Vaarwel
Fred....
Vaarwel
Barnie....
FLINTSTONES WORDEN BINiwiKORT PRE-HISTORISCHE BOS INGESTUURD
De Noordzee was eens bewoond
DOEBIEDOEBiEDOE
Werner
Joseph:
„Ik moet
alles
binnen zes
seconden
vertellen"
VONDSTEN VAN
VISSERS OP
„BRUINE BANK''
I
ZATERDAG 25 OKTOBER 1969
'...SO I SAO I WAS GOlNS TO PLAV «X" AN3
WILMA SAID I WAS SOINS TO SA9V-S "SO...
PEBBLES PAS BEEN A PEAL GOOD S'PL,
WILMA... I HAVENT HEAPP A PEEP
OUT OF HEP ALL PAVI'
HILVERSUM De Katholieke Radio Omroep
(voor de verzamelaars van zwaar verzilverde
theelepels en speelkaarten met deugdelijke kar
tonnen rug beter bekend als onze eigen K.R.O.)
heeft na elf jaar de kogel door de kerk gejaagd:
de Flintstones zullen van het scherm verdwijnen.
Na een dag vergaderen in de Amsterdamse RAI
wilde men als apostolisch opkikkertje wel de K
voorlopig handhaven, maar met Fred, Barnie en
de andere leden van de immer op volle sterkte
converserende Flintstonefamilie had de vaderlijk
besnorde heer Van Doorn minder compassie.
Voor het heil van zijn omroepvereniging vond
hij het gewoon beter om ook de laatste banden
met het stenen tijdperk rigoreus te verbreken.
Werner Joseph: „De Flintstones zijn ontwapenend door hun anarchronismen
Fred en de zijnen worden het pre
historisch bos ingejaagd en krijgen van
peetoom K.R.O. ook nog het heilige
kruis na. Voor de honderdduizenden
fans is het een brok beleid, dat lood
zwaar op de maag ligt, maar zolang
de democratie der omroepverenigin
gen gebaseerd is op de kijkdichtheid
zullen ook zij er weinig aan kunnen ver
anderen. De computers zullen heus wel
hebben achterhaald, dat de populari
teit der Flintstones tanende is in den
lande en dat staat voor een televisie
serie gelijk aan een doodklap. Vaarwel
Fred, vaarwel Barnie. Rust zacht in
onze herinneringen. Doebiedoebiedoe.
Voor Werner Joseph betekent deze be
slissing ondertussen een bijna onduld
bare ondergraving van zijn levensrit
me. Sinds maart 1965 heeft hij vrijwel
alle afleveringen van De Flintstones
van een Nederlandse tekst voorzien én
dat schept een band. „Ik ben gek op
dat soort anachronismen", bekefit hij
vertederd. „Ik vind het verrukkelijk
als Fred zegt dat hij een 'douche gaat
nemen en onder de sluyf van een oli
fant gaat staan. Uitertfèrd is het wa
ter ook nog te heet, zodat die olifant
zijn bek verbrandt. Noem dat maar
geen verrukkelijke vondst.
Het heeft me dan ook geen ogenblik
verbaasd, dat de Flintstones een enorm
succes zijn geworden. De Nederland
se humor is weliswaar grover dan de
Angelsaksische en de Amerikaanse
maar toch zijn we veel ontvankelijker
voor Engelse gedachtenkronkels dan een
Duitser. Een Duitser snapt er niets van.
die heeft geen enkel vermogen om te
relativeren. Een Duitser zegt: „Een oli
fant is geen douche" en dan kan hij er
niet meer om lachen. Hii houdt van
lyumor. die griindlich is: Hij wil weten,
hoe het zit. Het is gewoon een afschuwe
lijk volk. Clemenceau heeft eens ge
zegd: ..Er zijn 20 milojen Duitsers te
veel op deze wereld. Ik ben het niet
met hem eens. Er zijn er 64 miljoen te
rWs-
Pappenheimers
Snap en Toon Hermans lachen. Goed,
het is niet de sterkste kant van het
volk, maar een land, dat veertien jaar
lang een man als Luns verdraagt, moet
wel humor hebben".
