Aanvullende bijdrage uit het Gemeentefonds enige uitweg Leiden raakt I Onbestuurbaar I Wetgeving thans aan bedelstaf door voogdij niet hanteerbaar „Verzorgingspeil zal gaan achterblijven'5 PvdA eist duidelijkheid van PSP MINISTERIEEL TOEZICHT REMT MOGELIJKHEDEN AL DONDERDAG 25 SEPTEMBER I960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 3 Vr\~DT ~ÏZ A 7vr DTTTA/T verdubbeling ten opzichtte van 1969, toen WÊt 3)e£«idócSou^a«t Onder curatele De gemeente Lelden wordt onbestuur baar. Dit is de consequentie, die het college van b. en w. trekt uit het telt, dat Lelden financieel met de rug tegen de muur staat en nu noodgedwongen in Den Haag xal moeten aankloppen om een aanvullende bijdrage uit het Gemeentefonds. Het ministeriële toe zicht zal zo beknottend werken door de geldende voorschriften, dat er voor het gemeentebestuur weinig meer te Iedereen kan aankloppen by de gemeen telijke sociale dienst, zou men zo zeg gen. Deze dienst kost Leiden enkele miljoenen en het fe4t, dat de gemeente 20 pet. van de kosten moet dekken uit de alge/nene middelen vindt het ge meentebestuur totaal onverdedigbaar. De kosten van de sociale zorg hebben mede geleld tot verdubbeling van het begrotingstekort voor '70 ln vergeiyking met 1969. (Foto: Dirk TEKORT VAN RUIM F 7,2 MILJOEN MAAK BUDGETTAIRE' POSITIE VAN GEMEENTE DEPLORABEL (Van onze raadsverslaggever) LEIDEN Met zijn begroting voor 1970 is Leiden in een deplorabele budgettaire posi tie geraakt. Met een tekort van f 7.725.000 is de gemeente onder de streep geraakt; „we zitten nu in de rode cijfers", moest de wethouder van financiën, de heer P. S. Harmsen, aan vertegenwoordigers van de pers mededelen. Het tekort betekent een verdubbeling ten opzichtte van 1969, toen het op 3,8 miljoen werd begroot. Het totaal aan uitgaven is voor komend jaar geraamd op ruim 98 miljoen gulden. Door de ont stane benauwde situatie zullen b. en w. de raad noodgedwongen moeten voorstellen, het Rijk (Binnenlandse Zaken en Financiën) om een aanvullende bijdrage uit het Ge meentefonds te vragen. Het college heeft steeds duidelijk afwijzend gestaan tegen over het aanvragen van zo'n bijdrage. B. en w. zijn namelijk van mening, dat de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten waarborgen moet bieden om daaraan te ontkomen. Deze waarborgen zijn er niet. Nu tot deze zeer betreurde stap zal moeten worden overgegaan - er zal weinig anders opzitten - vreest het college, dat Leiden in de praktijk onbestuurbaar zal worden, ge zien de zeer stringente voorwaarden, die voor het verkrijgen van een aanvullende bijdrage worden gesteld. Dat gemeenten als Heerlen, Gouda en Maastricht de aanvullende bij drage al uit ervaring kennen is slechts een schrale troost. In Gouda heeft men b.v. de laatste jaren onder de druk der voorwaarden niets aan de binnenstad kunnen doen. Ook Eindhoven en dit baarde nogal opzien - is onder de budgettaire streep gekomen. Op het moment staat Leiden er relatief gezien nog beroerder voor dan Amsterdam en Rotterdam met hun kolossale tekorten. Voor het eerst zal nu ook Leiden bij het Rijk moe ten aankloppen om zich (een be tere schijn kan de gemeente niet ophouden) onder curatele te stel len als een onmondig kind. dat niet over de eigen middelen mag be schikken. Op extra uitkeringen is geen uitzicht en de saldireserve raakt langzamerhand uitgeput. Strigente voorwaarden Br zijn ministeriële richtlijnen (voor waarden) die b(j het verlenen van aan vullende bijdragen gevolgd moeten wor den. Deze zijn o.m.: aan nog openstaande begrotingen worden geen nieuwe uitgaven toege voegd, welke het evenwicht versto ren of verder verstoren; besluiten, welke niet onmirHeWik f!