Tegelzetter - fotomodel - dressman WALTER POHLEY speelt dagelijks ,doorsneeman' GERARD POELS, Onopvallend-opvallen is dé grote kunst ZORGEN OVER HONDERDEN MEDEMENSEN charitas in wereld vol reglementen TEHUIZEN VOOR GESTRANDE MENSEN ZATERDAG JANUARI 1971 (Van eei ZWANENBURG - hoofdberoep-van-nü heeft dressman en fotomodel Wal ter G. Pohley (38) in zijn jongensjaren nimmer erslaggeefsters Van zijn tegelzetter worden en be haalde daarom in zijn ge boorteplaats Mülheim - aan de Ruhr zijn vereiste vak diploma's. Als strandlief- kanties graag in Schevenin- gen door. Daar leerde hij zijn in het Duitse Rem- scheid geboren en getogen Nederlandse vrouw kennen. Om haar bleef Walter in droomd. Hij wilde indertijd hebber bracht hij zijn „We bleven onze vakanties aan zee doorbrengen en ruim vier jaar geleden stonden wij met naast die van een heel aardig echtpaar waarmee we bevriend raakten", vertelt Walter in per fect Nederlands. „Na wat heen- en-weer praten bleek dat zowel de man als de vrouw fotomodel waren. Het leek mij een interes sant beroep. Zij raadden mij aan, ook eens te proberen in dat vak voet aan de grond te krij gen. In dat vak was en is immers gebrek aan goed-uit- ziende. vooral mannelijke man nen. Ik liet bij een bekende fotograaf foto's maken. Hij maakte ook een afspraak voor mij met Corinne Spier, die een bemiddelingsbureau voor foto modellen leidt. Zij nam mij aan en vanaf de volgende dag ben ik van de ene opdracht in de andere gerold". Amsterdam een „fantasti sche stad" vinden, stichtte hij in onze hoofdstad een éénmanstegelzettersbedrijfje dat hij sinds twee jaar in zijn huidige woonplaats. Nederland. Omdat beiden Zwanenburg, voortzet. Fotogeniek De allereerste eis voor een foto model is vanzelfsprekend dat hij fotogeniek moet zijn. Daar naast moet hij zich bijzonder goed bij werkelijk allerhande situaties weten aan te passen en een correct confectiefiguur bezitten. Walter Pohley (maat 50) heeft een voorliefde voor blue-jeans, waarin we hem dan ook thuis aantreffenIn zijn beroep als dressman heeft hij „eigenlijk vooral voorkeur voor het sportieve genre". (Hij is evenwel geïnteresseerd in alle kleding zolang de ontiverper vooruitkijkt en niet zoals bijvoorbeeld in de Bonnie-en- Clydeperiode oude toestan den oprakelt). Ook wanneer een of ander artikel onverschillig of het nu sigaretten, bier, een scheerapparaat of een matras betreft gepousseerd moet worden via foto-, film of t.v.- sportreclamegaat hem de op- name-met-de-sportieve-inslag „van nature" het beste af. „Elke middag tegen vijf uur bel ik de modellenagentuur op om te informeren of er werk voor de volgende dag bij is geko men", vertelt Walter Pohley. "..Belangrijke ij öbs weet ik voor uit, maar er kanzelfs op het laatste ogenblik nog wat op dagen. De klanten van de agen tuur zoals reclamebureaus, fotografen en fabrikanten bezitten veelal een archief met foto's van de beschikbare mo dellen. Zij maken daaruit een keuze wanneer zij hun reclame campagne gaan opzetten- Valt die keuze op mij, dan bellen ze me op om een afspraak te ma- Dagelijks „speelt" Walter voor de doorsnee-Nederlander, die we „zomaar op straat zouden kunnen tegenkomen". (Op straat wordt hij door volwassenen vrijwel nooit herkend, maar kinderen blijken in het herken nen wel erg gewiekst De klant zou eigenlijk het liefst een foto model kiezen dat bij het publiek totaal onbekend is. Dat is even wel niet zo eenvoudig, zeker niet zoveel uit, want veelal gaat beroep al jarenlang uitoefent. In de modewereld maakt het niet zovel uit. want veelal gaat het om een éénmalige publika- tie of één serie shows; maar een reclamecampagne van een be paald bedrijf ook via de