere landen steeds moeilijker gemaakt om de rietsuiker te verkopen. En waarom? Omdat de westerse landen hun eigen suiker produceren uit bieten. Het wordt er voor de ontwikkelingslanden alleen maar ieder jaar moeilijker op om de suikervoorraden te slijten. Op dit moment bestaat er een onverkochte voorraad in de wereld van achttien miljard kilo. Uiteraard moet er altijd sprake zijn van een reserve- om Waarom zijn er twee soorten suiker in de wereld, als er aan één soort öf riet, öf biet eigenlijk voldoende is Het suikerriet was reeds in de oudheid bekend. Ten tijde van Alexander de. Grote groeide het al in Voor-Indië. In die periode is het ook naar Europa over gebracht en, in de landen rond de Mid dellandse Zee aangeplant. Ook de Chi nezen kenden het suikerriet. Marco Polo trof tijdens zijn reizen door hel vijfde eeuw na Christus bekend. De eerste vrouw van Columbus, die uit een plantersfamilie op Madeira stamde, nam stekken mee. toen zij haar man op zijn ontdekkingstochten vergezelde- Zij plantte het op Haïti. Het suikerriet verspreidde zich over de eilanden in Midden-Amerika. De Spanjaarden brachten het tegelijk met hun verove ringstochten verder over het vasteland van Zuid-Amerika. In de subtropische streken nam de cultuur in de loop der euwen af. Het wordt momenteel nog bijna uitsluitend aangetroffen tussen de Schoonste parel „Geen mens ter wereld bezit de macht het Europese continent te beroven van een der kostbaarste schatten, die het in eeuwenlange cultuur heeft verworven als een der schoonste parelen aan de kroon van zyn industrie". Aldus schreef de Fransman Domasle in 1839. terwyl hy doelde op de suikerbiet. Andreus Sigismund Marggraf, apothe ker te Berlijn, had in het midden van de achttiende eeuw al ontdekt, dat in bieten dezelfde suiker voorkomt als in suikerriet. Zijn leerling Franz Karl Achard zette deze ontdekking in de praktijk om. In 1801 werd de eei'ste bietsuikerfabriek in het Silezisch dorp je Cünern gesticht. Napoleon zag wel enig brood in deze cultuur. Hij was voornemens Engeland op de knieën te dwingen en aan zijn heerschappij te on derwerpen. Om dat te bereiken stelde hij een „continentaal stelsel" in, dat het verbod inhield' met de Engelsen handel te drijven. Ook de invoer van rietsui ker, hoofdzakelijk afkomstig uit de Britse koloniën, werd geboycot. De Ber- lijnse ontdekking en de Silezische er varing stelden hem in staat de Engel sen hun suikermarkt af te nemen en het Europese vasteland toch suiker te verschaffen. Met de verdwijning van de Franse troe pen uit de bezette landen verdwenen ook de maatregelen, die Napoleon in dertijd genomen had. Het percentage suiker, dat uit de biet gehaald werd. was inmiddels echter dusdanig geste gen, dat de politieke motieven werden vervangen door economische. De biet suikercultuur en -industrie kwam in Europa verder op gang. Tussen de bei- plotselinge schokken op te vangen. Maar de telkens toenemende voorraad betekent, dat de prijs voor suiker op de wereldmarkt inmiddels gedaald is tot een kwartje per kilo. 'En daar voor kan zelfs een ontwikkelingsgebied geen suiker produceren de wereldoorlogen groeide de produktie in Nederland zodanig uit, dat we in eigen land ongeveer 75 procent van de totale suikerconsumptie konden dekken dank zij eigen fabricage. Na de tweede wereldoorlog is deze „self-supporting" tot honderd procent geetegen en in de laatste jaren zyn we zelfs tot een belangrijk overschot geko- Luilekkerland Nu dit probleem wordt aangesneden, zijn we eigenlijk weer bij het uitgangs punt beland. Van de 67 miljard kilo riet- en bietsuiker, die per jaar over de wereld wordt geproduceerd, verbruikt men het merendeel in de landen, die de suiker zelf verbouwen. Er is echter een overschot: een suikerberg, waar men in Luilekkerland van zou rillen. Het gevaarte heeft een inhoud van acht tien miljard kilogram. Deze stapel