- -««'e volgen hebben, doch kunnen leiden tot uitgaven, welke het evenwicht op begrotingen verstoren, worden niet opgenomen; van geval tot geval zal worden nage gaan of er aanleiding is de verplich ting op te leggen, de opbrengst der eögen inkomsten te verhogen en tot welk bedrag; een aantal gemeenten zal worden ver plicht een bindend saneringsplan vast te stellen, dat voorziet in het sluitend maken van de begroting in een nader na advies van G.S. te bepalen termijn. Voor de toekenning van een aanvullen de bijdrage zijn minimumnormen vast gelegd. In Leiden overschrijdt de totale opbrengst in de gemeente deze normen met 235.000 gulden. Als voor 1970 de minimumnormen nog een verhoging zul len ondergaan zullen b. en w. ertoe ge noopt kunnen worden de tarieven op nieuw in beschouwing te nemen. Een wijziging in het systeem voor het op halen van huisvuil (plastic zakken) zal bij invoering een wijziging van de rei nigingsrechten ten gevolge hebben. Vooralsnog doen b. en w. de raad geen voorstel tot verhoging van de tarieven der gemeenteiyke heffingen, zy liggen nog steeds boven de minima, welke de regering voor 1969 voor gemeenten, die een aanvullende bydrage nodig hebben, heeft vastgesteld. Oorzaken van het tekort Enkele van de belangrijkste oorzaken zijn: de ten laste van de gemeente blij vende uitgaven voor sociale zorg, die voor 197 op f 3,2 miljoen wor den geraamd; de nadelige verschillen tussen de geraamde kosten voor het basis- onderwijs, het buitengewoon on derwijs en het kleuteronderwijs enerzijds en de rijksuitkeringen hiervoor anderzijds. Dit verschil zal in 1970 pl.m. fl,5 miljoen bedragen. Naar de mening van het college zou den dit soort kosten integraal door het Rijk moeten worden vergoed. Het huidige systeem van ryksuitkerin- gen lost nl. de grote verschillen in uit gaven tussen de Nederlandse gemeen ten onderling niet op. Die verschillen spruiten-voort uit toevallige omstandig heden als bodemgesteldheid, sociale structuur van de bevolking en uit het eigen karakter van iedere gemeente, factoren waarmee de huidige Financiële Verhoudingswet vrijwel geen rekening houdt. Zo kan een summiere vergelijking tussen gemeenten met vergelijkbare in wonertallen in verschillende delen van ons land verschillen in uitgaven te zien geven van pl.m. f 90,per inwoner, louter en alleen omdat bepaalde voor zieningen in de ene gemeente niet en in de andere wel moeten worden ge- B. en w. zien dan ook in het grote te kort voor 1970 een duidelijke bevesti ging van de conclusies van het adres „Leiden in last?", nl. dat de Financiële Verhoudingswet sterk verouderd is en met spoed herzien moet worden. Financiering van gemeente De handhaving van de centrale finan ciering in de huidige vorm belemmert het beleid van de gemeente in hoge mate. De toewyzing van vaste financierings middelen vertoont de laatste jaren een dalende iyn. Wat de grootte van de overschrijding van de kasgeldnorm betreft nam Leiden per 1 mei 1969 met een bedrag van f 19,2 miljoen de zesde plaats in na ge meenten als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Dordrecht en Zoetermeer. Het werkelijke tekort aan financierings middelen bedroeg op 1 september jl. 25,6 miljoen gulden, wat gezien de geringe toewijzingen tot nu toe niet verwonder lijk is. Dit betekent ook dat het totaal van de niet goedgekeurde investeringen fors is gestegen (1968: 43 miljoen, 1969: 101 miljoen, waarbij inbegrepen 50 mil joen gulden aanloopkosten voor 'n nieu we elektriciteitscentrale). Financiële verhouding In de geleidebrief wordt een overzicht gegeven van de vele punten van kritiek die het Leidse gemeentebestuur heeft tegen de regeringsvoorstellen ter ve ming van het gemeentelijk belasting gebied en de regerigsmaatregelen t.b.v. de drie grootste gemeenten in ons land. Met deze kritiek heeft het zich o.m. ge wend tot een aantal Kamerleden. N.a.v. de ministeriële nota over de financiële positie van de drie grote gemeenten (1969) waarbij aan deze gemeenten ver hoging van de uitkeringen uit het ge meentefonds werd toegekend, richt de kritiek van Leiden zich vooral tegen het volstrekt individuele karakter van deze uitkernigen, waarvan de hoogte in geen enkel opzicht in relatie staat tot het aantal inwoners van de betrokken gemeenten. Daardoor handelt de rege ring in strijd met de grondgedachten van de Financiële Verhoudingswet. De