tele visie kan zich soms wel over een half jaar of nog langer uit strekken vóór een nieuwe opzet aan bod komt. Dan ziet de kijker dus steeds hetzelfde ge zicht en gaat hij daar misschien te veel aan wennen. „Onopval lend opvallen" is in het werk van het fotomodel dan ook de grote kunst Bij de honorering wordt er ter dege rekening mee gehouden dat het model-in-kwestie zich niet de ene dag met sigaretten merk-zus kan vertonen en de volgende dag met een concur rerend merk; daarop is ook de agentuur attent Een zekere mate van exclusiviteit schept nu eenmaal verplichtingen voor het fotomodel én voor de opdracht gever. Walter selecteert zelf zijn opdrachten zorgvuldig. Hij heeft er niets op tegen om bijvoor beeld als „kolenman" te funge ren. maar toch moet hij oppas sen: het is moeilijk, direct daar op in een exclusief kostuum van een even exclusieve ontwerper te poseren Dubbelfunctie „Wjj, mannen", zegt Walter overtuigend, „hebben het wat moeilijker dan een vrouwelijke collega. Zij heeft meer moge lijkheden omdat zij zich totaal kan veranderen met een pruik of een heel afwijkende make up Aan de andere kant geloof ik dat dit beroep voor vrouwen meer aan leeftijd is gebonden. Voor een man is het meer een mentaliteitskwestie hoe lang hij dit beroep doorzet. Naar gelang ik ouder word, zal er echter wel minder werk voor mij zijn Het ■„oude meneertje" spelen is ook wel aardig om te doen, maai Een ogenblikje vrij in zijn eigen huis het mééste werk ligt toch tussen de 25 en 40 jaar". Walter „zit echt wel gunstig" omdat hij zowel 'het reclame als het modewerk doet. Daartoe heeft hij zijn figuur en zijn lengte mee. Was hij 10 cm klei ner. dan was reclame wél doch mode niet voor hem weggelegd. Om zijn goede, slanke figuur te behouden hoeft hij overigens niets anders te doen dan dit straffe werktempo voort te zet ten „Ik schat dat één-vijfde van het totale aantal modellen uit man nen bestaat", vertelt. Walter. Een van de jongste mannelijke mo dellen is overigens zijn ruim éénjarige zoon Oliver, waar hij terecht trots op is- Een keer heeft Oliver voor een reclame spot voor matrassen meege speeld met zijn vader. Een ge woonte zal Pohlev daar echter beslist niet van maken „De meeste mannen-van-de-ge schikte-leeftijd hebben een goe de andere baan, die zij niet op geven voor dit vrije maar nu eenmaal niet tot het pensioen durende beroep. Mijn grote voordeel is een eigen zaak ach ter de hand te hebben Heb ik eens niets of weinig te doen, dan ga ik tegels zetten, een mo zaïek je of een open haardje ma ken. Een collega-tegelzetter weet precies dat het na het voorjaar even wat stiller wordt op fotogebied en hij belt me dan bijna dagelijks op of ik kom hei- Zijn, handen staan heus niet verkeerd als hij dan opeens een open haard gaat maken. „De af wisseling is bijzonder prettig; je wordt heel anders moe. Als ik niet mijn collega samenwerk zorg ik er wel voor, éérder klaar te zijn dan hij: dan wil ik laten zien dat ik mijn oorspron kelijke vak nog versta Hel liefst werk ik met natuursteen; de echte grove materialen" een armgebaar wijst naar de open haard in eigen huis 1 „trekken mij bijzonder aan. Ik zal aan dat vak in de toekomst nog veel plezier beleven. Nu er steeds meer centrale verwarming in de huizen komt, verlangen vele bewoners naar een gezellig open haardvuur". We krijgen voor de lezers een tip mee: berkehout geeft de prachtigste vlammen en brandt het mooist. Het blokkenhakken van de in stammetjes gekochte berkeboompjes is voor Pohley een welkome lichaamsbeweging- Van regelmatige sportbeoefe ning zoals tennis komt im mers praktisch niets meer- Daarvoor leidt hij een te on regelmatig leven. Die onregelmatigheid