Graficus Dick Dooijes: KINDERBOEK IS OOK LITERATUUR kinderboekenweek kinderboekenweek kinderboekenweek MEESTER POMPELMOES Maandenlang werk met heel klein geschenk KOMPLOT OP VOLLE ZEE ZATERDAG II OKTOBER 1969 15 tot en met 25 oktober OOK HET SCHOOLBOEK MOET GOED STUK GEREEDSCHAP ZIJN Citaat uit 't juryrapport, gewijd aan de vijftig best verzorgde boeken van het afgelopen jaar: „De vijftig best verzorgde zijn er ditmaal slechts veertig, en dat is triest. Nog triester is het, dat er bij die veertig geen enkel kinderboek is, geen enkel pren tenboek, geen enkel leerboekje voor het basisonderwijs. Gesteld zou kun nen worden, dat het niet vervullen van tien plaatsen een daad van pro test is van de jury tegen het klaar blijkelijk gebrek aan belangstelling, dat er in Nederland bestaat om iets werkelijk goeds te maken voor de jongsten onder onze boekgebruikers. Afgezien van een enkele gunstige uitzondering op het gebied van bet prentenboek een uitzondering echter, die al enkele malen werd ge signaleerd door bekroning en waarbij nu wel wat te zeer wordt volstaan met variaties op een zo langzamer hand overbekend thema. De aan vankelijk aantrekkelijke eenvoud daarvan verwerd tot armoede. Afge zien ook van enkele goede prenten boeken, die geheel in het buitenland zijn ontstaan goede Nederlandse illustratoren komen er niet aan te pas helaas." Het rapport gaat zo nog een tijdje zéér in mineur door. Jlt 15 tot en met 25 oktober JK. 15 tot en met 25 oktober Dick Dooijes: Het Hanenboekje, een kostelijk ding. De man achter deze woorden is de graficus Dick Dooijes, directeur van de Rietveldacademie in Amsterdam. Ge vraagd om op de drempel van de kinderboekenweek zijn mening wat uit te diepen, zit hij meteen geharnast op zijn stokpaard „Zojuist is bekend geworden", zegt hij, „dat de Neder landse illustrator Friso Henstra met 'n boek, dat NIET in Nederland is ver verschenen, in Tsjecho-Slowakije de „gouden appel" heeft gewonnen voor het beste internationale kinderboek. Dat is een symptoom. In de loop der tijden zijn kostelijke kinderboekjes van Max Veldhuis bekroond, die intei-natio- naal de aandacht hebben getrokken. In Nederland verschijnt niets meer van U wilt zeggen, dat de toestand na vele jaren nog even lamentabel is? Dooijes: „Ach, er is wel iets ge beurd. Een aantal uitgevers heb ben er iets van begrepen. Een paar keer hebben we in een jury rapport kunnen juichen, omdat de zaak in beweging was. Maar even zovele malen hebben we met een para frase op het bekende spreekwoord moe ten constateren: helaas, zelfs tien zwa luwen wil nog niet zeggen, dat het lente is. Men valt altijd weer terug in de sfeer van het conventionele, 't gemak kelijke, het goedkope. Daarbij blijkt, dat allerlei uitgevers niet inzien of in willen zien, dat de extra-kosten voor een goed verzorgd boek niet hoog hoe ven te zijn en dat anderzijds het inscha kelen van een gekwalificeerde ontwer per noodzakelijk is. Die paar centen per boek méér hoeven de kop niet te kosten, dat is bewezen door Meulenhof en Wol- ters, die wél met goede dingen komen en blijven komen. Aan die twee voor beelden zie je, dat het bepaald wel Het meest en het meest intensief heeft de jeugd te maken met het schoolboek. Wat mankeert er aan? Dooijes: „Ik heb in 1949 in het kerst nummer van het Drukkersweekblad het offensief geopend. Ik ben daarbij uitge gaan van het zogenaamde Hanen-boek je. Kent u dat? Het is een schoolboek je uit de achttiende eeuw om de kin deren het abc te leren. Een kostelijk ding.Ik heb me toen afgevi-aagd: den ken wij met evenveel plezier aan onze schoolboeken terug en zouden wij ze met hetzelfde heimwee nog eens doorbladeren als onze voorouders met hun schoolboeken moeten heb ben gedaan? Bij het schoolboek, heb ik