GRIEKEN
ALTIJD
GEREGEERD
DOOR
GEWELD
Militairen
maken
revolutie
zonder bloed
vergieten
ATHENE Als je een van die oude stoomboten neemt, die van Piraeus naar de
Griekse eilanden varen, dan merk je, dat de leeglopers en parasieten uit de ha
vens verdwenen zijn. Het is de marine, die nu de havens controleert, niet erg
strenj, maar toch vertegenwoordigt zij een duidelijke versterking van de wet en
zeker van de openbare orde.
Stelletje boeren?
Na deze bezwaren te hebben geuit, be
schrijven de tegenstanders van het
regiem Papadopoulos en zün vrienden
als niets meer dan een stelletje stomme
en onopgevoede boeren. Er valt iets te
zeggen voor die veroordeling. Het ge
tuigt per slot van rekening niet van
veel intelligentie om zeer kritische
kranten en tijdschriften in een land toe
te laten, waar alle binnenlandse kritiek
en oppositie de mond is gesnoerd. Van
alle leiders kan alleen de heer Maka-
rezos bogen op enig academisch onder
wijs. Hij volgde een cursus in de eco
nomie in Bonn, toen hij daar militair
attaché was. De leiders zijn allemaal
jongere zonen uit de provincie, die het
leger in gingen, zoals de traditie is.
Papadopoulos uit Patras, Pattakos uit
Kreta, Makarezos uit Korinthe en ga
zo maar door.
Het zou te veel eer zijn voor de heer
Papadopoulos en zijn collega's om te
beweren, dat dit het enige duidelijke
teken zou zijn van het feit, dat Grie
kenland met harde hand door de mili-
taire junta wordt geregeerd. Alle luci
fersdoosjes b.v. zijn nu voorzien van
het wapen van het regiem een phoe
nix, die uit de vlammen verrijst achter
het silhouet van een soldaat met de
bajonet op zijn geweer. Bij het binnen
gaan van alle steden zie je kleine
triomfbogen, waarop de spreuk „Hoera
voor 21 april" staat. En als je op de
goede tijd in Athene bent, dan kun je
de premier heen en terug van zijn werk
zien rijden in een kogelvrije auto, om
geven door zwaarbewapende motor
rijders.
Tezelfdertijd zijn er vandaag de dag
genoeg in het oog springende feiten in
Griekenland, die de bezoeker, die de
Grieken niet kan of niet wil vragen,
wat er in hun land aan de hand is, vol
komen verwarren. In ieder postkantoor
glimlachen de portretten van koning
Constantijn en zijn vrouw Annemarie
je tegemoet, en niet altijd glundert hen
het gezicht van Papadopoulos aan de
andere muur tegemoet. Hoewel er in
het toeristenhoofdkwartier van Athene
een portret van Papadopoulos hangt,
dat geflankeerd wordt door Constantijn
en door Christus. Het was daar zeker
opgehangen door iemand, die gevrij
waard wilde zijn van alle kwaden. En
hoewel de plaatselijke pers volkomen
aan banden ligt, kan iedereen de
„Guardian", de „New Statesman", „Le
Monde' en alle andere opruiende Euro
pese kranten zonder enige moeite ko
pen. Tenminste zowel in Athene als in
Salonikl.
Athene en Saloniki zijn bovenal de
steden, waar na de twee jaren, dat het
bewind van de kolonels bestaat, nog
steeds veel ondermijnende activiteiten
worden bedreven. Hier ontmoet je on
derwijzers, die hun baan kwijtraken,
omdat zij voor het front van de klas
het bewind afkraakten. Hier ook ont
moet je iemand, wiens vriend een paar
maanden geleden voor een ondervra
ging werd opgepakt, die na een paar
uur weer naar huis mocht en toen plot
seling twee of drie weken geleden in de
gevangenis werd gezet.
