de suisse OP BEZOEK BIJ DE FAMILIE WARBOOM VEEL PAKJES OP UW SLINGERPAD MAASTRICHT KENT HEM NOG. W* heilige mis van half twaalf kruipt Jeng Sassen (59) die zondag van mei in de biechtstoel van meneer pastoor. De zon schijnt door het glas- in-lood; de kerk is ellendig stil nu de kerkgangers er niet meer kuchen en zuchten. Jeng Sassen is een gewaarschuwd man en telt dus voor twee: iemand maakt er in deze mooie meidagen een hobby van om offerblokken In Zuidliraburgse kerken te lichten. Drie pastoors hebben op die manier de bij dragen van dierbare gelovigen al moeten missen. En omdat .Teng Sassen gewaarschuwd is en voor twee telt, Is hem tijdens de mis van half twaalf een onbekende jongeman opge vallen die zich „vreemd" ge- - droeg. HU krijgt gelijk. De jongeman keert terug als Sas sen nog maar twintig minuten in de biechtstoel verpoost, loopt behoedzaam naar het offerblok vooraan in de kerk en heeft verbazend weinig moeite het te openen. Tot op dat moment heeft Jeng Sassen passief toe gekeken: dan springt hij te voorschUn Als hij de jonge man aflevert in de pastorie, zegt de pastoor tot de kerkdief: ..Ben je geschrokken, jongen? Wil je een kopje koffie?" De barmhartigheid is groot in deze moderne tyd. Johannes Hubertus Sassen vertelt de anekdote met. enige huiver, want de grens van heiligschennis is voor hem steeds erg dichtbij. Hij is van beroep begrafenisondernemer en weet dus dat berouw vaak net te laat kan zijn. Hij houdt dat alles duidelijk in de gaten, aJ zal een leek opperen dat Jeng Sassen bi) Moeder de Heilige Kerk 'n potje kan breken: ai 34 jaar lang dient hij d» Kerk met een Dauwgezetheid waarvan intussen iedereen dacht dat-ie niet meer paste in deze moderne tiid Altijd aanwezig Al 34 jaar lang is Jeng Sassen uit Maas tricht in zijn vrije tijd „suisse". Een van de misschien slechts tien waar over de Nederlandse Kerkprovincie nog beschikt. Want nauwgezet dienen is niet DIE GEHEEL CONFORM DE OVERLEVERING GEZAG UITSTRAALT meer ,,in". zoals u reeds weet. Maas tricht heeft er nog twee: een in de St- Servaaebaailiek en een in de St-Marti- nuskerk. Jeng Sassen: ..Er zijn nog we) hulpsuissen, maar slechts twéé originele suissen in Maastricht." En waarin on derscheiden de twee originele suisse» zich? Sassen: „Die zijn er altijd. Eeo huipsuisse assisteert soms en valt in als de originele suisse ziek is of een hoog- enkele keer niet kan. Ikzelf ben de laatste zes jaar nooit afwezig geweest." Ziet u wel. Jeng Sassen draagt een prachtig uni form. compleet met gouden tressen, 'n fraaie steek op het hoofd, een degen langs de broekspijp of een sleepsabel bij zeer plechtige gebeurtenissen. Hij straalt gezag uit. geheel conform de overleve ring die hem in de oertijd als luchter hand van de pastoor en als ordebewaar der noodzakelijk maakte. Een vleugje romantiek, als houvast tussen de Neder landse Kerk en die van Rome: de helle baard die pastoorbeschermer en paus- beschermers torsen, is van dezelfde ma kelij. Maar gelukkig is écht vechten er niet meer bii. Vroege mis Nee. in deze nieuwe tijd wandelt Jeng Sassen door de kerk, door de zijbeuken, links en rechts de godsvrucht toetsend. Als jongelingen achterin de kerk hun aandacht niet uitsluitend naar het al taar gericht houden, doet een korte na bijheid van Jeng Sassen wereldse won deren. Benevens dat, begeleidt hij de geestelijken van en naar het altaar, os hij bij iedere huwelijksplechtigheid aan wezig om de bruid naai- haar plaats te begeleiden en loopt hij voorop tijdens processies, al is dit laatste een steeds zeldzamer wordend,facet van zijn functie. Jeng Sassen: .,Ut zou wel eens alle bruidjes bij elkaar willen zien. die ik in mijn leven naar het altaar heb begeleid. Een hele rij" Tot 1963 was hij suisse in de St.