HET DORP LASTIGE MENSEN ÉÉAéJ Mi DE „NACHTEGAAL WORDT FILMHELD Huizen staan leeg in ra die Pannekoeken 11 ^IJJIpIjfF- tfe" 13 Zestig gehandicapten moeten wachten Een dogela aan een van haar dagelijkse taken: do dorpsbewoners bijstaan. Moeilijk, maar voldoening gevend. IET tranen in de ogen hebben miljoenen Neder landers tientallen miljoenen guldens bijeengebracht voor een dorp voor gehandicapten. Dat is alweer bijna zeven jaar terug. Het dorp is er gekomen. Met droge ogen hebben we drie jaar geleden de openingsceremo nie gezien. Maar een gevoel van trots en voldoening konden we niet onderdrukken: dat dorp is Ons Dorp. Wij Nederlanders hebben toch maar al die arme zielige gehandicapten aan prach tige woningen geholpen. Jawel, nu zijn we drie jaar verder en wat nu? Nu laten we Het Dorp voor wat 'het is. Een kleine zestig gehandicapten in heel Nederland wachten nu al vier maanden om naar Het Dorp te mogen verhuizen. Ze zjjn gekeurd, hebben de blijmakende brief gehad: dan en dan kunt u terecht. Dat speelde allemaal in het voorjaar. Een paar maanden later kwam de domper: u zult nog even moeten wach ten, u krijgt nog nader bericht. Deze gehandicapten moeten nog komen. Hun huizen zijn klaar, maar personeel om hen te verzorgen ontbreekt. Wat dat betreft laten wij ons eigen dorp in de ■teek- Koud kijken grote lege glasvlakken, huis na huis, de bezoeker van Het Dorp in de vroege herfst aan. Geen gordijn tjes voor de ramen, geen plantje, geen teken van menselijk léven. Een zestig huizen staan zo leeg in het dorp en nog zijn werklieden bezig met de bouw van andere. Zestig huizen waarin nu gehandicapten hadden kunnen wonen als.als er personeel, meisjes, genoeg waren om hen te verzorgen. Maar alle advertenties in dagbladen en vaktijd schriften zijn tot nog toe in zoverre tevergeefs geweest, dat het grote aantal dat nodig is, niet is gehaald. Er zijn gelukkig wat zonniger vooruit zichten. Over een paar maanden is het grootste leed geleden, maar ook dan blijft het moeilijk een organisatie als Lege glasvakken gelijkvloers huis na huis. In andere woning blokken staan naast elkaar de bovenverdiepingen leeg. Het Dorp mist nog bewoners. Het Dorp draaiende te houden als niet uit personeelsreserves valt te putten. We hebben de heer J P- Reijnhout van Het Dorp en het hoofd verzorging en verpleging, mevrouw A. E. Schmidt, naar him mening gevraagd: De heer Reijnhout: „Er is een gebrek aan verzorgsters, aan dogela's (dorps- geimeenscfaapsleidsters Arnhem). Het is echt niet zo dat er een groot verloop is, maar soms slaagt een wervingsactie en soms niet. Dat hangt van zoveel facto ren af. Er wordt een ontzettend beroep op deze meisjes gedaan Van alle kanten, bejaardentehuizen, kruisverenigingen, verpleegtehuizen. En dan kiezen de meisjes wat voor hen het gemakke lijkste is. Inderdaad staan om die reden al maanden huizen, leeg, maar dat probleem is over enkele maanden opge lost". Mevrouw A. E. Schmddt: „Ik ben van mening, dat we, om het personeels probleem te kunnen oplossen, veel meer moeten appelleren aan de gehuwde vrouw. We gaan wel de goede kant op. Begrijpelijkerwijs kunnen we alleen met gehuwde dames uit Arnhem en omgeving werken. Voor aanstelling als dogela komt in aanmerking het meisje, dat 18 -jaar of iets jonger is en dat het diploma bezit van een verzorgend be roep, zoals zieken-, kinder- of kraam verzorgster of inas (inriehtingsassis- tente). Daarnaast hebben we dus sinds augustus onze eigen opleiding nog. Het is hier noch een ziekenhuis, noch een tehuis. De dogela's staan in hun functie