Ter Braak,
Du Perron
en
hun Forum
DRUM
POEZIEPLAN
EEN
WIT
LETTERKUNDIGE
HISTORIE
TENTOONGESTELD
EN GEBOEKT
BELANG
ENONBELANG
VANEEN
TIJDSCHRIFT
Nederlandse dichters in nood
Du Perron met de schilder A. C. Willink in Amsterdam
MAANDCCURKT VCOfi LlUUCtt CN rWCT
m h
-f vl'
r
PWia»i\. 1 au**%
SÉmimmSki. SSÊÊÊÊÊSm
Het tijdschrift Forum heeft
maar vier jaar bestaan. Dat
bestaan wankelde doorlo
pend op een afgrond. Er
waren steeds spanningen
binnen de redactie en de
zakelijke basis was zeer
zwak. Meer dan vierhonderd
abonnees zijn er nooit ge
weest en vaker lag het getal
rond de tweehonderd. Die
paar honderd Forums gin
gen meest naar schrijvers en
redacteuren van kranten en
andere bladen. Naar een heel
klein groepje van „ingewij
den" dus die er dan weer re
censerend of polemiserend
stukjes over schreven. Op
zich lijkt het allemaal van
weinig belang Toch is er
achteraf doorlopend 'over
Forum gediscussieerd, wer
den er boeken en velg tijd
schriftartikelen aan gewijd
en thans viert het Letter
kundig Museum zijn vijftien
jarig bestaan met een fraai
opgezette tentoonstelling in
het Haagse Gemeentemu-
Op die tentoonstelling kan
men zien dat Forum qua in
houd wel degelijk van belang
is geweest. Vooraanstaande
schrijvers werkten eraan mee
Vestdijk b.v. die er vele ge
dichten in publiceerde en er
als prozaïst in debuteerde. En
ook Elsschot, wiens Kaas voor
het eerst in Forum verscheen
Maar het belang van Forum
schuilt niet in deze namen.
Vestdijk zou toch wel ge
schreven hebben en voor Kaas
was ook wel een publikatie-
mogelijkheid geweest, al was
het Greshoff die Elsschot tot
het schrijven ervan aanzetten
en al dacht deze direct aan
een Forumpublikatie.
Anti-poëet
Het belang van Forum blijkt
uit de titel die de tentoon
stelling meekreeg: ..Ter Braak.
Du Perron en hun forum, 1932-
1935". Het tijdschrift is vóór
alles een forum voor deze
twee geweest. Voor hel idee
dat beiden uitdroegen. Zij kwa
men tot elkaar nadat Du Per
ron een juichende recensie
had geschreven naar aanleiding
van Ter Braaks Het carnaval
der burgers. Ter Braak had
hierin zijn ideeën gelucht over
literatuur. Hij wilde Van de
ichrijvi
Dire
uitgeve
Zijlstn
geve
?stige-
mond. Vooral Demasqué der
schoonheid van Ter Braak
en Uren met Dirk Coster van
Du Perron sloegen veel los.
Den Doolaard dreigde er Du
Perron met een pak slaag om.
Die „uren" gingen overigens
hoe langer hoe meer de indruk
van een wreed spelletje maken.
Du Perron drukte er zelfs een
uitgave in boekvorm door, hoe
wel hij er eigenlijk al niet meer
ichterstond. Het grootste deel
van de (kleine) oplaag heeft
hij later laten vernietigen.
In het contract met de uitgever
was vastgelegd dat de redacteu
ren zich dienden te onthouden
van het geven van politieke en
religieuze standpunten die
kwaad bloed zouden kunnen
zetten. Het eerste jaar is dat
ook niet gebeurd. Maar het
siert de redactie dat ze na 1933
toen Hitler in Duitsland aan
de macht kwam. zich wel tot
politiek engagement verplicht
voelde en dat in Forum sinds
dien heel wat anti-nazilitera
tuur kon verschijnen. Op reli
gieus terrein lag dc zaak moei
lijker. Ter Braak cn Du Perron
waren beiden militant anti
rooms en ze staken dat niet
onder stoelen of banken. Zjj
hadden bovendien ideeën over
dc plaats van de erotiek in de
literatuur, die diametraal ston
den tegenover het toen heersen
de inzicht, vooral in het katho
lieke Vlaanderen.
Scheiding
Vooral door dit laatste waren
er moeilijkheden. Men zocht
die bij het begin van de derde
jaargang te bezweren door een
totale scheiding van de Noord
nederlandse en de Vlaamse
reacties. Du Perron trad af als
redacteur; hij bleef echter
medewerker en behield een
grote vinger in de Forumpap.
