mini VAN 'Aanvechtbaar, onbeslistheid, evo lutie of vrijheidal deze woorden werden gebruikt om de lijn aan te geven of het gemis ervan bij de nieuwe winterse mode. Wie van ons een definitief antwoord verwachtte van de couturiers, op de vraag ,,wat zullen we deze winter dragen?" komt bedrogen uit. De mode gééft geen ant woord. Ze kan het niet eens. Ze heeft, zou ik zo zeggen, groei- koorts. Ergens zoeken de couturiers naar een oplossing om hun fenomeen „haute cou ture" onder te brengen en te verzoenen met de nieuwe tendens en de wensen van het meer uitgebreide publiek dat van de mode lean genieten omdat de so ciale toestanden zich wijzigden. Een pu bliek dat pasklare modellen, confectie en boutique kan aanschaffen maar geen „haute couture" en dat'toch „hoge mo de" wenst. Om een overeenkomst tot stand te brengen tussen deze begrippen zullen nog wel enkele seizoenen moeten voorbijgaan. En intussen wensen, kun nen of durven de meeste couturiers niet voor elke wens is er een recept meer een heersende modelijn voor schrijven. Ze blijven besluiteloos, knip pen hier een millimeter af, voegen daar dertig centimeter bij en laten de uiter sten over elkaar schuiven. Wie mini wenst kan zich laten bevriezen of het jurkje als uitsluitende versiering dragen boven een warmgebreide „coll-au-corps" of body-handschoen; wie maxi wenst kan zich daaronder verbergen en de besluitelozen doen als de couturiers en dragen mini onder maxi: eenvoudiger kan 't niet! Voor elke wens is er 'n re cept, met enkele pleistertjes erbij die de laatste foutjes verbergen. Grootste gemene deler Ergens zijn er echter algemene richt lijnen die door alle couturiers (onge veer) worden gegeven en die door el kaar nagevolgd kunnen worden: zij vormen de eerste "hhfgtusÉenMüte' couture en pasklare kledij. Kleuren: tot de gedempte behoren pruimenbruin, wijnmoer, robijn, fuch sia, roestkleur, en de diverse wijnkleu- ren als ook het ouderwetse rozenhout. Natuurlijk zijn vanille, grège, beige, camelkleur, koffie-en-melk, bruin, cho cola; er zijn enkele groene tinten als smaragd en jade of flesgroen terwijl diverse samenstellingen het uitstekend doen. Heel opvallend worden violet, okergeel, abrikozen, helrood en roze, wit en zwart blijven in. Even algemeen zijn de weefsels: nieu we tweeds die extra-licht zijn en glad- geweven, cheviots die iets naar de mannelijke weefsels overgaan en voor al gebruikt voor lange mantels en pan talonensembles: flanel, laken en wol fluweel zijn er ook, evenals de meer geklede wolkrimpverwerkingen. Niet te vergeten jersey in allerlei vezels, glan zend satijn, en even glanzend maar meer modern vinyl, gelakt katoen, ge plastificeerde jersey en andere. Uw kapsel: kan lang of kort zijn, uit gedund alsof er muizen in huishielden of netjes samengebonden in de hals, lang achteraan en kort vooraan, rond de hals samengehouden door 'n soort hondehalsband, enz. Het heeft niet zo veel belang omdat het meestal vol gens de Parijse couturiers verborgen zit onder de 't hoofdomvattende mut sen of de rond 't hoofdgeknoopte en ge drapeerde sjaals. U beslist Wat zult u dan dragen volgende winter? Uit de duizenden modellen kunnen we géén bepaalde lijn of stijl ontdekken die voor iedereen geschikt is. Uzelf zijt degene die deze winter beslist wat en hoe de nieuwe mode zal worden gedra gen. Mini, maxi, of maxi-over-mini- In ieder geval met de gebreide mutsen, kousen, sjaals en de andere kleinighe den die het nieuwe modebeeld zullen beheersen. De illustratie van kenmer kende modellen uit collecties der gro ten kunnen u daarbij wel van dienst Y.N. PARDIN korter dan mini zijn de n meeste van zijn korte mo dellen, maar hij varieert vanaf dat punt tot maxi-maxi en vermengt beide lengtes! Bilt namiddagjudkje is uit zuiver lakense fuohsia-wolstof. Rond® kraag, zo goed als onbestaande buste, verlengd corsage, aangezette klokrok en