niet boven, maar naast de bewoners. Wat we moeten zien te bereiken, is een mentaliteitsverandering. De zieken- verzorgster is soms door haar opleiding te veel verpleegster en de kraamver pleegster en de kraamverzorgster weer te specialistisch. We hebben meisjes nodig, die al het leuske van die oplei dingen in zich verenigen". Wat doet een dogela nu precies? „De dogela moet hulp bieden bij de persoonlijke verzorging, de maaltijden en het dagelijks huishoudelijk onder houd van de bewoners van Het Dorp. Er wordt veel van de meisjes gevraagd. Het is ook zeer verantwoordelijk werk. Maar daar staat tegenover dat de voor zieningen uitstekend zijn. Een goed salaris, een vijfdaagse werkweek, een goede dienstregeling. De dogela's moe ten naast en niet boven de bewoners staan. Elke negen bewoners hebben samen één dogela, die in dezelfde straat woont. Deze heeft als „titel" dogela A. Elke dogela A heeft drie dogela's B onder ziah, die meest in de personeelsflat wonen". Merken de dorpsbewoners zelf iets van het dogelagebrek? „Het is wel erg, dat die meisjes zo nu en dan langer moeten werken". „Onze verzorging blijft hetzelfde ge lukkig". „Oah meneer, ik kan mezelf gelukkig nog wat helpen., maar als er voor die anderen nu eens geen dogela's genoeg We zijn in de personeelsflat wezen kijken. Beneden in de hal honderd twintig identieke brievenbussen. Boven negenendertig staat nog geen naam bordje Ernaast een Insdhrij vings- lijst voor de opening van de beatkelder op 26 september. Het ontbreekt de dogela's aan niets. In de flat een ge zellige huiskamer, een t.v.-zaal, een beatkelder, een eigen waskamer met automatische trommelwasmachines, ge zellige eigen kamertjes. Maar beatkelder of niet, in Het Dorp staan bijna zestig huizen leeg, omdat er geen dogela's zijn. Bijna zestig ge handicapten wachten tot ze hun eigen huisje kunnen betrekken. In de perso neelsflat hebben negenendertig brieven bussen nog geen naam.,. GERARD CRONé. Heintjes ,Een hart gaat op reis" wekt Duits sentiment ,HIJ KAN NOG EEN X-AANTAL JAREN MEE" (Van één onzer verslaggeversl DiiSSELDORF Mensen verdringen zich voor de bioscoop. Iedereen wil zo veel mogelijk vooraan komen. Kinde ren hebben een blaadje papier en pot lood in de hand. Het verkeer in de straat is gestremd. Kaarten voor de film zijn allang niet meer te krijgen. De sterren zelf zullen aankomen. Dc belangrijkste, en daar komt iedereen voor, is dat kleine jongetje uit Neder land, dertien jaar oud. Zijn naam is natuurlijk Heintje, in sommige kringen .,de nachtegaal van Bleyerheide" ge- Inderdaad, de 1.54 meier hoge platen- miljonair heeft zijn eerste filmhoofdrol verwezenlijkt in de rolprent „Een hart gaat op reis". En inderdaad, ter ere van de première in een viertal Duitse bioscopen zijn er allerlei toestanden. Rijtoeren door de stad Düsseldorf per tram; kinderen, die koste wat kost hun idool willen zien, hün zangertje, dat nu ook filmster is; moeders en grootmoeders, die het niet kunnen na laten een traan van vertedering weg te pinken bij het horen en zien van het kleine knaapje. Na de film worden de belangrijkste filmspelers en -speelsters aan het pu bliek voorgesteld: een beleefd applaus. Heintje komt op: er wordt geklapt, ge juicht, gestampt, met bloemen gegooid, snel een fotootje geknipt. Heintje gaat twee liedjes zingen. „Ich sing ein Lied lür dich" en na wat lieve woordjes tussen door, een nieuwe: „Scheiden tut so weh". Kinderen die graag een hand tekening willen hebben of een cadeau tje willen aanbieden, worden door een „bodyguard" op eeh afstandje