wordt gedeponeerd op de wereldmarkt- De helft van de berg verdwijnt weer via vaste afspraken, die dë landen 'on derling maken. De prijs, die voor de suiker wordt be- - taald aan het producerende land be draagt binnen deze „voorkeursystemen" meestal ongeveer veertig cent per kilo. Er is daarentegen altijd nog zo'n negen miljard kilo, die op de vrije markt te recht komt. En daar vinden we juist het grote probleem. Dat is méér dan de landen van de E.E.G- per jaar verbrui ken. De vrijheid, die deze vrije markt biedt voor de landen, die een deel van deze overschotten willen kopen, bete kent geen enkel voordeel voor de ont wikkelingslanden, die genoodzaakt zijn hun produkt via deze weg te slijten. Het betekent armoe en werken onder de kostprijs voor deze landen. De riet suiker brengt niet meer op dan 25 cent. Wie nu denkt, dat via de vrije markt alle landen dus geer goedkoop ^an. riet suiker kunnen komen, komt bedrogen uit. In Nederland kost een kilozak in de winkel altijd nog f 1,50.» -• Rietsuiker, die de grens van de Euro- markt passeert, wqrdt namelijk belast. De invoerrechten zijn zo hoog, dat de ze het verschil met de bietsuiker op de wereldmarkt precies opheffen. Dat ver schil bedraagt 55 cent. De grensbelas- ting wordt weer gebruikt, om de tekor ten te dekken waarmee de bietsuiker fabrikanten hun produkt op de vrije markt deponeren. Dit betekent dus. dat de biet in alle opzichten in de watten wordt gelegd door middel van uitvoer- subsidies. De E.E.G.-landen betalen voor de eigen suiker ieder jaar gemiddeld een half miljard gulden aan deze subsidies. In 1968 heeft men getracht een wereld- suikerovereenkomst te sluiten. Tijdens de wereldhandelsconferentie eisten de E.E.G.-vertegenwoordigers, dat de Eu- romarkt jaarlijks 1,2 miljard kilo der overproduktie op de suikermarkt mocht exporteren. Op het tegenbod, om dit te verlagen tot 300 miljoen kg, reageer de men niet. De E.E.G. verliet de ver gadering en zou niet deelnemen aan de overeenkomst. Bevriezing Mede naar aanleiding van dit geval werd onmiddellijk gestart met een in ternationale rietsuikeractie door jonge ren. Men was van mening, dat de ont wikkelingslanden recht hebben op een gezonde economie en een grotere wel vaart. Deze hangt voor vele gebieden af van de afzet van het suikerriet. De rietsuikeractie gaat niet uit van het standpunt, dat de biet moet verdwij nen. Men vraagt alleen om over een periode van enkele jaren te komen tot een situatie, waarin de bevolking voor een deel rietsuiker zal gaan gebruiken. Allereerst hoopt men dit te bereiken, door „bevriezing" van de produktie. De overproduktie van bietsuiker dient te verminderen door bijvoorbeeld het areaal in te krimpen, dat voor bieten wordt gebruikt. Een inkrimping van 15.000 hectare, waardoor er in Neder land 85.000 hectare voor de bietencul tuur overblijft, gaat gepaard met een schadeloosstelling aan de boeren van 20 miljoen gulden. Dat bedrag ligt in ieder geval aanmerkelijk lager dan het geld, dat aan exportsubsidies voor overcomplete voorraden mOet worden gespendeerd. Zweden nam vlak na de tweede we reldoorlog met betrekking hiertoe het voorbeeld. Daar produceerde men vóór 1940 een evengrote hoeveelheid als er geconsumeerd werd. Ten voordele van de arme landen werd de zelfvoorziening in de loop der jaren verminderd tot 75 procent. Voor een kwart van de suiker consumptie voert men momenteel riet- Bietbelangen De Nederlandse bietsuikerbelangen weten echter van geen wijken. Dit mag men althans concluderen uit de reac ties van de industriëlen op de rietsui keractie. In het eigen orgaan „De Vakbewe ging'' heeft een woordvoerder van het N.V.V. de actie als volgt geschetst: „..dat op deze wijze de aandacht wordt gevestigd op de problemen van de ontwikkelingslanden, valt alleen maar toe te juichen. De suikerproble men zijn echter niet zo zwart-wit als de jongeren