Rusland nog ruimtemijlen achter BOTSING IN DE LUCHT ALS ATOOMKLOK RAMPEN NIET VOORKOMT TWAALF JAAR NA LANCERING SPOETNIK-1 ONDANKS SUCCESSEN VAN S0Y0EZ-6, -7 EN -8 OKTOBER 1969 DE LEIDSE COURANT Deze maand oktober is het twaalf jaar geleden dat het eerste, door mensenhanden vervaardigde voorwerp in een baan om de aarde terecht kwam. Het was de Russische Spoetnik-1 die op de ochtend van 4 oktober van het jaar 1957 de wereld wakker schudde en bewees dat ruimtevaart in elk geval op één manier mogelijk was. De satelliet zelf is inmiddels alweer lang geleden vergaan. De eenvoudige „bliep-bliep"-signalen uit de ruimte hebben plaats gemaakt voor wat een heel symfonie-orkest van onaardse wezens lijkt en soms klinkt daartussendoor de stem van een mens, de mens van de 20e eeuw, die de Spoetnik-1 is gevolgd in de eerste schuchtere verkenning van de wereld buiten onze eigen planeet. Een cartoon zoals hij twaalf jaar geleden in de Sovjetpers te vinden was: Uncle Sam, die zich de kapitalistische haren uit het hoofd trekt vanwege de door de ruimte snellende Sov jetkunstmanen. Inmiddels een achterhaalde zaak. Deze twaalfde verjaardag kan nauwelijks als een officieel ruim tevaart jubileum worden beschouwd en is in het licht van het andere wereldgebeuren volkomen onbe langrijk, ware het niet dat 1969 een speciaal jaar is geworden, het jaar waarin de mens in de voet sporen van de Spoetnik voor het eerst een ander hemellichaam, de maan, heeft betreden. Het feit dat deze eerste maanpio- niers Amerikanen waren, houdt tevens in dat de mensen die in 1957 gewild of ongewild een ongeëve naarde internationale concurrentie strijd ontketenden, na twaalf jaar hun meerdere moesten erkennen op het gebied waarin ze eens de eersten waren en waarvan velen dachten dat ze dat voorlopig wel zouden blijven ook. Terugblikkend op het jaar 1957 valt onmiddellijk de grote versla genheid op in de Verenigde Staten na het nieuws dat de Sovjet-Unie de eerste kunstmaan had gelan ceerd. In gedachten zagen vele leidinggevende Amerikanen hun land al gedegradeerd tot een twee derangs technologische natie, het trotse Amerika dat de modernste vliegtuigen, auto's en computers bouwde, vernederd door een directe opponent in de koude oorlog. Wat velen toen nog niet wisten, en wat ook nu nog maar weinigen be kend is, is het feit dat de politieke leiders in die tijd weinig heil za gen in de ruimtevaart. Zij richtten zich daarbij hoofdzakelijk naar het advies van de militaire kopstukken, die wel het strategische belang van raketten erkenden, doch voor de ruimtevaart geen enkele plaats in het defensieapparaat meenden te hoeven inruimen. Het weinige geld dat desondanks werd uitgegeven voor de ruimte vaart, werd in dusdanig kleine porties over de diverse krijgs machtonderdelen verdeeld, dat er nauwelijks sprake kon zijn van enig goed opgezet programma. Amerika was in 1957 op ruimte- vaartgebied vijf jaar op Rusland achter, een achterstand die in de nu achter ons liggende twaalf jaar werd omgezet in een ruime voor sprong. En dit allemaal indien we het recht hebben te mogen spre- ken van een internationale ruimte race, een woord dat vele geleerden overigens als een vloek in de oren moet klinken. Wel of niet bemand Deze voor velen nogal verrassende ontwikkeling is zeker op de eerste plaats toe te schrijven aan de enor me industriële macht van de Ver enigde Staten, die, wanneer een maal gebundeld, niet meer te stui ten is, ongeacht