Joseph, opgegroeid in een nette, bur
gerlijke familie en volgens de traditie
opgezadeld met een Duitse doktersbul,
heeft jaren lang op de redactie van het
Vrije Volk gewerkt en is in de naoor
logse jaren ook in Suriname gesigna
leerd, waar hij de afdeling voorlichting
op poten zette. ,,Een fascinerend? tijd"
herinnert hij zich, ,,je begon met niks.
je bouwde alles van de grond af aan op
en ik zou er ook zeker tot aan mijn
dood gezeten hebben, -ls Jopie Pengel
me niet het land uitgegooid had. Dat
gebeurde, toen ik al een stuk in de vijf
tig was. Niemand had meer behoefte
aan een journalist van die leeftijd".
Het is in feite een vernietigend stuk IJzeren Wet
zelfkritiek, want Werner Joseph is in
Keulen geboren en heeft daar tot 1933
als journalist gewerkt. ,,Toen Hitier
aan de macht kwam", zegt hij, „riepen
ze om het hardst, dat het zo'n vaart
niet zou lopen. Maar ik kende mijn pap
penheimers. Ik heb de bui niet afge
wacht en ik ben naar Nederland ge
vlucht."
•NO, PREP, NOi VOU GOOFSP AGAJNi1
Wa
ïilgerckcnd Nederland?
„Omdat de sfeer mij hier bevalt. Dit
is een volk met humor. Waarachtig,
ondanks het feit, dat ze om Snip en
Joseph kwam uiteindelijk bij de N.T.S.
(nu NOS) onder dak, waar hij sinds
dien op de afdeling filmzaken zijn werk
uren vult met het schrijven van mini-
teksten bij de televisiefilms. „Ik weet
het", zegt hij bij voorbaar met een
gulle glimlach, „iedereen kankert op de
vertalingen die wij maken. En waar
om? Omdat ze geen flauw benul heb
ben, hoe wij werken. Wij moeten ons
nu eenmaal houden aan de ijzeren wet.
dat we alles moeten vertellen binnen
zes seconden. Dat zijn pr-ecies 64 aan
slagen op je machine. Maak je een
tekst, die twee aanslagen langer is, dan
past ie niet meer onder het beeld. Kun
je je voorstellen, met welke moeilijkhe
den we dag in dag uit te kampen heb
ben? Het Nederlands is nu eenmaal 'n
taal, waarin meer woorden gebruikt
worden dan in het Engels. Neem een
serie als Police Department. Daar pra
ten ze zo waanzinnig vlug, dat je als
vertaler noodgedwongen driekwart on
der tafel moet laten vallen.
Toch moet het een begrijpelijke zaak
blijven, want we gaan ervan uit, dat 't
kijkbuiskind de vreemde taal niet kent.
Die paar mensen ,die echt vlot Engels
spreken, mogen van mij best kankeren,
maar die hebben mijn ondertiteling dan
ook niet nodig. Als ik een zin als „she
thinks like Melba" vertaal als „ze denkt
als La Callas" dan schrijft een zuur
pruim van een Leo Riemens prompt
in De Telegraaf, dat de ondertiteling
niet deugde. Maar mijn hemel, welke
Nederlander kent een operaster als
Melba nog? Pêche Melba, ja, dat
komt ze nog wel bekend voor. Dat is
een ijsje met van alles d'r op en d'r an,
maar Melba zelf is allang vergeten.
Daarom maak ik er ook La Callas van
om de zaken niet te frustreren. Dat is
geen dichterlijke vrijheid, maar pure
noodzaak. Ik moet ook wel eens „ja"
in „neen" veranderen omdat is zes zin
nen ervóór heb laten vallen. Je moet
nu eenmaal binnen die zes seconden,
binnen die 64 aanslagen blijven.
Nou weet ik, wat je wilt zeggen. Je
wilt zeggen: „Een man, die zo moet
werken, die in zo'n nauw korset geperst
wordt, kan nooit een verantwoorde ver
taling maken". Ik geef toe. dat je on
gelooflijk moet oppassen, dat je niet
uit gemakzucht in clichés gaat denken.