beperking tot de drie. grootste ge meenten is voorts volstrekt willekeurig, omdat er in Nederland meerdere ge meenten zijn, waarvan de budgettaire positie relatief belangryk slechter is terwyl hun problematiek relatief èn ab soluut niet minder groot 19. Daartoe be hoort zeker ook Leiden, dat zich ge noodzaakt ziet een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds te vragen. De op lossing van Leldens vele grote proble- ligt verder weg dan ooit, menen b. en w. Een ernstige Leidse grief is voorts dat de verhoogde uitkeringen aan de groot ste gemeenten ten koste gaan van alle overige Nederlandse gemeenten. In dit verband stelt het Leids gemeentebestuur de vraag of de beginselen van 'n rechts staat kunnen rechtvaardigen, dat ge meenten, die alle onder dezelfde gemeen tewet vallen, op volstrekt verschillende wijze kunnen worden behandeld, wan- zij als gevolg van een verouderd financieel statuut in moeilijkheden ra- Suggesties Het Leidse gemeentebestuur doet ook aantal suggesties die tot verbetering zouden kunnen leiden van de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten. Het pleit voor de instelling van enkele organen binnen het Ministerie van Bin nenlandse Zaken, waarvan er een zich zou moeten bezighouden met de wijzi ging van de bestaande verouderde be- grotings- en rekeningsvoorschriften, waardoor een vergelijking tussen de ge meenten op eenvoudige wjjze mogelijk wordt. Een ander orgaan zou zich bij voortduring bezig moeten houden met het vraagstuk van de gemeentefinanciën en daarvan een verantwoorde studie moeten maken. De regering kent nl. thans de proble men van de gemeenten niet. Verder wordt gepleit voor een fundamentele heroriëntatie over het vraagstuk van de gemeentelijke autonomie. Dit verlangen spruit o.m. voort uit de overweging dat het geen zin heeft gemeenten verant woordelijk te stellen voor uitgaven, waar toe zij volgens de wet verplicht zijn, maar waarop zij overigens vrijwel geen invloed kunnen uitoefenen (zoals byv. de uitkeringen krachtens de Algemene Bijstandswet en de kosten van het on derwijsVraagstukken als agglomeratie vorming, het subsidiesysteem, het lokale en interlokale openbaar nanciële gevolgen van de centrumfunc tie en de steeds verdergaande taakuit breiding van de gemeenten maken bo- vengemeentelijke bestuursvormen met volledige integratie van de financiën noodzakelijk. De voorstellen van de regering m.b.t. de verruiming van het gemeentelijk be lastinggebied zyn echter gebaseerd op handhaving van de gemeentelijke auto nomie ln het kader van de huidige ge meentewet. Alleen al daarom vormen zy anachronisme en zeker voor die ge meenten, die in het brandpunt van veler lei maatschappelijke ontwikkelingen lig gen, aldus b. en w. „Het is voor ons onaanvaardbaar, dat Leiden met zijn moeilijke struc tuur het slachtoffer gaat worden van een wetgeving, die de gemeen ten slechts wil herkennen aan het aantal inwoners en die elke kwali tatieve onderscheiding negeert," zo wordt in de geleidebrief gecon cludeerd. Gouda s wethouder Blankert: besturen overbiyft. De praktyk ln an dere door het ryk gecontroleerde ge meenten wyst daarop. Het commen- r van de Goudse wethouder van fi nanciën niet minder. Verlaging van het voorzlenlngspeil Is nu net iets, dat Leiden helemaal niet kan hebben. De gehele agglomeratie zou daar boven dien de dupe van kunnen worden, ge zien de centrumfunktie van de Sleutel stad. Verlaging van het voorzlenlngs peil betekent niets meer of minder dan wachten op betere tyden voor een Creatief centrum van „Leefbaar Lel- een eigen K O-gebouw, een ruime opzet van de Merenwyk, zoals plantsoenen en royale wegen, opschor ting van subsidies aan verenigingen en Instellingen, vervanging en verbete ring van bruggen (nieuwe Pauwbrug, Oude Vest. onontheeriyk voor oost- st-verbindlng), uitkeringen socia- dienst, de nieuwe schouwburg, kortom alle culturele sectoren wor den getroffen, tenslotte: wachten op verbetering van de kademuren (een Goudse ervaring is: pas goedkeuring er een stuk