Russisch toneel
VRAAGT
OM
DOORBRAAK
Geweken voor het water
Tempel
van
Dendur
komt
naar
New York
ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1969
Een scene uit De Idioot van Dostojevski, opgevoerd door het Leningradse Grote Theater. De klas
sieken blijven sterk in de belangstelling staan.
Gezicht van Moskou (III)
(Door Alec Nove,
hoogleraar aan de universiteit van Glasgow)
„Met het theater in Moskou is het op het ogenblik
niet zo best", zeiden sommigen van mijn Russische
vrienden. Uit een blik in het programma voor die
maand bleek, dat mijn vrienden misschien wel
buitengewoon hoge eisen stelden. Ik zou me toch
zeker niet hoeven te vervelen bij het zien van vier
stukken van Boelgakov en bij de gebruikelijke se
lectie Russische klassieken („De meeuw", „Drie
Zusters", twee verschillende produkties van „De
Inspecteur-generaal" en ook bewerkingen van
„Dode Zielen" en „De Gebroeders Karamazov"),
maar ook moderne stukken, om maar niet te spre
ken van het Bolsjoiballet en de concerten „De
censuur is zo streng, dat er in geen enkel stuk
gezegd kan worden, wat er gezegd moet worden",
vertelden mijn vrienden me.
Ongetwijfeld is de censuur erg streng, en niet alleen
waar net toneel betreft, zoals sociologen, historici en
romanschrijvers wel weten. Niettemin was het Sovre-
mennik (moderne) theater er nog steeds en speelde een
moderne en hoogst controversiële trilogie, geschreven
door drie verschillende schrijvers met als titels: „De
Dekabristen", „De Narodnovoltsi" (De wil van het volk)
en „De Bolsjewisten" die, zo had een criticus ons ver
teld, veel te zeggen hadden over de revolutionaire
moraliteit. Dus was het duidelijk dat deze stukken, „De
Bolsjewisten" in het bijzonder, het aanzien waard waren.
Kaartjes voor het theater worden overal in Moskou in
kiosken verkocht, maar de populaire stukken zijn altijd
uitverkocht. De buitenlandse bezoeker kan altijd wel
een goede plaats krijgen door bemiddeling van het
kantoor van Intoerist in zijn hotel, maar deze keer
greep ik ernaast. „Alle plaatsen zijn uitverkocht, het
is een besloten voorstelling", zeiden ze. Het wekte de
indruk, dat men liever niet zag dat buitenlandse be
zoekers „De Bolsjewisten" zagen. Ik heb het stuk ge
lezen en begreep waarom ze dit misschien dachten.
Maar ik had geluk: een Russische vriend had een
kaartje over.
Het stuk begint op de plaats van samenkomst van de
raad van de commissarissen van het volk. Historische
figuren argumenteren, maken grappen en maken ruzie.
Dit zijn o.a. Sverdlov, Loenacharski, Pokrovski, Kollon-
tai, Kreslinski, Enoekidze. Voor de afwezigheid van
bepaalde personen wordt een uitvoerige verklaring ge-
gegeven: „Stalin is in Tsaritsin, Trotski aan het front".
Zinoviev wordt verscheidene keren genoemd als iemand
die zich in Petrograd bevindt, waar telegrammen heen
worden gestuurd, Boekharin spreekt in het boek buiten
Moskou een vergadering toe, maar in het stuk dineert
hij met Lenln.
Het stuk speelt zich af op 30 augustus 1918. Men heeft
Lenin beschoten en hij is levensgevaarlijk gewond. De
commissarissen bespraken de risico's, die de rode terreur
met zich meebracht. Zij haalden zich voor de geest
hoe de jacobijnen aan him eigen terreur ten onder
gingen. Als een van de commissarissen, de historicus
Pokrovski, zegt dat de herinnering aan de jacobijnen
hun wil om te handelen zou verzwakken, antwoordt
Chicherin: „Door selectieve stilte maken we van de
geschiedenis een prostituée, die zich aan de hoogste
bieder verkoopt". Loenacharski, schitterend gespeeld,
was een van de mooiste rollen. Hij verwijst wederom
naar de jacobijnen en beweert: „De terreurorganen
gingen een fusie aan met die van de staat. De nieuwe
terroristische bureaucratie greep de macht over alles.