Je hebt die zes seconden en perst die
worst maar vol. Op een gegeven mo
ment leg je dan de Franse dokter de
zelfde woorden in de mond als de Ame
rikaanse gangster. Op den duur betrap
je jezelf op een zekere vervlakking,
maar zolang je het zelf maar ziet, zo
lang je jezelf betrapt, is er nog tijd ge-
Ik weet bijvoorbeeld voor mezelf, dat
de teksten, die ik voor de Flintstones
heb geschreven het zijn er ondertus
sen al meer dan zestig niet uit de
toon vallen bij de beelden. Ik heb die
serie indertijd gekregen, omdat men
veronderstelde, dat ik affiniteit had
met de Amerikaanse humor. Ik heb
twee hobby's op deze aarde: de arche
ologie en de cartoon. Die archeologie
is een jeugddroom en in de cartoons
reageer ik mijn vreemde gedachten-
kronkel af. Ik ben /.e eerst gaan sparen,
ik heb nu zo'n 700 boeken thuis. Daarna
ben ik me gaan interesseren voor de
bronnen. Ik wilde weten, wie die man
netjes waren, die zc verzonnen hadden.
Ik heb de New Yorker en Esquire ver
slonden, ik heb links en -echts series
opgekocht. Het merendeel komt uit de
Engels sprekende landen en uit Frank
rijk. Een man als Ciné bijvoorbeeld is
voor mij een grote kunstenaar. Die
heeft in zijn dooie eentje de image van
De Gaulle kapot gemaakt Met een
paar simpele tekenirgetjes Doe het
De pineut
Goddelijk vind ik ook de serie Before
Christ, die net als de Flintstones in de
prehistorie speelt. Als ik me onrustig
voel, dan pak ik hem automatisch weer
uit de kast. Je moet wel op de hoogte
zijn van Amerikaanse toestanden, want
anders ontgaat je een hoop. Je moet
bijvoorbeeld weten dat in elke Ameri
kaanse hotelkamer een Gideonsbijbel
ligt. Nou begint in Before Christ een
hotel in de rotsen en weet je, wat in el
ke kamer naast het bed op de muur
staat? Gideon was here. Daar kan ik
om snikken van het lachen.
De Flini
•en fij'.
eerlijk zijn: iedereen herkent iels »an
zichzelf m Fred, die met zijn grote
mond altijd aan het kortste eind trekt.
Waar Fred verschijnt, ligt het onheil
op de loer. Hij is altijd de pineut, hij is
de man. die het gelag betaalt. Die man
torst een portie leedvermaak mee,
waar je je hele leven op kunt teren.
Op hetzelfde moment kun je de illusie
koesteren, dat je toch meer lijkt op Bar
nie. Die weet het altijd beter, maar
houdt zijn mond. En het beeldbuiskind
maar denken: „Zo zou ik nou ook ge
reageerd hebben." Noem dat maar geen
verrukkelijke serie.
De mist in
Als je me nou vraagt. o( ik de Flint
stones zou willen handhaven, zeg ik
volmondig „ja". Die mensen zijn door
hun anachronismen zo ontwapenend,
dat je er alleen maar om kunt lachen.
Onder het vertalen heb ik zelfs al bin
nenpret, maar als ik het resultaat dan
later op het scherm zie, dan geniet ik
pas dubbelop. Toch zou ik nog liever
..Huckleberry Hound" op het scherm
terug zien. Dat is de beste serie, die
Hanna en Barbara ooit gemaakt heb-
Hanna en Barbara zijn twee slimme
Amerikaanse jongens, die bij Metro
Goldwyn Mayer zaten, maar op een ge
geven moment voor zichzelf zijn begon
nen. Ik kan niet zeggen, dat hel een on
beraden stap is geweest, want bijna al
les. wat die jongens maken, is een top
per. Noem maar op: Top Cat, Huckle
berry Hound. Huck Finn, Magilla Go
rilla, de Flintstones. Alleen hun toe
komstvisie De Jetsons is in Nederland
de mist ingegaan, omdat we nog niet
rijp waren voor dat soort supersonische
gein. Ik vond het zelf trouwens ook niet
zo'n beste serie.