gehouden. In een veilig zijgangetje, waar Hein Simons („zeg maar Heintje") heen ge dirigeerd is, weet een klein meisje door te dringen. Ze heeft een bos bloemen van haar moeder voor hem gekregen. Ze wil een lief versje opzeggen („Hein- Ije, je bent mijn beste vriendje, en nu wilde ik jeJammer, Heintje hoort hét niet allemaal, draait zich om en laat zich gewillig door een aantal persjongens fotograferen. Ster op schoot Achter het theater staat een grote taxi klaar. Tussen een aantal lieden in wordt hij er snel heengebracht (drie brede volwassenen achterin, Heintje prinsheerlijk en ruim naast de be stuurder. Maar zeg nou zelf, je bent ster of je bent het niet!). Het gaat richting Parkhotel. Er staan nog twee optredens te wachten (in play-back uiteraard). Een man met een levens grote paraplu (soms regent het) bege leidt de belangrijkste personen van het illustere gezelschap tot de deur. In de hal wordt even uitgerust. Pa en ma Simons plus broer zetten zich in pluchen zetels. Heintje gaat bij moeder op schoot zitten. Enige tijd later is het televisietijd. Et- zijn 's middags tv-opnamen van de rij toer gemaakt. Dat mag onder geen beding gemist worden. Dan weer naar het theater om te laten herhalen wat ook 's middags is geschied. Als Heintje allang vertrokken is, staan er nog steeds drommen mensen te pogen een glimp van het „zangwonder" op te vangen. In een „gewoon" eethuisje wordt de inwendige mens enigszins versterkt. ,Zo'n aardige jongen" Platenman en manager Addy Kieygeld loopt steeds enigszins zenuwachtig heen en weer. Hij vergezelt Heintje, samen met de ouders van de held, op de grote „premiëretrip". „Ik heb eigenlijk een hekel aan de pers. Die mensen willen Heintje kapot maken. Het is zo'n aardige jongen Hij werkt zo hard en wil alles doen. Men schrijft maar, dat zijn stem aan het breken is. Integendeel, hij gaat steeds beter zingen. Moet je zijn laatste plaat eens horen. Er wordt door duizenden kinderen om Heintje geschreeuwd. Het is een echte kinderheld. Waarom mag dat niet? Heintje hééft het overigens helemaal. Ik heb in mijn 35-jarige loopbaan veel met kinderen gewerkt, veel gouden platen gemaakt, Gert en Hermien uit de klei naar boven ge werkt, ik weet, dat Heintje nog een x-aantal jaren meek an. Overigens ben ik al bezig aan zijn tweede carrière: zijn filmloopbaan. Nog later wordt hij vast een groot operettezanger. Of ik van smartlappen hou? Heintje zingt geen smartlappen. Maar of ik zelf van dat genre hou? Dat is een geheel andere zaak!" De vitrine voor het Savovtheater. ZATERDAG 6 SEPTEMBER I960 Jac. Pannekoek organisator van de reünie (Van verslaggevers) NIJKERK Het Veluwse Nijkerk ondergaat vandaag een merkwaardige invasie. In het verenigingsgebouw „De Schakel" wordt een reünie gehouden van Pannekoeken, oftewel mensen met de naapi fttuiakaeif., I?e Panpekoeken krijgt" er inlichtingen over het onderzoek naar de familiehistorie, bekijken dia's van Oud-Nijkerk en maken een excursie naar het watersportrecreatiecentrum „Nieuw Hulkesteyn", waar eens het voorvaderlijk kasteeltje van de Pannekoeken Heeft gestaan. Organisator van deze reünie is de 39-jarige Jac. Pannekoek uit Bergharen bij Nijmegen, vioaris van de hervormde kerk in zijn woonplaats. Niemand weet zoveel van de familiegeschiedenis van de Pannekoeken af als hij. Al meer dan twintig jaar lang verzamelt hij er gegevens over. Hij heeft er een cartotheek van aangelegd en bezit mappen vol fotokopieën van archiefstukken. Er is waarschijnlijk geen Pannekoek of zijn Bergharense naamgenoot zou hem kunnen vertellen hoe