komt minder door het afleggen van enorme afstanden en méér dooi de tevoren nimmer te schatten maar veelal zeer langdurige werktijden. Mét verscheidene collega's werkt ook Walter wel over de grens, waar zij mede omdat men daar ook graag eens met andere gezichten te doen heeft gewaardeerde mede werkers zijn. De concentratie van zijn werk ligt evenwel in ons land en bijna altiid in Am sterdam. „Je weet nooit hoeveel tijd het maken van bijvoorbeeld een modefoto vergt", legt Walter uit „Dat kan twee uur of veel lariger duren, maar het kan soms ook in een wip gebeurd zijn. Meestal worden er 24 foto's genomen, waaruit dan de beste wordt gekozen. Zelf heb ik daarin geen medezeggenschap; ik kan wèl op het moment van fotograferen zoveel mogelijk mijn best doen. Het valt heus niet mee om steeds weer een andere houding te verzinnen als je in wel tien kostuums achter elkaar moet poseren Over het algemeen kun je het beste zelf Iets proberen; eventueel wordt daarin dan een correctie aan gebracht Je leert in de loop der jaren wel zo ongeveer op welke manier een kostuum goed uit. komt Het makkelijkste werk ik altijd bij een artikel waar ik zelf helemaal achter sta. Dan kan ik zo natuurlijk mogelijk doen. Maar ook als het artikel tinder ligt ik literaard volledig in Soms moet een scene wel tiointig maal over voor het geheel goed zit. Vaak blijkt de tweede op name de beste; misschien om dat je dan meer ontspannen bent dan bij de twintigste". Spij'kerbroek Voor filmopnamen wordt Wal ter altijd voor een hele dag ge boekt. Alleen al het zoeken naar de juiste belichting en naar de meest ideale opstelling van de medewerkers kan zó lang duren dat veelal pas na 3 of 4 uur met het echte draaien wordt begonnen. Dan kan het soms heel laat worden. Na zo'n lange dag van „in de plooi zitten" kan een spijker broek thuis dan een verade ming zijn. TILBURG Gerard Poels, 40 jaar, heeft zorgen, grote zorgen. Niet over zichzelf. Daarover praat hij in ieder geval niet. Wel over honderden van zijn medemensen, de maatschappelijk gestranden, de sociaal niet-plaatsbaren. de door het leven ver pletterden. Sinds goed anderhalf jaar heeft hij ze, de uit getreden en gehuwde priesters, in stromen door „zijn" huis zien gaan, de mannen, vrouwen en kinderen, de vaak nog jonge mensen die ner gens terecht kunnen, die niet binnen de keurig geformuleerde wetsartikelen en reglementen vallen. Menselijk wrakhout veelal. Tijdelijk gestranden vaak.' die met wat meer ambtelijke soepelheid, wat sterkei persoonlijke betrokken heid van instaties, vele instanties uiteraard, nooit in zijn „hulpcentrum" aan de Tilburgse Poststraat terecht zouden zijn gekomen. Het is allemaal begin 1968 uit de verf gekomen. Poels, toen nog pater Poels, 1 non en 2 broe ders zouden een SOS-dienst gaan bemannen. Die was ontstaan uit een bepaalde vorm van burenhulp. De initiatiefnemers waren talrijk. Poels trok met zijn mensen in het grote, wat verwaarloosde pand in Tilburgs oude binnen stad. Dat was 1 mei 1968. Alles was netjes voorbereid. Maar het plan werd nooit uitge voerd. „Wij hebben toen in dit huis doorgezet. Be gonnen met het tijdelijk opnemen van gezin- nen die in financiële moeilijkheden waren ge raakt. Die werden het huis uitgezet en niemand vroeg, en vraagt, zich af. waar ze moeten wonen. Huurschuld, een vonnis en het is ge beurd. Nou. wij zagen alleen maar mensen die in nood verkeerden". TOEVAL Het is duidelijk dat er behoefte is in Tilburg, en daar niet alleen, aan een opvangcentrum voor die daklozen. Iedereen die maatschappe lijk werk doet, weet dat die gevallen er zijn. Maar ja, daarmee alleen is men er niet. Enfin. Poels deed wat. „Op een goede dag