toen betoogd en blijf ik betogen, moeten hoge eisen worden gesteld aan een stijlvolle vormgeving, want het is een wezenlijk element in de opvoeding. Er is een steeds sterkere roep om het musische aspect van het onderwijs te verbeteren. Daar speelt de vormgeving een grote rol bij. Hij is schoolboek is een stuk gereedschap, dat goed moet zijn. Goed van inhoud, maar ook goed van vorm". Het kinderboek in het algemeen Dooijes: „De uitgevers gaan er van uit (en ze hebben daarin niet hele maal ongelijk) dat het publiek niet be reid is om een behoorlijk bedrag neer te tellen voor een kinderboek. Neder land heeft goede illustrators en vorm gevers, maar ze komen veel te weinig aan bod. Het kinderboek is een achter gebleven gebied de enkele goeien niet te na gesproken. Als je na twintig jaar moet constateren, dat het weer helemaal mis is, dat geen enkel nieuw kinderboek de toets der redelijke kri tiek kan doorstaan dan is een kreet van onbehagen onderhand wel op zijn plaats. Als een positief verschijnsel zie ik Dick Bruna, die binnenkort met zijn 25-ste kinderboek komt. Zijn werk is bijzonder fris. Het is wel steeds het zelfde recept, maar dan toch op hoog niveau. Hij bewijst, dat het kan. Zijn boeken slaan ook internationaal aan. Ze verschijnen in Japan, in Amerika, in de landen van het Oostblok. Maar ja, Dick Bruna heeft het voorrecht, dat hij behalve illustrator en vormge ver ook nog zijn eigen uitgever is. Er zijn toch wel goed verzorgde kin derboeken? Dooijes: „Dat is juist het trieste. De aantrekkelijke kinderboeken, die op de Nederlandse markt verschijnen, zijn herdrukken van Tsjechische boe ken. Tsjecho-Slowakije heeft een hoog staande boekencultuur. Dat is voor de naamde co-edities. Dat is voor de Nedei'landse uitgevers gemakkelijk en goedkoop. Akkoord: het maakt voor Nederlands produkt is dan wel een het kind niks uit, of een boek nu een Tsjechische co-editie als het maar goed is. Anderzijds blijf ik volhouden, dat we in Nederland voortreffelijke illustratoren en vormgevers hebben, die geen kans krijgen, die nooit wor den gevraagd. Als de Tsjechen co- edities maken om goed werk te kunnen leveren zonder al te duur uit te zijn, dan kunnen wij dat toch ook? We doen het nota bene, maar dan met een prach tig Rembrandtboek. Waar een wil is, is een weg. Maar we hebben hier te maken met een typisch Nedei'landse eigenschap. We kijken liever de kat uit de boom en we spelen alleen opge legd pandoer. Een Rembrandtboek ja, dat is typisch opgelegd pandoer". Dooijes: „Die zou moeteu komen van de ondernemers zelf. Ik vind het een goed initiatief van de Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, dat er een speciale prijs komt voor kinderboeken. Wat mij betreft zouden daar niet alleen boeken voor in aanmerking moeten komen, die verschenen zijn, maar ook boeken, die in portefeuille zijn. Ik ken er van een paar illustratoren, die mis schien nooit op de markt zullen komen, omdat ze commercieel dubieus zijn,, maar die ik ronduit geweldig vind. Een stipendium van overheidswege voor vormgevers dat zou ook een VOET Het kinderboek van Dick Bruna noemt graficus Dick Dooijes als een van de verheugende uitzonderingen op de trieste regel. Deze illustratie is uit „Ik kan lezen". stap in de goede richting zijn. Er ls lang geleden een staatsprijs voor typografen geweest, maar die is na een paar uitreikingen door een pessimi- tische jury in 1950 ten grave gedragen en sindsdien is er niets meer gebeurd. Is het niet ontmoedigend voor goed willende uitgevers, dat kinderen in de praktijk liever naar Kuifje grijpen dan Dooijes: „O, maar Kuifje is helemaal niet slecht. Het is een Frans-Belgische produktie, die ik met plezier zie. Kwam Nederland alvast maar eens met zoietsHet kan blijkbaar