zijn stamboom in elkaar zit. Regelmatig publiceert hij nieuwe gegevens in een blaadje dat hij eens per kwartaal stuurt naar de leden van de familievereniging Pannekoek. waarvan hij voorzitter is. Ongeveer vijfenveertig echtparen zijn er lid van. bij lange na niet alle Pannekoeken in ons land. omdat velen (nog) niet op de hoogte zijn van het bestaan van deze vereniging. Deze is opgelicht tijdens de eerste reünie van de Pannekpeken, die drie jaar geleden in Aalsmeer is gehouden. Toen zijn er zo'n 150 Pannekoeken bijeen geweest, waarbij zelfs enkele uit Duitsland, voorzover bekend de bakermat van het geslacht Pannekoek- In Keulen woonde al in 1197 en© Hendrik die Pannekoek werd genoemd, mogelijk omdat hij in het bezit was van een stuk grond, dat de vorm had van een pannekoek. De naam Pannekoek is dus al heel oud en dat is echt wel een reden om er trots op te zijn, meent Jac. Pannekoek. Hij trekit zich er dan ook niet veel van aan, dat zijn- naam dikwijls aanleiding geeft tot plagerijen en spotternijen, al begint het natuurlijk wel te vervelen om door onbekenden te worden opgebeld en dan alleen maar te horen: „Met Pannekoek? U spreekt met poffertje!" Op het onderonsje in Nijkerk blijven de Pannekoeken in ieder geval wel van plagerijen verschoond. Nijkerk is tot plaats van samenkomst gekozen omdat dit stadje de zetel was van de ambtsjonkers Pannekoek. Eén van hen, waarschijnlijk Maurits Pannekoek, rentmeester van de Veluwe, bouwde omstreeks 1520 met de stenen van het in 1517 verwoeste kasteel Hulkesteyn (nu een ruïne in het Eemmeer) het later dooi- de fa milde PannekoekshuLs genoemd. Deze Nij kerkse tak van de Pannekoeken, die is uitgestorven. Reünie van mensen met merkwaardige en lastige naam was gelieerd aan de Apeldoomse schoutenfamiilie Pannekoek, waarvan nog diverse afstammelingen in Nederland leven. „Mijn voorouders zijn afkomstig uit Warburg, een plaatsje op de grens van Hessen en Westfalen", verjelt Jac- Pannekoek. „Die tak heb ik nu helemaal uitgezocht tot ongeveer 1480. Over mijn eigen tak heb ik nu enkele jaren geleden een boekje geschreven. Een andere Duitse tak, namelijk die van de Pannekoeken afkomstig uit Lichtenau in Westfalen heb ik uitgezocht tot ongeveer 1600, een Zeeuwse in grote lijnen tot 1633. Ik probeer nu onder meer aan de weet te komen of er verband bestaat tussen de Gelderse en de Duitse takken. Er gaat ontzettend veel tijd zitten in die naspeuringen. Soms denk ik \yel eens: je bent. eigenlijk gek, voor wie doe je het allemaal? Maar ja, de genealogie is nu eenmaal een hobby van me". Een hobby overigens, die hij erg serieus neemt. ..Ik pak mijn onderzoekingen naar de familiehistorie wetenschappelijk aan", licht hij toe. „Ik rust. niet voor ik duidelijke bewijzen heb. Er zijn nogal wat leken die in de genealogie grasduinen. Ik kreeg een brief van een naamgenoot van me. die beweerde er heilig van overtuigd te zijn, dat zijn voorouders uit Rusland afkomstig waren. Ook Frankrijk is wol als land van herkomst van de Pannokoeken genoemd. Vaak ook wordt beweerd dat we van adel stammen. Voorzover ik het heb kunnen nagaan is dat niet juist. Wel kwamen de Pannekoeken zowel Ln Nederland als Duitsland onder de ridderschappen Lastig „Wat me bij mijn onderzoekingen opgevallen is", zegt hij met een grimas, ..is dat het zulke lastige mensen zijn, die Pannekoeken. Vreselijk, zoveel processen als die hebben gevoerd. Maar ik moet zeggen, meestal kregen ze nog gelijk ook", voegt hij er met een zelfbewust lachje aan toe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 9