walmuur instort). Deze waslijst kan gcvoeglQk worden uitgebreid. ir de gemeenteraad zal er weinig keus zijn, by de begrotingsbehande ling in december. Het zal voor de ge kozenen in de toekomst een zeer zwa- 1 dobber worden om nog serieus en toegewijd aan een besluitvorming die op de toekomst gericht is toe te ko men. Wij vrezen, dat de raad nillens willens een schyn-pnrlement wordt, een figuratie om lopende zaken af Wat Is straks, in maart 1970, de roe ping van de nieuwe Leidse gemeente raad? Men kan niet zeggen, dat de huidige bestuurders hun tyd wel zul- uitzitten, daarvoor is de veront waardiging over de toestand rond de Financiële Verhoudingswet by B. en en ook de raad te fel. Maar we vragen ons wel af, vvëlke partypoli- tleke concentratie In de raad dan ook g maar Iets voor Lelden zal kun- i doen. Alle fracties, welke dat ook zullen worden, kunnen er beter aan doen, een „entente cordiale" te slui- om ln een gezamenlijke gemeen tepolitiek te trachten er voor Lelden uit te halen wat er uit te halen valt t liefst nog wat meer. LEIDEN. Hedenavond presenteert de Club 500 van de Stichting Ontspan ning voor Gehandicapten een programma in het Bejaardencentrum RIJN EN VLIET. Medewerking wordt verleend Willy Fransen, accordeon, mr. Arenso, goochelaar en telepaath, het Trio Los Amicos en de operettezangeres Anne Chérle met aan de plano Fien Zuurhaar. Instellingen en huizen die voor dit sei- ien een ontspanningsavond willen heb ben worden verzocht hun aanvraag zo spoedig mogeljjk in te dienen bij mevr. Vorstenbosch-v. Tartwyk, Breitnerlaan LEIDEN „Voor Leiden is het beroerd, voor ons is het misschien wel goed. Hoe meer gemeenten aantonen, dat er met de huidige financiële verhoudingswet niet be hoorlijk gewerkt kan worden, hoe eerder er misschien iets aan gedaan gaat worden", aldus de Goudse wethouder van financiën, mr. J. W. Blankert, die wij hedenmorgen om commentaar vroegen over het voor stel van het Leidse college van b. en w. aan de gemeenteraad. De gemeente Gouda werkt sinds 1967 met het systeem van de aan vullende uitkeringen, waarmee men Op hearing over concept-overeenkomst PAK LEIDEN De heren Th. Dirks en M. van Aken, resp. voorzitter van de PvdA afd. Leiden en voorzitter van de PvdA- fractie in de Leidse raad, hebben zich gisteravond in de Burcht tijdens de hearing over de concept-overeenkomst voor proprammatische samenwerking in de Leidse raad tussen D'66, PvdA, PSP en PPR, zeer sceptisch opgesteld tegen over de PSP. Sinds de PSP uit het landelijk PAK is getreden heeft zij haar afdelingen ver- bzoden aan een lokaal PAK mee te werken, maar wel bepaalde condities ge steld. Met name daarover was de heer Dirks zeer ontstemd. Tot de heer Herman Amptmeyer, die zitting heeft in de commissie, welke de concept-overeen komst heeft opgesteld, zei hij: „Aan betutteling van het PSP-hoofdbestuur hebben we geen behoefte. Voor we over een overeenkomst beginnen te praten, willen we wel eens eerst precies weten welke condities het PSP-hoofdbestuur heeft gesteld." De heer Amptmeyer sprak zich niet uit en hield een slag om de arm met: „Het Walle stelde, dat in een PAK-meerder- feit, dat we hier aanwezig zijn bewijst heidssituatie de progressieve wethou- toch wel, dat wel constructief aan het ders moeten aftreden PAK willen meewerken." Over de programmapunten van het (toe komstige) PAK werd gisteravond wel- is waar uitgebreid gediscussieerd, maar enkele wijzigingen en aanvullingen daar gelaten, resulteerde dat niet in wezen lijke veranderingen. Over het program ma was men het in grote lijnen eens. Het scherpst stonden de partijen - met name de PSP- en de PvdA-aanhangers - tegenover elkaar met betrekking tot de uiteindelijke overeenkomst. Zoals bekend staat in de concept-over eenkomst, dat de samenwerkende PAK- partijen geen wethouderszetels zullen accepteren indien zij geen raadsmeer- derheid krygen. Uit de hearing kwam: „We mogen onder geen enkele voor waarde weglopen en mogen geen ver antwoordelijkheid uit de weg gaan." Daar stond de motie