Dit was een immens groot machtsmisbruik, maar zelfs
Robespierre of St.-Just konden hier niets aan doen,
omdat het bureaucratische ambtenarenkorps hun enige
steun was geworden." Een andere commissaris gaf het
volgende commentaar: „De revolutie degenereerde, de
ideologie verstarde en wat er over bleef was intrige,
bedekt met rode mutsen". Enoekidze maakte bezwaar:
„Genoeg gepraat over jacobijnen! Wij staan niet voor
zo'n gevaar!" Enoekidze zou later dooi' Stalin worden
doodgeschoten.
In deze en andere passages ging het gesprek duidelijk
over de revolutionaire geschiedenis van Rusland en
hield te meer waarheid in, omdat in 1918 de gevaren
van terreur werkelijk besproken werden met verwijzing
naar de Franse revolutie. Aan het slot ontvingen de
spelers een ovatie. Zij bogen, zonder make-up, zonder
een glimlach, zelfs met ernstige gezichten, alsof zij het
publiek verteld hadden, wat zij in hun hart dachten.
Ik heb drie van de vier stukken van Boelgakov gezien
(de klucht „Ivan Vasilivieti" heb ik helaas gemist). Het
eerste en beroemdste, „Dni Toerbinoekh" (De witte
garde), werd slecht gebracht, en onverschillig opgevoerd
door liet Kunsttheater van Moskou. Ik heb met niet
minder dan drie Russen gesproken, die me vertelden
dat ze na het eerste bedrijf waren weggelopen. Ik zag
wel in waarom. De charme van het stuk was verloren
gegaan, de acteurs (met uitzondering van misschien twee)
speelden beneden peil, de produktie was saai en het
decor lelijk. Men had veranderingen in de tekst aan
gebracht, die niet te verdedigen vielen. Maar de uit
voering van dit stuk door dit theater van voor de oorlog
is legendarisch en naar wordt verteld, heeft Stalin het
stuk veertien keer gezien.
Opzettelijk
Een Rus beweerde, dat de lelijkheid opzettelijk was,
omdat de huidige directie van het theater te verlegen
is om een „witte garde"-familie in een gunstig daglicht
te stellen en dit zou natuurlijk niet in overeenstemming
zijn met Boelgakovs beeld van warme en geciviliseerde
huiselijkheid. Waarschijnlijker is, dat het een fantasie
loze, middelmatige produktie is.
Veel Deter, inderdaad uitstekend, was de opvoering van
„Beg" (Vlucht) van dezelfde auteur in het Yermolova-
theater. Dit stuk „in acht dromen" werd met vaardig
heid en oorspronkelijkheid op de planken gebracht en
met verbeeldingskracht gespeeld. De hoofdrol, de witte
generaal Khloedov, de wrede beul, die van de vlucht
van het „witte leger" vanuit Konstantinopel naar Moskou
terugkeert, werd op bewonderenswaardige wijze door
Soloviov gespeeld. Met de tekst of met de gedetailleerde
regieaanwijzingen van Boelgakov had men zich geen
vrijheden veirooi'loofd.
„Molière" van Boelgakov, met de acteur Dzhigarkhanian
uit Armenië in de hoofdrol, liep goed in het Komsomol-
theater. Bij de opvoering, onder regie van Efros (die nu
ontslagen, of liever overgeplaatst is), werd hoogst-
ongebruikelijke muziek van Andrei Vollonski gespeeld
een combinatie van een modern quasi-elektronisch
en 17de-eeuws idioom.
Vollonski, een lid van een aristocratische familie, ont
ving zijn opleiding in het Westen. Een van zijn grote
verdiensten voor de muziek in Rusland is geweest, dat
hij het „madrigaal"-ensemble gesticht, geïnspireerd en
geleid heeft. Ik had het geluk een van hun concerten
te mogen bijwonen. Schütz, Orlando Gibbons en Campion
en gedeelten uit zeer vroege Italiaanse opera's werden
op sublieme wijze gezongen en gespeeld. Een Spaans
kerstlied, gezongen in processie met kaarsen op een
donker toneel, was het sluitstuk dat gebisseerd werd.