wat er onderweg aan hindernissen genomen dient te worden. Maar voor die bundeling hebben de Amerikanen, zo schijnt het, al tijd een stimulans nodig, of, zo men wil, een klap recht in het gezicht. Er was een Pearl Harbor voor no dig om Amerika te doen inzien dat het zich niet afzijdig kon houden van de tweede wereldoorlog. En in de ruimtevaart waren het de klap van de Spoetnik-1, de nog grotere slag van de lancering van Yoeri Gagarin als eerste mens in de ruim te en tenslotte de inspirerende op roep van wijlen president Kennedy om voor 1970 de maan te verove ren, die de Amerikaanse samen leving bundelde voor dit ene grote en historische project. Onsamenhangend Maar niet alleen Amerika's indus triële stoomwals maakte het de eerste natie die mensen de retour- reis naar het maanoppervlak deed maken. De keerzijde van de me daille is namelijk, dat Rusland er in al die jaren nauwelijks in ge slaagd Is zijn ruimtevaarttechniek te ontwikkelen boven het niveau dat dit land na zeven jaren van vaak opzienbarende, maar deson danks wat onsamenhangende ex perimenten in 1965 bereikte. Velen wijten deze stilstand aan het. o verlij den, in begin 1966, van Ruslands topruimtevaartgeleerde dr. Sergei Korolev, maar het is nauwelijks aan te nemen dat één man de touwtjes van een groot we tenschappelijk programma in han- i dr. Wern- Wel is het een feit, dat de Russi sche geleerden nooit goed de ont wikkeling van de elektronica op gang hebben kunnen brengen, een van de ingewikkeldste technieken waarbij ruimtevaartprojecten nu eenmaal staan of vallen. Daarnaast hebben de Russen nooit goed ge-* weten welke kant ze wilden op gaan in het onderzoek van de ruimte, de maan en de planeten. Zo is het een feit dat de Sovjet filosofie ten aanzien van de be mande ruimtevaart een heel andere is dan de Amerikaanse benadering daarvan. Terwijl de geleerden in de Verenigde Staten nu praktisch allen overhellen naar de mening dat de mens zelf zoveel mogelijk ter plaatse moet zijn voor het doen van onderzoekingen, zijn in Rus land veel wetenschapsmensen tegen de bemande ruimtevaart. Zij gelo ven niet of nauwelijks dat een mens, hoe goed getraind hij ook is, in alle omstandigheden koelbloedig kan blijven handelen. Zij geven meer de voorkeur aan de lancering van robotsatellieten. En het lijkt vrijwel zeker dat deze groep door de jaren steeds meer aanhangers heeft gekregen, zeker na de me disch niet zo erg geslaagde Vostok- vluchten van de kosmonauten Een tros van twintig raketmotoren vormde de eerste trap van de raket waarmee indertijd de eerste Russische ruimetevaarder in een baan om de aarde werd geschoten. Ook de raketten die later de Voschod- en Soyoezcapsules lanceerden hadden een soortgelijke eerste trap. De eerste en (voorlopig) laatste vrouw die een ruimtevlucht maakte was de Russin Valenlina Teresjkova, die later in het huwelijk zou treden met collega Andrei Nicolajev. Deze foto werd gemaakt kort na haar vlucht in juni 1963 tijdens een radio-interview. Titov (1961) en Bykovski (1963) en de wegens desoriëntatieverschijnse- len bij de ruimtevaarders vroeg tijdig afgebroken missie van het Vosehodtrio Komarov, Jegorov en Feostikov in oktober 1964. Race verloren Zo heeft het lang geduurd alvorens de Russen kwamen tot een duide lijk omschreven bemand maanpro- gramma en dus zagen ze ook pas laat de noodzaak in daar zeer zware raketten voor te bouwen. Daardoor en door hun wat minder vernuf- Amerikanen hadden