belde er een man. Hij vroeg onderdak. Wat doe je dan? Ik liet hem bin nen, belde de politie. Die zei dat het wel goed was. Zo is het hulpcentrum eigenlijk begonnen. Nu is het zo dat ik in de twee huizen perma nent 32 mensen onderdak en eten verschaf. De politie stuurt mij ontheemden, de sociale dien sten ook, de voogdiji aad blijft niet achter en noemt u maar op Heel Brabant weet dat dit huis er is. Dat is als een lopend vuurtje be kend geworden, ook bij de instanties. Ze maken er allemaal gebruik van. Wel een bewijs dat zo'n huis hard nodig is". li Als men vraagt wie dat betaalt, trekt hij een kleine man, kalend, vriendelijke ogen bedachtzaam aan zijn pijp. „Bijna iedereen komt hier zonder geld. Met verdriet, met een achtergrond vol leed. De narigheid is dat de mensen pas na weken een uitkering van de bijstandswet krijgen. Maar wie zorgt dat ze tot dan leven? En als ze gaan werken, komt het lóón ook achteraf. In één jaar gaven' wij zo'n 400 mensen kost en inwoning. Meestal voor niets.' Soms weigeren wij. Als we vol zijn. We maken er geen rommeltje van. Als de mensen zich bij ons misdragen, herrie maken, onverbeterlijk zijn. Wij hebben een minimum aan regels. Maar daaraan moeten onze'gasten zich houden". Poels vertelt dat hij de mensen die langer blijven, soms maar dat zijn uitzonderingen enkele maanden. 35 gulden per week vraagt voor kost en inwoning. „Zelf ben ik niet hele maal onbemiddeld. Mijn vrouw kookt, mijn „staf" van 3 mensen en ik werken voor niets. Af en toe krijgen we wat". GEEN IDE1 Zonder stemverheffing, bijna zonder modu latie. vertelt hij over de „gevallen". „De meeste mensen weten niet wat voor ellende er zich vaak onder hun neus afspeelt. Ik weet. door dit werk, dat er elke nacht in Tilburg honderden geen huis hebben. Ze slapen in oude schuren, vaak in ruimten achter café's, in auto's, in onbewoonbaar verklaarde huizen, in open nieuwe woningen. Noemt u maar op. Kijk, de „gewone" mensen weten dat niet. Ze denken dat alles geregeld is. dat alle sociale voorzieningen er wel voor zoigen. Nou, niets is minder waar". Wat doet een vrouw, met kleine kinderen, die 's avonds laat door haar man de straat op wordt gekwakt? Wat doen jonge mensen die „het huis" uit worden gezet? Wat doen bejaar den die aan het zwerven slaan? Wat gebeuit er met een voogdijkind dat nergens onderge bracht kan worden? Wat is het lot van een gevangene, die wordt ontslagen en geen onder dak heeft? Wat gebeurt er met de, zoals dat heet, moeilijk plaatsbare gevallen? Wat met de gevallen waarmee „de instanties" geen raad Die zijn er! Bij tientallen. Landelijk zelfs Üij honderden. Wie vangt ze op? Wie ziel de men sen in die gevallen? Wie overbrugt een periode, soms van enkele weken, soms van maanden, waarin ze geen dak boven het hoofd hebben? In Tilburg doet Poels dat. „Misschien is het wat middeleeuws, die vorm van liefdadigheid. Het zij zo. Maar dit is hier razend snel ge- gioeid. Ilt wist wel dat er veel narigheid in de wereld is, maar sinds anderhalf jaar heeft dat woord voor mij nog een heel andere inhoud „WACHTEN TOT De term „wachten totheeft voor hem een heel navrante klank en betekenis» gekre gen. Menselijk gestranden moeten wachten tot aan de formaliteiten is voldaan, wachten tot ze met vader en moeder z(jn verzoend, wachten tot de huurschuld is aangezuiverd, wachten tot het eerste loon wordt ontvangen, wachten tot ze opgenomen kunnen worden, wachten tot Het is duidelijk. De sociale regelingen hebben grote gaten. Niet ieder „geval" is te vatten in een tekst. Mensen zijn individuen. Er zijn heel wat die niet direct in een categorie zl te plaatsen. Hoeveel soorten maatschappell mislukken is er? De