het zich voorstellen". „Wanneer de jeugd daadwerkelijk de handen uit de mouwen wil steken, moet men iedereen, die bietenteler is. ervan overtuigen, dat het beter is, daarmee te stoppen", is het antwoord in het boekje „Suiker en ontwikkelings landen" naar aanleiding van de actie. Toch hebben de suikerindustriëlen en de actieleiders elkaar gevonden tijdens een open discussie. Men heeft een aan tal punten van overeenkomst op papier gezet, hoewel er ook duidelijke me ningsverschillen waren. Gezamenlijk is men in de veronderstelling, dat het van het grootste belang is, dat de eco nomische ontwikkeling van de arme landen versneld dient te worden. Hier voor zullen de rijke landen inderdaad offers moeten brengen. Belangrijker is de volgende stelling in het memoran dum: In het kader van de af te sluiten internationale overeenkomsten zal op langere termijn de consumptietoename binnen de E.E.G. in grote mate dienen te worden verzorgd door suikerimpor ten uit ontwikkelingslanden. De Neder landse regering moet daarbij de EEG- partners ervan overtuigen, dat een po sitieve houding ten opzichte van de in ternationale suikerovereenkomst een noodzaak is". De leden van de rietsuikeractie vinden het overigens bijzonder opvallend, dat in talrijke Nederlandse kruidenierswin kels nog geen rietsuiker te koop is. Hieruit concludeert men, dat men voor Een groep jongeren in Heeren veen is bezit met het vullen van de kilozakken rietsuiker. Deze Friese actiegroep houdt zich gedurende enkele jaren bezig met het probleem van de ontwikkelingshulp. de toonbank al voor een politieke keu ze wordt gesteld. Maar waarom ne men vele grutters geen rietsuiker? „Dp vraag is nog te klein en als ik het lang moet bewaren, begint het te klonte ren", luidt het antwoord. Het klonte ren van de rietsuiker is een gevolg van het slechts éénmaal raffineren. De suikerkristallen blijven omgeven door een kleine laag stroop. Maar het ligt in de bedoeling, zo heeft minister Lar- dinois eens op vragen van een Kamer lid geantwoord, dat ook de Nederland se suikerfabrieken zullen starten met het ten verkoop aanbieden van goed ge raffineerde rietsuiker. Dit betekent voor.dë.^iRtsuilteroctic al 'n aanmerke lijke stap vooruit. Resteert dan nog de Nederlandse overproduktie, die met tor- se bijdragen uit de staatskas op de vrije markt terechtkomt en de hpge invoer rechten, die voor rietsuiker worden ge- En dat is nog niet eens het enige pro bleem. want de ontwikkelingslanden kampen nog met een goede afzetmoge lijkheid voor tabak, koffie, cacao enz. De chocoladeactie heeft zich reeds aan gekondigd. HENK SCHAAF DEN HAAG Mr. Eric Jur gens, voorzitter van de Poli tieke Partij Radikalen ver wacht voor zijn jonge partij met ongeveer 3.000 leden zeker zeven Kamerzetels. D '66 komt op 16 zetels, terwijl de VVD 20 zetels zal halen. Mr. Jurgens doet deze voorspellingen in zijn boekje „De PPR op aarde", dat hij, zoals hij zegt in grote haast geschreven heeft. De KVP is voor hem op 18 maart de grote verliezer. Omgerekend voor de landelijke verkiezingen zou de KVP niet meer dan 31 zetels krijgen in plaats van de thans bezette 39 zetels. Het ligt voor de hand. dat de PPR-voorzitter voor de con fessionele partijen op 18 makrt enorme verliezen ziet. Volgens berekeningen, die bij de lande lijke verkiezingen gelden zou den dan zo'n 500.000 kiezers hun stem niet meer uitbrengen op de KVP, ruim 100.000 kie zers niet meer op de ARP en ruim 50.000 kiezers niet meer op de CHU. Ruw berekend 650.000 kiezers dus die de con fessionele partijen op 18 maart de rug toekeren. Daarvoor in de plaats stemmen minstens 350.000 Nederlanders op de PPR en 800.000 kiezers op D '66. De democraten zouden als ge- Op 18 maart enorm verlies voor confessionelen volg daarvan in de Tweede Kamer kunnen rekenen op 16 zetels, in plaats van op 7 (350.000 kiezers), die zij nu bezetten. Ook de VVD