-Jan de Doperparochie van Maastrichts buitén- wijk Limine]In 1934 had de toenmalige pastoor hem voor die functie gevraagd. Sassen: „In dat jaar ben ik in de kerk gekomen. Dat was wat voor me." „Koorezeltje" Sassen zoals lih zichzelf in bescheiden momenten noemt was daar in Liinmel elke gehele zondag ochtend present. Vanaf de vroegmis van ■zes uur tot die van 'half twaalf. Om vijf uur kwam hij dan uit zijn bed. Zijn vrouw ging steeds mee naar de eerste mis. Nu maakt Jeng Sassen niet meer zoveel uren. Nu begint hij zijn zondags- taak met de mis van negen uur. Mag het alstublieft na zoveel jaren? Geloof Vindt hij de figuur tijd? niet uit de „Waarom? Er zijn veel sroert.e dingen in de vernieuwing, ok ben aaar niet tegen, maar aan bepaalde traditie* moet de Kerk toch vasthouden. Als u me viaagt: loopt het terug in de Kerk? dat i n* mensen hebben het tegenwoordig allee» allemaal te goed. alles gaat te gemak kelijk, ze voelen niet meer zo de w hoefte om vaak een beroep op God t» De pastoor: „Niets kan bestaan als er niet, in geloofd wordt-" Sassen: „Meneer pastoor houdt iets aao het oude vast. Hij vernieuwt ook, maar geleidelijk zodat het niet zo opvalt. Dat is het fijnste, dan kan iedereen het bu- houden. Weet u waar ik nou maai- steed* niet aan kan wennen? Aan de hostie od de hand. Gek is dat toch. hé?". Wat vindt Jeng Sassen de plezierigste kant van zijn kerkelijke taak? „Als de kerk erg leeg is. is 'niks leuk. Hoe voller, hoe plezieriger. Ik verheug bik daarom altijd op de nachtmissen, dan ben ik een tevreden mens." Heeft hij er in al die jaren nooit genoég van gehad? „Toen ik in Limine] wegging, ben ik een maand buiten funotie gebleven, aIvoren* naar de St.-Martinusparoohie te komen. In die maand Jiep ik met mijn ziel onder m'n arm. echt waar. Ik was blij dat ik weer als suisse kon beginnen. Ik doe het graag en dat komt ook omdat de verstandhouding met de priesters zo buitengewoon is." Biechtstoel Jeng Sassen, de begrafenisondernemer die ook zijn overige tijd ten dienste van alle zielen stelt, speldt voor de foto de kerkelijke onderscheiding „Pro Ecclesia" op. in 1963 ontvangen wegens bijzondere verdiensten. Meestal bewaart hij hem in een doosje, met dezelfde zorgvuldikhela waarmee hij zijn uniform steeds weer om een kleerhanger drapeert en naast de kazuifels in de sacristiekast hangt, de steek in een doos opbergt, de etruis- vogelveren in een koker schuift. Heeft hij geen grappige zaken meege maakt in deze geheiligde omgeving? ...Jawel hoor. we hebben mooie dingen meegemaakt." Vertel 'ns. „We zaten weer eens op de loer. Een offerbloklich- ter was weer aan het werk. Een politie agent in de ene biechtstoel, ik in de andere. Tja, waar moet je je ander* verbergen in een kerk. (nietwaar? En ja JENG SASSEN AL 34 JAAR IN DIENST VAN DE KERK hoor, na een tijdje horen we iemand binnen schuiven. Een oud vrouwtje. Ze komt vlak bij mijn biechtstoel staan. En wat gebeurt? Ach, het kan iedereen overkomen. Kennelijk was er buiten een of ander elastiekje gesprongen. En waar kun je zoiets beter repareren dan in een stille kerk? We konden nauwelijks ons lachen inhouden." God ziet alles. De suisse bijna alles. Logisch, dat ze