niet. Neem nou die Meneer de Uil. Het zou spiritueel kunnen, maai' het ontaardt in grof gedoe. Het is grafisch zo goed koop en banaal als het maar kan. Dat vind ik erg triest. Geef de kinderen rustig stripverhalen, maar bied ze ook 'n altei'natief. Als dat er is, zal er naar gegrepen worden. Nou hoop ik maar van harte, dat mijn beweringen zullen worden aangevallen. Laat ze rustig met reacties en tegenargumenten komen. Ik ben nieuwsgiei'ig. Als er maar leven in de brouwerij kornt. P. SNOEREN Het geschenk in de Kinderboekenweek (gratis bij aankoop van boeken voor een bedrag van minstens vijf gulden) is deze keer heel klein, maar bijzonder fijn uitgevallen. Klein omdat het wordt aangereikt in de vorm van drie mini boekjes, die strak aLs plankjes in vlies dun plastic zitten gevat. Fijn omdat de daarin afgedrukte tekst in verhalende vorm voor de kinderen, maar niet min der voor de ouderen, een handleiding bevat voor het geïmproviseerd spelen van toneel, voor het eigenhandig ver vaardigen en bespelen van een poppen kast en voor het uitbeelden van een verhaal. De literatuur reikt hier de podiumkunst zo nadrukkelijk de hand. dat de kinderen tijdens de lange win teravonden zich geen dag behoeven te vervelen. Of dit geheel zonder leiding van volwassenen kan staal te bezien. In de boekjes wordt een beroep ge daan op de fantasie van hel kind, maar het in dc juiste banen leiden van de ze fantasie lijkt ons hel kind niet gege- Pakken we het eerste boekje „Spelen met spullen" ter hand, een handzaam werkstukje van Cecilia Lichtveld met tekeningetjes van Kees Kelfkens, dan treft ons direct al de behoedzame be nadering van het lezende kind, die een ogenblik de vrees zou kunnen hebben, dat het niet toneelspelen kan. Cecilia schrijft: „Dit boekje zal jullie laten zien, dat je met de dingen om je heen een spel kunt spelen, waaruit van alles kan ontstaan, misschien wel een to neelstuk. Als dat er niet van komt, is er niets aan de hand, want dan heb je immers plezier gehad bij het bedenken en het voorbereiden". In deze trant gaat dit boekje door Het overschat het kind niet. Het ver-, telt even soepel als overtuigend wat het kind zoal aan zou kunnen als het zijn beste beentje voorzet. Spelender wijs komen dan voor de kinderen moeilijke toneeltechnieken ter sprake, zoals coulissen, schmink, musical en wat dies meer zij, maar voortdui'end zodanig simpel beschreven, dat het kind een duidelijk beeld krijgt van de bedoeling van deze attributen. Wim Mel ink (illustraties van Heus- den) nam het boekje „Spelen met pop pen" voor zijn rekening. Hij bespeelt zijn onderwei-p niet minder omzichtig. Een aard inpel en een kleurig lapje zijn al genoeg om een pop van te ma ken, die je op de hand tot leven kunt laten komen. Stap voor stap neemt de schrijver de kinderen mee naar steeds fraaiere poppefiguren, die met eenvou dige middelen zijn te vervaardigen. Al lezend moet zelfs het kind de gedach te krijgen van: hé, je moei er maar opkomen. En eigenlijk is het helemaal niet moeilijk. Zo luchtig heeft Meilink zijn lering en vermaak gehouden. We hebben zo hel idee, dal Jan Klaasen en Katrijn, die door de poppenkast van de t v. een beetje uit het zicht verdwenen zijn, binnenkort in heel wat huislca- meis weer hun rare streken zullen uit- Rest het „Spelen met de beer en de mensen" van Hans Everts en Andries Oldersma. Dit boekje vei'telt in epi sodes de belevenissen van een kermis- figuur, die met zijn beer de markten afreist en daar voorstellingen geeft. Intussen beleven zij merkwaardige avonturen. In het tweede deel van het boekje wordt aan de hand van deze episodes de kinderen verteld hoe zij dit bex-egoede verhaal na kunnen spe len. Wat moeilijk lijkt wordt zo als zo eenvoudig beschi-even, dat een kind