In het ensemble bevinden zich drie leden uit één gezin,
de Lisitsians.
Iwan
In het „Sovjetleger"-theater onderscheidde Alexei Popov
zich door op indrukwekkende wijze „Iwan" te vertolken
in „De dood van Iwan de Verschrikkelijke" van Alexei
Tolstoi sr. De opvoering won aan kracht door de uiterst
moderne manier waarop het stuk op de planken werd
gebracht en de moderne muziek, maar was aan de andere
kant weinig overtuigend, omdat de spelers met uit
zondering van Iwan en een oude priester niet in
staat waren in rijmloze vei zen te spreken. De passages
die betrekking hadden op de dood van Iwan en diens
beste generaals, hadden een moderne weerklank en
ontvingen enige nadruk.
In het Vakhtangovtheater speelde een veel talentvoller
gezelschap een gedramatiseerde versie van Babels „Rode
Cavalerie" (Konarmija). De uitvoering en het spel ston
den op een hoog peil, maai het stuk was een travestie
van Babel. Zo wordt er in een episode „Zout" een vrouw,
die zout smokkelt en dii op de zwarte markt verhandelt,
in een trein door een soldaat doodgeschoten. In het stuk
legt de soldaat zijn geweer neer en zegt: „Ik kan hei
niet! Het is tenslotte een vrouw." Verder wordt van
Babels vriendelijke en mededogende humor over de
onwetende en ongeletterde ruiters een soort van spot
tende lach van de hogere klasse gemaakt.
Het Tagankatheater geniet de reputatie modern en ex
perimenteel te zijn. Ik ging daar met hoge verwach
tingen heen, maar ongelukkigerwijs zag ik het toneel
stuk in verzen „Poegachev" van Jesenin. Dit bewees
alleen maar, dat de hoedanigheden, die een lyrisch
dichter nodig heeft, niet dezelfde zijn als die van een
toneelschrijver. Vindingrijkheid én goed spel werden
verknoeid aan een tweederangs stuk.
Opera's
De grootste successen van het Bolsjoiballet waren
„Spartak" en „De Notekraker". Ik heb twee opvoe
ringen gezien van twee opera's van Moessorgski, op
prachtige wijze ten tonele gebracht met schitterende
zang van het koor: „Kovantsjina" en „Boris Godoenov".
In de eerste werd de rol van Dosifei heel goed ge
zongen door Ognivtsev, een bas die buiten Rusland bijna
geen bekendheid schijnt te genieten. Kort voor de uit
voering werd hem verteld, dat hij ook Boris moest
zingen, omdat de dirigent op het laatste ogenblik ziek
werd en dit een serie misverstanden tot gevolg had met
Boris Christoff, die deze rol zou vertolken maar naar
Italië terugkeerde; en Ognivtsev, die deze i'ol zong
zonder dat hij had kunnen repeteren, werd vanwege
een goede opvoering toegejuicht. De manier waarop hij
de sterfscene speelde zou waarschijnlijk nergens anders
verbeterd kunnen zijn. Op een grootse manier vertolkte
hij de rol van een vervallen, dooi' geesten achtervolgd
menselijk wrak.
De vooruitzichten voor moderne controversiële stukken
zyn slecht. In 1967 verzoenden de mensen zich met de
gedachte, dat de autoriteiten in het vijftigste jaar van
de revolutie geen wanklanken wilden horen. Nu moet
men zich rustig houden omdat de dag waarop het hon
derd jaar geleden is, dat Lenin werd geboren niet meer
zo ver weg is. Naar het schijnt zal men nog een hele
tyd moeten wachten.
(Copyright The Guardian-Binnenhof/Leidse Com-ant)
Vóór de bouw van de oude Assoeandam in 1902 had de tempel van Dendur nog maar weinig van zijn oude
pracht verloren. Zo komt de tempel voor op een litho van David Robert in zijn werk „Egypte en Nubië, teke
ningen ter plaatse gemaakt". Het werk werd in Londen gepubliceerd tussen 1846 en 1849 (Metropolitan Museum
of Art).