zo zeldzaam worden. coumans Jeng Sassen in vol ornaat mèt de pauselijke oiiderscheidin; t m'n stukje kaas! Het had heel ■er deze folo was gemaald- Maar i pracht van een kerstpuzzel in. t één geheel beslaat, dus slechts U bent hier bij de familie Warboom, die op een nogal vreemde manier de gebruikelijke kerstboom te lijf gaat! Ordelijk gaat het niet. Er zitten niet minder dan acht personen zelfs IN de boom. „Het is niet allemaal familie", zegl de heer des huizes (met bril en s1 reepjesdas), „er zijn ook buren bij Die meneer rechts boven mijn hoofd is geen abnormaal Iemand. Hij drokt zich nu eenmaal graag beeldend uit. zoals ik zelf ook doe mi wat voeten in de aarde er zit voor de lezers ee vooral die slinger, die u begin en einde heeft!" We vroegen wat die mensen allemaal doen. We begrepen- eruit, dat iedere figuur één fragment van de slinger vasthoudt. Het begin is bij het jongetje links onder. De slinger vermeldt: Alleen 1 en elf (Dit is ZIJN stukje, want waar de slinger doorgaat met Wetenschappen. Is van het meisje met de ruil en jurk). Nu zegt het jongetje „De rest gaat door", waarmee hij bedoelt dat u alles „door"-streept, behalve dan de eerste en de elfde letter- Dat blijken de letters A en L te zijn en vormen dus het eerste woord van de oplossing: AL. Dan gaan we „wetenschappen" bekijken. „De dame draagt een japon mei ruiten", zegt de heer des huizes weer, „zij bedoelt dat u alleen die letters neemt, die óók tei een ruit staan. Er zijn méér dames met een dergelijke aanwijzing op hun kleding'" Ah juist, meneer. We komen dus op WENSEN (zes deeltjes van de slinger hebben de ruitvorm!). Dan segment nummer drie, vanaf de knaap die de slinger zo eng vasthoudt tot aan het meisje met bordje. Ook hier wijst de tekst vanzelf uit, welke (twee) letters u behouden moet. „Ja maar(de heer des huizes weer), niet alle stukken van de slinger vermelden duidelijk welke letters u nemen moet- Bij sommige is het een opmerking van degene die het vasthoudt, dan weer ls het een woordspeling. Maar dat is nu juist het leuke bij dit puzzelen: wat bedoelen ze ermee? Soms wordt er niet eens gesproken, maar staat er iets op een bordje Ook een rebus is erbij en een cadeau met opschrift. Let u echter wel goed op wóér de stukjes beginnen en eindigen- Het vasthouden dooi- een hand is duidelijk, maar soms wordt een hark gehanteerd of een lange stok! Kijk dan goed waar die vandaan komt. Vanaf zo'n punt (hand, hark, bord, enz.) geldt de toespeling of opmerking vain de betreffende persoon dus steeds op het slingerdeel dat vérderop gaat, van hem af dus. Loopt zo'n deel toevallig van rechts naar links, dan zit toch in de normale leesriohting het woord erin- Bij één stok (die de slinger- steunt) en ergens anders (dlinger over tak) geldt die afbreking niet. U ziet het wel! Soms is ook een opmerking van heel iemand anders al genoeg om u op weg te helpen". We vroegen nog uit hoeveel woorden de oplossing bestaat. Drieënitwinbig! Maar dit belet u vast niet om van voor tot achter de oplossing te vinden- „Zegt u er wel bij dat er een mood gedicht uit komt, een soort Wijs Woord, door onze familie zelf bedacht!" Dat doen we. Kunt u de oplossing vinden? Vee1! succes! Wilt u een gooi doen naar de kerstprijzen van 50,-, 25,-, tweemaal 10,- en 5,-, dan dient uw oplossing onder vermelding „KERSTPUZZEL" uiterlijk maandag 5 januari te zijn ingezonden aan het bureau van ons blad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 20