Germaanse onoein
Die Flintstones zal ik wel missen, ik
heb het graag gedaan, maar hun ver
dwijning betekent voor mij echt niet 't
einde van de wereld. Daarvoor is er te
veel werk voor een vertaler. Ik hoop
wel, dat er weer eens een nieuwe serie
tekenfilms komt. Als dat zou kunnen,
ben ik de zuilen uiterst dankbaar.
En als het kan geen Duitse series, want
daar breek ik gegarandeerd mijn tan
den op stuk. Ik heb ze tot nog toe god
dank kunnen ontwijken en dat probeer
ik zo te houden. Laatst nog kwamen ze
met die serie over een hotel in 't Zwar
te woud bij me. Of ik er wat voor voel
de. Het was weer de bekende Germaan
se ongein. Vader met een jagershoedje
en alle jongens met vetleren broekjes
aan. En iedereeen hield van iedereen
en het kwaad werd gestraft. Ik heb
toen een collega kunnen overtuigen van
het feit, dat het een kostelijke serie is.
Halverwege Katwijk en het
Engelse Lowestoft, praktisch
midden tussen Nederland en
Engeland, hebben vissers uit
Katwijk, Goederede, Schevenin-
gen en IJmuiden bewezen, dat
het gebied van de Noordzee eens
bewoond is geweest. Op een be
paalde plaats bij de zogenaamde
Bruine Bank vissen ze grote
hoeveelheden botten op. die af
komstig zijn van prehistorische
dieren. Doch wat belangrijker is:
tussen al deze botten zijn er, die
door mensenhanden eens zijn be
werkt tot soms prachtige bijlen.
Toen eenmaal deze voor de weten
schap zo belangrijke vondsten bekend
werden, hebben geologen en historici
afspraken met de vissers gemaakt. Deze
houden in, dat de sleepnetvissers de in
de netten aanwezige botten verzame
len. in kistjes doen en in IJmuiden
aanvoeren. Daar worden ze zo'n drie
maanden bewaard en dan opgehaald
door drs. G. Kortenhout. De vissers
krijgen dan enkele tientjes voor zo'n
kistje botten. Zit er een door mensen
handen van bot gemaakt werktuig in,
dan wordt dat extra betaald. De ge
wone botten gaan naar het Museum
voor Geologie en de bewerkte stukken
naar het Rijksmuseum van Oudheden
in Leiden, waar drs. L. P. Louwe
Kooijmans er zich over ontfermt.
Per drie maanden worden zo'n 20 kist
jes met botten aangevoerd. Op zichzelf
is dit alles voor de leek beslist geen
spectaculaire zaak. Het wordt echter
belangrijk als de wetenschap op een
bepaald moment tol de slotsom komt,
dat de huidige Noordzee eens bewoond
is geweest. Bovendien krijgt men door
deze bottenaanvoer nu een beeld van
de fauna van het eens bewoonde gebied.
„Op de bodem van de Noordzee ligt
Nederlands oudste geschiedenis", meent
drs Louwe Kooijmans.
Bijzonder
De plaats De Bruine Bank waai
de botten in de netten komen is voor
onze geologen een bijzondere plaats.
Vooral in de wintermaanden vissen de
sleepnetvissers in een daar lopende
geul, die zo'n 50 m diep is. Het water
blijft in deze geul langer warm dan in
de rest van de Noordzee.
Rondom deze geul -ligt 20 m onder
water een plateau veen, die door de
stroom langzaam afkalft in de geul. Dit
materiaal nu halen de vissers op in
hun netten. De duizenden dierlijke bot
ten liggen in het veenpakket en komen
langzaam in de geul terecht. Drs.
Louwe Kooijmans: „Het is duidelijk, dat
in ieder geval de werktuigen afkom
stig zijn van bijvoorbeeld een kamp
plaats. U moet niet vergeten, de be
volking die deze werktuigen van dier
lijke botten maakte, leefde van de
jacht; leidde dus een zwervend beslaan.