die van de PSP'er Walle ter tafel bracht lijnrecht tegen- financieringsbsleid van de overheid «ie uitvoering van het programma ln ge vaar brengt of onmogelijk maakt. Van Aken ging daar fel tegen in: „In dien wethouders aftreden schrijft de wet voor, hoe we aan nieuwe wethou ders moeten komen. Regeringscommis sies zyn nog een heel eind weg. We heb ben een behoefte aan een tweede Fin- sterwilde. Punt, uit, af". Op de hearing kwam als wens naar vo ren, dat de commissie zo spoedig moge lijk een prioriteiteniyst zal samenstel len. In de komende maanden zullen er ongetwyfeld harde woorden vallen over de rode iyn die door de prioriteitenbaro meter zal lopen. Walle: „De PSP past ervoor, beloftes te doen, die ze niet war kan maken", an Aken: „We kun nen niet over een overeenkomst praten voordat we precies weten in hoeverre de PSP wil meewerken aan de priori teitenlijst". Hy stelde ook een eis: „Voor l 31 december moeten we dat weten". 243, tel. 070—689.258. ook in Leiden zal werken als de gemeenteraad het voorstel van b. en w. aanvaardt. ,In 1967 hebben wij er toe besloten; jaren hebben we de eindjes aan elkaar proberen te knopen, toen eindehjk de reserves uitgeput waren moesten we wel", aldus de heer Blankert. zyn erva ringen met wat in Leiden al „de cura tele door binnenlahdse zaken" genoemd wordt: „Projecten waarvoor men kan aantonen dat er dekkingsmiddelen aanwezig zijn of binnen afzienbare tyd beschikbaar komen met name het voorbereiden uitbreidingen op woningbouwge bied komen er meestal wel vlot door. Ik moet zeggen, dat G.S. daar zeer goed in meewerken. Op onderwijsgebied en bijvoorbeeld by de politie kryg je ook geen problemen, omdat dat allemaal ge regeld is met normuitkeringen. Moei- lyker evenwel gaat het bij werken en activiteiten, waar geld bij moet: open bare werken: herbestratingen, sanering wegenstelsel en woningenbestand in de binnenstad. Verder op het gebied van recreatieve voorzieningen en de cultuur. Als men bijvoorbeeld in Leiden een Schouwburg wil gaan bouwen kan men dat voorlopig wel vergeten". „De algemene stelregel van binnenland se zaken", aldus de Goudse wethouder, „is, dat de gemeente de verplichting krygt opgelegd een evenwichtige situa tie te scheppen. Kosten dan ook dek king. Dreigt het evenwicht door nieuwe posten, die geld kosten verstoord te worden, dan krijgt men geen goedkeu ring. Op zich lijkt dat redeiyk, maar in feite, als de plaatseiyke belastingen niet verhoogd kunnen worden en ik weet, dat dit in Leiden niet kan; het plafond is daar bereikt leidt dat tot een achterbiyven of verlaging van het verzorgingspeil". Hoe de moeiiykheden zyn op te lossen? „Allereerst wijziging van de Verhou dingswet, waarmee niet te tverken is in oude steden met historische moeilijk heden en een goede regeling voor ge meenten met een centrumfunctie. In Gouda hebben we ongeveer precies het zelfde als in Leiden: de stad onderhoudt dure centrumvoorzieningen, die voor een groot deel van groot belang zijn voor de omliggende plaatsen". Gemeentelijke problemen complexe aangelegenheid Niemand zal Merenwijk in de weg durven staan LEIDEN Wethouder Harmsen is als beheerder van Leidens financiën (voorzover er straks nog in „eigen huis" te beheren valt) een veel geplaagd man. De kopzorgen zijn bij hem niet van de ene dag op de andere komen aanwaaien; dat is al jaren gaande. Maar vanaf april, toen de eerste onderdelen van de begroting voor een bundeling be gonnen binnen te komen, zijn de budgettaire wolken zich dreigender dan ooit gaan opstapelen. Thans verkondigen de financiële experts de jobstijding, dat Leiden tot de bedelstaf is gebracht door een wet, die in alle voegen kraakt en uit elkaar hangt. Het hoge woord is er bij b. en w. meteen uit: Leiden wordt onbestuurbaar. De heer Harmsen zat niet eens perplex, toen hem gisteren op de persconferentie werd gevraagd, of hy er nu niet aan dacht het bijltje er maar by neer te gooien, omdat hy zijn portefeuille, die by een aanvullende bydrage door het Ryk verzegeld gaat worden, net zo