Handen van zowel KNGV als NKGB blijven uitgestoken Terwille van algemeen belang tradities en sentimenten opzij gezet VOLLEDIGE EENHEID IN NEDERLANDSE TURNWERELD NOG VER WEG, MAAR: Tin Dekkers (st) rijdt op renbaan tegen twee dochters J. de Jong (Van c sportredactie BREDA. De samenwerking tussen het Koninklijk Nederlands Gymnastiek Verbond en de Ne derlandse Katholieke Gymnastiek Bond blijft voorlopig beperkt tot de overeenkomst van 13 juni 1964. Met deze wetenschap moet de turnwereld het doen na de algemene vergadering van het K.N.G.V. op zaterdag 8 november in Utrecht. De heer J. D. de Jong, voorzitter van het K.N.G.V. zei bij deze gelegenheid: „Het is voor mij een grote teleurstelling. Ik was zó zeker van de eenheid na onze besprekingen van 15 april jL, dat het een uitgesproken grote teleurstelling is dat de naar mijn mening redelijke voorstellen niet door de N.K.G.B. zijn aanvaard. Men hanteert normen van veertig jaar terug, die door de eisen van deze tijd volkomen zijn achter haald. Ik heb me in de progres siviteit van de N.K.G.B. vergist. We moeten hun mening respec teren, maar begrijpen kan ik deze niet". Op 15 april werd door het K.N-G.V. een fusievoorstel voorgelegd aan de N.K.G.B. De inhoud hiervan was, dat men in drie fazen wilde komen tot een volledige fusie tussen beide organisaties- In de eerste faze zouden samenwerking met betrekking tot het cursuswezen en het toptumen tot stand moeten komen, in de tweede faze zouden ook andere N.K.G.B.-turners en -turnsters aan de wedstrijden van het K.N.G-V. mogen deelnemen, terwijl de derde faze de uiteindelijke fusie zou betekenen. NiC.G.B-voorritter A. M. A. van Gooi hierover: „Wij hebben dit voorstel toen aanvaard, zoals ook door het K.N.G.V- was gesteld, als zijnde een voorstel ter bestudering, waarover ook beraad in interne kring noodzakelijk zou zijn. Dit beraad hebben wij op 7 juni gehad met de voorzitters van onze diocesen en districten. Hierbij kwam duidelijk tot uitdrukking, dat men wel met het K.N-G.V. wilde samenwerken, maar ZATERDAG 15 NOVEMBER 1969 9 Het K.N.G.V. en de N.K.G.B. balanceren op de evenwichtsbalk. De samenwerking tussen beide gymnastiek- grootmachten blijft voorlopig beperkt tot de overeenkomst die ruim vijf jaar geleden werd bereikt. Ofschoon een fusie sinds vorige week zaterdag verder weg lijkt dan ooit, blijven de handen van beide bonden uitgestoken. dan in een federatief verband. Hierdoor wordt ook de mogelijkheid open gehouden voor het Koninklijk Neder lands Christelijk Gymnastiek Verbond en de Nederlandse Culturele Sportbond om toe te treden. Wij als N.K.G.B- hebben vrij veel contacten met deze organisatie, die eveneens vooratander is van samenwerking in federatief ver band". „Door een fusie aan te gaan met het K-N.G.V zouden wij onze vrienden van het K.N.C.G.V. en de N.C-S. buiten sluiten of voor een fait accompli stellen en dat willen we niet". De heer Van Gooi, die door de KRO in de gelegenheid was gesteld de rede van de heer De Jong via bandopnamen te beluisteren, zegt hierover verder: „In de hele toespraak van de heer De Jong komt het K.N-C.G.V. helemaal met voor en dat is juist een van de punten waarom het fusievoorstel door ons niet is aanvaard. Dit hebben wij op de be spreking van 24 juni met het K.N.G.V. duidelijk naar voren gebracht en wan neer u de moeite genomen hebt onze schriftelijke bevestiging hiervan aan dachtig te bestuderen, dan zult u daarin hebben