gaat vol gens mr. Erie Jurgens vooruit: met 150.000 kiezers, die goed zouden zijn voor drie zetels meer voor de liberalen. Met deze cijfers komt de radi- kale voorzitter op een progres sieve meerderheid in de Twee de .Kamer. Wanneer tenminste de PvdA de 37 zetels van deze periode behoudt, de CPN en de PSP er zich bij aansluiten en wanneer de ARP met 13 zetels (in plaats van de tegenwoordi ge 15) met de progressieve concentratie meedoel. Gebeurt dit laatste niet, dan komt er geen progressieve meerderheid, zelfs niet, wanneer de CPN en de PSP volledig zouden mee draaien in 't zogenaamde PAK. Een ander geluid echter komt van de Eindhovense socialist drs. A. van Stuijvenberg, Hij is de woordvoerder van de nieuwe socialistische partij DS '70 en volgens hem verliest de PvdA op 18 maart zeker zeven zetels. Dis. Van Stuijvenberg leidt dit af uit de aanhang, die DS '70 de laatste tijd krijgt van zelfs oud-ministers. Gedeputeerde Staten en belangrijke andere leden-van de PvdA, die hun par tij de rug toegekeerd hebben. Mr. Erie Jurgens had in zijn „haastig pamflet" over de PPR oorspronkelijk ook een andere berekening gemaakt voor de verkiezingen van 18 maart. In zijn eerste prognose kwam de PPR op zes zetels en D '66 op 14. De KVP kreeg in deze opzet niet meer dan 30 zetels, maai de PvdA bleef constant op 37 Na de verkiezingen in Zeeuws- Vlaanderen en omdat hij ont dekt had wat verkeerde nor men gehanteerd te hebben kwam de voorzitter van de PPR Hij is voor wat de progressie ve concentratie betreft, nog niet erg gerust op de ARP. zei hij bij de presentatie van zijn boek je. dat een populair omschre ven verhaal in 60 pagina's is van het pntstaan, het doel en het program van de Politieke Partij Radikalen. „Voorlopig wil zij onderdak bieden met na me aan hen die vroeger op een confessionele partij stemden' zegt de.radikale voorzitter, die overigens sinds 1967 bij de KVP nog steeds op de lijst staal van kandidaten voor de Tweede Ka- Op drie langspeelplaten van het label EMI (C 065-01928/307) heeft Sir John Barbirolli een vurige wens kunnen in lossen: een integrale disco-opname van Verdi's „Otello" onder zijn leiding. Hy kreeg daarvoor de medewerking van beroemde operasolisten (onder meer Fischer-Dieskau), maar hü kreeg ook de medewerking van een der meest ervaren voor de grammofoonindustrie werkende orkesten: het New Philhar- monia Orchestra van Londen. De orkes trale bydrage aan deze opname is dan ook zeer belangrijk. Met „Aïda" en „Falstaf" behoort de „Otello" tot het trio werken waarmee Verdi als operacomponist zijn toppunt bereikte. In La Traviata, Troubadour en Rlgolebto had hij voor Ihet bel canto hoge troeven uitgespeeld, met Don Carlos, La Forza en Gemaskerd Bal bewees hij zijn talent om een sterk muziekdrama op de planken te kunnen zetten. Maar muziekdramatisch over treft „Otello" alle voorafgaande parli- Wait „Otello" ou de meeste andere opera's van Verdi vóór heeft is dat alle rollen muzikaal sterk getekend zijn en dat er geen mannen of vrouwen op de planken lopen die wel een aardig stuk muziek zingen, maar voor de han deling muziekdramatisch een opont houd betekenen: het leidende drietal (Otello. Jago en Desdemona) is zelfs zeer sterk uitgewerkt, maar ook rollen als die van Cassio en Rodrigo zijn muzikaal tot in de kern geraakt. Op deze EMI-platen zingt James Mc- Craoken de Otello, Gwyneth Jones de Desdemona en wordt Jago door Fischer- Dieskau vertolkt: drie vocalisten die Verdi's schepping ook muziekdrama tisch het voile pond geven. McCraoken en GwyneUh Jones (de nieuwe ster van Covent Garden) vinden wij nog sterker dan Fischer-Dieskau, wiens Jago voor ons gevoel een fractie te week gehou- De allerbeste bijdrage aan deze „Otello" geleverd v inden we die van het Lon- dense New Philharmonia Orchestra; de instrumentale partij klinkt onder Barbirolli niet alleen qua begeleiding