behoefte aan stimulans tige elektronische apparatuur, ver loren ze drie tot vier jaar geleden hun ruimtesuprematie, die voor praktisch honderd procent geba seerd was op het bezit van sterkere raketten dan hun westerse oppo nenten. Het ogenblik, op 26 februa ri 1966, waarop de NASA haar eerste Saturnus-b-raket lanceerde, kan dan ook gezien worden als de grote ommekeer, het moment eigen lijk waarop Rusland de verloor. De kans dat de eerste Russische kosmonauten nog dit jaar op de maan zullen landen, is nihil. Voor aanstaande geleerden en ook kos monaut Leonov, hebben reeds toe gegeven, dat dit niet eerder dan in 1970 zal geschieden. Zoals de zaken cr nu voorstaan ziet het ernaar uit dat deze be loofde eerste landing niet voor de herfst van 1970 zal plaats vinden en tegen die tijd zal de maan reeds bezocht zijn door het vierde Apollo- duo Alan Shepard en Edgar Mit chell. De ondérdelen van het Russische maanprogramma zijn vrijwel geen van alle getest. De reuzeraket, waarover al zoveel gepraat is, die groter en sterker heet te zijn dan de Amerikaanse Saturnus-5 en die al in begin de cember van het afgelopen jaar voor het eerst had moeten vliegen, is nog steeds niet gelanceerd. Dat laatste geldt ook voor een Rus sisch maanlandingsvaartuig. Slechts ren te hebben door het zo succes volle Apolloprogramma. Zij willen zoveel mogelijk haast achter het be mande programma zetten. De meeste geleerden daarentegen, zijn daarover minder enthousiast, te meer daar veel van hun onderzoe kingswerk toch al in het gedrang komt door het zeer uitgebreide programma van militaire verken ningssatellieten dat de Sovjet- Unie, gelijk de Verenigde Staten, heeft. Samenwerking een opmerking toe te voegen. Na melijk die betreffende het in zeer veel kringen populaire vraagstuk van samenwerking tussen Amerika en Rusland op het gebied van de ruimtevaart. Vooropgesteld moet worden dat er reeds een zekere samenwerking bestaat waar het gaat om uitwisse ling van meteorologische gegevens, verzameld door beider weersatel- lieten. Deze samenwerking zou drastisch uitgebreid kunnen wor den door alle wetenschappelijke gegevens aan elkaar bekend te ma ken, doch op dit moment lijkt het erop dat de „liefde" slechts van een kant komt en wel van de Ame rikanen. Maar de door velen ge opperde mogelijkheid ook samen grote projecten op touw te zetten, zoals bijvoorbeeld gemeenschappe lijke ruimtestations of een ge mengde bemande expeditie naar de planeet Mars, ligt ver buiten de realiteit van dit moment. Zeker bij de huidige verhoudingen, die Ame rika niet alleen qua prestaties, doch ook op het gebied van de al gemene ruimtevaarttechnieken, ver boven de Russen doen uitsteken, is het een volkomen utopische ge dachte te geloven dat de Verenigde Staten een forse stap zullen willen terugzetten om Rusland mee om hoog te trekken ln een gezamen lijke ruimte-onderneming. Het is volkomen logisch dat de Sovjet- Unie zelf het initiatief in deze gaat nemen. Al was het om te beginnen alleen maar in de vorm van een volledige bekendmaking van alle vreedzame ruimtevaartprogram- Want in een tijd van twaalf jaar heeft de techniek een geweldige opgang gemaakt, vooral dank zij de ruüntevaart in het algemeen en de zeer concurrenticgezinde Ame rikaanse industrie op dit gebied in het bijzonder. Jammer genoeg is nog nauwelijks iemand wijzer ge worden van het land waar het alle maal, op 4 oktober 1957, begon. j. plukkel. weer drie vluchten zijn