De Nederlandse redactie kwam
te bestaan uit Menno ter Braak,
S. Vestdijk en Victor E. van
Vriesland. Voor Vlaanderen
waren Mamix Gijsen, Ray
mond Herreman, Maurice Roe-
lants en Gerard Walschap ver
antwoordelijk.
Het leek een goede oplossing,
die echter alleen uitvoerbaar
was als men ervan uitging dat
men eikaars standpunt wilde
blijven eerbiedigen. Formeel
immers waren de twee redac
ties alleen voor het eigen ge
deelte verantwoordelijk. Op de
tentoonstelling is die wonder
lijke situatie van de twee laat
ste jaargangen gemarkeerd door
een duidelijke afscheiding tus
sen Forum I en Forum II. Af
scheiding die de mogelijkheid
bood om aan de hand van en
kele schilderijen te tonen welke
richting in de schilderkunst de
Forumisten voorstonden.
Yreenlde voorkeur
Met die schilderkunstige in
zichten blijkt het wat merk
waardig gesteld te zijn ge
weest. Dat blijkt uit een hoogst
opmerkelijk citaat van Ter
Braak, maar ook uit de voor
keur voor het werk van Char
ley Toorop, Pijke Koch en A.
C. Willink. Voorkeur voor de
..magische schilderkunst" dus,
toen ook een Mondriaan actief
niet zo gauw zou verwach
ten bij mensen die zich als de
grote vernieuwers presenteer
den. Men is vaker geneigd om
een vraagteken te plaatsen bij
het kritisch oordeelvan Du
Perron bijvoorbeeld, die naar
aanleiding van Elsschots Kaas,
een meesterwerk toch, aan Ter
Braak schreef„Maar impo
neren doet het me geen bal.
Het laat zich weer niet herle-
In de Forum I I-periode was de
fut er eigenlijk al uit. Dat het
tijdschrift bleef bestaan was ei
genlijk alleen maar het gevolg
van het feit. dat Ter Braak en
Du Perron er een goede moge
lijkheid in zagen tot publika
tie Iets wat Slauerhoff bij
voorbeeld maar moeilijk kon
aanvaarden. Wat gepubliceerd
werd bleef overigens vaak van
veel belang. Toch bleek de weg
die men had ingeslagen tot een
einde te moeten voeren. In De
jonge Indiesman had Du Perron
privé-erotische herinneringen
opgehaald en dat was bij de
katholieke lezers, in Vlaanderen
vooral, al slecht gevallen. Het
i bloeien Ter Braak was
een anti-poëet; hij aanvaaidde
de dichtkunst slechts om wat
ze te zeggen had. niet omdal
De twee vonden elkaar Kn-i
in correspondentie, eind 1930
slechts enkele maanden na
Afrekening van de honoraria van het Forumnummer
Janna* Ml
bedrijf zag
object in Ómdat hij ook graav
in Vlaanderen een literair been
aan de grond wilde hebben stel
de hij als eis dat ook een Vla
ming in de redactie zitting
zou nemen. Maurice Roelants
werd voorgesteld en graag aan
vaard omdat „Roelants het toch
veel te druk had om veel aan
het tijdschrift te gaan doen
..PaJk slaag"
Het eerste nummer zou In
lanuari 1932 verschijnen. Maar
het kwam al op 11 november
1931 uit omdat Ter Braak op
die datum in Rotterdam een
lezing zou houden en dat een
gunstige introductiemogelijk
heid leek. Op de tentoonstelling
tot nummer volgen Telkens
met foto's, handschriften, brie
ven en reacties van anderen
Die reacties waren meestal niet
mals. Scherpzinnig* essayist
Ter Braak en vlijmscherp# po
lemist Du Perron namen in
hun forum gean Wad voor da
einde kwam met een dom con
flict om Victor Varangots ..Vir
ginia".
„Onaanvaardbaar"
Dat Virginia was dooi de Ne
derlandse redactie goedgekeurd.
Het was een verhaal, dat vol
gens de toenmalige opvattin
gen tot de pornografie zou
kunnen worden gerekend. Hoe
wel formeel de beide redacties
onafhankelijk van elkaar werk
ten zond men wellevendheids-
halve elkaar nog wel druk
proeven toe. De proef van Vir
ginia deed voor de Vlamingen
de deur dicht. De Vlaamse re
dactie sprak een onaanvaard
baar uit en dreigde af te tre
den als Virginia toch zou wor
den opgenomen. De uitgever,
die duidelijk maakte, dat af
treden van de Vlamingen het
einde van Forum zou beteke
nen. trachtte te bemiddelen
Het., enige dat bereikt werd
was dat Virginia enige tijd werd
uitgesteld. Het verscheen toch
ondanks verschillende fedgijk
lijkende tegenvoorstellen." als
publikatie elders. Het was met
Forum gedaan.