zien staan, dat de N.K-G.B. van mening is, dat een samenwerking nationaal gezien zo breed mogelijk dient te zijn en dat hierin dus mede betrokken dienen te worden het K.N.C.G V. (85.000 leden) en de N.C.S. (22 000 leden). Maar hier praat de heer De Jong niet over". BIJ WIJZE VAN PROEF Een andere zaak, die de heer Van Gooi ook niet heeft kunnen beluisteren in diezelfde rede: „Nergens heb ik kunnen horen, dat de heer De Jong het voorstel in zijn totaliteit heet voorgelezen, zoals wij dat hebben voorgesteld. We hebben namelijk voorgesteld om bij wijze van proef te gaan samenwerken in federa tief verband, voor bijvoorbeeld vijf jaar. Maar daar wordt niet over gepraat". De heer de Jong: „Nu de N.K.G.B. zich heeft uitgesproken tegen een samengaan zullen zij de consequenties van hun keuze moeten aanvaarden, ook voor de top. Men moet niet datgene vragen voor de top wat voor de massa onaan vaardbaar is". Waarop de heer Van Gooi antwoordt: „In de eerste plaaits hebben wij ons niet uitgesproken tegen een samengaan, maar tegen een fusie. In de tweede plaats vraag ik me af, waarom onze topmensen eerst lid moeten worden van heit K.N-G.V. om dam te kunnen deel nemen aam de grote internationale turn- wedstrijden, zoals Europese kampioen- schappen, wereldkampioenschappen en de Olympische Spelen. Wij zijn toch ook Nederlanders, net zoals zij. Wij hebben toch dezelfde rechten als zij- Wij kunnen ons best voorstellen, dat het K.N.G.V. belangstelling heeft voor onze top- Wij zouden ook graag een zo sterk mogelijke ploeg zien afgevaardigd naar deze wedstrijden. Maar dat kan ook als we zijn gaan samenwerken in een federal io". NIET TE RIJMEN Wanneer de heer De Jong praat over een fusie, zegt hij: „Onder fusie is te verstaan een samensmelting van beide bonden tot een grote gymnastiek- organisatieHet K.N.G.V. stelt daarbij geen voorwaarden, en garandeert de N K.G.B.-leden de mogelijkheid van christelijke levensbeschouwing middels de sport te kunnen uitdragen binnen het raam van een nieuw te vormen bond. Het heeft ons moeite gekost om deze stap te zetten. Het was niet ge makkelijk voor ons om van een 100- jarige traditie en een groot potentieel en technisch en organisatorisch kader afstand te doen. Doch terwille van het algemeen belang hebben wij tradities en sentimenten opzij gezet". Naar aanleiding hiervan zegt de heer Van Gooi: „Gelooft u werkelijk dat het K-N.G.V. zichzelf ten koste van ons zal gaan opheffen? Dit zou namelijk weer in tegenspraak zijn met hetgeen hij zaterdag vertelde, namelijk: nor maal gesproken zou de N-K.G.B. in het K.N.G.V- kunnen opgaan. Deze twee uitspraken zijn natuurlijk niet met elkaar te rijmen". De heer Van Goal zegt verder: „Wij kunnen op dit moment nog weinig doen en zullen eerst het officiële antwoord van het K.N.G-V. over deze zaak moeten afwachten- Omdat wij niet bekend zijn met datgene wat er tijdens de ver gadering over deze zaak verder is ge zegd, kunnen we daar uiteraard ook geen commentaar op geven. Overigens ben ik er benieuwd naai- of er in de K.N.G.V.