gemakt, is het enige praktisch operationele onderdeel van het maanlandings- pi'Ogramma. Maar zelfs daarmee heeft de langste kosmonauten- vlucht niet langer dan vijf dagen geduurd. Een maanretourtje duurt daarentegen altijd nog ruim een Volgens bepaalde geruchten zou de Sovjetmaanlanding bemoeilijkt worden door 'n ernstige controver se tussen voor- en tegenstanders van bemande ruimtevaart. Ditmaal zijn daar ook politici bij betrokken omdat zij, gelijk de Amerikanen in 1957 en 1961, menen gezicht verlo- Het eerste bemande Russische ruimteschip: de Vostok. SCHIPHOL Dat krantekoppen als deze in de nabije toekomst de wereld zullen opschrikken, is een reële nachtmerrie voor de directies der grote luchtvaartmaatschappijen. Reeds nu is het aantal bijna-botsingen (near misses) angst wekkend hoog 1000 in 1968, waarvan 700 in de buurt van luchthavens en dus boven be woonde conglomeraties. Het probleem wordt huizenhoog, naarmate de supersone machines en jumbo's in steeds grotere getale de lucht wegen gaan doorkruisen. Momenteel is het aantal verkeersvliegtuigen in Amerika 2000. In 1977 zullen het er naar schatting 3500 zijn. Bovendien vliegen cr in Amerika 90.000 privé- machines. Dit aantal wordt voor 1977 op 180.000 geteld. De autoriteiten schatten, dat de verkeerstorens van de Amerikaanse lucht havens in dat jaar meer dan 30 miljoen vlieg tuigbewegingen moeten controleren (in 1950 waren het er twee miljoen, tegen reeds 13.5 miljoen in 1966), waarbij in aanmerking ge nomen moet worden, dat men in de luchtvaart altijd de neiging heeft, veel en veel te laag te schatten zie maar naar het feit, dat het nieuwe Schiphol nu al aan drastische en kost bare uitbreiding toe is. Maar er is hoop. In Amerika worden deze herfst proeven genomen met een apparaat, niet gro ter dan een schrijfmachine, dat geheel langs elektronische weg de mogelijkheid van een bot sing in de lucht naar het griezelige verleden verwijst. Aan de ontwikkeling ervan is dertien jaar gewerkt, nadat een verschrikkelijke bot sing van twee verkeersvliegtuigen boven de Grand Canyon de noodzaak van een anti-bot singsysteem had bewezen. Het ziet er naar uit, dat de oplossing gevonden is. De KLM is dus danig geïnteresseerd, dat het in de DC 10 (zes besteld, optie op zes, aflevering eind 1972, ca paciteit 249 passagiers) ruimte heeft gereser veerd voor het inbouwen van het apparaat, dat afgekort CAS heet Collision Avoidance System, oftewel systeem ter voorkoming van botsingen. Dat opeens kon wat jaren lang onmogelijk werd geacht, dankt de luchtvaart aan de uitvinding van de atoomklok. Het voornaamste bestand deel van dit toestel (dat overigens niets met kernenergie van doen heeft en zelfs niet radio actief is) is Caesium. Voor de liefhebbers: een chemisch element, symbool Cs, dat in 1860 werd ontdekt. Het behoort tot de reeks dei* alkali metalen, waarvan het het hoogste atoomgewicht 132,81 bezit. Het is het weekst bekende metaal. Het smelt bij 26,5 graden en kookt bij 670 gra den. Het bijzondere van Caesium is. dat zijn atomen onrustig worden, wanneer zij getrof fen worden door ladiogolven van een zeer be paalde frequentie. Zij kunnen die frequentie dan identificeren met een nauwkeurigheid, die op geen enkele andere wijze mogelijk is. En omdat een radiofrequentie is opgebouwd uit een regelmatige, periodieke opeenvolging van ener giestoten, kan een frequentie, waarvan het pe riodieke karakter haarscherp vaststaat, als een volmaakt