de was kan doen. Dit is dan ook helemaal de bedoeling. En daarmee bewijst dit kleine, fijne geschenk tot in lengte van maanden en misschien zelfs jaren zijn waarde. Want wat het kind aldus is bijgebracht zal het niet licht vergeten. T.a De serie van meester Pompel moes van Hans Andreus (uitg. Holland-Amsterdam), die dit jaar de bekroning verwierf, be staat uit 7 boeken: korte ver halen, waarin de grappig-knap- pe onderwijzer Pompelmoes de belangrijkste rol speelt. Hij wordt bij al zijn levensavon turen ijverig bijgestaan door katers, poezen, honden, tijgers, sprekende auto's en soms bij zonder merkwaardige mensen. Een wereld van mensen en dieren, die vooral kinderen aanspreekt, omdat juist zij. nog steeds onvoorwaardelijk gelo ven in zaken als pi'atende die ren en zingende auto's. Het zijn stuk voor stuk ver rukkelijke vertellingen, die de kinderen zelf kunnen lezen, maar die misschien nog meer levensecht worden, wanneer ze voorgelezen worden. Hai'dop lezend proeft men het kinder lijk spelen met de taal nog Ontmoeting tussen kind en dichter beter en hoort men de dichter lijke klank in de woorden glas helder Want ook in zijn kinderboeken is en blijft Hans Andreus de dichter, die zijn taal virtuoos hanteert. Dichter en kind vol gen nog altijd met ontwape nende eei'Iijkheid de wereld om ons heen. De goede en de kwa de wereld, die daai-om bij het kind en bij de dichter voort durend terugkeert in eigen uitingen, in eigen werk. Neem daarvoor de Pompelmoes- serie, die met een ontwape nende onschuld de wereld van dier, mens, speelgoed ook grotemensenspeelgoed als auto, radio, t.v. bekijkt. Maar dan wel aandachtig bekijkt., tot op het merg van de eerlijkheid. Gelukkig zijn we op de goede weg met deze auteurs, met Miep Dieckman, met Han Hoekstra, met Van Laar, met Tonke Dragt, met Annie M. G. Schmidt, om er een aantal te noemen. En gelukkig hebben ook de uitgeverijen dit overge nomen. Want ook het kinder boek, het jeugdboek, krijgt nu ook bij de uitgever de voile aandacht. Veel voortreffelijke uitgaven zijn daarvan het voor- T. v. d.H. De bekroonde jeugdroman „Komplot op volle zee" van Henk van Kerkwijk is een soort avonturen- en schelmen roman uit de laat-middeleeu- het goede soort, zoals alleen be gaafde acteurs kunnen schrij ven. Niet zozeer, omdat het zo lekker spannend is, maar voor al om de karakterontleding van de hoofdpersonen uit het verhaal. Komplot op zee speelt in de tijd van de Oost- en Westindi- sche Compagnie, de zeilvaai't dus op het Midden- en Ven-e Oosten en op de Westindische landen. De tijd van rijke koop lui en arme ondei'horigen, want ddt was het gewone volk toen altijd nog. De tijd ook van de schipper naast God en voor de rest niemand. De gewone zeeman, de man voor de mast, was alleen noodzakelijk om de schepen in de vaart te houden. Hij kreeg er wat eten en wat geld voor en voor de rest bas ta. De schipper was alles. Gegevens genoeg dus voor een goede schrijver, die zich boven- Jeugdroman van jonge schrijver dien verdiept heeft in deze pei-iode van de zeer boeiende geschiedenis en van de zeil- scheepvaart, die nog boeiender kan zijn dan de geschiedenis zelf. Henk van Kerkwijk beschrijft de tocht van zo'n schip vanuit Amsterdam naar het Midden Oosten. Hij krijgt daarbij de kans rijk en arm, gezag en muiterij vlak naast elkaar te zetten. De rijke koopmanszoon, die zijn oom uit het Midden Oosten gaat halen, naast het arme scheepszeuntje, dat nota bene de vriend wordt van de rijke jongen. Daarnaast de schipper in volle glorie en volle gezag tegenover een muitend deel van de equipage voor de De jonge schrijver heeft er een spannend verhaal van gemaakt flitsend en scherp ontledend, bovendien boeiend van de eer ste tot de laatste pagina, on danks het