Gewoonlijk ls ongeveer 80 pet van het
Griekse leger bij de noordelijke grenzen
gestationeerd om het land te bescher
men tegen die gemene Bulgaren en die
vuile Turken, en terwijl de meerderheid
van de troepen daar nog steeds is, is de
legergroep, die in de buurt van Athene
gelegerd is, sinds de machtsgreep van
de kolonels aanzienlijk versterkt.
Vervloeking
Het overgrote deel van de Atheners
haat het regiem. Zij zullen het regiem
vooral vervloeken voor haar onder
drukking van de vrijheid en ook voor
wat het de kinderen aandoet. Er zijn
nieuwe leerboeken uitgegeven, die een
veel grotere nadruk dan voorheen op
het Griekse nationalisme leggen; het
tekort aan leerkrachten vanwege de
grote aantallen ontslagen is nu zo nij
pend geworden, dat vele jonge Grieken
in rploegen onderwijs krijgen; op de
tweede verj aardag van de machtsgreep
moest ieder kind een „spontane" de
monstratie in het stadion bijwonen en
de enige manier om er aan te ontkomen
was het vertoon van een bewijs van
slechte gezondheid, dat door het leger
verstrekt werd.
De Grieken klagen ook vol verbittering
over de geweldige macht van het leger.
Het kan gebeuren, dat een piepjong lui-
tenantje zonder meer de richtlijnen van
een hoge ambtenaar annuleert. Zij ver
geten, dat dit soort zaken eigenlijk al
tijd al in Griekenland hebben plaats
gevonden.
Deze tegenstanders van het regiem zijn
niet allemaal politiek gezien links. En
als ze dat wel zijn, dan zullen zij zeker
beweren, dat de coup door de C.I.A.
georganiseerd werd en dat de kolonels
nu door aanzienlijke Amerikaanse fi
nanciële steun ln het zadel worden ge
houden. En het is volkomen waar, dat
de Amerikaanse invloed in Griekenland
zeer groot en in het oog lopend is. De
Amerikaanse luchtmacht beheert een
gedeelte van het vliegveld van Athene
(„Welcome to the 7206th support
group", staat er op een bord aan de
rand van het vliegveld). Er zijn op alle
belangrijke Griekse bases Honest John-
raketten gestationeerd. En in alle win
kels door het gehele land kan men be
paalde Amerikaanse produkten kopen.
Volgens een vrij objectieve mening is
het niet uitgesloten, dat de Amerikanen
enige tijd voor de coup reeds daarvan
op de hoogte waren, maar gewoon geen
actie ondernomen hebben om de coup
te voorkomen.
Het provincialisme van de Griekse lei
ders wijst echter meer op hun kracht
dan op hun zwakheid. Een van de eer
ste dingen, die ze na 21 april 1967
deden, was het vernietigen van de
enorme schuld, die de Griekse boeven
hadden gemaakt; volgens een schatting
bedroeg deze 2000 miljoen drachmen.
Sindsdien hebben zij de landbouwsub
sidies met 70 pet verhoogd.
Zij hebben er ook voor gezorgd, dat alles
wat er werd gedaan op het gebied van
wegenbouw en het bouwen van zieken
huizen en dergelijke, buiten Athene en
Saloniki plaatsvond. En zij gaan voort
durend het platteland op om zichzelf te
laten zien; vooral Pattakos is bijna altijd
in de provincie te vinden.
Het gevolg is bijna zeker, dat de steun
voor de kolonels buiten de twee grote
steden, die bij elkaar slechts iets meer
dan twee van de acht miljoen Grieken
tellen, veel groter is dan dat de linkse
oafépolitici van Syntagma of Kolonaki
zouden durven toegeven. Het kan zijn,
dat de veiligheidspatrouilles, die de at
mosfeer in Atherte zozeer bederven,
buiten de stad niet zo streng optreden,
hoewel er in ieder plaatsje wel een mi
litair comité is, dat een oogje in het
zeil houdt.