Zon kamplaats is beslist niet groter
geweest dan enkele tientallen vier
kante meters". De grootste moeilijk
heid is nu om de juiste plaats van zo'n
kampplek vast te stellen, omdat de
vissers enkele tientallen kilometers hun
netten door de geul heen trekken Er
wordt met de gedachte gespeeld om
duikers eens de bodem te laten onder
zoeken. Hierover is al eens een con
tact geweest met de duikersvereniging
Baracuda in Den Haag, maar vast
omlijnde plannen voor zo'n onderzoek
zijn er nbg niet.
Medewerking
In ieder geval heeft men zeer veel
medewerking van het Rijksinstituut
voor het Visserijonderzoek gekregen.
Dit instituut heeft vorig jaar een
visserijonderzoekingsvaartuig laten
bouwen, dat waarschijnlijk ook grote
mogelijkheden heeft voor juist dit be
langrijke historische onderzoek. In
december 1966 kwam de eerste vondst
uit de netten in handen van de welen-
schapsmensen. Men kon er weinig van
zeggen.
Dat duurde tot december 1968. Toen
kwam een prachtige benen spitsbijl
(de Duitsers zeggen een Spitzhaeke)
aan wal. Toen was het hek van de dam.
Hier was hel eerste bewijs, dot de
Noordzeebodem eens bewoond is ge
weest. Later kwamen nog meer bijl-
Na een diepgaande studie kwam men
tol de conclusie, dal op de Noordzee
bodem mensen van de zogenaamde
Maglemosecultuur hebben gewoond, zo
genoemd naar een dorpje in Denemar
ken, waar dezelfde vondsten zijn ge
daan. Op het Nederlandse vasteland
had men inmiddels ook iets van deze
cultuur gevonden: een pijlpunt in de
omgeving van Emmen. Ook was zon
vondst bekend uit Norfolk in Engeland.
De huidige vondsten op de Noordzee
bodem is dus een duidelijke eontact-
vondst. d.w.z. er is een duidelijke ver
binding tussen de vindplaatsen in
Engeland en Denemarken. De Bruine
Bank ligt net op de rand van het
zogenaamde Nederlands Continentaal
Plat.
Ruim 95 percent van de botten dateren
uit het hartje van de ijstijd, dus zo'n
20.000 tot 30.000 voor het begin van
onze jaartelling. Deze botten ziin af
komstig van de mammoet, de wolbarige
neushoorn en de steppewisent. Het
gaat nu echter om het kleinste percen
tage botten. Deze dateren uit de tijd,
dat de ijskap ging smelten, dus zo'n
8000 tot 9000 jaar voor Christus. De
botten uit deze periode zijn afkomstig
van de oeros, het edelhert en het wilde
zwijn. Een duidelijk andere dieren-
bevolking. Van deze laatste categorie
botten en voornamelijk van die van de
oeros, zijn de nu gevonden benen
werktuigen gemaakt
Aanvankelijk stond men voor het pro
bleem, dat de botten van de oeros en
die van de steppewisent praktisch
gelijk waren en nauwelijks van elkaar
te onderscheiden. Door vergelijkingen
kwam men er achter, dat de werk
tuigen gemaakt waren van botten van
de oeros
Deze dieren schijnen te hebben ge
leefd op de zeer grote veenstrook, die
voor onze kust in noordelijke richting
loopt naai- Denemarken.
Tot nog toe heeft men zuidelijk van de
Bruine Bank geen vondsten gèdaan.
wat zou kunnen inhouden, dat onze
Rijn eenmaal rechtstreeks in verbin
ding heeft gestaan met de Engelse
Thames.
Tot nog toe was voor het Noordzee-
zeegebied geen menselijke bewoning
aangetoond. Dank zij echter onze
Noordzeevissers heeft de wetenschap
nu concrete bewijzen ih handen.
Of we overblijfselen van de toen
levende mens op ons vasteland en met
name in onze kuststrook kunnen aan
treffen, is tot nog toe een open vraag
Als er inderdaad dergelijke overblijf
selen liggen, liggen ze op enkele tien
tallen meters diep.
De wetenschap is nu afhankelijk van d«
oplettendheid en nauwgezetheid van
Katwijkers, Scheveningers en de vis
sers van Goeree en IJmuiden.
c. KEIZER