-vergiadering ook geen voor standers voor samenwerking met het K-N.C.G-V. te vinden waren". ALLE TURNBONDEN Deze wens tot samenwerking, ook met het K.N.C.G.V., kwam ook tot uit drukking op de algemene vergadering van het K-N.G.V, bij monde van de heer Blom, voorzitter van de Stiidhitse Turnkring Deze pleitte bij deze ge legenheid voor een open samenwerking met a^e turnbonden, die niet belem merd zou mogen worden door welke overeenkomst met de N.K.G.B., waar door deze belemmeringen automatisch zouden zijn opgeheven- De heer Blom hield de vergadering voorts nog voor, dat het geen zin had zich een rad voor de ogen te laten draaien. Hij zei hier over: „Het is niet alleen het hoofd bestuur van de N.K-G.B dat tegen een fusie is, maar het de meerderheid in de N.K.G.B- die erop tegen is. Wan neer je de verslagen leest over de voorzittersbijeenkomst, dam wordt dit wel duidelijk. Men is niet tegen samen werking, maar wel tegen de fusie Laten we de zaak in godsnaam realis tisch bekijken". NIET VERBROKEN Ook voor het opheffen van de overeen komst met de N.K.G.B. was de heer Sweyd, voorzitter van de Kring Den Haag. Hü wilde het meest ver gaan in het verbreken van de contacten met de N.K.G.B. Hierover zei hy: „Laten we bestaande overeenkomsten opzeg gen. De N.K.G.B. heeft de uitgestoken hand niet gepakt. Daarom moeten wy hard gaan werken in onze eigen orga nisatie om het K.N.G.V. nog meer naar buiten uit te dragen. Nu men de voor stellen niet heeft aangenomen moeten we laten zien wie we zijn. Daarop moeten we in de toekomst gaan wer- Twee uitersten dus, die op deze bijeen komst °aar voren zijn gebracht en die er uiteindelijk toe hebben geleid, dat de contacten met de N.K.G-B. niet zijn verbroken. De heer De Jong: „De N.K.G.B- heeft de spontaan uitgestoken hand niet aanvaard, maar ik zou het betreuren indien dit zou moeten leiden tot verbreking van de contacten". De heer Van Gooi: „Wij hebben de deur nooit dicht gesmeten- Integendeel, we hebben hem altijd zoveel mogelijk opengemaakt. Ook nu zullen we dat De bestaande vijf jaar oude overeen komst tussen het Koninklijk Nederlands Gymnastiek Verbond en de Nederlandse Katholieke Gymnastiek Bond blijft dus gehandhaafd. De handen var, zowel K-N.G.V. als N.K-G.B. blijven uitgesto ken, waardoor mogelijk in de toekomst toch nog een of andere vom van samenwerking tot stand zal kjnnen komen, waarbij dan ook betrokken worden de ruim honderdduizend leden van K.N.C.G-V. en N.C.S. Pas clam zal er een volledige eeniheid in de Nederlandse turn wereld zijn. DEN HAAG Als Tin Dekkers in 1940 niet uit de bokssport was gestapt, waren misschien zijn twee (charmante) dochters nooit tussen de renpaarden terechtge komen. De oudere boksliefhebbers zullen zich de bokscarrière van Tin Dekkers ongetwijfeld nog her inneren, een loopbaan die zyn hoogtepunt vond tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, waar hij in het mid- dengewiebt de kwartfinale be reikte. Maar enige jaren later nam Tin Dekkers afscheid van de boks sport en hij heeft er nu al weer bijna dertig jaar opzitten in het zadel van de vurige volbloeds van de Duindigtpiste. Op 14 april 1941 zegevierde Tin Dekkers in de rensport voor de eerste maal, met een paard van nestor Bertus Riem. Sindsdien zijn er voor de 53-jarige amateur- jockey veel overwinningen bijge komen. Hoeveel weet de sportieve Dekkers zelf niet meer. „Het zul len er rond de 75 zijn". Ook dit jaar was hij op Duindigt weer hoogst succesvol. Van de veertien rennen voor amateurs en amatri- ces bracht hij er liefst vijf op rijn naam, eenderde dus. Het was zijn (overleden) broer Hen Dekkers, die de eerste vol bloed voor Tin Dekkers kocht. Bladeren in de gedenk schriften van een sportief gezin (v.l.n.r.) Meite Dekkers, vader Tin Dekkers en Inga Dekkers. Ook zijn andere broer Joep kwam