Ik heb echt in een groot dorp in de Pe-
lopponesus een man in een druk café
de regering op een ongelooflijk scherpe
manier af horen kraken en op een toon,
dat iedere verkliltker het tot op 500
meter afstand kon horen. Later op de
zelfde avond werd ik door een aantal
aangeschoten jongelui naar huis ge
bracht, terwijl zij luidkeels de verboden
liederen van Theodorakis zongen
langs een omweg naar zij mij uitlegden,
zodat zij niet langs het politiebureau
hoefden, want de sergeant, een vriend
van hen, zou dan in moeilijkheden ko-
De arme provincialen zijn niet de eni
gen, die van de cOup hebben geprofi
teerd. Men heeft de industriëlen enor
me belastingfaoiliteiten gegeven, vooral
de scheepseigenaren, die zich groten
deels buiten Griekenland hadden ge
vestigd. Het regiem is er bijvoorbeeld
in geslaagd om de miljonair John Dar
ras en zijn handelsvloot van Londen
terug naar Piraeus te lokken. Misschien
zijn de strenge veiligheidsmaatregelen
de enige reden, dat het regiem het tot
nu toe zo lang uitgehouden heeft. Maar
volgens mij is het overduidelijk dat er
meer redenen zijn.
De grote demonstratie bü de begrafenis
ZATERDAG 25 OKTOBER 1969
WIE MAAKT
EINDE
AAN BEWIND
VAN
STELLETJE
BOEREN?
van George Papandreou, die een paar
maanden geleden plaatsvond en waar
aan een half miljoen mensen deelna
men, toont aan hoe groot de vijandig
heid tegen het regiem is. Tenminste in
de hoofdstad. Maar het geeft ons ab
soluut geen aanwijzing voor de vraag,
door wie en hoe een omwenteling zou
worden uitgevoerd.
Misschien door die koningsgezinde
krachten in het leger, die nog niet weg
gezuiverd zijn? Of door de intellectue
len, die onlangs met bommen hebben
geknoeid? Of zal het bewind misschien
aan zijn eind komen door de uitbar
sting van de jaloezie, die naar men
weet binnen de junta bestaat? Of zal
een algemene opstand na een eventuele
ineenstorting van de economie een
einde aan het kolonelsbewind maken?
Geen weldenkend persoon in Grieken
land zou met stelligheid beweren, dat
een van deze mogelijkheden de juiste
is. En nog minder zou hij bereid zijn
om te zeggen, wat voor regering Grie
kenland dan wel zou moeten hebben
na Papadopoulos. Het droevigste
nieuws, dat de reporter vandaag de dag
uit Athene brengt, is dat van trwee con
versaties in Athene.
De ene vond plaats tijdens een diner.
Alle vier de aanwezige gasten verkeer
den in een stemming van wanhoop. En
dit kwam niet, zoals een van hen zei.
omdat het regime zo slecht is, maar
omdat het weer een voorbeeld is van
ons onvermogen om ons zelf te bestu
ren op een fatsoenlijke manier, zonder
dat we elkaar verscheuren en vernie
tigen, Voor Papadopoulos hadden we
chaos en na hem zullen we waarschijn
lijk een nog grotere chaos hebben".
Het tweede gesprek vond plaats tijdens
de nuttiging van ouzo en gebraden
inktvis op een vain de deftige terrasjes
bij Zonars. Een oud Grieks politicus
somde de politieke fouten van zijn
landgenoten op: het feit, dat zij altijd
alleen maar door geweld en nooit door
compromis konden worden geregeerd,
dat vroeger of later iedere regering
door interne twisten ten val kwam, dal
de fundamentele fout lag in het abso
lute Griekse onvermogen om gedurende
enige tijd met een andere Griek samen
te werken.