De tempel van Dendur, die tweeduizend
jaar bestaan heeft aan de oevers van
de Nubische Nljl, is rond de halve
wereld verhuisd naar een nieuwe
„standplaats": Manhattan. Steen voor
steen afgebroken onder de gloeiende
zon van Egypte, zal het bouwwerk
steen voor steen opnieuw worden
opgebouwd tussen Hudson en East
River, en een moderne glazen contructie
zal het bouwwerk daar beschutten tegen
de weersinvloeden. Over een drie
tal jaren zal het werk in New York,
voltooid zijn en zal de tempel van Den
dur het pronkstuk zijn van de Egypti
sche collectie van het Metropolitan Mu
seum of Art. De kosten van de nieuw
bouw (met alle voorzieningen, onder an
dere air-conditioning) belopen ongeveer
twee miljoen dollar. De tempel zelf
kost niets: die hebben de Amerikanen
een viertal jaren geleden cadeau gekre
gen.
De tempel van Dendur werd, zoals zo
veel Egyptische monumenten, bedreigd
door het water van de Nijl, dat opge
stuwd zou worden achter de nieuwe
Assoeandam. Behalve door de tijd was
het monument vanaf 1902. toen de eerste
dam van Assoean gebouwd werd al dooi
de rivier aangetast, want het water steeg
vanaf dat jaar bij tijden tot halverhoogte
de tempel. De veelkleurigheid van het
kleine monument (41 voet lang. 21 voet
breed en 21 voet hoog) heeft in die 67
jaar veel geleden, maar het is niet te
laat gebleken voor een redding. In Ame
rika zullen bij de herbouw alle herstel
lingen worden verricht, die nodig zijn
om de tempel iets van de glans terug te
geven, die hij bezat toen hij onder
Augustus tijdens de Romeinse beaëtting
van Egypte werd gebouwd. Op een van
de reliëfs in de buitenmuren van de
tempel staat Augustus afgebeeld, maar
zijn beeltenis wordt overheerst door on
geveer 25 Egyptische godheden. De tem-
pel is gewijd aan Petesi en Pihor. twee
plaatselijke helden, die na hun dood (ze
verdronken in de Nijl) in de kring der
goden werden opgenomen.
Tien jaar geleden kondigde de Verenigde
Arabische Republiek aan, dat zij bereid
was de tempel van Dendur en enkele
andere historische bouwwerken te
schenken aan die naties, die een belang
rijk aandeel hadden in het redden van
de Egyptische cultuurmonumenten, die
dreigden onder te gaan in ..de zondvloed
van Assoean". De VAR verbond echter
aan die schenkingen voorwaarden: een
daarvan was, dat de monumenten zou
den moeten worden heropgericht bij
musea of bij wetenschappelijke instellin
gen. die geopend waren voor het grote
publiek.
In 1964 zag het er niet naar uit. dat de
Amerikanen een dergelijk geschenk uit
Egypte zouden krijgen, want het Huis
van Afgevaardigden blokkeerde een plan
om twaalf miljoen dollar in het wereld
wijde red-de-tempels-project" te ste
ken. Het plan ging uiteindelijk toch door
en de VS deden bij de twaalf miljoen
nog eens grootmoedig vier miljoen.