tussen de volbloeds. Hij is nu een van de meest vooraanstaande Ne derlandse volbloedtrainers. Overi gens heeft Tin Dekkers er nooit aan gedacht van de rensport zijn beroep te maken. Als amateur kon hij enorm van de sport ge nieten, zijn vrouw werd amatrice en daarom is het niet verwon derlijk, dat Tin Dekkers nu op de baan moet strijden tegen zijn twee dochters, de 15-jarige Meite, die enige weken geleden debuteerde in de grote ren om de Hoefslag met een vierde plaats op Lady Suzie, maar vóór haar vader met Perhap6 en vlak achter haar oude re zuster Inga (25) met Rolanda. Hoewel de jongste telg uit het ge zin Dekkers pas eenmaal in actie is geweest, zijn de verwachtingen vooral van haar erg hoog ge spannen op Duindigt. Ze is nog zeer jong, maar reeds nu heeft ze blijk gegeven van een goede rij vaardigheid en met een vleugje brutaliteit dat ze ontegenzeggelijk bezit, kan ze in de koers heel ver komen. Zus Inga kan er in het nieuwe seizoen, wanneer weer ge streden zal worden om de Gouden Speld, een zware dobber aan krij gen. Trouwens, dit seizoen kwam Inga met een zesjarige erva ring niet in het bezit van deze belangrijke trofee, want op Duin digt kwam plotseling een nieuw talent naar voren in de vorm van de jeugdige T. van der Sluis. Zij zegevierde de meeste keren bij de dames, zoals een jaar daarvoor Inga Dekkers dat nog had gedaan. Een van de meest opvallende suc- cesssen van Inga Dekkers is haar overwinning geweest, die ze be haalde met Rolanda: ze versloeg haar vader, die Whitefoot S be reed, met een neusje. In totaal was ze de afgelopen jaren haar vader vijf keer te snel af. al be tekende dat niet evenzoveel malen een overwinning. In vroege ochtend Het trio Dekkers dochter Meite, dochter Inga en vader Tin praat in de villa aan de Haagse Hogeweg met enthousiasme over de paardesport. De plakboeken komen op tafel en als een van de drie geen antwoord weet, valt moeder Dekkers deskundig in. Voorin het plakboek de boksfoto's, Dekkers's oude liefde. „Ja, de paardesport is een geheel andere sport, de beoefenaars zijn door gaans een heel ander soort men sen". De overgang van de boks sport naar de paardesport was voor Tin Dekkers dan ook heel groot. Het publiek doet overigens, uitzonderingen daargelaten, niet veel voor elkaar onder. Bij bok sen protest voor een foutieve be slissing van de rechters met boe geroep en luid gekrakeel, en het zelfde doet het publiek op de renbaan, vooral als men zich be nadeelt voelt in de afgesloten wed denschappen. Tin Dekkers, voorzitter van de vereniging van amateurs en trices, hoopt nog vele jaren te „rennen" in de paardesport. Een goede conditie vormt daartoe een beiangryke factor en bet is daarom dat hy samen met zün twee dochters dagelijks, in de vroege ochtend al, op Duindigt is te vinden. Inga en Tin by de paarden van trainer Delbrassine van stal Schoonheim (waar vol gens Tin Dekkers de beste vol bloed voor amateurs staat: White foot S) en Meite by de paarden van baar oom Joep. Verandering Vanzelfsprekend zijn er ook wen- rechtspraak in de Stichting Ne derlandse Draf- en Rensport. Geld boetes voor amateurs rijn volgens Tin Dekkers „een beetje uit de boze". Het afgelopen seizoen kreeg hij (wegens hinderen) tweemaal een boete opgelegd van 75 gul den. „En dan ben je amateur. Daar moet hoognodig verandering in komen. Natuurlijk moeten fou ten worden gestraft, maar geld boetes in de amateursport, nee". Tin Dekkers hoopt