,;Weet u", zei hij, „dat de enige
tijd, dat we werkelijk vrij waren
vrij van de dingen, die ons
lanid altijd in de war sturen de
tijd van de Duitse bezetting was".
GEOFFREY MOORHOUSE.
(Copyright Guaixlian/Biininenhof-
Leidse Courant).
Sinds verleden jaar oktober heeft Peru een militaire
regering gehad, die het nodig maakt, dat men al zijn
opvattingen over militaire junta's herziet. In het afge
lopen jaar hebben de militairen van Peru een grote
Amerikaanse oliemaatschappij genationaliseerd (en geëist,
dat zü 2500 miljoen gulden terugbetalen aan achterstallige
belastingen) en hebben zij de Amerikaanse militaire
missie het land uitgezet. Amerikaanse vissersboten in
beslag genomen, omdat zü binnen de territoriale wateren
van Peru visten, en een landbouwhervormingswet aan
genomen, die de rüke suikerplantages van de kust ver
anderen in landbouwcoöperaties. En zü staan ook op het
punt om de geweldige landgoederen van de Sierra, waar
de helft van de Peruviaanse bevolking altüd een ellendig
bestaan heeft geleid, aan een grote verandering te onder
werpen.
Het is daarom niet verbazingwekkend, dat de soldaten
het land achter zich verenigd hebben en dat de orthodoxe
communistische partij zich bevindt bij de vurigste be
wonderaars van het regime en dat revolutionaire leiders,
die zo ver verspreid wonen, als Fidel Castro en Kim II
Sung, met meer geestdrift naar berichten uit Peru luis
teren dan naar berichten van andere revolutionaire
fronten.
Niet dat de Peruviaanse militairen communisten zijn. Zij
zijn getraind in de harde antiguerrillascholen van Panama
en Fort Bragg en in 1965 vernietigden zij een goed-
uitgeruste, maar slecht voorbereide guerrillastrijdmacht
in de bergen rondom de historische stad Machu-Plchu.
Toen ik de premier en opperbevelhebber van de strijd
krachten, generaal Ernesto Montague, vroeg, wanneer we
een amnestie konden verwachten voor de mannen, die
gevangen genomen waren gedurende die strijd, en die
uiteindelijk voor de zaak hadden gevochten waar het
leger zich nu voor inzette, antwoordde hij„Een amnestie
is niet mogelijk. Zy rijn allemaal veroordeeld niet van
wege hun ideeën, maar voor misdaden. Zij doodden sol
daten. Dit kunnen we niet toestaan." Onder de meer
belangrijke revolutionaire leiders, die zich nog steeds
achter de tralies bevinden, is de boerenleider Hugo
Blanco, de zeer begaafde schrijver Hector Bejar, en Che
Guevara's zwager, Micardo Gadea.
Tijdens mün gesprek vroeg ik generaal Montague om mij
uit te leggen, hoe een militair regime, waarvan men toch
altijd denkt, dat het erg conservatief is, zo dynamisch en
vooruitstrevend kan zijn door het in praktijk brengen
van een programma, dat vele zgn. progressieve staten te
vooruitstrevend vonden.
„In de geschiedenis van het continent sinds de onafhan
kelijkheid", antwoordde hij, „is er niets nieuws of onge
woons aan de opkomst van militaire regimes, die door
verschillende redenen de macht aan zich trokken. De
Peruviaanse coup van verleden jaar groeide vanuit de
strijdkrachten, terwijl daarentegen in het verleden mili
taire coups altijd werden voorbereid door bepaalde eco
nomische groepen, waardoor het leger afhankelijk was
van die groepen. De huidige machtsgreep is hiervan ver
schillend, het was een noodzaak, omdat het land zijn on
dergang tegemoet ging."