Concurrentie
Het unieke aanbod werd in dank aan
vaard, maai* er lagen grote moeilijk
heden in het vooruitzicht, omdat er niet
minder dan twintig Amerikaanse in
stellingen waren, die de „Real Nubian
Temple" wilden hebben- Twee kandi
daten bleven uiteindelijk over: het Me
tropolitan Museum in New York en het
Smitsonian Institute in Washington. De
laatste instelling had er een bijzonder
plan voor: zij zou de tempel herbouwen
in de openlucht aan de oevers van de
Potomac, en wel op een plaats, waar
het bouwwerk ahe aandacht zou trek
ken. De New Yorkers speelden het over
de minder spectaculaire band: zij wilden
een huis van glas over de tempel heen
bouwen, omdat ze ervan overtuigd wa
ren, dat alleen op een dergelijke manier
het bouwwerk behouden kon blijven, na
dat reeds eeuwen zon en water hun in
vloed op de stenen hadden gehad
De papieren van het Metropolitan ston
den sterk. Niet alleen wilden de New
Yorkere een speciaal huis voor de tem
pel bouwen, maar ze wezen er de
autoriteiten ook op, dat hun museum
per jaar vijf miljoen bezoekers trok: het
grootste bezoekersaantal van musea in
de hele wereld. Bovendien zou de tem
pel in New York beveiligd zijn tegen
souvenirjagers, waait in New York zou
een leger van 250 suppoosten dag en
nacht waken over de kostbaarheid- Dat
gaf de doorslag. Een presidentiële com
missie beval president Johnson aan de
tempel van Dendur toe te wijzen aan
het Metropolitan Museum, en op 28 april
1967 had het Metropolitan bij presiden
tieel besluit de slag om de tempel ge
wonnen.
Op dat ogenblik bestond de tempel al
drie jaar niet meer. want nog voor de
onderhandelingen begonnen waren, had
den Egyptische architecten en hand
In een plasticgebouw, waarin grote vensters zijn uitgespaard, liggen de sten envan de tempel van Dendur
opgeslagen, in afwachting van het definitieve „glazen huis", dat in 1972 de tempel zal beschutten. (Metropolitan
Museum of Art.)
In 1960, twee jaar voordat de tempel van Dendur v
maakt. Het water van de Nijl, dat vanaf 1902 (het bouwjaa
het bouwwerk, heeft veel van de oorspronkelijke kleuren
Haagen.)
werkslieden het kostbare gebouwtje af
gebroken en in 660 genummerde blokken
opgeslagen op het droge Olifantseiland
in de Nijl, in afwachting van de dingen,
die eimee zouden gaan gebeuren. Die
dingen begonnen in mei 1968. De 660
stukken van de tempel (samen 640 ton
wegend) werden in met schuimrubber
gevoerde kratten gepakt en op aken
naar Alexandrië gevaren, waar ze aan
boord gebracht werden van liet Noorse
vrachtschip „Concordia Star". Op 19 juli,
een maand later meerde de Noor met
zijn bijzondere vracht aan een pier in
Brooklyn.
Twee weken duurde het transport van
uit de haven naar het Metropolitan Mu
seum, waar de stukken van de archeo
logische puzzel (sommige brokstukken
waren drie meter lang, de meeste echter
hadden de afmeting 122 bi) 58 bij 49
centimetervoorlopig tegen een te
nieuwsgierig publiek (en tegen het
nieuwe klimaat) wei-den beschut door
enorme lappen plastic.
Reconstructie
De definitieve reconstructie van de tem
pel zal pas plaats hebben als het glazen
gebouw gereed is. De eerste spade ervoor
zal waarschijnlijk volgend jaar in de
grond gaan, bij het eeuwfeest van het
museum. Men verwacht de voltooiing
van het gebouw en de completering van
de tempel tegen 1972. Het front van de
tempel zal naar de opgaande zon gekeerd
worden, zoals dat ook het geval was in
Egypte.
I.ichtexperts zullen ervoor zorgen, dat
de belichting van de tempel herinne-
i ingen gaat oproepen aan een woestijn-
hemel. Halverhoogte het glazen huis zal
een omgang worden gebouwd, zodat de
bezoekers de tempel niet alleen vanaf
de begane grond kunnen zien.
Overigens zal men niet per se naar
binnen hoeven te gaan. om het bouw
werk te bewonderen. Het glazen front
van het gebouw is gekeerd naar de Fifth
Avenue, zodat de honderdduizenden,
die daar dagelijks langs komen een
..vrije kijk" krijgen op de tempel van
Dendur, die in de rusteloze miljoenen
stad. naar de bouwers hopen, in de let
terlijke zin des woords een rustpunt zal
orzichtig werd afgebroken, werd deze opname ge-
van de oude Assoeandam) regelmatig doordrong tot
an de tempel weggewist. (Foto Unesco - J. van der
De god "Horus: basreliëf op de noordelijke muur
Dendur (Metropolitan Museum of Art).