sausje sentiment, dat hier en daar misschien iets te veel het verhaal wat af zwakt. In ieder geval heeft de schrij ver ook in dit jeugdboek ernst gemaakt met zijn opvatting, dat de jeugd een volwaardig lezerspubliek is voor hem als schrijver. Een lezerskring, die evenveel literaire aandacht verdient als de volwassen boe kenliefhebbel'. Terecht is daar om dit jeugdboek bekroond. (Uitg. Ploegsma, Amsterdam) T. v. d. H. Bekroonde auteurs Andreus en Van Kerkwijk: Anderen mogen het toevallig of opvallend vinden, dat de tweejaarlijkse prijzen voor het beste kin derboek ditmaal bü literatoren van volwassen faam terecht zijn gekomen, de beide bekroonde auteurs Henk van Kerkwijk en Hans Andreus beschouwen het als een vanzelfsprekende zaak. Zy schrijven naast hun andere werk kinderboeken, niet bij wijze van grap or vrijetijdsbesteding, maar gewoon omdat ze het een volwaardig literair genre achten, dat evenveel vakmanschap eist en evenveel artistieke vreugde geeft als de roman-, diclil- of toneelvorm. Zij weten beiden, dat auteurs van kinderboeken vaak niet voor vol worden aangezien en dat velen het als kinderlijk of zelfs kinderachtig beschouwen om elfjes, kabouters en sprekende dieren op te voeren, maar dat laat hen koud. Ze vinden, dat ze simpelweg moeten doen waar ze zin in hebben en de rest letterlijk citaat „zal ons een mooie rotzorg zijn". Henk van Kerkwijk werd geboren in mei 1940. Op zijn 21ste verhuisde hij van zijn geboortestad Am sterdam naar Haarlem, waar hij met zijn vrouw en twee kinderen nog steeds woont. Hij begon zijn loopbaan met hoorspelen voor VPRO en VARA. Enkele daarvan zijn in het Dpit-s en Fins vex'taald. In de rubriek „Deze Dag" van de VPRO signaleer de hij zorgwekkende tendensen als „het sexmono- polie van het kamerbreed tapijt" en „de gang van Hongkong- tot Maogriep". In 1965 debuteerde hij met de roman „De stervende dode", E# volgden Hans Andreus. auteur van het boek „Meester Pompelmoes en de pompelmoes", bekroond met de prijs Kinderboek van het jaar 1969. twee vei'halenbundels, een dichtbundel en nog een roman, allemaal voor volwassenen. Voorts publi ceerde hij proza en poëzie in de voornaamste lite raire bladen. Op 27 november maakt hij zijn debuut als toneelschrijver, wanneer de Haagse Comedie zijn „De man met de wippende billen" in première brengt. Zijn literaire arbeid leverde hem xeeds de Reina Prinsen Geerlingsprijs en de Anne Frank prijs op. Nu is dus „Komplot op volle zee" be kroond het tweede jeugdboek van zijn hand. Hans Andreus (in 1926 in Amstei-dam geboren, nu woonachtig in 't Harde, Gelderland), begon zijn carrière eveneens met het schrijven van hoorspe len. Daarnaast behoorde hij als dichter tot de groep van de „Vijftigers" of „Experimentelen". Hij schreef verschillende dichtbundels. waarvan „Schildei-kunst" in 1954 bekroond werd met de grote poëzieprijs van de gemeente Amsterdam en „De sonnetten van de kleine waanzin" enkele ja ren later met de grote reisbeurs van het toenmalige ministerie van O. K. en W. Sinds 1956 publiceerde hij ook kindei-verhalen. Het boek „De Kikako's" kreeg in 1958 de Bijenkorfprijs voor het beste kin derboek. In totaal schreef hij twintig boeken voor de jeugd tegen één roman en twee novellen voor volwassenen. „Schrijven voor kinderen", vindt hij, „staat in zoverre dicht bij het schrijven van poëzie, dat er méér mogelijk is en dat er minder niet kan". De bekroning van zijn „Meester Pompelmoes en de pompelmoes" beschouwt hij als een erkenning van zijn jeugdboeken als volwaardig literair vakman- «chao, P' SNOEREN. Henk van Kerkwijk, auteur van het boek „Komplot op volle zee", bekroond met de prijs Jeugdboek van het jaar 1969 (copyright Kippa - A'dam).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 12