onmiddellijkheid v| hulp is vaak reglementair niet te verlenl En dan wordt de mens „het onoplosbare geval „Ach, ik weet ook wel dat velen van de stranden die ik hier krijg, eigen schuld hc£ ben. Er wordt bar veel gedronken. Alcoholisrr is een groot kwaad en ik zie ze hier komt de mannen die alles hebben verzopen. Ik kil de ongehuwde moeders, die niet naar ra hebben willen luisteren. Ik krijg de men: wier huwelijk is gestrand, ik krijg de gezini die stikken van de schulden en de straat gaan. Ik krijg ook de mensen die geen d boven hun hoofd nodig hebben, maar die g( eten kunnen, betalen. Zij krijgen' voedselp*-' kelten. Zolang er gold—ie—Ik krijg mown door de instanties woeden afgeschoven, om< ze er geen raad mee weten. En die instant betalen niet. Dat is niet geregeld". Hij vertelt op effen toon van de kinder! scherminginstantie die „voor een paar dage laat horen. Dan moet hij bellen. „Mens, all* de telefoonkosten jagen me soms al sch aan". Hij vertelt van die Nijmeegse sticht die een jongen van 17 jaar, recalcitrant, hora fiel, kleptomaan, „even" aan hem afschuift, nooit meer reageert. „Ik moet hem, na enl maanden, op straat zetten. Hij past niet deze gemeenschap. En het zal vandaag morgen wel mis met hem gaan. Dan is het politiegeval. Dan past hij in de reglement Dan kan opeens heel veel". GEEN CEb Poels, zjjn vrouw, zjjn assistent en een „1 lingetje" krjjgen voor al hun werk geen Dat hulpje, op proef voor een maand, is jonge onderwijzeres. Narigheden thuis, haat school. Ging zwerven, kwam bij Poels, er rust en bood zich aan als hulp. „Gaat prii Ze heeft een kamertje afgezet met wat lapp op zolder. Maar ze heeft een thuis". De grootste zorg van Poets is dat hij het zal kunnen volhouden. „Ik ben ook een n En als ik uitval, wat gebeurt er dan? R stuurt mij mensen, ook overheidsinstant Men betaalt niet. Dat kan men niet, want ben „particulier initiatief" en dat is kenne onvatbaar. Als ik per jaar 20.000 gulden krijgen, zou ik mijn twee huizen kunnen la draaien. Ik heb subsidie gevraagd. Kreeg keurige officiële brief. Eerst moet er een st worden gemaakt door een opbouwinstan Dan moet ik zorgen dat er een stichting ko Nou, u voelt het wel. Dan wordt ook dit een „bureau". Dan zitten we ook in een h En weet u, dan komen die mensen niet i Ik krijg hier mensen, die 's avonds eens lopen en beginnen te praten over hun hu< lijksproblemen, over hun financiële zor{ over allerlei ellende. Die gaan niet En waar blijft dat Jonge gezin, er zijn loze ln Tilburg en ook elders, dat is beg in een veel te dure flat? Kinderen kon ziekte, de vrouw moet ophouden met Huurschuld. Vonnis. De straat op. „Weet cr ls ontzettend veel menselijk wrakh onder de jonge mensen tussen de 18 en 25 Maar we doen net of er geen vuiltje a; lucht is". Poels strijkt met de hand over het noge hoofd. Hij zegt, aarzelend, dat er nog zorgen voor hem komen als de broeder liefde straks niet meer in staat zijn de h voor hun pand, 500 gulden per maand, hem te betalen. Andere kloosters sturen 1 sel pakketten ras üe laatste tUd is Poels „in het nleu' HU is cr niet zo op gesteld. „Nog meer m hierheen komen en de mondrcclame me al meer dan genoeg. Er komen hier Jaar zo'n 60.000 bezoekers. Allemaal die om raad vragen, die eten nodig hebben, gewoon 's avonds wat gezelligheid willen, reizigers die hun laatste trein hebben gen ook mannen die herrie kunnen maken, we hun vrouw die ze de straat op stuurden cerdak hebben gegeven. Waar moeten anders heen"? JACQUES LE Maatschappelijk gestranden, de sociaal niet plaatsbaren, de door het leven verplet terden. Bij Gerard Poels kunnen ze aankloppen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 12