Een dom conflict, want bet
Virginiasop was de Forumkool
echt niet waard. Ter Braak
schreef in november 1935 aan
Du Perron: „Ik vind Virginia bö
herlezing ook nog aardig. Maar
niet
grap; als dal het hoogtepunt
ven is hel toch niet zo leuk."
Citaat dat bewijst dat men liet
conflict op dc spits heeft willen
drijven, omdat men wel af
wilde van de samenwerking
met „die roomsen". Forums
verdwijnen werd over het al
gemeen weinig betreurd. Van
Duinkerken schreef in De Tijd
over een „welkom afscheid" en
het waren er niet weinigen die
er evenzo over dachten.
Geschiedenis
Er is nu die tentoonstelling
Forum blijkt er helemaal ge
schiedenis in geworden, al zijn
Forummensen als Vestdijk en
Van Vriesland nog steeds ac
tief Forum is zeker van be
lang geweest, al is dat belang
misschien niet zo groot als de
samenstellers van de tentoon
stelling zich dat voorstellen
Vooral voor mensen die het
begin van de dertiger jaren
bewust hebben meegemaakt is
het heerlijk om aan de hand
van de brieven vooral, maar ook
door andere zaken zich eens
in te leven in de historie. Er
zit nogal wat roddel in die
Beste Ed. Beste Menno en
Beste Vicbrieven en het le-
op
da:
Mcmrios Boelanta
De tentoonstelling laat zien
waarin Forum van belang was
Met name ook door zijn poli
tieke engagement en door in
zichten over literatuurwaarden
die soms pas na de jaren vijf
tig als juist zijn erkend. 7.e
laai onvermijdelijk ook de
kleinmenselijkheid van de Fo
rummensen zien, hun zelfover
schatting en hun soms achteraf
verkeerd gebleken oordeel.
Boek
Belang en onbelang komt nog
beter naai voren in de schitte
rende boekuitgave, die de ten-
toonstelling begeleidt. Willem
Mooijman verzamelde brieven,
citaten, documenten en knip
sels. Hij begeleidt Forum num-
overzlchtelijke documentatie,
die het Foiumverhaal vrijwel
compleet vertelt. Het boek
wordt ingeleid met een uit
nemend essay van L. Mosheu
vel. Het is rijk geïllustreerd
en de samensteller plaatst elke
jaargang tegen de achtergrond
van de politieke en andere
gebeurtenissen, die in het be
treffende jaar plaatsvonden
Het uitvoerige boek is „ver
plichte lectuur" voor ieder die
zich voor onze letterkundige
geschiedenis Interesseert. Door
subsidie van CRM en Anjer
fond* is het 14.50) geen dure
lactuur. Behalve in het museum
kan men het ook in de boek
handel verkrijgen. Voor de ten
toonstelling kan men tot 8
•sbruari terecht Vg
Vernieling
en
Vernieuwing
„In Nederland", kan men leren in de nieuwste Kentering, „komt het reel te raak
voor. dat een dichtbundel die wel de publikatie waard is, niet kan verschijnen
omdat geen enkele uitgever brood ziet in de auteur ervan. Dat slechte en middel
matige bundels soms wel uitkomen, vindt zijn oorzaak in de hoop van de uitgever
dat zijn dichtertje na de poëtische jeugdzonde een best-selling werk in een
verhandelbaarder genre zal produceren Laten we het trouwens niet alleen op de
uitgevers gooien. Het Nederlandse publiek is bijna altijd te beroerd om poëzie te
kopen als er geen onwettige kinderen, geruchten over ongebreidelde orgieën en
soortgelijke burenpraat bij te pas komen. Uitgexiers moeten hun lieve geld maar in de
bodemloze put van de dichtkunst storten. Een impasse dus.' Maar er is een uitweg!
Laat er een centrale en onafhankelijke poëzie-uitgeverjj komen, die op niet-
commerciële basis werkt en die een zeer ruime capaciteit krijgt aan jaarlijkse
publikaties van en eventueel over poëzie Laten de uitgevers met een meer of
minder literair fonds dit gezamenlijk financieren. Dichters, die hier publiceren,
zouden aan de uitgevers bij wie ze thuis horen of die ze uitkiezen, opties kunnen
gi ven voor andersoortig iverk.
7o'n poëzie-uitgeverij moet uitsluitend selecteren op kwaliteit; er moet een redactie
komen waarin alle stromingen cn neigingen in de huidige poëzie meedoen.