meetsnoer voor het verstrijken van de tijd worden benut. Deze ontdekking leidde er in 1967 toe. dat maat- en gewichtsdeskun digen uit veertig landen de klassieke sterrentijd als internationale tijdsstandaard vervingen door de atoomkloktijd. Afstand Bent u er nog? Het praktische nut voor de luchtvaart van de atoomklok is zeer gesim plificeerd gezegd dit: vliegtuig a zendt op een bepaald tijdstip een signaal uit. Aangezien alle andere vliegtuigen dank zij de atoomklok, die zij meevoeren, precies, maar dan ook pre cies dezelfde tijd hebben, kan een computer hun afstand tot vliegtuig a onmiddellijk vast stellen aan de hand van het tijdsverschil tussen het moment, waarop vliegtuig a zijn signaal uitzondt en het moment van ontvangst. Dc syn chronisatie van de tijden der verschillende vliegtuigen is door de atoomklok tot op dc microseconde (een miljoenste seconde) nauw keurig. Dat moet ook wel, want zou er maar een afwijking van 2 microseconden zijn tussen de atoomklokken van twee elkaar naderende vliegtuigen, dan zou dit al een fataal* verschil van 600 meter maken. Wat doet het systeem in de praktijk? Het ver- Financiële bezwaren voor privé-vliegtuigen telt de vlieger geheel elektronisch, dat hij op 4,2 mijl afstand genaderd wordt door een ander vliegtuig en moet ophouden met klimmen of dalen, wil er geen botsing ontstaan. Het vertelt hem, dat hij op 2,3 mijl afstand genaderd wordt door een vliegtuig en dat hij de bocht, die hij aan het maken is, moet afbreken en rechtuit moet gaan vliegen, wil hij een botsing vermij den. Het vertelt hem tenslotte, dat er op een halve mijl afstand een machine op hem toe- stormt en dat hij moet stijgen of dalen, wil hij een botsing vermijden. De piloot van het na derende vliegtuig krijgt uiteraard instructies, die nodig zijn om de fatale ontmoe ting te voorkomen. Zo schuiven de beide ma chines als gewenkt door de witte handschoen van een onzichtbare, maar attente verkeersagent boven of onder elkaar door. Dit hele werk, dat wordt uitgevoerd met een ongelooflijke precisie en betrouwbaarheid en dat een maximale be nutting van de luchtwegen mogelijk maakt, om dat de waarschuwing voor een botsing pas op het laatste moment wordt gegeven, geschiedt in een kastje, dat minder weegt dan 18 kilo cn dat volgens de fabrikant (Bendix) 2000 vlieg uren operationeel kan zijn zonder dat men er naar om hoeft te kijken. Ecu bezwaar is nog de prüs: 30.000 tot 50.000 dollar. Voor de luchtvaartmaatschappijen hoeft dit weinig hoofdbrekens te kosten. De kosten van een vliegtuigbotsing zijn oneindig veel hoger (de morele verantwoordelijkheid tegen over de passagiers nog maar even daargelaten) cn bovendien kan het systeem, wanneer er grondstations met atoomklokken komen, de in gewikkelde navigatie-apparatuur van het ogen blik op simpele wijze aanvullen of zelfs geheel vervangen. Met name kan cr het netelige pro bleem van de blindlanding mee worden opge lost. De moeilijkheid zit hem hierin, dat het CAS alleen kan werken, wanneer alle vliegtuigen in een bepaalde luchtweg ermee zijn uitgerust. De militaire luchtvaart zal van de kosten ook niet wakker liggen. De tactische en strategische voordelen van het systeem zijn evident en de defensiemiljoenen staan overal garant voor. Maar de eigenaar van een zaken- of sportvlieg tuigje, zal dite 120.000 tot 200.000 gulden kun nen neertellen voor een apparaat, dat hem vrij waart tegen ongewenste ontmoetingen in de n-aag. die