Toen vroeg ik de generaal naar de wet over de hervor
mingen in de universiteit, die, toen ik enige maanden
geleden in Peru was, de woede en de ontsteltenis van de
de studenten opwekte juist die groepering van de
maatschappij, die de militairen nodig hebben om hen te
helpen het leven van de Indianen in de Sierra te revo
lutioneren. De regering is van plan om de universiteiten
in handen van het zakenleven te geven en om de studen
ten te verbieden zich met politiek te bemoeien.
„Er zullen veranderingen ln de wet aangebracht wor
den", zei generaal Montaque. „Maar de grondslagen zul
len ongewijzigd blijven. Wij willen de partijpolitiek op
de universiteiten uitroeden. Op een universiteit moet ge
studeerd worden".
„Onder het oude systeem hadden de studenten te veel
macht. Dat zullen wij veranderen, hoewel ieder systeem
natuurlijk zal werken met de medewerking van de stu
denten".
Sinds de landbouwhervorming vam juni schijnt het revo
lutionaire tempo dets afgezakt te zijn. De voorgenomen
stedelijke hervorming laten nog op ziah wachten naar
men beweert omdat te veed officieren te veel huizen
bezitten. Een poging om huiselijk personeel in een bond
te verenigen stuitte op zeer veel verzet van de gegoede
standen in Lima, Critici van het regime wijzen op het
zeer luxueuze societyhuwelijk van de dodhter van de
president, generaal Juan Velasco die uit de lage mid
denstand is opgeklommen. Dit wordt vaak als voorbeeld
vermeld, hoe Velaseo door de oligarchen vam Peru afge
kocht wordt.
Dit is waarschijnlijk oneerlijk, Peru heeft buitenlandse
Investeringen nodig. De generaals weten dit en zij doen
hun best om het te krijgen. Generaal Montague vertelde
mij: „Wij stellen ons garant voor iedere investering. Het
zal zeer góed ontvangen worden. Het geval van de I.P.C.
staat op zich zelf. Geen enkele andere maatschappij zal
,dlt probleem hebben". In feite maakt men zich nu niet
meer druk over het lot van deze I.P.C. (International
Petroleum Company) in Lima. Zij werd verleden jaar
oktober genationaliseerd en haar activa wei-den in be
slag genomen, hangende een betaling van schulden ten
bedrage van 690 miljoen dollar.
De regeering voeftt zich echter een beetje geïsoleerd van
de buitenwereld. Er komen regelmatig handelsmissies
uit de Oost-Europese landen, maar die hebben niet veel
te bieden. Zo nu en dan wordt er iets vanuit Japan ge
ïnvesteerd, maar dit is niets vergeleken bij de leningen,
die zij zo graag van de West-Europe se landen zouden
willen hebben. De Amerikaanse firma Southern Copper
wil graag Investeren, aangezien er voor haar geld ln
Peru te verdienen valt, maar tot nu toe houden zij zich
Het leven van de Indianen in de uitgebreide
Sierra vraagt dringend om verbetering. Landbouw
en veeteelt staan op een laag niveau van ont
wikkeling.
afzijdig. Misschien wadhten zij op toestemming van de
Amerikaanse regering of misschien willen zij zelf zien,
hoe het in de komende maanden zal gaan met de land
hervorming, de daaropvolgende visserij belasting, com
merciële en andere hervormingen.
Wat zeker lijkt, is dat deze regering aan het bewind zal
blijven. ZIJ ls populair en er zijn geen alternatieven. In
feite tracht de regering te doen wat een aantal vorige
regeringen beloofden te doen. Het valt nog te bezien, of
zij het doorzettingsvermogen en de bekwaamheid heeft
om al haar voornemens uit te voeren. Vanwege aLlerle!
redenen schijnt er een behoefte te bestaan aan zeKere
militaire deugden disoipllne, orde, gehoorzaamheid -
ln dit proces van ontwikkeling. Maar of een slechts ta
melijk efficiënt leger zichzelf zal kunnen veranderen ln
een doeltreffende regering ls onzeker.
(Copyright The Guardian)
RICHARD GOTT