goed naar Den Haag kan opsturen. „Persoonlijk vind ik het niet juist en zinvol, dat een wethouder die 't moeilijk heeft aftreedt. De gemeenteiyke pro blemen vormen een complexe aange legenheid; we zitten met z'n vyven in een collegiaal bestuur. De moeiiykheden liggen niet op een bepaald gebied, of schoon sommige onderdelen er inder daad wel uitspringen. Als een college geen kans meer ziet, een bydrage te leveren aan de ontwikkeling en ont plooiing van een gemeente, dan kan ik me, persooniyk, voorstellen, dat de wet houders gezameniyk aftreden en ge steund door de raad, die hen in het col lege heeft benoemd unaniem de mi nister om een gemachtigde vragen. Ook de raad zou dan wel eens kunnen uit eenvallen." Voorlopig wordt er in het Leidse college echt niet met portefeuilles gerammeld. Het water is wel tot de lippen gestegen, maar men hoopt op een gunstige af loop, die uitzicht biedt op een wat min der somber perspectief. Merenwijk levensbelang Op de lyst van nog niet door G.S. goed gekeurde raadsbesluiten staat 't bouw rijp maken van de Merenwyk. Er is in middels al mee begonnen, zoals men zal weten. De Merenwyk is voor Leiden een levensbelang. „De bouw van deze wyk mag niet stagneren. We zyn ermee begonnen op de eigen verantwoordelijk heid van stadsbestuurders die iets moe ten riskeren," aldus wethouder Harmsen. G.S. zullen binnenkort (de wethouder vertrouwt hierop rotsvast) wel afkomen; er is hun een sluitende regeling over gelegd. De heer Harmsen redeneert: „Niemand zal de moed hebben, de ont wikkeling van de Merenwyk beletselen in de weg te leggen." Maar de indruk is wel, dat de Merenwyk een „test case" zou kunnen zijn voor het springen van de bom, in dit geval: het college. Schouwburg Ook de nieuwe schouwburg ligt bfl G.9. nog in de koelkast. „Dit is een vraag stuk apart, waarop ik liever nog niet inga," zei de heer Harmsen. Zoals be kend, is er een „spaarpot" van ruim 9 miljoen gulden, voor extra afschry- ving op de kosten van de bouw van een schouwburg. Deze spaarpot hoeft niet voor iets anders te worden aange sproken. Nóg niet. De aan te vragen aanvullende bijdrage uit het Gemeentefonds vergelykt de wet houder met een fles wonderolie; het is in elk geval voor Leiden geen genees middel. Een exorbitante bijdrage valt niet te verwachten (voor sommige ge meenten begint de bystand met 2000 gulden). Er zal iets geheel anders moe ten gebeuren dan deze noodmaatregel, die merkwaardig veel geiykt op 's Ryks bijspringen in het Verolmeconcern. Blijven hameren Het gemeentebestuurbiyft inmiddels niet stilzitten. De brochure „Leiden ln last?" krygt een voortdurende „follow up". B. en w. timmeren onophoudelijk met hun kritiek en suggesties aan de weg; ze blijven er allerwege op hame ren de brochure wordt in den lande meermalen geciteerd dat de stellingen in „Lelden in last?" juist zyn. zy biy- ven zich afvragen, welke overwegingen ooit kunnen rechtvaardigen, dat een stad, die door een erfenis, van het ver leden en de problemen van heden in grote moeiiykheden is geraakt, gestraft moet worden met een statuut, dat haar niet alleen onbestuurbaar maakt, maar haar ook in een positie plaatst waar door zulke grote achterstanden onstaan, dat de oplossing van haar problemen verder dan ooit verwyderd ïykt. Als de raad in december met pijn akkoord gaat met het aanvragen van een aanvullende bijdrage - en de noodzaak ligt er nu een keer - verwacht wethouder Harmsen, dat er niet veel meer te besturen valt: „Je wordt dan op alle mogelijkheden afgeremd in de nodige voorzienin gen. Je kunt niets meer doen waar door je begrotingstekort uitloopt; dat is niet veel meer. Voortaan gaat ieder besluit van de raad via G.S. naar de minister. Die zal dan moe ten wikken en wegen over een nieuwe brug, een nieuwe vent op het stadhuis (ambtenaar, red.), een nieuwe schrijfmachine, betere ver lichting en ga zo maar door". Deze voorwaarden kunnen voor een dynamische gemeente als Leiden niet gelden, vinden b. en w.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 3