zichzelf negatief 85 procent En daar zit hem juist de knoop. Slechts 4 pro cent van het aantal luchtbotsingen boven Ame rika komt voor rekening van dc burgerlucht vaart en elf procent voor die van de luchtmacht. De privé-vliegtuigen daarentegen zorgen voor 85 procent van het aantal botsingen. De conclusie ligt voor de hand. Pas wanneer deze gevaar lijke, zich in angstwekkend tempo ontwikke lende categorie met het CAS is uitgerust, zullen de luchtwegen even veilig zijn als het midden pad van een kerk, waarover z.ich een bruids stoet beweegt. Men werkt daarom momenteel ook aan de ontwikkeling van een simpeler, dus goedkoper apparatuur, die met het dure CAS geïntegreerd kan worden. Anderzijds hebben de kosten van dergelijke apparaten de neiging snel te dalen. Bekend is het voorbeeld van een bepaald soort navigatieradar. Toen ze op de markt kwam had ze 64 codes en kostte ze 8000 dollar. Nu, nog geen vijf jaar later, zijn er ap paraten te koop met 4096 codes voor nog geen duizend dollar. Dan nog zal niet iedereen' zin hebben in de aanschaf. Ze zal dwingend moeten worden op gelegd door de luchtvaartautoriteiten. Daaraan gaan ingewikkelde procedures vooraf. Het ligt dan ook in de verwachting dat het CAS niet voor het einde van de zeventiger jaren ver plicht zal zijn. De Amerikaanse luchtvaart maatschappijen willen niet zo lang wachten. Zij hebben besloten op eigen kosten grond stations aan te leggen, in eigen land, maar desnoods ook in het buitenland. De andere luchtvaartmaatschappijen zullen ongetwijfeld dit voorbeeld volgen. Alles liever dan oog in oog te blijven met het spookbeeld van een bot sing tussen twee luchtreuzen, die een enorme deuk zou slaan in de goodwill, waarmee het pu- hliek van vandaag tegenover de stormachtige ontwikkeling van de luchtvaart staat. De eisen, waarop het CAS momenteel in Ame rika wordt getest, zijn bijzonder stringent. Het systeem moet, zonder ooit een vals alarm te geven, zonder uitzondering alle vliegtuigen op sporen, die een potentieel botsingsgevaar kun nen opleveren. Het moet de aard en de mate van het botsingsgevaar kunnen analyseren. Hel moet kunnen beslissen, of een uitwijk manoeuvre noodzakelijk is. En tenslotte moet het de noodzakelijke uitwijkmanoeuvre duide lijk aangeven op een dusdanig tijdstip, dat de vliegveiligheid er niet door wordt geschaad en dat de piloot zelf niet hoeft na te denken. Ben dix schijnt erin geslaagd te zijn, deze examen opgave op te lossen. Het komt erop neer, dat de vlieger een eenvoudig instrument voor zijn neus krijgt, bestaande uit een kruis. Gaat het middelste deel van de dwarsbalk branden, dan moet hij horizontaal door blijven vliegen. Gaan de uiteinden van de dwarsbalk aan, dan moet hij zijn bocht afbreken. Waarschuwt de naar boven gerichte pijl. dan moet hij klimmen. Dalen moet hij. als de naar beneden gerichte pijl opflitst. Terzijde nog twee lampjes, die hem vertellen, dat hij zich klaar moet maken om te gaan klimmen, respectievelijk dalen. Zoals gezegd: het zal lang duren, voordat alle mogelijkheden, die de atoomklok in zijn kielzog meevoert, zullen zijn geëxplodeerd en In de praktijk zullen zijn gebracht. Deskundigen zijn het er echter bij dc huidige stand van ontwik keling over eens, dat het tijdfrequcnticpriii- cipe binnen de afzienbare toekomst een even vanzelfsprekend gehanteerd hulpmiddel zal zijn als de radar vandaag is. piet snoeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 17