perfect, maar is ook in alle schakerin gen en Verdi gebruikt hier het don kerste zwart naast het lichtste blauw prachtig van klank. Moeten we deze „Otello" met andere uitvoeringen vergelijken, dan consta teren we dat Barbirolli c.s. niet de dramatisch meest bewogen realisering van Verdi's werk geven, maar wel een waar de lyriek alle en de tragiek vele kansen krijgt. Nederlandse musici Ook onder het label EMI ontvingen we een opname van twee orkestsuites van Bach, gespeeld door het Residentie- Orkest onder leiding van Bruno Ma- 'lema (5 C 063-24041). Baoh rekenen we niet totde componisten die we bij voorkeur door het Residentie-Orkest horen uitgevoerd en Madenna vinden we evenmin de ideale dirigent voor het Residentie-Orkest. Maar de uitvoering van beide Baöhsudtes is een complete meevaller. Bovendien blaast Koos Ver heul in de tweede suite zeer fraai de obligaat fluitsoM en overtreffen de irompetisten van het Residentie-Orkest zichzelf in de derde suite. Voor de vele bespelers en liefhebbers van de blokfluit een kort maar krachtig plei dooi voor het recital dat Pieter van Veen met begeleiding door organist Jan D. van Laar op een Odeonplaat (5, HMO 5004) geelt. Van Veen, na Brüggen de Nederlandse blokfluitisl die we het meest waarderen, speelt afwisselend op een sopraan- en alt instrument werk van De Fesch, Vivaldi, Telemann, Veracini en Dieupart met als bijzondere verrassing een verruk kelijk liedje van Jakob van Eyk 1650) „Amarilli Mia Bella". Het Vulpen orgel van Santpoorts hervormde kerk is een ideaal instrument voor blok- fluitbegeleiding. Kent u de presta ties van het onder Edo de Waart ope rerende Nederlandse Blazersensemble nog niet? Koop dan Philipsplaat 802907 LY! Kent u dit ensemble wel. dan is elke aanbeveling waarschijnlijk overbodig. De Waart c.s. spelen niet alleen uitmuntend het eigentijdse re pertoire. maar ook de klassieke compo sities. Op de plaat vertolkt De Waart met zijn blazers twee serenades van Mozart. Grandioos! Zo spelend mag het Nederlandse Blazersensemble zich de „I Musici" voor het hout en koper onze lezers graag voor een andere Philipsplaat met Nederlandse musici maken. Op 839789 - LY brengt het NCRV-Vocaal Ensemble van Marinus Voorberg een concert van madrigalen en responsaria van Don Carlo Gesualdo, een zestiende-eeuwse prins van Ve- nosa. die een bijzonder bewogen leven heeft gehad, maar als schepper van madrigalen tol de allerbeste polyfoms- ten moet worden gerekend. Op de Philipsplaat zingt het NCRV-koor be halve een aantal zeer schone madri galen vier voor de Goede-Weeklitimgie bestemde responsaria. Begin met net „Tristes est anima mea" en vermoe delijk zegt u met ons dat dit alleen al de prijs van de gehele plaat waard is. G.v.L. Maar nog enthousia ouder DISCO- teleg rammen BOULEZ Er is weer een plaat van Pierre Boulez in de maak; dit maal werkt Harmonia Mundi aan een opname van zijn „Le marteau sans maitre" (De hamer zonder meester), een werk dat Stravinsky eens noem de als eigentijds product dat de mees te indi-uk op hem gemaakt had. Boulez schreef dit werk voor fluit, vibrafoon, gitaar, altviool xylorimba en een zeer uitgebreid slagwerk. Het is een kanta- te. waarbij de altpartij (op teksten van René Char) ditmaal gezonden wordt door Jeanne Deroubaix. BARTOK Het beroemde Britse ka merorkest The Academy of St. Martin in te Fields heeft zijn werkterrein uit gebreid tot Bartok. Bij Philips is een plaat op komst, waarop Neville Mar- riner en zijn orkest Bartok's fantas tische „Muziek voor snaarinstrumen ten. slagwerk en celesta" onder de LEONHARDT Eveneens bij Philips een nieuwe Bach-plaat van Neder- land's beste clavecinist Gustav Leon- hardt. Deze opname betreft de vier de partita, de toccata in e stukken uit „Das musikalische Opferde derde Franse suite en het populaire Italiaanse concert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 7