er verandering in te brengen. Hij denkt trouwens ook wel dat hem dit zal gelukken, want de samenwerking met het machtige bolwerk de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport noemt hij uitstekend. Het draf- en renseizoen is ten einde. Misschien trekken de ama teurs in het gesloten seizoen dat tot half maart duurt, nog een en kele keer naar België, maar ove rigens rest alleen de training. Hard trainen zelfs, dag in dag uit en weer of geen weer, want en dat houdt Tin Dekkers zijn twee dochters steeds voor ogen, alleen dón kun je een waardige prestatie leveren. H kan het weten, deze Dekkers, die na het boksen ook in de paarde sport aan da lop meedraait. wiepiilfM - -.:i. Schaatsjaarboek Sinds vUf seizoenen is cyferma- teriaalverzamelaar Jan Kleine een geregelde en welkome gast met zyn Schaatsjaarboek. Het was dit seizoen bUna gesneuveld door moeiiykheden met de uitgave. Jan Kleine, ervan overtuigd en terecht dat zUn documentatie boekje een onmisbaar attribuut is geworden, beeft de uitgave zelf ter band genomen en drukkery Frouws/Uma te Ede heeft voor betzelfde aanzien gezorgd, zodat het boekje voor de zesde maal „de oude bekende" is. Ook de in houd is nauweiyks gewUzigd. Men vindt er weer een overzicht van het afgelopen seizoen om de herinnering op te frissen re cords, ranglijsten, beste prestaties, kortom een complete documenta tie van wat de schaatsliefhebber en zy die straks weer aan radio- en t.v.-toestel gekluisterd zullen zUn, nodig hebben. De invulstaten ontbreken evenmin maar zyn be perkt tot de Europese en wereld kampioenschappen voor beren, resp. in Innsbruck en Oslo. Voor de dames is op dit punt geen plaats ingeruimd. Wellicht omdat zy „in eigen huis" (Deventer) om de Europese titel stryden, overi gens voor de eerste maal in de geschiedenis. Het enorme arsenaal namen, tyden en prestaties zou een onverteerbare bry zyn ais het niet met zulk een prettige letter zou zyn gezet en als de uitste kende foto's zouden ontbreken. Omdat Jan Kleine zelf uitgever is, zal men de moeite moeten nemen om 3.75 te storten op giro 1818000 t.n.v. „Schaatsboek" te Nymegen om deze trouwe jaarlykse gast In huls te kunnen hebben. Judoprincipes Een plaatjesboek-met-tekst gaf Wolters/Noordhoff N.V. te Gro ningen uit: Anton Geesink: judo principes. Met (fotogenieke) mede werking van Ernst Eugster, Peter Snijders, Gerard Geesink en Jan Tukker wordt de combinatietech niek niet alleen beschreven maar ook uiterst duidelijk aanschouwe lijk voorgesteld. Voor judoka's eten en drinken uit de hand van de grootmeester, voor 9,50. Een van de vijf keren dat Inga Dekkers (vooraan, met Just in Time) haar vader (met Whitefoot S) bedwingt. De voeding bij sportbeoefening De doorsnee-sportbeoefenaar zal zich hoogstwaarschynlyk bitter weinig zorgen maken over zyn voeding. Hy eet wat de pot schaft, heeft zyn wedstryd en daarmee is de kous af. Wie het wat serieuzer opneemt, zal enorm veel baat heb ben by de al weer enige tyd ge leden verschenen tweede druk van „De voeding by sportbeoefening" door dr. J. F. de Wyn, uitgegeven door de Ned. Sport Federatie en aldaar te verkrygen voor de somma van een enkele ryksdaal- der. Voor de topsporter die (ho- pelyk) medisch wordt begeleid, zal er minder wetenswaardig in staan dan voor de geweldig brede laag daaronder die dan in elk geval weet wat beslist goed en niet goed is. H. v. B.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 16