laklederen ceintuur met siergesp zijn opvallende „Cardin"-fcenmerken. Ook het kleine mutsje en rilbbelsteek don kere kousen. iGedepcawwMÖ» roMteflfl» ommin MMFtaSead aie men aanvankelijk meende, maar- hun aantal is voldoende om een heel leger volgelingen te kunnen voorzien. Vooral met tunieken boven de panta lon, die mini of maxi kunnen zijn en die de elegance in de hand werken. Eén van St-Laurents typische model len, uit soepele wolkrip; iets ver wijdende pantalonpijpen; tuniek met. sluiting in porbefeulllevorm en met de veel geziene „brandeburgers". CARD1N eeer sprake1"1 voorbeeld van de mind-maximode waarvan de meeste collecties dankbaar gebruik maakten om géén richting aan ie geven! Mini-minirokjes'op donkere of lichte „colie-aii-corps" gel jÉtt modellen werden, gedragen onder lange maar middenvoor hooggespleten maxi-jassen. Cardin houdt van banden uit doorstikt vinyl of synthetisch be kleed katoen onderaan de zoom, aan mouwen en kraag. Voor Cardin: Mary PoppinslaarsjesDit modeli grijswit tweed, ST-LAURENT degene <fie de maxi tot een wintermode begrip maakte... met het opvallende battle-dress jacket-ensemble. Maxi- lange naar de zijkant overslaande wikkelrok, jasje met opgestikte klep- zakken, tailleband, openliggend kraagje. Van zwartwit tweed, Bij de maxi- 1 engte: pensionaatschoenen met hogere hakken. En soms... een hoed in plaats van een tormwerk «nut®. PATOU ribbelsteek muts en dito trui mei: rolkraag: ook bij deze ontwerper die in meerderheid minikorte modellen voorstelt. Dit man telpak is uit chocola-beige gespikkelde wolstof. Heuplang jasje met speciale sluiting, hoog-opgestikte zakken, herts- tederen ceintuur. De rok is aan één kant geplooid en valt als een harmonika in elkaar. UNGARO bioemenblad-oog make up veiborgen achter de lange klep van de „Kid"-pet, witte polöbloes met ribbelkraag en een tail leur uit roomkleurige wolstof waarop kenmerkende lederbelegsels uit donker bruin: niemand zal eraan twijfelen- Dit is Ungaro's model. Uitgesproken mini. COURRèGES mocassinlaarsjes gebreide kousebroek, collant, alles-uit-één-deel, gebreide of gehaakte mutsen en sjaals ook en voor al bij deze couturier.En ultrakorte mode. Belegsels in leder, vinyl, geplas tificeerd katoen of bont... op wil, zwart, brum of kleurig wolweefsel. Zwart op zwart voor dit uniek-miooie PATOU maxilang..maar open- geknoopt tot minihoogte: zo gebruikt deze couturier zijn nieuwe modelengte. De mantel is van pruim- kleurig gabardine weefsel met knopen en ceintuur van bruin antilopeleder. Lange-ilange college-look sjaal en muts uit aksrücleurig los breiwerk. OIOR ritssluitingen die zo boog opengeritst worden als de mini- denkende, maxidragende dame het rok- split wenst zijn legio in de Diorcolleotie. Eén van de voorbeelden: deze maxi- lange jurk uit grijswit visgraatweefsel. Het corsage is in ,/huzarenstijl", met dubbele knopeorij. Ledei-en ceintuur. Hoge rolkraag, soepel mutsje en ge breide kousen. RICCI maxilange jurk, waarbij duidelijk het lengteverschil met vorig model te bespeuren valt. Ouderwets-aandoend glanzend purper satijn en versierd met rijen kralen. Muts met kraalborduursel. Let ook op de brede mouwen in hoge mouwboor- DIOR - India-invloed, duidelijk merkbaar in deze maxilange tunica op pantalon, vervloeide soms in zigeunerstijl voor hoofdsjaals en andere details. Het tuniekhemd en de pantalon van zéér sobere stijl zijn van licht- bruin-grège ruitb edrukking, wolstof. Zijden franjesjaal die tevens als hoofd bedekking dient. DIOR ook minikort bij deze cou turier, niet alleen voor dag- maar ook voor cooktail'kledij. Ultra - liohte wolstof werd gebruikt voor dit fijne jurkje waarvan de neepjes op dijhoogte openspringen in een dansend iurkdeel. Lange mouwen. Soepele sjaal als halsboord, over de schouder vast gehouden door roa» camelia.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 13