De overheid
D° overheid zou hier op een zeer doeltreffende wijze financiële steun kunnen
geven. Misschien zou dit kunnen helpen- Al blijft het Nederlandse publiek het
Nederlandse publiek. Verder is hel nummer van Kentering geheel gewijd aan de
prèzie Er staan verzen in van vele jonge Nederlandse dichters en het sluit met
eer. pleidooi van Jan van der Vegt voor de poëzie, een verrassende beschouwing,
d e we ieder die in de huidige poëzie meer geïnteresseerd is dan het Nederlandse
publiek ter lezing aanbevelen
„r.iet het misleidende argumentdat poëzie gedemocratiseerd moet worden door de
persoonlijke expressie uit het gedicht te weren, is een vorm van poëzie ontwikkeld
cie volstrekt leeg is- Deze poëzie verschijnt als informatisme: het gedicht verschaft
inlichtingen over uiteenlopendemaar alledaagse zaken op een wijze die niet van
journalistiek verschilt; of het reproduceert flarden clichés itit toevallige gesprekken
Alleen door typografische middelen en door publikatie in een literaire rubriek
o' in een dichtbundel, herkennen We deze teksten als „poëzie" herkennen we,
beter gezegd, de pretentie Daarom is depersonalisatie een bedrieglijke leus".
Gide is een voorloper \an de nouveauruman aldus dr. E. Jaffé-Freem
André Gide
Hei laatste Maatstafnummer is geheel gewijd aan André Gide. Dr E Jaffé-Freem
el in hem een voorloper van de nouveauroman. Mathieu Koekelkoren behandelt
er de betrekkingen van Gide met Paul Léautaud. Joek Eringa, Gides haatliefde,
P.erre H. Dubois de vriendschap van Gide en Roger Martin du Gord en Victor E.
\tn Vriesland laat zien dat Gide vernielde, maar daardoor vernieuwde. „Hij
\ernielde gevestigde, gebruikelijke opvattingen, denk- en gevoelsgewoonten om ze
te vernieuwen Maar niei in directe aggressie Eerdei ironisch ondermijnend,
onregelrecht, gereserveero omzichtig-voorzichtig en zo onmerkbaar mogelijk.
Misschien is juist daardoor zijn invloed belangrijker geweest dan anders hel geval
zou zijn.
Theorie
In Raster wordt dóór P C Kuipei Theodor W. Adorno herdacht waarin ook de
pk ssianwtiache verlossingsgedachte van dc filosoof wordt gewaardeerd. H. C. ten
Berge vervolgt er zijn „won; in progress" en Beb Vuyk cn W 11. Hermans halen ei-
reisherinneringen op. .1 .1 A Mooij beschouwt ei Vorm of Vent van J j Ovei -
stegen, waarin deze volger.- de ondertitel opvattingen ovei dc aard ven het literaire
work in de Nederlandse kritiek tussen de Iwee wereldoorlogen behandelt Hij vindt
O' erstegen de grootste kenner van dc Nederlandse Literatuur in deze eeuw. Hij
betuigt zich dankbaar voor Overstegens boek. maar hij heeft niettemin veel kritiek
op onderdelen en hij verwijt Overstegen de dingen bij herhaling niet juist ie
onderscheiden- Dat ligt ook aan zijn theorie.
Zijn theorie hangt op het onderscheid tutten twee polaire eigenschappen van het
literaire werk. In termen daarvan kan men volgens hem de tegenstrijdige positie
keuzen. die zich in de loop uan de geschiedenis en ook omstreeks 1930 hebben
i oorgedaan. begrijpen en n min of meer geljjk toekennen-Er is immers enerzijds n
levensbeschouwelijke poëtica in allerlei varianten, anderzijds een autonomistische
in etica in allerlei variantenenerzijds een ideologische (of psychologischekritiek,
anderzijds een egocentrische kritiek; enerzijds engagement, anderzijds „l'art pour
larf. Dat komt dan omdat de literatuur in het algemeen en de poëzie in het
f ij zonder niet alleen een vorm van taalgebruik is met een geheel eigen karakter,
naar ook een <zjj het indirecte) uitspraak over het bestaan Dit laatste mogen de
cutonomisten volgens Overstegen nooit vergeten en het is en blijft de verdienste
vu a Forum daarop de aandacht te hebben gevestigd, al hadden zg een verkeerde
poëtica".
Maar, merkt J. J A. Moolj op, hij vergeet hierbij aan te geven wmt „uitspraak cn-er
het bestaan" precies ia «n om die preciesheid gaat het tenslotte.
IN DE TIJDSCHRIFTEN